Vragen hoofdstuk 3: De onderneming nader bekeken OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn? 2. Noem minimaal drie afdeling binnen een onderneming die direct of indirect betrokken zijn bij het transformatieproces en omschrijf hun rol of functie. 3. Welke vier factoren zijn onder andere bepalend bij de keuze voor de rechtsvorm van een onderneming? 4. Volgens welke vier aspecten kan een onderneming het beste worden omschreven? 5. Wat zijn de belangrijkste motieven voor ondernemingen om in een bepaalde vorm te gaan samenwerken? 6. Geef in eigen woorden een beschrijving van de stappen waarlangs het marketingproces zich voltrekt 7. Welk element bepaalt het verschil tussen een fusie en een overname? 8. Wat kunnen de oorzaken zijn indien een bepaald transformatieproces van een onderneming niet meer winstgevend blijkt? MULTIPLECHOICEVRAGEN 1. Welke combinatie van ondernemingsvormen zijn allen ‘persoonlijke ondernemingen’? A. Eenmanszaak, Vof, Coöperatie Feedback: De coöperatie is een rechtspersoon B. Maatschap, Bv, Cv Feedback: De Bv is een rechtspersoon C. Eenmanszaak, Maatschap, Cv Feedback: Alle genoemde vormen zijn persoonlijke ondernemingen D. Bv, Nv, Coöperatie Feedback: Alle genoemde vormen zijn rechtspersonen 2. Bij welke rechtsvormen is de continuïteit het best gewaarborgd? A. Eenmanszaak Feedback: De continuïteit is afhankelijk van de eigenaar en tevens ondernemer B. Vof Feedback: Het wegvallen van een vennoot kan worden opgevangen, maar er kunnen problemen ontstaan met het oog op de nalatenschap C. Bv Feedback: De Bv is een rechtspersoon met een directie. De continuïteit is doorgaans niet afhankelijk van één persoon 3. Welk onderscheid wordt gemaakt bij de indeling van de diverse rechtsvormen van ondernemingen? Kies je juiste combinatie. A. Persoonlijk, rechtspersoonlijkheid B. Rechtspersoonlijkheid, onpersoonlijk Feedback: Onpersoonlijke rechtsvorm bestaat niet C. Persoonlijk, onpersoonlijk Feedback: Onpersoonlijke rechtsvorm bestaat niet 4. Voor welke combinatie van rechtsvormen is altijd een notariële akte bij de oprichting vereist? A. Cv, Bv, Maatschap Feedback: De rechtsvorm maatschap is vormvrij, maar een notariële akte heeft wel de voorkeur B. Bv, Nv, Coöperatie Feedback: Alle rechtsvormen moeten bij notariële akte worden opgericht C. Coöperatie, Eenmanszaak, Vof Feedback: De eenmanszaak en vof zijn vormvrij, maar een notariële akte heeft wel de voorkeur D. Vof, Maatschap, Cv Feedback: Alle rechtsvormen zijn vormvrij, een notariële akte heeft wel de voorkeur 5. Welk van de onderstaande combinaties omschrijft op JUISTE wijze de verschillen tussen een eenmanszaak en een vof? A. Een Eenmanszaak wordt in Box 1 belast, de vennoten van een Vof betalen vennootschapsbelasting Feedback: De vennoten Vennootschapsbelasting is van een Vof van toepassing betalen op ook belasting in ondernemingsvormen Box met 1. een rechtspersoonlijkheid. B. Voor het oprichten van een Eenmanszaak geen notariële akte vereist, voor een Vof is een vennootschapscontract aan te bevelen. Feedback: Juiste antwoord C. Bij een eenmanszaak is de eigenaar 100% privé aansprakelijk, bij een Vof zijn de vennoten aansprakelijk voor een eigen deel. Feedback: Bij een Vof zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden. 6. Welke vormen van samenwerken tussen ondernemingen kunnen we onderscheiden? A. Joint venture B. Franchising C. Fusie en overname D. Alle combinaties van A, B en C 7. Welke combinatie beschrijft de fasen van het transformatieproces in de juiste volgorde? A. Input, Fabricage, Output, Transacties, Financiën Feedback: juiste antwoord B. Input, Output, Transacties, Fabricage, Financiën Feedback: onjuiste volgorde C. Fabricage, Transacties, Output, Financiën, Input Feedback: onjuiste volgorde 8. Welke opstelling van de resultatenrekening van een handelsonderneming is correct? A. OMZET AF Inkoopwaarde van de omzet BRUTO MARGE AF Kosten: Lonen en salarissen Overige bedrijfskosten Afschrijvingen Rentekosten WINST VOOR BELASTINGEN AF Belastingen WINST NA BELASTINGEN Feedback: