Vogelgriep uitgebroken Zaterdag 16 november 2014 – Bij een pluimveebedrijf in de Utrechtse plaats Hekendorp is de vogelgriep uitgebroken. Vogelgriep is een heel besmettelijke ziekte die vogels kunnen krijgen. Maar de ziekte kan ook gevaarlijk zijn voor mensen. Daarom wordt er altijd groot alarm geslagen als de vogelgriep ergens opduikt. Vogels met vogelgriep zijn suf, hebben opgezette klieren en tranende ogen. De dieren kunnen er dood aan gaan. Het besmette pluimveebedrijf heeft 150.000 kippen. Die worden allemaal opgeruimd. Dat wil zeggen dat de dieren worden vergast. Omdat de ziekte zich ook via de lucht kan verspreiden, zijn twee pluimveebedrijven in buurt gecontroleerd. Gelukkig was daar geen sprake van vogelgriep. Het gebied rond het besmette bedrijf werd meteen afgezet. Alleen de mensen die de kippen opruimen, mogen er komen. Omdat nooit zeker kan worden gezegd of de vogelgriep zich intussen wel of niet verder heeft verspreid, mogen er in heel Nederland drie dagen lang geen kippen, eieren en mest worden vervoerd. Ook alle kinderboerderijen in het land blijven zeker tot woensdag gesloten. Nederland is niet het enige land waar vogelgriep is uitgebroken. In Engeland bleek deze week een eendenfokkerij besmet te zijn. Een maand geleden werd het virus ook in Duitsland ontdekt. Opgave 1 Je gaat intensief lezen, met als doel: de inhoud helemaal begrijpen. Lees de tekst goed en geef voor jezelf aan wat de inleiding, de kern en het slot is. Je mag alleen de eerste twee en de laatste twee woorden opschrijven! Bijv.: Het is… t/m …ook wel. Inleiding: Bij een… t/m …aan gaan. Kern: Het besmette… t/m …woensdag gesloten Slot: Nederland is… t/m …Duitsland ontdekt. 1) Stel voor alinea 1 vast wat de alineafunctie is (kies de beste, kies er één!) □ ■ □ □ een onderwerp noemen en inleiden achtergronden noemen de geschiedenis vermelden gevolgen noemen 2) Stel voor alinea 2 vast wat de alineafunctie is (kies de beste, kies er één!) □ □ □ ■ een onderwerp noemen en inleiden achtergronden noemen de geschiedenis vermelden gevolgen noemen 3) Stel voor alinea 5 vast wat de alineafunctie is (kies de beste, kies er één!) □ □ □ ■ een onderwerp noemen en inleiden achtergronden noemen de geschiedenis vermelden oorzaken noemen