Tweede Leerjaar

advertisement
Tweede
Leerjaar
2
www.lessenpakket.be
Bloemen, planten en
bomen spelen verstoppertje
Doelen:
Opdracht
• in een lettertabel de gevraagde woorden herkennen en noteren;
• deze woorden catalogeren bij planten, bomen
of bloemen.
In dit rooster zitten woorden verstopt. Het zijn
steeds planten, bloemen of bomen.
Zoek ze in het rooster en schrijf het woord daarna
in de juiste kolom. De woorden staan zowel horizontaal als vertikaal geschikt.
Zoek de woorden en schrijf ze in de juiste kolom.
Ter info: bomen hebben één stam, bij struiken zijn
er meerdere takken die vanuit de grond groeien.
L
A
M
B
A
M
B
O
E
E
K
L
A
P
R
O
O
S
S
I
S
T
D
V
I
O
O
L
B
K
V
T
E
O
Z
M
L
B
U
T
T
U
L
I
N
D
E
E
X
A
K
L
I
M
O
P
D
R
U
V
P
E
C
O
V
D
K
S
U
E
I
F
U
K
B
U
U
K
S
bloemen
struiken
bomen
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
Correctiesleutel
in het rooster zaten volgende planten en bomen:
tulp, eik, linde, viool, buxus, klimop, klaproos, beuk,
berk, taxus, bamboe, madelief
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 41
2
De mooiste bloemen,
planten en bomen
Doelen
Tip:
• onderscheid beheersen tussen verschillende
soorten bloemen, planten en bomen;
• afbeeldingen van bloemen, planten en bomen
associëren aan hun naam.
Opgave
Zelfcorrectie: Breng op de binnenkant van de
kaartjes een gekleurd bolletje aan. Zo kunnen
de kinderen controleren of de twee kaartjes
samen horen. Maak ze erop attent eerlijk te werken (en dus niet naar de kleurstippen te kijken),
zodat ze vaststellen wat ze er reeds van weten.
In onze tuin, naast de weg, in de wei,… overal zie je
bloemen, planten en bomen. Maar ken je ook hun
naam?
Probeer duo’s te maken met een kaartje van een
afbeelding en een kaartje met een naam.
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 42
2
De mooiste bloemen,
planten en bomen
roos
klimop
madelief
lavendel
zonnebloem
treurwilg
hyacint
beuk
tulp
spar
viooltje
buxus
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 43
2
De delen van een bloem
Doelen
Tip:
• de verschillende onderdelen van een bloem
herkennen en aanduiden;
• een bloem natekenen, met aandacht voor
bloembladeren, steel en eventueel stamper en
meeldraden indien aanwezig;
• oog hebben voor het esthetisch geheel, inz.
de verhouding tussen de verschillende delen.
Opgave
• Vertrek vanuit de reële situatie: laat echte bloemen
bekijken, liefst in hun leefomgeving.
• Organiseer hier rond een klasgesprek: kleur,
geur, grootte, vorm van de bladeren, in knop of
in bloei… en benoem de verschillende delen.
• Tweedimensionaal: laat aan de hand van onderstaand schema de bouw en de verschillende
elementen van de bloem verwoorden;
• Laat de kinderen het werkblad individueel of in
groep oplossen.
www.lessenpakket.be
gebruik bloemen met een duidelijke structuur:
de narcis, de tulp, een roos, de madelief, de
gerbera.
Voor de vluggerds:
figuratief natekenen van de aanwezige (echte)
bloemen, rekening houdend met de delen ervan:
steel, kroonbladeren, kelkbladeren, stamper en
meeldraden…
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 44
2
De delen van een bloem
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 45
2
We zaaien en oogsten tuinkers
Doelen
• de strategie volgen om tuinkers op de juiste
manier te zaaien;
• vaststellen dat je tuinkers voor diverse doeleinden kan gebruiken;
• creatief omgaan met tuinkers.
Verloop van de activiteit
1 Tuinkers zaaien
• Voorzie voor elk kind zijn eigen zaadpotje.
• Leg er eventueel watjes in.
• Doe wat potgrond op de watten en meng
de zaadjes erin.
• Geef elke dag een beetje water.
• Na 10 à 14 dagen kun je van de tuinkers eten.
2 Een ei-tuintje met waterkers
Benodigden:
• halve eierschalen (de calcium in de eierschaal
is ideaal voor de kleine plantjes)
• watten
• potgrond
• zaad: tuinkers, graszaden en kruidenzaden
• eierdopje of plankje en lijmpistool (pas op
voor brandwonden)
• stiften
Zo doe je het:
• Spoel de eierschalen met warm water zodat
er geen eiresten blijven kleven.
www.lessenpakket.be
• Zet je ei in een eierdopje of lijm het vast op
een plankje.
