De Tweede Veertigdagentijd

advertisement
1
DE TWEEDE VEERTIGDAGENTIJD
TIJD VAN INNERLIJKE ZUIVERING EN VERLICHTING
VIJF ZONDAGEN, DRIE SCRUTINIA,
BEVESTIGING VAN GELOOFSBELIJDENIS EN ONZEVADER
De tweede Veertigdagentijd tijdens het catechumenaat staat in het licht van de laatste
geestelijke en catechetische voorbereiding van de dopelingen. Samen met de plaatselijke
geloofsgemeenschap legt de dopeling zich toe op het verdiepen van zijn geestelijk leven en
bereidt hij zich voor op de Paasviering.
In elke zondagsviering van deze Veertigdagentijd gaat de aandacht naar dit belangrijk
gebeuren, op de 3e, 4e en 5e zondag vinden de ‘Scrutinia’ plaats, en op de 3e en de 5e zondag
ook de bevestiging van de Geloofsbelijdenis en van het Onze Vader.
VIJF ZONDAGEN
We geven een aangepaste Kyrielitanie, die op elke van de vijf zondagen kan gebruikt worden.
We geven voor de vijf zondagen ook enkele suggesties voor de homilie. De evangelieverhalen
van de zondagen in de Veertigdagentijd zijn in de eerste eeuwen van de Kerk gekozen om de
laatste etappes te belichten van de voorbereiding op de initiatie: het verblijf van Jezus in de
woestijn en zijn bekoring (1e zondag ABC), zijn gedaanteverandering (2e zondag ABC), Jezus
en de Samaritaanse (3e Zondag A), Jezus en de blindgeborene (4e zondag A) en de opwekking
van Lazarus (5e zondag A). In functie van het catechumenaat kiest men daarom vanaf de 3e
zondag ook in de B en C-jaren voor de lezingen uit de A-cyclus, zoals aangegeven staat in de
liturgische boeken.
DE SCRUTINIA: OP DE 3e, 4e en 5e ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD
In deze fase vinden de Scrutinia plaats. Scrutari (Latijn) betekent doorzoeken, grondig kijken
naar. Denk aan wat de Heer zegt tegen Samuël, wanneer hij een toekomstige koning moet
kiezen uit de zonen van Isaï: ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte. Het gaat
niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer kijkt naar het hart.’
(1Samuël 16,7)
Oorspronkelijk lag bij de ‘scrutinia’ de klemtoon op de strijd tegen het kwaad en op expliciete
exorcismen of duiveluitdrijvingen. Dit laatste klinkt vandaag vreemd. Maar het besef van onze
zondigheid behoort tot de kern van ons geloof. Omwille van de traditie weerhouden we de
oude uitdrukking ‘scrutinium’, wat letterlijk ‘onderzoek’ betekent (meervoud: scrutinia).
Maar we geven in de gebeden die volgen een meer positieve kijk op bekering.
Gods kijk op ons leven is vol tedere liefde. Hij volgt ons met de belangstelling van een vader
en een moeder voor hun kind. Komen tot geloof betekent: deze liefdevolle God ontdekken en
dankbaar erkennen dat Hij van ons houdt. Tijdens de lange voorbereiding op het doopsel
peilt God naar onze vorderingen op de weg van Jezus. Bij elk van ons stelt Hij de vraag: Heb
jij al je antwoord gegeven? In de groei naar de doop staat de catechumeen voor God. Het is
een moment van waarheid. De dopeling, maar ook heel de gemeenschap, wil in deze laatste
weken van voorbereiding voor God staan ‘in geest en waarheid’, zoals Jezus zegt tot de
Samaritaanse (Jo 4,23).
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
2
We staan hierbij stil bij de Voorbeden op de 3e, 4e en 5e zondag van de Veertigdagentijd.
Omwille van hun bijzonder karakter, stellen we deze voorbeden op in de aansprekende stijl.
Na elke voorbede komt een moment stilte en een gezongen beaming door de gemeenschap. De
voorbeden kunnen best door verschillende mensen uitgesproken worden.
