Argumenten voor één Twentse gemeente zijn zwak

advertisement
Argumenten voor één Twentse gemeente zijn zwak
Van geen enkel spel worden de spelregels zo vaak ter discussie gesteld als van de politiek. Is het
niet de gemeentelijke herindeling, dan is het wel het kiesstelsel en is het niet het kiesstelsel dan is
het wel de verhouding tussen gemeenteraad en wethouders. Dat mag overigens niet verhullen dat er
meestal niets veranderd aan die politieke spelregels. Zo is de positie van Eerste Kamer niet
veranderd, wordt de minister-president nog steeds niet gekozen en hebben we weliswaar een
referendumwet, maar die maakt referenda zo goed als onmogelijk.
Dit neemt niet weg dat er soms wel iets verandert. De belangrijkste wijziging in de politieke en
bestuurlijke spelregels in de afgelopen decennia is ongetwijfeld de gemeentelijke herindeling. Van
meer dan duizend gemeenten in de tijd van Thorbecke is dat aantal, ondanks de inpoldering van de
Wieringermeer, de Noordoostpolder en Flevoland, teruggelopen tot minder dan vijfhonderd. En
telkens weer met het argument dat grote gemeenten efficiënter zouden werken dan kleine
gemeenten en de problemen beter zouden kunnen oplossen dan kleine gemeenten.
In de nieuwste bijdrage over politieke spelregels in Twente pleit ook Han Pape voor een, dit keer
radicale, herindeling van het lokale bestuur en voor een vergaande vorm van gemeentelijke fusies.
In de kop van de bijdrage heet het dat één gemeente Twente ‘de allerbeste oplossing’ is. En Pape
onderbouwt zijn beoog ook. Die onderbouwing komt er eigenlijk op neer dat de feitelijke
machtsverhoudingen in dit deel van Nederland zich inmiddels op regionaal (Twents) niveau
bevinden en op het niveau van landsdeel Oost, bestaande uit Overijssel en Gelderland. Belangrijke
beslissingen over bijvoorbeeld Enschede en Hengelo worden al lang elders genomen. En, zo
redeneert Pape verder, in een democratie moet de feitelijke macht ook worden gecontroleerd.
Controle op een fictieve macht als de huidige gemeenten kunnen we dan ook maar beter afschaffen.
Weg dus met de gemeente Enschede, Hengelo, Borne, Haaksbergen en Wierden en leve de
gemeente Twente en het landsdeel (wat een afschuwelijke term trouwens) Oost.
Als iemand beweert dat een bepaalde spelregel in de politiek ‘de allerbeste oplossing’ is, vermoed
ik altijd blikvernauwing. En ik vermoed dat dit ook bij Pape het geval is. Overtuigend is zijn stuk
namelijk niet. Zo veegt Pape wel erg makkelijk de bewering van tafel dat burgers zich makkelijker
betrokken weten bij kleine dan bij grote bestuurlijke eenheden. Als argument voert hij aan dat de
gemeente Rotterdam helemaal niet slechter wordt bestuurd dan Dinkelland. En hoewel ik die
stelling ook wel eens onderbouwd zou willen zien, zegt dat natuurlijk niets over de betrokkenheid
van burgers bij het gemeentebestuur. De opkomst bij de verkiezingen, om maar eens een
willekeurige indicatie van betrokkenheid te noemen, is in Dinkelland wel degelijk veel hoger dan in
Rotterdam. Ook zullen in Dinkelland meer mensen enkele wethouders en raadsleden kennen dan in
Rotterdam. Verder betoogt Pape dat de bestuurbaarheid van de gemeente niet samenhangt met de
omvang. Wederom een bewering die ik niet zonder meer voor mijn rekening zou willen nemen.
Tenslotte beweert Pape dat in dorpen de ons-kent-ons sfeer zoveel sterker is dan in grote
gemeenten. Het zou kunnen, maar naast dorpspolitiek is inmiddels ‘de grachtengordel’ synoniem
voor inteelt, geslotenheid en oligarchie.
Belangrijk is verder het volledig ontbreken van de onderbouwing dat de feitelijke macht op
regionaal niveau ligt en niet meer op gemeentelijk niveau. Bij mijn weten wordt bijvoorbeeld het
besluit de Usseleres te bebouwen nog steeds in Enschede genomen, is het Hart van Zuid in Hengelo
een zaak van de gemeente Hengelo en enkele grote bedrijven en ging het bij de falende controle op
SE Fireworks niet om het ambtelijk apparaat van Wierden. En dat andere besluiten niet door
gemeenten worden genomen doet daar niets aan af. Ook de bewering dat de feitelijke macht
tegenwoordig op het niveau van landsdeel Oost ligt is slechts magertjes geschraagd door
argumenten.
Dit alles neemt niet weg dat Pape wel een punt heeft als hij stelt dat feitelijke macht moet worden
gecontroleerd. En als die feitelijke macht inmiddels ligt in het schimmige gebied tussen provincie
en gemeentebestuur en dat noch de provincie, noch de gemeentebesturen daar enige greep op
hebben, hebben we wel degelijk een probleem. Pape is natuurlijk ook niet de eerste die dat
probleem signaleert. Maar zelfs als er veel macht (lees: bevoegdheden en feitelijke afstemming) ligt
tussen gemeenten is niet duidelijk welke oplossing moet worden gekozen. Wellicht dat er maar
weer eens een pleidooi moet komen voor een rechtsreeks gekozen Twentse regioraad. Maar of dat
zin heeft als tegelijkertijd wordt gewerkt aan het versterken van de banden tussen Enschede,
Hengelo en Almelo is niet bij voorbaat duidelijk. En of dan de provincie nog wel bestaansrecht heet
moet worden betwijfeld. Belangrijk daarbij is dat we niet moeten denken dat er sprake is van ‘de
allerbeste oplossing’. Elke oplossing heeft zo zijn voor en nadelen. Ook de bestaande situatie is
verre van ideaal. Maar om nu de bestaande gemeenten maar helemaal af te schaffen en bijvoorbeeld
de besluitvorming over het fietspad langs de Buurserstraat over te laten aan de Twentse regioraad is
overduidelijk een brug te ver. Daar is ook de democratische controle en invloed van burgers op
zaken die voor hun relevant zijn in het geheel niet mee gediend.
Kortom, ik denk dat Pape een punt heeft als het gaat om de democratische controle van
besluitvorming op het regionaal bestuur. Maar om een zinvolle bijdrage te leveren aan de discussie
over de spelregels die daarom moeten veranderen moet Han Pape met betere argumenten komen.
Om simpelweg te pleiten voor weer een nieuwe ronde gemeentelijke herindelingen getuigt van
weinig inzicht in de werking van de politieke spelregels en vooral van weinig inzicht in het nog
steeds bestaande belang van gemeenten.
Download