• Doe op de bodem van de eierschaal een beetje
watten. Deze zullen het water opnemen en
ervoor zorgen dat de grond een aangepaste
vochtigheid bezit.
• Doe wat potgrond op de watten en voeg de
zaadjes toe. Lichtjes begieten met water.
• Nu nog een plaatsje zoeken om je ei-tuintje
te etaleren, bv. op de vensterbank.
• Wanneer de plantjes te groot worden voor je
eierschaal kun je ze uitplanten in een pot of
buiten. Je mag ze uitplanten met de eierschaal
erbij. Je hoeft deze alleen hier en daar wat te
breken zodat de wortels er makkelijker doorheen kunnen.
Tip:
Je kunt op de eierschalen ook gezichtjes tekenen:
als de plantjes dan groeien is het net of ze hebben haar.
3 Je naam maken met tuinkers
Zo doe je het:
• Schrijf je naam met je wijsvinger in het zand.
• Strooi de zaadjes (niet te veel) in het ondiepe
geultje.
• Wrijf het geultje voorzichtig dicht, zodat de
zaadjes een beetje afgedekt zijn.
• Geef regelmatig water en na een tiental dagen
kun je, je naam al lezen.
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 46
2
Knutselen met bloemen
Doelen
• creatief werken met bloemen aan de hand van
diverse technieken;
• strategieën verwerven en toepassen voor een
expressieve vormgeving;
• hechtingstechnieken beheersen om met diverse
delen een esthetisch geheel te vormen.
2 Bloemenkrans
• Maak een vlecht van lange grasstengels.
• Vorm met de vlecht een krans door de uiteinden
met een grasstengel of een touwtje aan elkaar te
binden.
• Steek er allerlei bloemen in.
Verloop van de activiteit
1 Madeliefjeskrans
• Maak met een priknaald (of…) een gaatje in de
stengel van een madeliefje.
• Steek daar de stengel van een ander madeliefje
door.
• Ga zo door tot je er genoeg hebt voor een kransje.
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 47
2
Knutselen met bloemen
4 Kleurige bloemen (blaastechniek)
Materiaal:
• wit tekenpapier van voldoende groot formaat
met een glad oppervlak
• rietje
• goed dekkende verf
• dik penseel
3 Zonnebloemen
Materiaal:
• houten latjes van zowat 2 cm breedte en
tot 2 m lang
• liniaal
• zaag
• groene plakkaatverf
• penseel
• overtrekpapier
• potlood
• grijs vouwkarton
• schaar
• houtlijm
• zonnebloempitten
• groen en geel vouwkarton
Werkwijze:
• Verf de houten latjes groen.
• Voor een zonnebloem trek je (twee keer) een
schoteltje over op grijs vouwkarton, knip beide
uit. Breng lijm op één grijskarton en leg daar de
zonnepitten op. Laat goed drogen!
• Knip uit geel vouwkarton een heleboel bloemblaadjes.
• Plak de bloemblaadjes rondom op de tweede
cirkel van het grijs vouwkarton.
• Lijm nu de steel (het groene latje) aan de bloem
en daar bovenop de schijf met de zonnepitten.
Doe dat voorzichtig, want bij het aandrukken
mogen de zonnepitten niet loslaten.
• Knip ten slotte uit het groene vouwkarton bladeren en lijm die aan de steel van je zonnebloem.
• Deze zonnebloemen zijn een opmerkelijke blikvanger: plaats ze in vazen of bloempotten, op
het balkon, op het terras, in de kamer…
www.lessenpakket.be
Werkwijze:
De bloemen worden geblazen in plaats van geschilderd! Het kan even duren voor je ervaart hoe
hard je precies moet blazen om een mooie realisatie
te bekomen. Na enige oefening leidt het beslist tot
prachtige resultaten.
• Meng de verf met een beetje water.
• Druppel dan de verf op het papier en blaas deze
direct door middel van een rietje uit elkaar.
• Je krijgt pas een goed resultaat als je weet hoe je
het rietje best richt en hoe hard je moet blazen.
Dus best vooraf wat oefenen. Als je het rietje
rechtop houdt en er dan hard op blaast, dan krijg
je bloemen met heel veel 'blaadjes'.
• Als je met het papier draait terwijl je blaast, dan
krijg je stervormige bloemen. Kleine streepjes
kun je tot lange grashalmen blazen, die recht
naast elkaar staan of warrig door elkaar heen
lopen. Zo maak je van een toevallige vlek heel
makkelijk een bonte kever!