Omdat op de 3e en 5e zondag ook de bevestiging plaats vindt van Geloofsbelijdenis en Onze
Vader, voorzien we enkel op de 4e zondag ter afsluiting van de voorbeden een zegengebed
met handoplegging door de voorganger over de catechumeen.
DE BEVESTIGING VAN DE GELOOFSBELIJDENIS EN VAN HET ONZE VADER:
OP DE 3e en 5e ZONDAG IN DE VEERTIGDAGEZNTIJD
In de Veertigdagentijd van het eerste jaar van het catechumenaat zijn op de 3e en op de 5e
zondag respectievelijk de Geloofsbelijdenis en het Onze Vader aan de catechumeen
overgedragen. Nu wordt de catechumeen in het belijden van ons Geloof en in het bidden van
het Onze Vader bevestigd. Dit gebeurt op dezelfde 3e en 5e zondag.
KYRIELITANIE VOOR ELKE ZONDAG IN DE TWEEDE VEERTIGDAGENTIJD
Inleiding door de voorganger:
Zusters en broeders,
veertig dagen lang trekken we samen op naar Pasen
en Jezus is onze gids.
Dit jaar gaat N- (naam van de doopkandidaat) met ons mee.
In de Paasnacht wordt hij (zij) gedoopt,
ondergedompeld in Jezus Christus
en ten volle opgenomen in het volk van God.
We bidden voor hem (haar)
dat hij (zij) in deze dagen
ten volle mag open komen voor Jezus Christus.
Keren we ons nu met vertrouwen naar onze verrezen Heer.
Bidden we
dat hij ons de kracht geeft
om hem te volgen
met woord en daad.
Lector:
1. Heer Jezus,
we staan voor u
met onze goede wil,
en met onze zwakheid.
Geef ons de moed om onvoorwaardelijk
te kiezen voor U.
Schenk ons de genade
om ons met vreugde tot U te bekeren:
Voorzang: Heer, ontferm U (over ons). – Kyrie eleison.
Samenzang: HEER, ONTFERM U (OVER ONS). – KYRIE ELEISON.
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
3
2. Christus,
open onze oren
dat wij horen het wenen van uw volk.
Open onze ogen,
plaats de kleine midden in onze kring.
Open onze handen
om te delen het brood van deze dag.
Voorzang: Christus, ontferm U (over ons). – Christe eleison.
Samenzang: CHRISTUS, ONTFERM U (OVER ONS). – CHRISTE ELEISON.
3. Heer Jezus,
het is niet niets om uw leerlingen te worden.
Geef ons moed, een nieuw vertrouwen.
Ga met ons waar God ons roept.
Maak ons vrij, dat wij u volgen
in blijde dienstbaarheid.
Voorzang: Heer, ontferm U (over ons). – Kyrie eleison.
Samenzang: HEER, ONTFERM U (OVER ONS). – KYRIE ELEISON.
1e ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD (ABC)
Suggesties voor de homilie
Op de eerste bladzijde van zijn evangelieboek plaatst Marcus Jezus in het kader van het grote
verhaal van de Uittocht. Dit is het thema van het verhaal over Jezus’ verblijf in de woestijn.
Matteüs en Lucas onderstrepen dat nog met het element van de bekoringen. Jezus gaat de weg
van zijn volk, hij doorstaat de proef van de woestijn, hij stapt het Beloofde Land in, hij
verschijnt waarlijk als ‘de liefste zoon van God’. Door ons doopsel zijn wij opgenomen in het
volk van God. We gaan samen de aloude weg. En Jezus is onze gids.
