een historische optocht in zutphen

advertisement
die ons omtrent de periode 1763 tot 1815 wijzer kunnen maken.
Hetzelfde geldt voor de familiearchieven van bekende Zutphense geslachten,
waarvan menig lid verbonden is geweest met een van de genoemde sociëteiten.
Ook zou het, maar die wens is reeds in het boekje uitgesproken, voor de stadsgeschiedenis van belang zijn wanneer nadere gegevens aan het licht gebracht
kunnen worden over die leden van de Groote (of Oranje) Sociëteit die in de
achttiende en negentiende eeuw een rol hebben gespeeld in het bestuurlijke, culturele en economische leven van die dagen. De Werkgroep Genealogie van de
Historische Vereniging Zutphen zou er eer mee inleggen.
Tot slot nog een opmerking over het feit dat ik hierboven het woord Oranje
tussen haakjes plaatste. Dat was niet zonder bedoeling. Weliswaar sprak men
in het algemeen over Oranje Sociëteit(en), maar in de officiële naam van de
Nieuwe of Groote Sociëteit kwam Oranje niet voor. Zelfs het reglement van
1921 spreekt nog alleen van Groote Sociëteit. Pas nadien wordt de toevoeging
'Oranje' officieel onderdeel van de naam. Vermoedelijk heeft men het oranjegezinde karakter van de sociëteit in de jaren twintig van deze eeuw opnieuw
willen benadrukken en heeft men de naam gewijzigd in Groote of Oranje
Sociëteit.
Terugkomend op de vraag die in de kop van het artikel gesteld is, ben ik van
opvatting dat de Groote (of Oranje) Sociëteit teruggaat tot 1763. Maar mochten HermandLeferink gelijk hebben en mocht er een derde sociëteit hebben bestaan (de Kleine of Oude) dan is het niet uitgesloten dat de Groote (of Oranje)
Sociëteit kan bogen op een ouderdom die zelfs twee en een kwart eeuw te boven
gaat.
Dat in de roerige tijd tussen de Republiek en het Koninkrijk Holland documenten zijn verdwenen, vernietigd of uit het zicht geraakt, is er wellicht mede
de oorzaak van geweest dat men het spoor bijster raakte. De Groote (of Nieuwe, later Oranje) Sociëteit, was evenals de andere sociëteiten, een oranjegezinde vereniging. Ze werden alle gesloten in 1795. Het pand waarin de Groote
Sociëteit was gevestigd, werd trouwens door de Franse troepen in beslag genomen. Curieus blijft het dat de Groote (of Nieuwe) Sociëteit in 1800 al weer
geopend was, getuige de handgeschreven instructie aan de kastelein uit dat
jaar. Misschien had de tijdgeest zich al weer zo gewijzigd dat orangisten van
voor 1795 zich opnieuw konden verenigen.
* C. F . J . Schriks, Kleine historie van
(Zutphen, 1988).
225 jaar Groote of Oranje Sociëteit Zutphen 1763-1988
L . JEURISSEN
EEN HISTORISCHE OPTOCHT IN ZUTPHEN
In 1986 werden met financiële steun van de Vereniging van Vrienden van de
Stedelijke Musea twaalf aquarellen uit 1913 aangekocht van A. Renssen, oudtekenleraar aan de Ambachtsschool in Zutphen. Onderwerp van deze aquarellen is: de grote historische optocht uit 1913. Van 12 februari tot en met 13 maart
1988 werd hieraan een tentoonstelling gewijd in het Stedelijk Museum.
In 1913 was het honderd jaar geleden dat Nederland - en dus ook Zutphen - bevrijd werd van de Franse overheersing door Pruisische troepen en
Russische kozakken. In 1813 werd immers de uit Engeland teruggekeerde prins
WillemVI, zoon van stadhouder WillemV, uitgeroepen tot soeverein vorst.
Namens de Zutphense burgerij ging ook de toenmalige burgemeester van Zutphen, Willem Reinier op ten Noort, naar Den Haag om het vertrouwen van zijn
stad in de prins mee te delen.
Jaren van overheersing en onderdrukking waren voorbij. De Bataafse Republiek werd in 1815 uitgeroepen tot het Koninkrijk der Nederlanden, onder
koning Willem I. De banden met het Huis van Oranje waren weer stevig aangehaald. In een proclamatie, uitgevaardigd in november 1813, werd de stemming
op dat moment als volgt verwoord: 'Oranje Boven! Holland is vrij. De Bondgenoten trekken op Utrecht. De Engelschen worden geroepen. De Franschen
vluchten aan alle kanten. De zee is open. De koophandel herleeft. Alle partijschap heeft opgehouden. Al het geledene is vergeten en vergeven. Alle de aanzienlijken komen in de Regeering. De Regeering roept den Prins uit tot Hooge
Overheid. Wij voegen ons bij de Bondgenooten en dwingen den vijand tot
vrede. Het volk krijgt een vroolijken dag op gemeene kosten, zonder plundering noch mishandeling. Elk dankt God. De oude tijden komen wederom.
