Er was iets vermengd ongediļ¬erentieerds voor de geboorte van hemel en aarde. Stil, ongevormd, staat het op zichzelf en verandert niet. Het kan beschouwd worden als Moeder van hemel en aarde. Diens naam: Nooit Kennend. Roepnaam: Tau. Gedwongen het te benoemen, zeg ik groot. Van groot zeg ik steeds voortvloeiend. Van voortvloeiend zeg ik ver reikend. Van ver reikend zeg ik omslaand. Tau is groot, de hemel is groot, de aarde is groot en de koning is groot. Er zijn in de wereld vier groten en de koning is daarvan een. De mens neemt de aarde tot voorbeeld, de aarde de hemel. De hemel neemt Tau tot voorbeeld en Tau het vanzelf zijn. 24