2e ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD (ABC)
Suggesties voor de homilie
Ook het evangelie van de 2e zondag is te begrijpen vanuit het Uittochtverhaal. Jezus staat op
het grote keerpunt van zijn leven. Zal hij volharden en naar Jeruzalem gaan? Hij trekt zich
terug in de bergen om te bidden. En daar staat hij tegenover Mozes, die op Gods woord zijn
volk leidt door de zee: als je gaat waar God je roept, mag niets je tegenhouden. En God redt
zijn volk uit de zee. Jezus staat ook tegenover Elia, die naar de Sinaï is gevlucht nu men hem
wil doden omwille van zijn profetisch optreden. God stuurt Elia terug naar zijn opdracht. En
Elia gaat. Lucas vertelt zelfs dat Mozes en Elia met Jezus spreken over zijn ‘uittocht’ (Lc
9,31). Jezus zal naar Jeruzalem gaan, met het vertrouwen waarmee zijn vaderen naar de zee
zijn gestapt.
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
4
3e ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD (A)
Suggesties voor de homilie
Onze geloofsbelijdenis is in het eerste jaar van het catechumenaat aan de doopkandidaat
overgedragen op de 3e zondag in de Veertigdagentijd; een jaar later wordt de catechumeen op
dezelfde zondag in deze geloofsbelijdenis bevestigd.
In beide vieringen staat het evangelie van de Samaritaanse vrouw (Joh 4, 5-42) centraal. Zij
wordt door Jezus aangesproken, en zij wordt er een andere vrouw door. We ontvangen het
geloof. God zet de eerste stap. Wij luisteren en treden in relatie met Hem. We ontmoeten de
Heer Jezus, en ons leven verandert erdoor.
De geloofsbelijdenis of het credo is de oudste geloofssamenvatting die we in onze kerk
kennen. Ze vindt haar wortels in de tijd van de apostelen (Symbolum van de Apostelen). Die
geloofsbelijdenis is zo belangrijk dat gelovigen die uitspreken vanuit het hart en uit het hoofd
kennen (ze kennen haar ‘par coeur’, ‘by heart’ ).
Bevestiging van de Geloofsbelijdenis
Na de homilie nodigt de voorganger de geloofsleerling uit om vooraan tussen de eerste rijen
van de gemeenschap te komen en met het gezicht naar het altaar de Geloofsbelijdenis uit te
spreken, samen met de andere aanwezigen:
De voorganger:
N., wil je nu naar voren komen
en samen met de kerkgemeenschap de geloofsbelijdenis uitspreken?
Ik geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de heilige Geest
en geboren uit de Maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
gekruisigd is, gestorven en begraven,
die neergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden;
die opgevaren is ten hemel;
en zit aan de rechterhand van God, zijn almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de heilige Geest;
de heilige katholieke Kerk;
de gemeenschap van de heiligen;
de vergeving van de zonden;
de verrijzenis van het lichaam;
het eeuwig leven. Amen.
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
5
Na de geloofsbelijdenis strekt de voorganger de handen over de doopleerling uit en bidt:
Heer,
geef dat wij telkens opnieuw
door het uitspreken van de geloofsbelijdenis
kracht en steun ontvangen
om ons leven op U te richten.
Laat N- (naam van de catechumeen) beseffen
dat hij (zij) er niet alleen voor staat.
Samen geloven wij in U, Vader,
in uw Zoon Jezus
en in de kracht van de Heilige Geest.
Amen.
Scrutinium-voorbeden (door lectoren)
1. God, onze Vader,
uit liefde
hebt U elk van ons tot het leven geroepen.
Bevestig ons in het vertrouwen
dat U van ons houdt.
We danken U
dat U er bent
en dat wij er mogen zijn
voor U.
Bidden we een ogenblik in stilte.
(stille tijd)
Gezongen beaming door de gemeenschap:
Geef mij een ander hart, mijn God,
maak mij nieuw, maak mij standvastig. (ZJ, 27f)
of: Uw liefde is meer dan het leven,
U wil ik prijzen, mijn leven lang. (ZJ, 29b)
2. God, onze Vader,
U zendt Jezus naar ons toe,
met uw blijde boodschap.
Met open handen
staat hij voor ons.
U vertrouwt ons toe
aan hem. (Jo 17,24)
Laat ons delen
in zijn goede geest.
laat ons met hem op weg gaan
elke dag van ons leven.
