De overgang - Ziekenhuis St Jansdal

advertisement
Gynaecologie
De overgang
Inhoudsopgave
In de overgang ��������������������������������������������������������������������������4
Wat is de overgang? ����������������������������������������������������������������4
Hoe merkt u dat u in de overgang komt?����������������������������5
Hoe lang duurt de overgang? ������������������������������������������������6
Wat zijn de overgangsverschijnselen? ����������������������������������6
Wat is er aan te doen? �������������������������������������������������������� 10
Wel of geen hormonen?������������������������������������������������������� 10
Tot slot������������������������������������������������������������������������������������� 14
Definities��������������������������������������������������������������������������������� 15
Website������������������������������������������������������������������������������������ 16
3
In de overgang
Veel vrouwen zien als een berg tegen de overgangsjaren op.
Je hoort immers dikwijls dat het een periode vol klachten,
kwalen en onzekerheden is, die worden veroorzaakt door
schommelingen in de hormoonhuishouding.
De overgang hoeft echter geen schrikbeeld te zijn. Weliswaar
heeft 80% van alle vrouwen in meer of mindere mate
verschijnselen als opvliegers. Toch hebben de meeste vrouwen
geen moeite met de overgang en velen ervaren deze tijd zelfs
als positief. Slechts 33% heeft werkelijk last van de overgang.
In dat geval zijn er medicijnen waarmee klachten goed kunnen
worden behandeld.
Wat is de overgang?
Om te begrijpen wat de overgang is, wordt eerst uitgelegd
hoe de hormoonhuishouding voor die tijd was.
In de pubertijd beginnen de vrouwelijke geslachtshormonen te werken en vindt de eerste menstruatie plaats. Het
optreden van de menstruaties berust op een ingewikkeld
samenspel tussen hersenen, eierstokken en baarmoeder.
De hypofyse, een kleine klier onder aan de hersenen, speelt
hierbij een belangrijke rol. Deze klier geeft een hormoon
(Follikel Stimulerend Hormoon: FSH) af, waardoor in de
eierstokken meerdere eitjes rijpen. Deze eitjes produceren
het vrouwelijk hormoon oestrogeen. Na 10 tot 14 dagen
is het eitje rijp en dan volgt, weer onder invloed van een
hormoon (Luteïniserend Hormoon: LH) van de hypofyse,
de eisprong of ovulatie. Daarna gaan de eierstokken behalve
4
oestrogeen ook een tweede hormoon, progesteron, produceren. Het progesteron zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies voldoende voedingsstoffen bevat voor de groei van een
eventueel bevrucht eitje. Vindt geen bevruchting plaats, dan
wordt 14 dagen na de eisprong het bovenste laagje van het
baarmoederslijmvlies afgesloten. Dit is de menstruatie.
De hormonen oestrogeen en progesteron spelen dus een
belangrijke rol in het leven van een vrouw. Naast het reguleren van de menstruatiecyclus heeft in het bijzonder oestrogeen ook invloed op allerlei weefsels en organen van het
lichaam. Oestrogeen biedt daarnaast bescherming tegen
botontkalking (osteoporose). Bovendien hebben oestrogenen
een beschermende invloed op hart en bloedvaten.
De eierstokken produceren gemiddeld 40 jaar lang oestrogeen en progesteron. Op het moment dat de eitjesvoorraad in de eierstokken vrijwel uitgeput raakt -meestal
tussen het 45ste en 55ste jaar- neemt de productie van
vrouwelijke hormonen af. Dit is het begin van de overgang of
climacterium.
Hoe merkt u dat u in de overgang
komt?
In medische termen wordt de overgang verdeeld in premenopauze (de periode ervoor), de menopauze (de laatste
menstruatie) en de postmenopauze (de tijd erna). Eén van
de eerste signalen die erop duidt dat de overgang begint, is
een verandering in het menstruatiepatroon. De menstruaties
komen korter of langer na elkaar, worden heviger of juist
5
minder hevig. het komt ook voor dat de cyclus regelmatig
blijft tot de menstruatie ineens stopt. De postmenopauze is
ingetreden, als de menstruatie één jaar lang is weggebleven.
Dit tijdstip is dus alleen achteraf vast te stellen. De gemiddelde leeftijd van de westerse vrouw op het moment van de
menopauze is 52 jaar.
Hoe lang duurt de overgang?
De periode tussen de eerste verschijnselen, zoals het onregelmatig worden van de menstruaties, tot het verdwijnen van de
overgangsklachten, kan vijf tot tien jaar in beslag nemen. Deze
jaren zijn globaal te verdelen in vijf jaar vóór de overgang tot
twee á drie jaar erna. Er zijn echter ook vrouwen die maar
korte tijd merken dat ze in de overgang zijn, terwijl anderen
nog tien jaar of langer na de laatste menstruatie (menopauze)
klachten hebben.
