1) Aan de oever van de sloot zitten drie kikkers. De middelste kikker besluit om in het water te springen. a) Hoeveel kikkers zitten er nu nog op de kant? b) Hoe verklaar je dit? 2) Vervolledig de volgende zinnen: a. Angst is maar … b. No guts … c. Er zijn twee soorten bedrijven: … 3) Een competentie bestaat uit drie elementen. Welke? 4) Bespreek de ‘Bleu Ocean Strategy’. Geef hiervan een voorbeeld. 5) Wat is het verschil tussen missie en visie? 6) Waarvoor staan de acroniemen: a. SMART b. USP c. MVO d. VLOAC e. ECB f. B2A g. R&D h. BRIC i. ZZP j. QR k. DMU l. Bidi m. AIDA n. CEO o. WHIDA p. PP q. DNS r. IMF 7) Geef vier regels bij het stellen van vragen. 8) Waarvoor staat het begrip SOFTEN? 9) Wat is spiegelgedrag? 10) Wie is Albert Mehrabian? 11) Bespreek het begrip guerrillamarketing 12) Leg uit: leveren in consignatie 13) Wie of wat is Graydon? 14) Wat is het verschil tussen een domiciliëring en een bestendige opdracht 15) Wat is debiteurenbeheer 16) Bespreek de prioriteitenmatrix 17) Bespreek a.d.h.v. een schema het begrip conjunctuur 18) Wat is een SWOT-analyse? 19) Wat is het verschil tussen interne- en externe klanten? 20) Leg uit: de sandwichtechniek 21) Bespreek de Gauss curve 22) Bespreek: U moet altijd de waarheid vertellen, maar hoeft niet altijd … 23) Geef de stappen in een leerproces 24) Geef het schema van het empathiekruis 25) Waarvoor staat het acroniem: VABATRAK 26) Wat is het verschil tussen receptieve verkoop en ambulante verkoop? 27) Wat is het verschil tussen een kopersmarkt en een verkopersmarkt? 28) In welk verband werd de Tour de France van 1989 besproken? 29) Waarvoor staat PLC ? Bespreek dit. 30) Wat is prospecteren? Welke aanpak is hierbij het best? 31) Geef het verhaal van de verfrommelde verkoopbrief. 32) Bespreek kort wie de volgende personen zijn: a. b. c. d. e. f. Jack Welch Philip Kotler Albert Frère Lizzie Velasques Buzz Aldrin John Ruskin 33) Bespreek de piramide van Maslow. Wat is hierbij het belangrijkste punt? 34) Waarvoor staat PABIO? (Tip: P staat voor promotie) 35) Wat is het verschil tussen reclame en publiciteit? 36) Bespreek kort de typologie van Kretschmer en Sheldon 37) Wat is productplacement? 38) Waarvoor staan de letters SEO? 39) Bespreek a.d.h.v. een schema reclamesynergie? 40) Wat is een inruilkorting? 41) Wat is een samplingactie? 42) Waarom vier C’s i.p.v. vier P’s? 43) Bespreek het marketingmanagementproces aan de hand van een schema. 44) De prijs wordt verlaagd van €53,50 naar €47,10. Hoeveel procent korting is dit? 45) Een elektrische fiets kost € 2.100 incl. BTW. Hoeveel bedraagt de prijs exclusief BTW 21%? 46) Wat is het verschil tussen winst en omzet? 47) Is een omzetprognose met of zonder BTW? 48) Wat is het verschil tussen een kern- en een randassortiment? 49) Wat is een ‘drop cap’? 50) Wat is een advertorial? 51) Welke rol spelen de hersenen bij het beoordelen van een advertentie? Bespreek de werking van de hersenen. 52) Geef zes woorden die je hersenen snel waarnemen. 53) Waarom tellen de meeste mensen maar drie maal de letter F in de geprojecteerde tekst? 54) Waarvoor staat JEP? 55) Geef drie verklaringen van BTW. 56) Welke twee woorden gebruik je best niet in de titel? Waarom? 57) Welke drie fundamentele vormen kan je in een advertentie onderscheiden? 58) Bespreek het Maluma-Takate effect. 59) Bespreek de relatie tussen de hond van Pavlov en een advertentie. 60) Geef zes kenmerken van een advertentie volgens David Ogilvy. 61) Bespreek: E = c x m³ 62) Waarvoor staan de vijf D’s van ondernemen? 63) Wat is het ‘halo-effect’? 64) Waarvoor staat VOZSCIN 65) Wat is een sellogram? 66) Waarvoor staat het acroniem TEAM? 67) Waarvoor staat het acroniem IPOD? 68) Wat is het verschil tussen marketing en verkoop? 69) Wie is John Rockefeller? 70) Wie is John Ruskin? 71) Leg de Paretoregel uit 72) Welke vier soorten klantentypes onderscheidt William Marston (DISC) 73) Verklaar volgende onderhandelingstechnieken: a. Boemerangtechniek b. Identificatietechniek c. Verkleiningstechniek d. Referentietechniek e. Vergelijkingstechniek f. Balanstechniek g. Ersatztechniek h. Angsttechniek i. Toegevingstechniek j. Sandwichtechniek 74) Vul onderstaande schema verder aan: