Groepscursus voor ouderen vermindert valangst significant Universiteit Maastricht, 7-2 “Van achteruitgang in het bewegen, via angst naar sociale isolatie en depressie” Valangst kan het sociale leven van ouderen drastisch veranderen. Een verjaardagsbezoek aan een kleinkind wordt niet meer afgelegd uit angst te vallen en iets te breken, al dan niet als gevolg van eerdere ervaringen met een val. Een gebroken heup kan bij ouderen immers binnen een paar maanden tot de dood leiden. Zo veroorzaakt de angst iets te breken vooral een breuk met de samenleving. Met als gevolg kans op depressie en sociale isolatie. “Het is hoog tijd dat we hier iets aan proberen te doen”, zegt prof. Dr. Ruud Kempen van de Universiteit Maastricht. Met behulp van een flinke subsidie van ZonMw zet hij de komende vier jaar het onderzoek hiernaar voort. Uit onderzoek onder vierduizend 70-plussers in Zuid-Limburg blijkt dat 54% angst heeft om te vallen. Daarnaast vermijdt 38% om die reden activiteiten. Die angst is gedeeltelijk terecht: één op de drie 65-plussers valt jaarlijks, sommige ouderen zelfs meerdere keren in een jaar. De fysieke consequenties van een val zijn uiteraard makkelijker te herkennen dan de psychische. “Die sluipen er vaak langzaam in”, zegt Ruud Kempen, hoogleraar Sociale Gerontologie. “Van achteruitgang in het bewegen en dus stijvere ledematen, via angst naar sociale isolatie en depressie.” Hij houdt zich al ruim vijftien jaar bezig met ‘vallende ouderen’. Binnenkort promoveert Rixt Zijlstra bij hem op een onderzoek naar de effectiviteit van een groepscursus die 70-plussers over hun valangst heen probeert te helpen. Kempen: “Natuurlijk is het tot op zekere hoogte nodig dat ouderen hun fysieke beperkingen kennen en zichzelf niet overschatten. Maar die gedachten moeten wel reëel zijn. De cursus probeert vooral gedachten cognitief bij te sturen. Deelnemers worden uitgedaagd om een activiteit die ze liever vermijden toch nog eens te ondernemen. Als blijkt dat het prima gaat, verandert dat het besef van ouderen over hun eigen mogelijkheden.” Ook werden cursisten bewust gemaakt van hun gewoontegedrag, om bijvoorbeeld ‘snel naar de voordeur te rennen’ als er aangebeld wordt. Wat zijn de valrisico’s en hoe kun je daar beter mee omgaan? Na een cursus van acht weken blijken de deelnemers die voorheen regelmatig vielen, significant minder te vallen. De circa twaalf procent verschil tussen de ouderen die de cursus hebben gevolgd en ouderen die dat niet hebben gedaan maken Ruud Kempen enthousiast. “Dat zie je bij veel andere interventies niet terug, hoor. Bovendien zagen we dat de ouderen minder valangst rapporteerden, minder activiteiten vermeden en meer ondernamen en minder beperkingen ervoeren in hun zelfredzaamheid, ook op langere termijn.” Vervolg Van de ouderen die geselecteerd waren voor deelname aan de groepscursus, kwam echter 26% niet opdagen en haakte 16% af binnen de eerste vier bijeenkomsten. Kempen: “42% bereik je dus niet met z’n groepsaanpak. Daarom heeft ZonMw besloten een half miljoen euro uit te trekken voor een vervolgonderzoek, waarvoor zojuist promovenda Tanja Dorresteijn is aangenomen. De komende vier jaar gaat zij onderzoeken of met twee thuisbezoeken en een aantal telefonische vervolgcontacten een vergelijkbaar effect bij deze extra kwetsbare doelgroep haalbaar is.” Ondertussen zet de hoogleraar zich in om de groepscursus die voor veel mensen effectief is gebleken over te zetten naar de praktijk van de gezondheidszorg. Over drie jaar zou de helft van alle thuiszorginstanties in Nederland de cursus moeten kunnen aanbieden. “Valorisatie noemen we dat bij de universiteit; de kennis van de academie naar de samenleving brengen. Hoewel je als onderzoeker bij een universiteit enkel beoordeeld wordt op het aantal wetenschappelijke publicaties, het aantal promoties en de hoeveelheid onderzoeksgeld die je binnenhaalt, vind ik het heel belangrijk hier ook tijd in te investeren. Het zou mooi zijn als universiteitsbesturen, die ook beweren valorisatie essentieel te vinden, hier meer waardering tegenover zouden stellen”, besluit Ruud Kempen. Prof. Dr. Ruud Kempen is hoogleraar Sociale Gerontologie aan de Universiteit Maastricht, vakgroep Verpleging en Verzorging van de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences. Zijn onderzoeksprogramma ‘Innovaties in de zorg voor ouderen’ (dat hij samen met prof.dr. Jan Hamers leidt) is ondergebracht bij de School for Public Health and Primary Care (CAPHRI). De promotie van Rixt Zijlstra, op het proefschrift ‘Managing concerns about falls; Fear of falling and avoidance of activity in older people’, vindt plaats op 28 februari aanstaande aan de Universiteit Maastricht.