(stille tijd)
Gezongen beaming door de gemeenschap
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
6
3. God, onze Vader,
U kent ons
en U houdt van ons zoals we zijn.
We willen voor U staan
in geest en waarheid. (Jo 4,23)
We erkennen dat we mensen zijn.
Als U ons niet tot leven roept
zijn we niets.
Als Jezus ons de weg niet wijst
lopen we verloren.
We vertrouwen ons toe
aan uw barmhartigheid.
(stille tijd)
Gezongen beaming door de gemeenschap
4. God, onze Vader,
U roept ons bijeen,
vertrouwt ons toe aan elkaar,
en geeft ons Jezus als gids.
Houd ons op weg met elkaar.
Verdiep de liefde die ons bindt.
Geef ons kracht om het kwaad te weerstaan.
Laat ons groeien in het vertrouwen
dat U altijd bij ons bent.
(stille tijd)
Gezongen beaming door de gemeenschap
5. God, onze Vader,
U zendt ons uit
met een blijde boodschap
voor deze wereld.
Maak van ons
blijde navolgers van uw zoon.
Dat we in dienst staan
niet van onszelf
maar van uw Koninkrijk.
Dat we ons geluk vinden
in de vreugde van anderen.
(stille tijd)
Gezongen beaming door de gemeenschap
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
7
Afsluitend gebed van de voorbeden, door de voorganger:
God, onze Vader,
U zendt ons uw zoon
als Verlosser.
We bidden U voor N- (naam van de catechumeen).
Hij verlangt naar Jezus
zoals de Samaritaanse vrouw verlangt naar levend water.
Leidt ons verder,
samen met N- (naam van de catechumeen)
tot bij uw zoon.
De catechumeen verlaat zoals gewoonlijk de kerk na de Dienst van het Woord.
4e ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD (A)
Suggesties voor de homilie
Als je het verhaal van de Blindgeborene hoort in het kader van het catechumenaat, dan komen
heel wat elementen ervan tot leven.
De man is blind van zijn geboorte af, hij is zo, en hij kan er niets aan doen. Jezus ziet hem, hij
neemt het initiatief, stapt op hem af en opent hem de ogen. De man moet zich wel gaan
wassen (beeld van de doop met water). En niet met gelijk welk water, maar in het bad van de
Gezondene: hij moet zich onderdompelen in Jezus, de Gezondene van God. Na zijn
ontmoeting met Jezus, is hij niet meer de oude. De buren herkennen hem niet meer.
Jezus ontmoeten neemt tijd. In het begin spreekt de blindgeborene van ‘Iemand die Jezus
heet’ (v11). Hij weet verder niet waar hij is (v12). Tegenover de Farizeeën belijdt hij al: ‘Hij
is een profeet.’ (v17) In het volgende twistgesprek laat hij verstaan dat hij, in tegenstelling tot
de Farizeeën, wél ‘leerling’ geworden is (v28) en hij noemt Jezus ‘iemand die vroom is en die
de wil van God doet’ (v31). En hij getuigt ronduit: ‘Als die man niet van God kwam, zou hij
dit toch niet hebben kunnen doen!’ (v33)
Christen worden kan je vervreemden van je buren en kennissen (vv8-13), van je vroegere
geloofsgenoten (vv 14-17; 24-41), van je ouders (vv18-23). Je kan het, omwille van je geloof,
zelfs moeilijk krijgen. Maar de blindgeborene is niet bang om ervoor uit te komen dat hij
Jezus heeft ontmoet. En hij wordt uit de synagoge gezet. Dat laatste kenden joodse christenen
uit de tijd van Johannes goed!
Jezus is dan ook om hem bezorgd. Opnieuw neemt hij het initiatief en zoekt hem op. Hij
openbaart hem wie hij werkelijk is. En de ogen van de blinde gaan nu pas helemaal open. Hij
belijdt: ‘Ik geloof, Heer!’, buigt zich voor Jezus neer.
Scrutinium-voorbeden (door lectoren)
Neem dezelfde voorbeden als op de 3e zondag, maar met het afsluitend gebed dat hier volgt:
Zegengebed met handoplegging door de voorganger over de catechumeen.
Na de voorbeden door lectoren roept de voorganger de catechumeen naar voren.
N., wil je nu naar voren komen.
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
8
De voorganger legt hem de handen op het hoofd en bidt over hem volgend gebed:
God, onze Vader,
U zendt ons uw zoon als Verlosser.
We bidden U
dat Jezus N- (naam van de catechumeen) de ogen opent,
hem (haar) openbaart wie hij is
en laat delen in zijn goede geest.
Dat N- (naam van de catechumeen)
zoals de blindgeborene
voortaan zonder vrees getuigt
van wat Jezus hem (haar) laat zien.
Amen.
De catechumeen verlaat zoals gewoonlijk de kerk na de Dienst van het Woord.
5e ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD (A)
Suggesties voor de homilie
Het Onze Vader is in het eerste jaar van het catechumenaat aan de doopkandidaat
overgedragen op de 5e zondag in de Veertigdagentijd; een jaar later wordt de catechumeen op
dezelfde zondag in het bidden van het Onze Vader bevestigd.
In beide vieringen staat het evangelie van de opwekking van Lazarus centraal (Joh 11,1- 45).
Als eersten leren de apostelen van Jezus het Onze Vader bidden. Zij zijn de ‘eerste
christenen’. Ook Martha en Maria behoren tot de kring van Jezus’ vrienden, die ten volle gaan
leven van wat Jezus hen aanbiedt, dagelijks brood, relatie met zijn Vader, bron en kracht die
elke dood te boven gaat.
Het Onze Vader is het gebed bij uitstek dat overal ter wereld door gelovige christenen wordt
gebeden. Met dit gebed leert Jezus ons bidden tot God, die onze Vader is. Dit kunnen we
lezen in twee van de vier evangeliën, namelijk bij Lucas (11, 2-4) en Matteüs (6, 9 – 13). In
elke eucharistieviering, in vrijwel elk gebedsmoment voelen christenen zich één als kinderen
van eenzelfde vader, als ze samen het Onze Vader bidden.
Scrutinium-voorbeden (door lectoren)
Neem dezelfde voorbeden als op de 3e zondag, maar met het afsluitend gebed dat hier volgt.
Bevestiging van het Onze Vader
Na de voorbeden door lectoren roept de voorganger meteen de catechumeen naar voren om
samen met de gelovige gemeenschap het Onze Vader te bidden:
N., wil je nu naar voren komen.
Door doopleerling te worden,
heb je het verlangen uitgedrukt
om je leven te richten naar God
en zoveel mogelijk met Hem in contact te komen.
Je hebt het gebed dat Jezus ons gaf
in je hoofd geprent
en je bewaart het in je hart.
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
9
Door dit gebed zelf ook te bidden,
hoor je bij ons, de gelovige kerkgemeenschap.
God is Vader van ons allen. Wij zijn zijn kinderen.
Samen bidden wij nu tot Hem:
Het Onze Vader wordt samen gebeden of gezongen:
Onze Vader die in de hemelen zijt,
geheiligd zij Uw naam.
Uw rijk kome.
Uw wil geschiede op aarde als in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen.
Daarna vervolgt de voorganger terwijl hij de handen uitstrekt over de dopeling.
God, onze Vader,
Wij danken U voor ons samen bidden.
Laat ons voortaan samen met N- (naam van de catechumeen) uw naam belijden
en leven van het brood dat U ons geeft.
Laat ons vergeving aanvaarden en vergeving schenken.
Laat ons ervaren en ervoor zorgen
dat uw liefde zichtbaar wordt in deze wereld.
Door Christus, onze Heer.
Amen.
De catechumeen verlaat zoals gewoonlijk de kerk na de Dienst van het Woord.
Tweede Veertigdagentijd: Tijd van innerlijke zuivering en verlichting
Download