Oranje Boven'.
De Zutphense onafhankelijkheidsfeesten in 1913
In heel Nederland werd deze heuglijke gebeurtenis in 1913 herdacht. In Zutphen werd - in het kader van de viering van de onafhankelijkheidsfeesten een aantal comités en subcomités opgericht. De organisatie van de feestweek
(van 30 juni tot en met 5 juli 1913) was in handen van de Vereniging 'Zutphen
Vooruit'. Op 14 juni 1913 deed men het verzoek tot het houden van optochten
van 1 tot en met 4 juli en tot het afsteken van vuurwerk op 5 juli. Op 16 juni
werd gevraagde vergunning ~ e r l e e n dHet
. ~ bestuur van Zutphen Vooruit vormde de zogenaamde regelingscommissie onder voorzitterschap van D. J. Bos-
a
I
man. Vermeldenswaardig is verder het 'Erecomité', waarin ondermeer
A. E. Zimmerman, burgemeester van Zutphen, zitting had. Daarnaast werd
een aantal subcomités opgericht, ondermeer voor de muziek, de sport, het lunapark en uiteraard voor de historische optocht. Leden van deze optochtcommissie waren: mr. H. B. verloren van Themaat, voorzitter, J. Gimberg, secretaris, H . Evekink jr., penningmeester, mr. C. E. Stolk en B. Weijman, leden.
Mr. H. B. verloren van Themaat
l
Mr. H. B. verloren van Themaat als Hertog Karel (de Stoute)
van Bourgondië.
Grote initiatiefnemer en stimulator kan met stelligheid mr. VerLoren van Themaat genoemd worden. Hij werd geboren in Utrecht op 30 januari 1884, als
kind van rijke ouders. Na een studie rechtswetenschappen in zijn geboortestad
werkte hij enkele jaren in Zutphen bij de arrondissementsrechtbank. In 1922
vertrok hij naar Indië, waar hij op 28 juli 1924 op 40-jarige leeftijd overleed
aan de gevolgen van een blindedarmontsteking.
Vermeldenswaardig is - in relatie tot de opzet en de organisatie van de historische optocht in Zutphen - een gebeurtenis uit zijn studententijd in Utrecht.
In 1906 werd in de Domstad een jubileum van het Utrechts Studenten Corps
gevierd met een uitgebreide optocht in historische kostuums. Thema van deze
optocht was: de triomftocht van Julius Caesar Germanicus Drusus in Rome.
De hoofdrol werd vervuld door H . B. verloren van Themaat, lid van genoemde studentenvereniging. Ook in Zutphen vervulde mr. VerLoren van Themaat
in de optocht een hoofdrol, in de persoon van Karel de Stoute.
Er zijn meer opmerkelijke parallellen te vinden waaruit geconcludeerd kan
worden dat mr. VerLoren van Themaat verantwoordelijk moet zijn geweest
voor het algehele idee van deze optocht en de uitvoering ervan. In Utrecht verscheen in 1906 bij C. H . E. Breijer en A. J. van Huffel een 221 pagina's tellend
boek, van de hand van H. B. verloren van Themaat, getiteld: 'Te Rome anno
XVII'. Ook in Zutphen verscheen van hem in 1913 een geschiedkundig overzicht met betrekking tot de in de optocht uitgebeelde historische gebeurtenissen.3 In Utrecht werd de optocht eveneens vastgelegd in een serie van ca. twaalf
aquarellen, in dit geval geschilderd door de Utrechtse schilder J. P. C. (?)Grolman. Zowel in 1906 als in 1913 werd een speciale penning geslagen ter gelegenheid van de historische optocht. De entourage van de optocht in Utrecht bestond uit een aankleding van de stad in 'Romeinse' sfeer waar een arena voor
Romeinse wagenrennen werd nagebouwd. Zutphen werd, in gedeeltes, omgebouwd met behulp van houten decors tot 'Oud Zutphen': de stad zoals deze
eruit gezien moet hebben in de veertiende, vijftiende eeuw.
De historische optocht in Zutphen
Op donderdag 3 juli 1913 trok 's morgens en 's avonds de historische optocht,
bestaande uit zo'n 450 mensen verdeeld in zeven hoofdgroepen, via een vaste
looproute door de straten van Zutphen. Over het doel van deze optocht schrijft
mr. verloren van Themaat het volgende: 'In den "gecostumeerden ommegang" op 3 juli 1913 heeft de Optochtcommissie een beeld trachten te geven
van eenige hoofdpunten uit Zutphens Geschiedenis, in het bijzonder uit de 14e
en 15e eeuw ( . . . ) ' . 4
De eerste groep in de optocht geeft de edelen weer die aanwezig waren bij
de bevestiging van Zutphens rechten en handvesten door Reijnald, zoon van
de graaf van Gelre te Zutphen op 1 april 1324.