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 48
2
Onze tuin in de zomer
en in de winter
Doelen
Opdracht
• Het onderscheid vaststellen en verwoorden
tussen een zomer- en een wintertuin;
• Tweedimensionale contouren van een tuin
opvullen zodat ze het uitzicht krijgen van een
zomer- of een wintertuin.
• Beschouwend genieten van de realisaties.
Laat vaststellen dat het uitzicht van een zomeren wintertuin een wereld van verschil betekenen.
Bespreek de kenmerken via waarnemen in de
natuur en op afbeeldingen.
Verdeel de klasgroep in twee: de ene groep werkt
individueel of in subgroepjes aan een wintertuin,
de andere aan een zomertuin.
Er kan getekend, geverfd, met een collage (…)
gewerkt worden. Een combinatie van verschillende
technieken behoort tot de mogelijkheden. Er mag
ook met driedimensionale materialen gewerkt
worden.
Organiseer als afronding een waarderingsronde.
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 49
2
Bezoek aan een
boomkwekerij
Doelen
Behalve dat (vaste) planten, heesters en bomen
een park, een plantsoen, een tuin of een balkon
aangenaam maken, hebben ze nog andere func• een aantal functies verwoorden van bomen,
ties. Laat de kinderen opsommen en noteer die als
heesters en vaste planten in de omgeving;
trefwoorden of slogans op het bord:
• bewust worden van de noodzaak van bloemen
• ze breken met hun naalden of bladeren de
en planten in de natuur (milieu-educatie);
kracht van regen en wind;
• een eenvoudig interview aanmaken en kunnen
•
ze
houden met hun wortels de aarde vast;
afnemen;
• de belangrijkste werkzaamheden van een boom- • ze nemen met hun bladeren stof op uit de lucht;
kweker associëren met bijpassende afbeeldingen. • ze bieden woonruimte aan dieren en verschaffen
voedsel aan mens en dier;
• ze geven schaduw af bij zonnige dagen;
• ze zorgen voor recreatie;
1 Voorbereiding van het bezoek
• ze bieden zuurstof aan mens en dier;
Boomkwekers zijn in staat om op korte tijd met
• ze brengen afwisseling in het landschap;
behulp van bomen, heesters en vaste planten een
kale plek om te vormen tot een aantrekkelijke om- • ze verschaffen hout voor het haardvuur;
• ze …
geving waar het aangenaam vertoeven is. Neem
als uitgangspunt een plantsoen in de buurt van
de school. Houd een aantal richtvragen achter de
Interview
hand:
• hoe zou de omgeving eruit zien als er geen
• verdeel de kinderen in kleine groepjes;
bomen, heesters en planten zouden groeien?
• ze overleggen en noteren wat ze tijdens het
• waarom is het prettig om daar te wandelen,
bezoek zullen vragen;
te spelen of op een bank te zitten?
• via een daaropvolgend klasgesprek kom je tot
• wie heeft thuis een tuin? Een groen balkon of
een passend geheel waarin overlappingen worterras? k Laat verwoorden: uitzicht, plantenden geweerd en hiaten worden aangevuld.
soorten, onderhoudswerk…
• waar kopen we nieuwe bloemen en planten?
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 50
2
Bezoek aan een boomkwekerij
2 Het eigenlijke bezoek
Enkele hulpvragen bij het interview:
• Welke planten worden hier allemaal gekweekt?
• Hoe en door wie worden de planten verzorgd?
• Wat kan je doen als je planten er niet meer zo
gezond uitzien?
• Zijn er planten die niet goed tegen de zon of
tegen de regen kunnen?
• In welk seizoen kun je het best planten?
• Bestaan er ook herfst- en winterplanten?
• Kunnen planten bevriezen? Hoe voorkomen
we dat?
• …
Breng tijdens het bezoek goede gewoontevorming
bij:
• op de paden blijven tijdens de rondgang;
• planten mag je bekijken, betasten, eraan ruiken;
• geen planten beschadigen of vertrappelen;
• bladeren of vruchten aftrekken mag enkel na
toelating;
• beleefdheid bij het interview, tijdens het wachten,
bij het heengaan, …
Blokjes potgrond worden in plastic potjes geplaatst.
Een machine brengt in elk potje één boomzaadje of
pit.
De jonge boompjes krijgen voldoende water en meststoffen.
Op de computer wordt alles goed bijgehouden.
Elke boom moet gesnoeid worden, dat gebeurt met
een snoeimes.
De kweker let erop dat de bomen niet ziek worden
door insecten.