Wat zijn de overgangsverschijnselen?
De verschijnselen die optreden tijdens de overgangsjaren zijn
een direct gevolg van de schommelingen in de hoeveelheid
oestrogenen. Dat zijn de typische overgangsverschijnselen,
zoals de verandering in de menstruaties met onregelmatig bloedverlies, nachtelijk zweten en een droge schede. Bij
sommige vrouwen geven deze symptomen aanleiding tot
klachten.
6
De typische overgangsklachten zijn:
• Onregelmatige menstruaties. Vaak wordt de tijd tussen de
menstruaties eerst korter dan gewoonlijk en daarna weer
langer, tot de menstruatie tenslotte helemaal wegblijft. De
menstruatie kan ook heviger en langer zijn, met meer dan
normaal bloedverlies.
• Opvliegers. Dit is de meest voorkomende klacht, die zich
te pas en te onpas aandient. U krijgt opeens een rood
gezicht, een gevoel alsof u koorts heeft en het zweet
breekt u aan alle kanten uit. Er zijn vrouwen die slechts zo
nu en dan een opvlieger hebben, terwijl anderen er wel 10
tot 20 keer per dag door worden overvallen.
• Nachtelijk zweten. Badend in het zweet wakker worden
en snel naar het open raam hollen, hoort er ook bij: het
resultaat van een nachtelijke opvlieger. Vrouwen die hier
veel last van hebben, slapen slecht en worden daardoor
moe en prikkelbaar.
• Pijn bij de gemeenschap. Door de afname van oestrogeen
worden de slijmvliezen dunner en droger. Dat geldt voor
alle slijmvliezen: van de ogen, neus, mond en ook die van
de vagina. Gemeenschap wordt dikwijls pijnlijk en de zin
in sex neemt hierdoor af. Ook wordt de vagina gevoeliger
voor infecties, waardoor jeuk en een branderig gevoel bij
het plassen kunnen optreden.
7
Dikwijls hebben vrouwen ook andere klachten
zoals:
•
•
•
•
•
•
•
Hartkloppingen
Gewichtstoename
Obstipatie
Dunnere huid en rimpelvorming
Gewrichtsklachten
Hoofdpijn
Slapeloosheid
Deze verschijnselen kunnen te maken hebben met het
verstoorde hormonale evenwicht. Het is echter ook mogelijk
dat er andere oorzaken zijn, die meer te maken hebben met
de levenssituatie of met het ouder worden in het algemeen.
U zult niet de enige vrouw zijn die zich tijdens de overgang
‘uit het lood’ geslagen voelt. Dit kan een scala van psychische
klachten tot gevolg hebben, zoals neerslachtigheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen, angst, en concentratie- en
geheugenverlies. Een aantal van deze psychische symptomen
onstaat als reactie op de lichamelijke klachten.
Klachten die op langere termijn kunnen ontstaan,
zijn:
• Problemen met de urinewegen.
De bekkenbodemspieren verslappen bij het ouder worden,
waardoor een blaasverzakking of urineweginfecties kunnen
optreden. Ook het gevoel de plas niet meer zo lang te
kunnen ophouden, komt nogal eens voor.
8
• Hart- en vaatziekten.
Oestrogeen beschermt tegen hart- en vaatziekten, omdat
het een gunstig effect heeft op de vetstofwisseling en de
bloedvaten. In de vruchtbare leeftijd hebben vrouwen dan
ook minder kans op hart- en vaatziekten dan mannen. Na
de overgang lopen mannen en vrouwen evenveel risico op
het krijgen van deze ziekten. De kans op het krijgen van
hart- en vaatziekten hangt overigens ook af van enkele
algemene risicofactoren, te weten hoge bloeddruk, roken
en een te hoog cholesterolgehalte van het bloed. Ook
overgewicht, weinig lichaamsbeweging en te zout eten
kunnen deze ziekten in de hand werken.
• Botontkalking.
Tot het 35ste jaar zijn botaanmaak en -afbraak met elkaar
in evenwicht. Daarna wordt de botafbraak langzamerhand groter dan de -aanmaak. Na de overgang neemt de
botdichtheid door het oestrogeentekort sneller af. De
botten worden minder stevig en de kans op botbreuken
neemt toe. Dit noemen we botontkalking of osteoporose.