De tweede en tevens grootste groep geeft de intocht weer van Hertog Karel
(de Stoute) van Bourgondië in Zutphen op 4 augustus 1473. In deze groep vinden we het stadsbestuur van Zutphen, een bisschoppelijke stoet rond de figuur
van David van Bourgondië (bisschop van Utrecht en halfbroer van Karel de
Stoute), de Zutphense burgerij en de gilden, Gelderse edelen en ridders, erfdochter Maria van Bourgondië en haar gevolg, hertogin Margaretha van Bourgondië (echtgenote van Karel de Stoute) met haar gevolg, Bourgondische hofbeambten en tenslotte de hertog van Bourgondië zelf, omringd door hoge edelen en dienaren.
De derde groep stelt de belegering van het spaansge~indeZutphen voor in
oktober 1586, door Engelse troepen onder aanvoering van Sir Philip Sidney.
De vierde tot en met zevende groep stellen achtereenvolgens voor de Zutphense
klokkengieters (de gebroerders Hemony in 1642), een achttiende-eeuws muziekkorps, de onafhankelijkheid van Zutphen in 1813 verbeeld in de figuren
van burgemeester Op ten Noort (door jhr. L. F. Op ten Noort), de schutterij
van Zutphen en een groep Russische kozakken en tenslotte Zutphen in 1913
in de figuren van twee optochtcommissieleden: J . Gimberg en B. Weijman, gevolgd door een muziekkorps.
Over de laatstgenoemde groepen merkt VerLoren van Themaat op: '( . . . )
tot de andere groepen bleek, helaas, Zutphen's burgerij zich niet zóó aangetrokken te gevoelen als de commissie gemeend had, te mogen veronderstellen,
om welke reden die groepen in verhouding kleiner zijn geworden en op minder
deelneming der niet-militaire burgerij mochten rekenen dan wel wenschelijk
ware g e ~ e e s t ' .Deze
~ groepen hadden dus duidelijk minder aandacht dan de
eerste drie, waarin met veel meer pracht en praal de gebeurtenissen uit de geschiedenis verbeeld konden worden. Een citaat uit de krant illustreert dit: 'Te
10 uur deed de Hertog zijn intree in Oud-Zutphen, waar de ridderzaal met
haare talrijke vlaggen en draperieën en statigen troonhemel een voornamen indruk maakte'.6
Opmerkelijk is niettemin de geringe aandacht voor de gebeurtenissen uit
1813 in de optocht zelf. Dit werd min of meer gecompenseerd door een speciale, feestelijke manifestatie: namelijk de intocht van de Prins van Oranje op
woensdag 2 juli 1913. Na zijn aankomst per boot, aan de IJsselkade, vond
tijdens een tocht door de stad een merkwaardige ontmoeting plaats bij Kattenhave, de villa van VerLoren van Themaat. Hier wachtte Karel de Stoute, te
paard gezeten, de Prins van Oranje op voor een welkomstwoord. Dit alles
onder luide toejuichingen van het talrijke publiek. 'Het was of de hartelijke
toejuichingen wilden zeggen: jawel, we juichen nu om de vertooning, maar we
kennen je heel goed, jij bent die Prins, die toen en toen in ons land het Oranje
vorstenhuis weer hersteld heeft', aldus een kranteverslag uit die tijd.' Hieruit
moge blijken hoezeer men zich nog betrokken voelde bij hetgeen honderd jaar
daarvoor plaatsvond: de bevrijding en onafhankelijkheid van Nederland.
Noten
1. C. Stumphius, 1813-1913, Herdenking van het Herstel van Neêrlands onafhankelijkheid (Zutphen 1913) 17-18.
2. Nieuw Archief Gemeente Zutphen (NAZ), inv.nrs. 2010 en 2033.
3 . H. B. verloren van Themaat, Beknopt overzicht ten gebruike bij den Historischen optocht te
Zutphen, gedurende de eeuwfeesten, te houden op 3 juli 1913: 'Zutphen in de 14e en 15e eeuw,
bijzonderlijk onder Graaf ReynaldI en ReynaldII; en onder Hertog Karel de Stoute van Bourgondië (Zutphen 1913).
4. Ibidem 86.
5 . Ibidem 86.
6. Nieuwe Zutphense Courant, 5 juli 1913.
7. Zutphense Courant, 4 juli 1913.
I
HET STEDELIJK MUSEUM
ten behoeve van uw historisch onderzoek
I
- voorwerpen betreffende de geschiedenis van stad en graafschap
- topografische collectie: gedrukte kaarten, schilderijen,
prenten, foto's, prentbriefkaaarten
- historische tentoonstellingen
Het deel van de topografische collectie dat niet geëxposeerd is, kan tijdens kantooruren bekeken worden na een telefonische afspraak (05750- 16878).
I
Download