juiste antwoord B. OMZET AF Inkoopwaarde van de omzet BRUTO MARGE AF Kosten: Lonen en salarissen Overige bedrijfskosten WINST VOOR BELASTINGEN AF Belastingen Afschrijvingen Rentekosten WINST NA BELASTINGEN Feedback: De afschrijvingen en rentekosten zijn aftrekbaar van de bruto-marge en komen voor de belastingen. C. OMZET AF Inkoopwaarde van de omzet AF Lonen en salarissen BRUTO MARGE AF Kosten: Overige bedrijfskosten Afschrijvingen Rentekosten WINST VOOR BELASTINGEN AF Belastingen WINST NA BELASTINGEN Feedback: Lonen en salarissen, mits niet direct gerelateerd aan de verkoop van producten, maakt geen onderdeel uit van de berekening van de bruto-marge. 9. Wat zijn de voordelen voor een onderneming door de klantbehoefte als centraal uitgangspunt te nemen? A. De fabricage van producten verloopt dan een stuk efficiënter en verlaagt de kosten, zodat de winst structureel kan toenemen. Feedback: Dit is een managementbenadering die men terugvindt in productiegeoriënteerde ondernemingen. B. De opbrengsten zullen op korte termijn sterk stijgen doordat de verkoopafdeling door inzet van klantgerichte techniek meer kan verkopen Feedback: Dit is een managementbenadering die men terugvindt in verkoopgeoriënteerde ondernemingen. C. Indien een onderneming superieure producten verkoopt is een klantgericht benadering niet nodig: de producten verkopen zichzelf en de onderneming kan zich de kosten van een uitgebreidverkoopapparaat besparen. Feedback: Dit is een managementbenadering die men terugvindt in productgeoriënteerde ondernemingen. D. De klantgerichte benadering betekent op lange termijn tevreden klanten en een goede reputatie. Loyale klanten zullen uiteindelijk overgaan tot herhaalaankopen en door mond-tot-mond reclame zullen nieuwe klanten zich melden. 10. Welke twee elementen worden in elke fase van het transformatieproces uitgewisseld? A. Goederen en informatie Feedback: goederen worden omgezet in geld, dit geld wordt uiteindelijk gebruikt voor de inkoop van nieuwe grondstoffen en materialen B. Geld en goederen Tijdens het transformatieproces wordt (financiële en niet-financiële) informatie uitgewisseld aan de betrokken partijen (medewerkers, leiding en klanten) C. Informatie en geld Feedback: juiste antwoord 11. Welke combinatie van elementen vormen de productiefactoren van een onderneming? A. Kapitaal, kennis en winst Feedback: de factor arbeid ontbreekt, winst valt reeds onder de productiefactor kapitaal B. Arbeid, kapitaal en kennis Feedback: juiste antwoord C. Arbeid, kennis en vaardigheden Feedback: de factor kapitaal (productiemiddelen) ontbreekt, vaardigheden maken reeds onderdeel uit van de productiefactor arbeid 12. Welke soorten van transformatieprocessen kunnen we ruwweg onderscheiden? A. Handel Feedback: ook industrie en dienstverlening B. Industrie Feedback: ook handel en dienstverlening C. Dienstverlening Feedback: ook industrie en handel D. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist Feedback: in de praktijk treffen we vaak combinaties aan van ondernemingen waar alle drie de vormen van transformatieprocessen aanwezig zijn. 13. Welke uitspraak met betrekking tot de balans van een onderneming is ONJUIST? A. Links op de balans staat de bezittingen, rechts de schulden Feedback: juiste uitspraak B. De balans is altijd in evenwicht Feedback: juiste uitspraak C. De posten op een balans worden beïnvloed door het transformatieproces Feedback: juiste uitspraak D. De balans geeft inzicht in de opbrengsten en kosten van een onderneming Feedback: De opbrengsten en kosten worden weergegeven in de resultatenrekening van de onderneming, de balans geeft daar geen specifiek inzicht in. De omvang van de diverse posten op de balans worden wel beïnvloed door de resultatenrekening. 