Na de overgang loopt één op de vier vrouwen het risico
een botbreuk te krijgen als gevolg van osteoporose. Net
als bij hart- en vaatziekten zijn er ook voor het ontstaan
van osteoporose risicofactoren. Hoe meer risicofactoren
u heeft, des te groter de kans op osteoporose. Enkele
risicofactoren zijn: een vroege overgang, een tengere bouw,
weinig lichaamsbeweging, roken en alcoholgebruik.
9
Wat is er aan te doen?
Aangezien typische overgangsklachten worden veroorzaakt
door een vermindering van de oestrogeenproductie door de
eierstokken, geeft aanvulling van dit hormoon meestal goede
resultaten.
Oestrogenen worden bij vrouwen meestal toegediend in
combinatie met progesteron. Het progesteron heeft namelijk
een beschermend effect op het baarmoederslijmvlies.
Het progesteron kan cyclisch worden toegediend, dat wil
zeggen twee weken per maand, waarbij u nog maandelijks
een bloeding zult krijgen. Of continu in combinatie met het
oestrogeen, hierbij treden op den duur geen bloedingen meer
op.
Vrouwen die geen baarmoeder meer hebben, hoeven geen
progesteron te gebruiken.
Behandeling met hormonen wordt in medisch termen
hormoonsuppletie genoemd.
Wel of geen hormonen?
De overgang is een natuurlijk proces waarbij de klachten
uiteindelijk ook zonder medicijnen zullen verdwijnen. Praten
met vrouwen in dezelfde situatie geeft vaak herkenning
waardoor u sommige klachten beter zult kunnen begrijpen.
Mocht u iets tegen uw overgangsklachten willen doen
dan hebt u de keuze uit leefadviezen, natuurmiddelen en
medicijnen.
10
Leefadviezen
• Eet gezond en probeer op uw gewicht te letten. Na de
overgang komt u gemakkelijker aan.
• Zorg voor voldoende kalk om de kans op osteoporose te verkleinen; drink dus melk, eet kaas, yoghurt en
koolsoorten. Vier porties melkproducten per dag geven de
noodzakelijke hoeveelheid kalk. Eén portie is bijvoorbeeld
een beker melk, een bakje yoghurt of een plak kaas. Ook
vitamine D is belangrijk. Dit wordt door uw huid gemaakt
onder invloed van zonlicht en zit ook in margarine, boter,
vis en eieren.
• Houd er rekening mee dat alcohol, koffie, thee en gekruid
eten opvliegers kunnen uitlokken.
• Probeer regelmatig lichaamsbeweging te nemen waarbij de
botten belast worden. Elke dag een halfuur lopen bijvoorbeeld versterkt de botten. Andere vormen van lichaamsbeweging zijn belangrijk tegen stijfheid van gewrichten en
spierpijn.
• Neem niet te veel hooi op uw vork. Neem de tijd en de
rust om aan alle veranderingen te wennen.
• Zorg voor een goede nachtrust. Als u ’s nachts erg zweet,
draag dan katoenen nachtkleding. Katoen absorbeert het
vocht goed.
• Draag kleding met laagjes. Zo kunt u tijdens een opvlieger
makkelijk iets uittrekken.
11
• Indien u pijn krijgt bij het vrijen praat erover met uw
partner. Het gebruik van glijmiddel kan soms uitkomst
bieden.
• Bij problemen met plassen kunt u uw bekkenbodemspieren oefenen, eventueel met behulp van een
bekkenbodemfysiotherapeut.
• Als u rookt, stop daar dan mee. Roken is slecht voor uw
hart- en bloedvaten en aangezien uw kans hierop na de
overgang toeneemt is het verstandig het roken te stoppen.
• Praat over eventuele problemen met uw partner, een
vriendin, uw huisarts of een overgangsconsulente (ICG).
Natuurmiddelen
Er bestaan natuurlijke middelen die kunnen helpen bij
overgangsklachten. Dit zijn vaak voedingssupplementen
gemaakt van bepaalde planten. In landen waar veel soja in de
voeding zit, lijken overgangsverschijnselen minder vaak voor
te komen.
In de soja, maar ook bijvoorbeeld in rode klaver en lijnzaad
zitten Isoflavonen. Deze isoflavonen behoren tot de
fyto-oestrogenen (letterlijk vertaald plant-oestrogenen).
Fyto-oestrogene zijn voedingsstoffen die een opvallend
gelijkende chemische structuur hebben als oestrogenen. De
activiteit is echter wel tot 1000 maal minder sterk.
Over de werkzaamheid hiervan wordt verschillend gedacht.
Ten aanzien van zeer langdurig gebruik ontbreken gegevens
omtrent veiligheid.
