Verbranding en ademhaling

Les 1: verbranding
 Wat verstaan we onder verbranding?
 Vrijmaken van energie
 Waar vind verbranding plaats?
 Buiten en/of binnen het lichaam?
 Formule van verbranding
 Zuurstof
 Brandstof
 Koolstof
 Waterstof
Hoe kan je aantonen dat verbranding in de mens plaats vind?
- Bedenk met de persoon naast jou een antwoord.
(5min)
 Wat is onze brandstof?
 Suiker?
 Hoe komen we aan deze brandstof?
 Waar komt dat vandaan?
 Hoe “verbranden” wij dit dan?
 In de maag? Darmen? Cellen?
Als een plant glucose maakt en de plant een organisme is, wat
verbrand de plant dan? Overleg in je 2-tal.
(2min)
 Kalkwater
 Indicator
 Op het raam ademen.
 Wat zie je dan?
 Kaars gaat uit.
 Waarom gaat de kaars uit?
 Warmbloedig
 Energie kosten
 Activiteit
 Koudbloedig
 Minder energie
 Minder activiteit
 Voor en nadelen
 Voorbeeld: slang -> eten
 Voorbeeld: mens -> gevaar
Overleg met je buurman/vrouw waarom de term koudbloedig
wel of niet klopt.
(2min)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Schrijf de algemene formule voor verbranding op.
Leg uit waarom je sneller gaat ademhalen als je aan
lichaamelijke inspanning doet.
Leg uit waarom je het warm krijgt bij lichaamelijke
inspanning.
Waarom is het belangrijk dat je hard sneller gaat
kloppen?
Wanneer vind er de meeste verbranding plaats in het
lichaam van een warmbloedig dier, in de zomer of de
winter. Leg uit!
Uitgeademde lucht is warmer dan de zojuist ingeademde
lucht bij warmbloedige dieren, waarom?
Ademhalen
Ademhalen
Longblaasjes
 Uitwisseling
 Stikstof
 Niet alles in 1 keer.
 Borstademhaling
 Middenrifademhaling
 Buikademhaling
 Verslikken
 Wat gebeurt er tijdens het verslikken?
 Wat kan je doen?
 Astma
 Filmpje
 Beschrijf waarom de 2 manieren uit het filmpje
kunnen helpen bij verslikken/stikken?
Verslikken
Astma
Hoe komen de zuurstofdeeltjes die in lucht zitten in
het bloed?
2. Op de foto zie je het ademhalingsmodel dat
‘ademhalingsproef’ heet.
1.
a. Wat stellen de ballonnen in dit model
voor?
b. Wat stelt het rubber vlies in het ademhalingsmodel
voor?
3.
Waarom is het oppervlak van de longblaasjes zo
groot?
 Wel een heel tennisveld als je alles zou uitspreiden.
Verschil
 Longblaasjes en longtakjes bedekt?
 Teer
 Waarom roken mensen?
 Nicotine
 Verslaafd
 Groepsdruk
 Stoer (films)
 Strottehoofd
 Strotteklepje
 Stembanden
 Wat is geluid
 Trilling
 Hoe zit het dan met voedsel?
 Kan dat er wel langs?
Stembanden
 Kijk in je boek voor de vragen
 Blz 30
 Antwoordenvel krijg je van mij
 Maak wat je weet. We hebben niet alles uit het
hoofdstuk gedaan.
 Werk voor jezelf in stilte!
 Heb je een vraag?
 Vinger omhoog en ik kom langs.