14. Onder welke omstandigheden kan een productgeoriënteerde onderneming succesvol zijn? A. Als afnemers voldoende koopkracht hebben en er weinig mogelijkheden zijn om hun geld te besteden Feedback: juiste antwoord B. Zolang de vraag naar producten groot is en het aanbod schaars en de koopkracht beperkt Feedback: dit past bij een productiegeoriënteerde onderneming C. Als de onderneming unieke en exclusieve technische mogelijkheden tot haar beschikking heeft Feedback: als de techniek voorschrijft wat er geproduceerd moet worden en niet de klantvraag zal er meestal zwaar worden ingezet op een verkoopgeoriënteerde insteek. 15. Onder welke omstandigheden kan een verkoopgeoriënteerde onderneming succesvol zijn? A. Als afnemers voldoende koopkracht hebben en er weinig mogelijkheden zijn om hun geld te besteden Feedback: dit past meer bij een productgeoriënteerde onderneming B. Zolang de vraag naar producten groot is en het aanbod schaars en de koopkracht beperkt Feedback: dit past bij een productiegeoriënteerde onderneming C. Als de onderneming unieke en exclusieve technische mogelijkheden tot haar beschikking heeft Feedback: juiste antwoord. 16. Onder welke omstandigheden kan een productgeoriënteerde onderneming succesvol zijn? A. Als afnemers voldoende koopkracht hebben en er weinig mogelijkheden zijn om hun geld te besteden Feedback: dit past meer bij een productgeoriënteerde onderneming B. Zolang de vraag naar producten groot is en het aanbod schaars en de koopkracht beperkt Feedback: juiste antwoord C. Als de onderneming unieke en exclusieve technische mogelijkheden tot haar beschikking heeft Feedback: als de techniek voorschrijft wat er geproduceerd moet worden en niet de klantvraag zal er meestal zwaar worden ingezet op een verkoopgeoriënteerde insteek. 17. Uit welke twee delen is een balans van een onderneming opgebouwd? A. De bezittingen en de winst Feedback: de winst is weliswaar terug te vinden rechts op de balans bij de reserves van de ondernemingen maar in deze combinatie ontbreken de schulden aan derden B. De financieringen en schulden Feedback: financieringen en schulden treffen we beiden aan de rechterkant van de balans. In deze omschrijving ontbreken de bezittingen van een onderneming. C. De bezittingen en de schulden Feedback: juiste antwoord 18. Welk van de onderstaande combinaties omschrijft op JUISTE wijze de verschillen tussen een Vof en een Maatschap? A. De maten in een Maatschap worden in Box 1 belast, de vennoten van een Vof betalen vennootschapsbelasting Feedback: De vennoten Vennootschapsbelasting is van een Vof van toepassing betalen op ook belasting in ondernemingsvormen Box met 1. een rechtspersoonlijkheid. B. Voor het oprichten van een Maatschap is een notariële akte vereist, voor een Vof niet Feedback: De oprichting van een Maatschap is vormvrij, een notariële akte wordt aanbevolen. C. Bij een Maatschap zijn de maten ieder voor gelijke delen aansprakelijk voor de schulden van de onderneming, bij een Vof zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk Feedback: juiste antwoord 19. Wat onderscheid in een Cv een stille vennoot van een beherend vennoot? A. Een stille vennoot mag niet namens de Cv handelen, een beherende vennoot wel Feedback: onjuist, een stille vennoot mag wel handelen namens de Cv, maar wordt daarmee automatisch gezien als een beherend vennoot en is met zijn privé vermogen aansprakelijk B. De aansprakelijkheid van de stille vennoot is beperkt, die van de beherend vennoot niet Feedback: juiste antwoord, de stille vennoot is maximaal aansprakelijk voor het bedrag dat hij heeft ingebracht C. De stille vennoot geniet belastingvoordelen zoals startersaftrek, de beherend vennoot niet. Feedback: omgekeerd, de beherende vennoot geniet wel belastingvoordelen van een ondernemer, de stille vennoot niet. 20. In welke gevallen is de samenwerking tussen twee ondernemingen in de vorm van een joint-venture gunstig? A. Als de samenwerking voor een bepaalde periode geldt en een projectmatig karakter heeft. Feedback: juiste antwoord B. Als de beide ondernemingen volledige economische en juridische samenwerking nastreven. Feedback: in dit geval gaat het om een permanente vorm van samenwerken en is een fusie of overname een betere vorm van samenwerken. C. Als één van de ondernemingen een succesvolle formule heeft en de ander met deze formule producten of diensten wil verkopen Feedback: in deze situaties werken ondernemingen samen in de vorm van een franchiseovereenkomst waarbij de onderneming die de formule gebruikt jaarlijks een vergoeding betaalt aan de houder van de formule. Beide ondernemingen blijven juridisch en economisch zelfstandig. 