MONTAGEVOORSCHRIFTEN VOOR DE AUTMATISCHE KRAAN H20 J2 LEES AANDACHTIG DEZE INSTRUCTIES ALVORENS DE ACTUATOR AAN TE SLUITEN. SCHADE ALS GEVOLG VAN HET NIET VOLGEN VAN DEZE INSTRUCTIES HEBBEN TOT GEVOLG DAT DE GARANTIE NIET VAN TOEPASSING IS. De Actuator werkt op een circuit van hoogspanning. Het is aanbevolen om de Actuator door een gekwalificeerd technicus te laten aansluiten. Bij normaal gebruik is het niet nodig het deksel van de Actuator te verwijderen, daar de regeling al in de fabriek is gedaan en de aansluitingen aan de buitenkant zitten. Mocht u toch ooit het deksel willen verwijderen, zorg er dan voor dat de stroom is uitgeschakeld door de DIN connector weg te nemen. De serie J2-H is voorzien voor gelijkstroom en wisselstroom 85-240 V. De serie J2 wordt verdeeld als AUTO (automatisch). In dez AUTO positie, de beweging wordt geregeld door interne micro sensoren die de hoofdas bedient. Deze hoofdas steekt boven het deksel uit en is voorzien van een indicator die de stand van de as aangeeft. Indien de stroom onverwacht uitvalt, gaat de Actuator in dezelfde stand blijven staan. Bij het weer aanslaan van de elektriciteit gaat de Actuator weer aanvangen waar hij was gestopt en in dezelfde richting als voor de stroomonderbreking. Opmerking: voor het aansluiten, gelieve het identificatieplaatje te bekijken om te zien of de spanning conform is voor de kraan waarvoor hij moet dienen. De bijgeleverde aansluiters zijn voorzien voor DIN fiches. Kijk na of de diameter van de elektrische kabels conform zijn met de voorschriften ivm waterdichtheid. KLEINE ZWARTE AANSLUITING H20 – J2 GROTE GRIJZE AANSLUITING Ǿ MIN Ǿ MAX Ǿ MIN Ǿ MAX 5 mm 6 mm 8 mm 10.5 mm De grijze aansluiting is voorzien voor de elektrische aansluiting. De zwarte aansluiting is voorzien voor de aansluiting van de visuele controle (lampen). N.B. Voor het aansluiten van de kabels: leg de aansluitingen voor je en demonteer ze, goed rekening houdend met de positie van de kabelbrug tov de aansluitpunten. De schroeven van de grijze en zwarte aansluiters hebben verschillende lengtes en mogen niet omgewisseld worden. AANSLUITING VOOR MODEL 20 De elektrische aansluiting gebeurt aan de grijze module PIN1 = NEUTER (-) PIN2 = DRAAI RICHTING UITGANG LINKS (+) PIN1 = NEUTER (-) PIN3 = DRAAI RICHITNG UITGANG RECHTS (+) De bovenste aansluiting is voor de aarding De zwarte aansluiting is voorzien voor functie verlichting PIN1 = NEUTER (-) PIN 2 = GEEFT DE LINKSE DRAAIRICHTING AAN PIN 3 = GEEFT DE RECHTSE DRAAIRICHTING AAN OPMERKING : draag er zorg voor dat de dichtingen goed geplaatst zijn alvorens te hermonteren. Dit is belangrijk voor de waterdichtheid te garanderen. 2. VISUELE INDICATOR De Actuator is voorzien van een visuele indicator die bestaat uit een zwarte balk met een kleine laterale balk. De twee gele pennen op de balk tonen de in- en uitgang van het water van de kraan aan. De ingang van het water moet aangeslloten worden tegenover de gesloten zijde van de kraan De twee posities van de kraan : UITANG WATER RECHTS UITGANG WATER LINKS 3. MANUELE BEDIENING IN GEVAL VAN STROOMUITVAL De Actuator is voorzien van de mogelijkheid tot manuele bediening in geval van stroomuitval. De positie AUTO of MANUEEL kan gewijzigd worden door de hendel AUTO = automatische bediening MAN = manuele bediening Opgelet: er is maar 10° verschil tussen de AUTO et MAN positie. Probeer nooit de hendel te forceren. AUTO MANUEEL OPGELET : maak de schroeven van de selectie AUTO of MAN niet los, de inwendige delen zouden kunnen loskomen en onherstelbare schade aanbrengen. Bij het verwijderen van deze schroeven vervalt de garantie. Als MAN stand is geactiveerd : 1. Een interne schakelaar verbreekt de stroom 2. De motor is ontkoppeld door een externe boom 3. De gewenste positie kan manueel geregeld worden Vergeet niet de hendel weer op AUTO positie te zetten na het manueel gebruik. De bedieningshendel draait als de Actuator in werking is. Blokkeer nooit deze beweging. 4. MONTAGE VAN DE VERSCHILLENDE COMPONENTEN Het spreekt vanzelf dat de kit om de Actuator met de externe accessoires te verbinden correct gemaakt en aangesloten wordt. De gaten voor de bevestigingssupport moeten worden geboord zodat de Actuator perfect is uitgelijnd met de externe delen en het draaien rond deze centrale lijn gebeurt. De maximale lengte van de mannelijke aansluiting op de Actuator mag niet langer zijn dan voorzien voor de aansluiting. Wij raden ten stelligste aan dat de accessoires aangesloten worden volgens de ISO5211 norm. 5. AANSLUITING VAN DE KRAAN AAN DE MINISOL De minisol en de kraan moeten worden aangesloten met een kabel met vier geleiders Mogelijkheid1 De aansluiter (3) (onder) is voor de uitgang EIN (ON) van de minisol en de aansluiter (2) (rechts) aan de uitgang AUS (OFF) van de minisol Het water gaat langs de rechtse kan van de kraan naar buiten als het temperatuursverschil groot genoeg is om het naar de zonnecollectoren te sturen. Mogelijkheid 2 De aansluiter (3) (inférieur) is voor de uitgang AUS (OFF) van de minisol en de aansluiter (2) (rechts) aan de ingang EIN (ON) van de minisol Het water gaat langs de rechtse kan van de kraan naar buiten als het temperatuursverschil groot genoeg is om het naar de zonnecollectoren te sturen. De zonnecollectoren moeeten dus aan de rechteruitgang van de kraan worden aangesloten Dit laat u toe de aansluiting en configuratie van uw installatie uit te voeren. AANSLUITSCHEMA VOOR DE RECHTSE DRAAIRICHTING AANSLUITING SENSOREN OP DE LINKSE BYPASS 6. Aansluiting Minisol - temperatuurssensor