Vliegen na duiken en duikongevallen Hoofdstuk 18 18.1 Inleiding Duiken of 'scubadiving' is een populaire sport geworden en wordt met de toename van reizen naar verre en exotische bestemmingen steeds meer beoefend. De risico's van duiken zijn barotrauma en decompressieziekte ofwel caissonziekte. Hoe dieper er gedoken wordt hoe meer drukverschil er ontstaat. Bij iedere 10 meter diepte neemt de druk met 1 bar toe. 18.2 Barotrauma Een barotrauma kan ontstaan bij afdalen en bij opstijgen tijdens het duiken. Om dit te voorkomen is het 'klaren' van de oren belangrijk. Als dit niet wordt gedaan of niet goed lukt (door bijvoorbeeld verkoudheid) ontstaat drukgevoel in het oor, pijn en/of gehoorverlies. Uiteindelijk kan het trommelvlies scheuren en kunnen bloedingen in het middenoor of in de sinussen ontstaan. Bij een barotrauma van de longen kunnen alveoli scheuren; pneumothorax, mediastinaal of subcutaan emfyseem en luchtbelembolieën behoren tot de complicaties. Dit gevaar bestaat vooral bij 'trapped air' in de longen. 18.3 Decompressieziekte De etiologie van decompressieziekte berust op de wet van Henry, deze zegt dat de druk van een gas, opgelost in een vloeistof, gelijk is aan de druk van het gas daarboven. Bij het duiken neemt de druk toe en dus ook de hoeveelheid opgelost gas, tot een verzadiging is bereikt, het gas slaat zich dan op in de weefsels, bij voorkeur vetweefsels. MN stikstof. Gaat de duiker weer omhoog, en doet dat rustig, en met beleid, dan is er niets aan de hand, het fenomeen is volledig reversibel. Echter gaat hij te snel, dan komt het stikstof vrij in de vorm van luchtbelletjes, die uiteindelijk als embolietjes hun werk doen. Daarom moeten duikers bij het stijgen verschillende stops inlassen volgens bestaande schema's en tabellen. Herhaald duiken geeft een extra risico, waarbij ook de diepte van belang is. Aangezien de belletjes intravasaal, interstitieel en intracellulair kunnen ontstaan, veroorzaken ze obstructie van bloedvaatjes en mechanische schade. Andere risicofactoren zijn vliegen kort na de duik, dehydratie, alcoholgebruik, hoge werkdruk en slechte planning. Er wordt geadviseerd om na een duik in ieder geval 24 uur niet te vliegen in een lijnvliegtuig. Na gebruik van nitrox of heliox gassen is deze periode 72 uur. Decompressieziekte Type I Huid- en gewrichtsklachten. Jeuk en papuleuze rash van de huid. Gewrichtspijn, vooral in de grotere gewrichten (bends). Type II Neurologische uitval op het niveau van het CZS: meestal van het ruggenmerg. Paresthesiën, doof gevoel, paraparesis/paraplegie, mictiestoornissen. Hoofdpijn, afasie en bewustzijnsstoornissen zijn ook mogelijk. Type III: Cardiovasculaire en respiratoire klachten. Drukkend gevoel op de borst, hoesten, dyspnoe en shock. Symptomen ontstaan meestal 1-2 uur na de duik (70% < 1 uur). 2015 Hoofdstuk 18 Pagina 1 van 3 Vliegen na duiken en duikongevallen Hoofdstuk 18 Naamgeving in het Engels: Decompression Illness (DCI) versus Decompression Sickness (DCS): DCI = DCS + arterial gas embolism + barotrauma 18.3.1 Behandeling Iemand met decompressieziekte dient zo snel mogelijk behandeld te worden in een recompressiekamer in een gespecialiseerd centrum. De behandelend arts zal aan de hand van de informatie over de maximale diepte, de duur van de duik en voorafgaande duiken, een behandeling instellen in de recompressiekamer volgens bepaalde tabellen. In principe wordt in een recompressiekamer behandeld zo lang dit verbetering van de klachten geeft of tot dat de klachten verdwenen zijn. Meestal is drie a vier keer voldoende. Meer dan zeven maal lijkt niet effectief. Iemand met neurologische uitval moet met 100% 02 en onder medische begeleiding zo snel mogelijk naar een gespecialiseerd centrum overgebracht worden. Tevens moet de patiënt voldoende vocht krijgen. Bij normaal bewustzijn kan dit oraal, anders intraveneus. De patiënt moet bijvoorkeur binnen 48 uur behandeld worden, maar tot 72 uur na het ontstaan van de klachten is behandeling te adviseren en kan resultaat hebben. 18.3.2 Vervoer Vervoer in de acute fase naar een gespecialiseerd centrum gebeurt bij voorkeur over de weg. Als dit wegens te lange afstanden door de lucht moet zijn kan dit alleen verantwoord per helikopter of per ambulancevliegtuig op sealevel. Tevens zijn er enkele maatschappijen die de mogelijkheid bieden patiënten onder hyperbare omstandigheden te vervoeren. Een heel algemeen advies is 72 uur niet te vliegen na een behandeling voor decompressieziekte. Dit is geen probleem indien de klachten na behandeling volledig zijn verdwenen. Lastiger is het juiste moment van vervoer te kiezen als bijvoorbeeld neurologische uitval blijft bestaan. Er zal in ieder geval eerst behandeld moeten worden in de recompressiekamer voordat er gevlogen kan worden. Wanneer de patiënt gedurende drie dagen na de behandeling in een stabiele toestand verkeert kan vervoer per lijnvlucht overwogen worden. Meestal zal dit per stretcher, met 5 - 10 liter 02/ min en onder medische begeleiding zijn. Voor vertrek moet een X-thorax gemaakt worden (uitsluiten pneumothorax) en een E.C.G. (uitsluiten embolieën in de coronairarteriën). Overleg met een specialist op het gebied van duikongevallen is bij het vervoer van patiënten met decompressieziekte noodzakelijk. Tevens is er overleg nodig of er een opname geregeld moet worden in een ziekenhuis waar een recompressiekamer is. Ook patiënten die geheel klachtenvrij zijn moeten soms na terugkeer gezien worden door een specialist: soms keren klachten terug na een vlucht in een lijnvliegtuig. In Nederland kan overlegd worden met een arts van het Duik Medisch Centrum te Den Helder. Telefoon: 0223-653076 (Tijdens Kantoor uren) 0223-658220 (na kantooruren) Internationaal is er overleg mogelijk met de organisatie DAN (Diving Allert Network). Voor Europa: DAN Europe 24 hour hotline: 00 39 039 605 7858 Website DAN Europe: https://www.daneurope.org Status na behandeling decompressieziekte - na behandeling van puur gewrichtsklachten (bends) 2015 H: zittend B: geen A: geen M: geen G: WCHR Dag 3 Hoofdstuk 18 Pagina 2 van 3 Vliegen na duiken en duikongevallen - na behandeling van CNS klachten Dag 7 Overweeg overleg met Duikmedisch Cnetrum 2015 Hoofdstuk 18 Hoofdstuk 18 H: IN OVERLEG B: IN OVERLEG A: IN OVERLEG M: geen G: WCHR Pagina 3 van 3