21. Bij welke rechtsvorm is geen sprake van juridische scheiding tussen eigendom en leiding van de onderneming? A. Besloten vennootschap Feedback: het eigendom van de onderneming is in handen van de aandeelhouders die door een algemene aandeelhoudersvergadering de directie benoemen. Bij Bv’s komt het voor dat de directeur 100% van de aandelen in handen heeft en dus tevens eigenaar is. B. Vennootschap onder firma Feedback: juiste antwoord C. Naamloze vennootschap Feedback: het eigendom van de onderneming is in handen van de aandeelhouders die door een algemene aandeelhoudersvergadering de directie benoemen. D. Alle drie de bovenstaande rechtsvormen Feedback: antwoorden A en B zijn onjuist. 22. Welk van de onderstaande combinaties omschrijft op JUISTE wijze de verschillen tussen een bv en een nv? A. Voor de oprichting van een bv is een startkapitaal van minimaal € 18.000 nodig, voor een nv € 45.000 Feedback: juiste antwoord B. Voor de oprichting van een bv is een startkapitaal van minimaal € 45.000 nodig, voor een nv € 18.000 Feedback: bedragen zijn omgewisseld C. Voor de oprichting van een bv is geen startkapitaal nodig, voor een nv € 45.000 Feedback: voor een bv is een startkapitaal van € 18.000 vereist 23. Twee ondernemingen willen samenwerken teneinde hun gezamenlijk marktaandeel voor lange tijd te vergroten. De omzetten van beide ondernemingen zijn min of meer gelijk aan elkaar. Welke vorm van samenwerken kan men het beste kiezen? A. Joint-venture Feedback: een joint-venture heeft een tijdelijk en projectmatig karakter B. Franchising Feedback: bij een franchising C. Fusie of overname Feedback: juiste antwoord Casus Uit: Automobiel Management, nr. 12 Datum: 27-6-2008 Schadehersteller is meer ondernemer geworden Door Court-Jan van Beek Het Focwa Jaarbericht 2007 signaleert dat de erg magere jaren achter ons liggen. De hoeveelheid klussen steeg, hoewel slechts bescheiden. En de schadehersteller is actiever bezig om werk binnen te halen. Nu verzekeraars en leasemaatschappijen de groep verkleinen waarmee ze samenwerken, moeten schadeherstellers meer doen om het werk binnen te halen. En dat gebeurt. "Menig schadehersteller is harder gaan trekken aan de regionale markt, door zijn eigen merk sterker neer te zetten, regionale fleetowners te benaderen enzovoorts", meldt Focwa in zijn Jaarbericht 2007. "Er waren er ook die een nieuwe formule aan hun onderneming toevoegden. Bedrijven zoeken extra activiteiten." Conclusie: voor het eerst is de branche iets gaan doen met het IBM-onderzoek naar haar toekomstperspectieven, dat de sectie Schadeherstel in 2004 liet uitvoeren. Destijds werd onder meer melding gemaakt van een blijvend krappere markt en een groeiende technische complexiteit van het schadeherstel. Vier jaar na dato signaleert Focwa dat bijvoorbeeld kleinere bedrijven met elkaar gaan samenwerken en collega-bedrijven samen onderdelen inkopen. "Ook interessant is een beweging die je ziet bij bedrijven die sterk actief zijn in de gestuurde schadestroom. Door bijvoorbeeld een overname te doen, zorgen zij dat hun positie in een bepaalde regio zo sterk is, dat de opdrachtgevers niet om hen heen kunnen." […] 1. Beschrijf de onderneming van een schadehersteller aan de hand van de volgende vier aspecten: − productiefactoren (samenstelling personeel, benodigde kapitaal/bedrijfsmiddelen en vereiste kennis), − producten en/of diensten, − klantbehoefte, − winst (wat zijn de opbrengsten en waaruit bestaan de kosten). 2. Welke vormen van samenwerken komen in het artikel naar voren? 3. De schadeherstellers lijken onder invloed van de marktomstandigheden en -groei meer klantgericht te kunnen gaan werken. Hoe zou je de marktoriëntatie van voor 2007 kunnen omschrijven?