Met sproeistoffen zorgt hij ervoor dat de planten niet
ziek worden.
Een takje van een goede appelboom wordt op een
andere boom gebracht. Dat noemt men enten.
Afsluiting
3 Na het bezoek
De groep heeft de boomkwekerij bezocht of er is
een boomkweker in de klas gekomen. Laat deze
verwerkingsles onmiddellijk op het bezoek volgen.
Neem voldoende tijd om de kinderen te laten vertellen wat ze vastgesteld, ervaren en/of beleefd
hebben. Bedenk dat kinderen vijf zintuigen hebben!
Verwerkingsblad: praatjes bij plaatjes
Evalueer samen met de kinderen de teksten bij de
plaatjes.
Schrijf de boomkweker een bedankingsbrief.
Laat verwoorden wat ze nu meer weten als voordien.
De kinderen schrijven onder elke prent een zin. Ze
bedenken deze zelf of kiezen uit de zinnetjes onder
de schets. Zeker wanneer geen bezoek heeft plaats
gehad, kunnen de impressies eerder beperkt zijn.
Dan bieden de aangereikte zinnetjes het nodige
soelaas.
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 51
2
Bezoek aan een boomkwekerij
O
O
O
O
O
O
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 52
2
Geen tuin zonder tuingerei!
Doelen
Tips:
• kennis maken met diverse alaamsoorten voor
het werk in de tuin (ervaren + benoemen);
• de handeling uitdrukken met passende werkwoorden;
• materiaalgevoeligheid, spiertonus en -inhibitie
opvoeren;
• waardering voor het werk van de tuinman opbrengen.
Verloop van de les
Instap: als leerkracht kun je een attribuut van de
tuinman aantrekken: laarzen, groene jekker, wat
alaam op de schouder, … Dit spreekt de leerlingen
erg aan.
In een onderwijsleergesprek worden de verschillende materialen besproken. Laat vooral de ervaringen
die kinderen er reeds mee hebben opgedaan verwoorden. Er is mogelijks een kind van een tuinier of
een landbouwer in je klas: benut die kans!
Volgende materialen kunnen aan bod komen: de
hark, de gieter, de tuinslang, de spade, de schop,
de riek, het pootijzer, de snoeischaar, de snoeitang,
een haagschaar, de grasmaaier, de kruiwagen…
www.lessenpakket.be
• verschraal de les niet tot verbale woordkramerij. Voeg bij het zelfstandig naamwoord
ook het werkwoord;
• ervaringsleren: ga zo mogelijk naar een braakliggende ruimte waar kinderen handelend
de begrippen en vaardigheden verwerven en
verwerken;
• via een carrouselorganisatie kunnen kinderen
alle alaam hanteren (op school) of uitproberen
in een levensechte situatie;
• vergelijk desgevallend een mooie en een
minder mooie (moes)tuin, een park, een
boomgaard en relateer dit aan het werk van
de tuinier.
Verwerking
• kinderen maken een organigram: namen
(voldoende groot) van alle aanwezige tuingerei
aanmaken en aan de wand bevestigen; het bijhorend materiaal wordt eronder geplaatst.
• noteer bij onderstaande afbeeldingen de naam
van het tuingerief én wat je ermee doet.
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 53
2
Geen tuin zonder tuingerei!
O
O
O
O
O
O
O
O
O
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 54
2
Ik maak mijn eigen bloem
Doelen
Werkblad
• aan de hand van verschillende bloemen en planten een creatief (bloem)stukje knutselen;
• via complementair groepswerk een mooie compositie samenstellen;
• passende technieken om te hechten aanwenden;
• algemeen: liefde voor de natuur aanwakkeren.
een kader met aan de bovenkant een lijn om de
naam te schrijven.
Bij de voorbeeldbloem werden beukennootjes
gebruikt, een stokje, blaadjes van de treurwilg en
de berk.
Organisatie
• Ga zo mogelijk in de natuur (beemd, wei, bos, …)
op zoek naar passende planten, bloemen, vruchten, bladeren… voor een creatief werk.
De herfstperiode leent zich daartoe uiteraard
het best. Wijs de kinderen erop dat we enkel
meenemen wat overvloedig aanwezig is. We
zijn geen natuurrovers en verzamelen enkel de
hoeveelheid die we nodig hebben.
• je kunt de kinderen een individueel werkje
(bloem…) laten knutselen of met de realisaties
van alle kinderen een groepswerk (decor, wandversiering, groenactie…) laten samenstellen.
We bedenkt er een originele naam voor?
www.lessenpakket.be
sierteelt - tweede leerjaar - pagina 55
2
Download