Begrippen retailmarketing

4.5 vreemd vermogen
UITWERKING
begrip
achtergestelde lening
afsluitprovisie
arrangementskrediet
authentieke geldlening
banklening
bereidstellingsprovisie
consignatie
debetrente
dispositieruimte
executiewaarde
familielening
financiële regelingen
financieringskosten
hypothecaire geldlening
Pagina 1 van 2
omschrijving
(Normale) lening met een extra clausule, vaak een familielening.
Achtergesteld wil zeggen dat de schuldeiser in geval van
faillissement, pas recht heeft op terugbetaling nadat de
ondernemer tegenover alle andere schuldeisers aan zijn
verplichtingen heeft voldaan. Door deze clausule kan de bank
de achtergestelde lening bij het eigen vermogen tellen bij het
bepalen van de slovabiliteit.
Eenmalige provisie in rekening gebracht door de bank voor het
afsluiten van de kredietovereenkomst.
Situatie waarbij een bank kredietfaciliteiten verleent aan de
ondernemer op basis van een garantie afgegeven door de
leverancier van die ondernemer.
Geldlening waarbij het afsluiten een notaris aanwezig moet zijn
om een (notariële) akte te maken (hypotheek).
Lening die verstrekt wortdt door een (commerciële) bank. De
banklening is bedoeld om een ondernemer in staat te stellen
investeringen te doen, waarvoor hijzelf het geld niet of niet
voldoende heeft.
Zie kasvoorschotprovisie.
Een leverings- en betalingssysteem waarbij de distribuant
(detaillist) de goederen pas hoeft te betalen nadat hij ze zelf
heeft doorverkocht.
De rentekosten die de bank berekend over de debetstand. De
debetrente is variabel en kan aangepast worden aan de op dat
moment geldende marktrente. De rente wordt betaald over de
werkelijke debetstand.
Ruimte op het krediet in rekening-courant, het verschil tussen
de actuele stand en de kredietlimiet. Het verschil tussen het
kredietplafond en het bedrag dat de ondernemer feitelijk rood
of positief staat bij de bank
Het bedrag (de waarde) van een roerend of onroerend goed, dat
dit object bij gedwongen verkoop naar verwachting zal
opbrengen en wordt vastgesteld door taxatie.
Een lening die verstrekt wordt door particulieren (familie,
vrienden, de verkoper bij overname). De voorwaarden kunnen
zachter zijn dan bij een banklening en weinig formaliteiten.
Door de overheid ingestelde regelingen die het voor de
(startende) ondernemer toch mogelijk maakt een lening te
krijgen.
De kosten van de financiering. De kosten verbonden aan de
creditzijde van de balans.
Een langlopende lening, waarbij de geldgever het recht van
hypotheek heeft op een bepaald onroerend goed.
begrip
hypotheekgever
omschrijving
kredietprijs (formule)
De eigenaar van het pand, hij geeft de bank het recht van
hypotheek.
De bank, degene die het krediet verstrekt en het recht van
hypotheek krijgt van de hypotheekgever.
Instellingen die zich voortdurend bezighouden met het beleggen
van grote bedragen geld in onroerend goed en effecten. Dit
beleggen is een logisch gevolg van hun hoofdfunctie.
De vermogenssamenstelling (mix vvl en vvk) waarbij de totale
financieringskosten het laagste zijn.
Bereidstellingsprovisie of kredietprovisie, een vergoeding voor
het beschikbaar houden van het krediet door de bank.
Een kredietovereenkomst met de bank, waarbij men op de
lopende rekening tot een bepaald bedrag “rood” mag staan.
Het bedrag dat de ondernemer maximaal rood mag staan
(kredietplafond).
Het bedrag dat de ondernemer maximaal rood mag staan
(kredietlimiet).
De kosten van het krediet in rekening-courant uitgedrukt in een
percentage.
(kosten van het krediet per jaar ÷ gemiddelde krediet) x 100%
kredietprovisie
Zie kasvoorschotprovisie.
kritische termijn
De periode waarbij het financieren met VVL even duur is als het
financieren met VVK.
In maanden = (PL – PC ) ÷ (PK – PC) x 12 maanden
hypotheeknemer
institutionele beleggers
kapitaaloptimum
kasvoorschotprovisie
krediet in rekening-courant
kredietlimiet
kredietplafond
kredietprijs
kritische termijn (formule)
tijdelijk risicomijdend vermogen
transitorische posten
vreemd vermogen
Pagina 2 van 2
Vreemd vermogen, tijdelijk duidt op het feit dat het vermogen
na verloop van tijd afgelost moet worden, risicomijdend omdat
de vergoeding vaststaat en dat deze in eerste instantie uit het
eigen vermogen betaald moet worden.
Balansposten waarop bedragen geboekt worden die nog
betaald moeten worden, maar die reeds als kosten verwerkt zijn
in het exploitatieoverzicht.
Het geld dat door derden in de detailhandelsonderneming
gestoken wordt tegen een van te voren vastgestelde
vergoeding.