12
Medicijnen
Of u hormonen wenst te gebruiken of niet, is een afweging
die u uiteindelijk zelf moet maken. Het belangrijkste argument
hierbij is de hoeveelheid hinder die u ondervindt van de
klachten. Als stelregel kan gezegd worden dat klachten die zo
ernstig zijn dat ze ingrijpen op de kwaliteit van uw leven een
reden zijn om te starten.
Ook belangrijk is of er eventueel bezwaren zijn om hormonen
te gaan gebruiken. Bespreek daarom met uw arts de voor- en
nadelen van hormoonbehandeling in uw specifieke situatie.
Zolang oestrogenen worden gecombineerd met progesteron bestaat er geen verhoogd risico op baarmoederslijmvlieskanker. Als u kortdurend hormonen gebruikt wordt het
risico op borstkanker niet verhoogd. Bij langdurig gebruik is
dit nog niet met zekerheid te zeggen. Het lijkt erop dat er 4
extra gevallen van borstkanker zijn per 1000 gebruiksters na
vijf jaar gebruik. De sterfte aan borstkanker was echter niet
verhoogd. Na stoppen van hormoongebruik is het verhoogde
risico op borstkanker binnen vijf jaar verdwenen.
Voor het starten van de hormoonbehandeling wordt een
röntgenfoto van de borsten aanbevolen. Als langer dan vijf
jaar hormonen worden gebruikt, kan dit onderzoek elke twee
jaar opnieuw worden gedaan. Overigens wordt borstonderzoek bij alle vrouwen tussen de vijftig en zeventig jaar via het
bevolkingsonderzoek verricht.
De bijwerkingen van oestrogenen kunnen heel verschillend
zijn. Sommige vrouwen hebben last van vocht vasthouden
en gespannen of pijnlijke borsten. Deze verschijnselen zijn
13
meestal afhankelijk van de dosis. Treedt na de menopauze
onregelmatig bloedverlies op, dan moet u dat altijd met uw
arts bespreken.
Daarnaast zijn er nog niet hormonale medicijnen zoals
Clonidine® of bepaalde antidepressiva. Deze hebben echter
enkel een aangetoond effect op het verminderen van opvliegers bij vrouwen die borstkanker hebben gehad en behandeld
worden met het antihormoon Tamoxifen®.
Na het starten van de hormoontherapie wordt na drie
maanden geëvalueerd of het effect heeft. Hierna is jaarlijkse
evaluatie geadviseerd om te bepalen dat niet onnodig lang
met de medicijnen wordt doorgegaan.
Tot slot
Hinderlijke overgangsklachten zijn voor veel vrouwen goed te
behandelen met hormoonpreparaten. Op psychische problemen hebben hormonen weliswaar minder invloed, maar soms
kunnen vrouwen deze beter aan als ze zich lichamelijk goed
voelen. Dus als u kiest voor een behandeling van uw klachten
kunt u ook in deze periode volop actief in het leven staan.
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen over uw
overgangsklachten, bespreek deze dan met uw arts.
14
Definities
FSH:
follikel stimulerend hormoon, hormoon, geproduceerd door de hypofyse, dat zorgt voor de rijping van een eicel
LH: luteïniserend hormoon, hormoon, geproduceerd door de hypofyse, dat zorgt dat de rijpe eicel springt
menopauze:
de laatste bloeding, de laatste menstruatie
oestrogeen: hormoon, geproduceerd door de eierstok, dat onder andere het baarmoederslijmvlies stimuleert en zorgt voor de ontwikkeling van de vrouwelijke geslachtsorganen
overgang: de periode waarin zich het nieuwe (climacterium) evenwicht instelt in de hormoonhuishouding rond de menopauze
postmenopauze:de tijd na de menopauze
premenopauze: de periode vóór de menopauze
progestageen: synthetische steroïdhormonen met een progesteronwerking
progesteron:
hormoon, geproduceerd door de eierstok, dat na de eisprong samen met oestro
geen onder andere zorgt voor de opbouw van het baarmoederslijmvlies
testosteron: hormoon dat ook in kleine hoeveelheden in de eierstok wordt geproduceerd, en onder andere invloed heeft op de zin tot vrijen
15
Website
Osteoporose Stichting
www.osteoporosestichting.nl
16
17
18
Uitgave:
Patiëntencommunicatie
Harderwijk, juni 2015
CAZ GY 06.06.15
Ziekenhuis St Jansdal
Wethouder Jansenlaan 90
3844 DG Harderwijk
Postbus 138
3840 AC Harderwijk
Telefoon (0341) 463911
www.stjansdal.nl
Download