Leskaart 4 Surfen op het world wide web - Platform Allround

advertisement
Module 3:
Ik presenteer mezelf
periode 3
Module 3:
Ik presenteer mezelf
Deze Module bestaat uit 8 leskaart. Iedere week werk je aan een nieuwe leskaart.
Als leskaarten uit meerder onderdelen bestaan dan noemen wij die leskaart 1A.
leskaart 1B……
Het is goed mogelijk dat jouw klas niet bij leskaart 1 begint. Dat maakt bij deze
module niks uit. De docent legt uit waarom dat is.
OSG Echnaton 14-15
2
periode 3
Inleiding
Welkom bij de derde module van het nieuwe vak D&P/ DIENSTVERLENING. Voor
jou spannend en ook voor ons als docenten.
Het vak D &P/ dienstverlening is, samen met het vak D&P/ producten, jouw
voorbereiding op de praktische examens in de derde en vierde klas. Je leert van alles
over de vier (kern) activiteiten.
1.
2.
3.
4.
Het organiseren van een activiteit
Presenteren, promoten & verkopen
Een materieel product maken
Een multimediaal product maken
Natuurlijk leer je ook werken met de programma’s Word, Exel, Power Point,
Publisher, Internet en Bestandsbeheer.
Wat ga je doen?
We gaan aan de slag met het thema: leefstijl, Waarbij je aandacht besteed aan je
lichamelijke verzorging en gezond leefstijl . Ook zijn er lessen m.b.t. mediawijsheid
en zal de nadruk bij de kooklessen liggen op de verschillende snijtechnieken.
Nieuw in deze module zijn de verdieping en verbredingsopdrachten. Aan deze
opdrachten kun je werken, als je de gehele leskaart af hebt.
Zie je dit symbool in de tekst? Dit betekent, dat je dan even overlegt met de
docent of de opdracht in moet leveren. De opdracht is ook direct een bewijsstuk voor
jouw loopbaan-dossier en kan meetellen voor het rapportcijfer.
Wat ga je hiervan leren?
Aan het begin van alle lessen zijn de lesdoelen aangegeven. Lesdoelen zijn de
inhoudelijke doelen die een docent wil bereiken met zijn les. De doelen kunnen
betrekking hebben op kennis, vaardigheden en attitude. Aan het einde van de les zal
de docent evalueren of de doelen bereikt zijn. Op die manier werken docenten
gericht aan de ontwikkeling van de kinderen en dat bevordert de kwaliteit van het
onderwijs.
OSG Echnaton 14-15
3
periode 3
Leskaart 1
Zorg voor jezelf (roulerend practicum)
Lesdoelen:



De leerling leert op welke manier je voor je lichaam kan zorgen.
De leerling leert wat de beste lichaamshouding is bij het tillen.
De leerling leert wat roulerend practicum is.
Inleiding
Een goed behandelplan voor in een schoonheidssalon en de eigen badkamer helpt
de huid sterk en flexibel te houden zodat rimpels straks minder kans krijgen.
Door de huid te voeden en te versterken zorgen we voor een betere bescherming
tegen invloeden van buitenaf, zoals milieuvervuiling, ozon, weersinvloeden en nog
veel meer.
Wat heb je nodig?
 Boekje
 Pen
 Opdracht kaart
 Schrijfpapier
Wat ga je doen?
Stap1
Maak groepjes van vier leerlingen.
Stap 2
Ga binnen het lokaal op zoek naar een werkplek met een opdracht.
Stap 3
Je hebt 20 minuten voor één opdracht en vragen.
Stap 4
Als je klaar bent laat je deze praktijkopdracht aftekenen.
Stap 5
Ruim alles netjes op zodat het volgende groepje een schone werkplek
heeft.
Stap 6
Werk serieus en rustig.
Resultaten:
 Minstens vier opdrachten moeten zijn afgetekend
 Bijbehorende vragen op je schrijfblad opschrijven. Het wordt nagekeken!
Werkkaart 1
Gezichtsverzorging
………..
Werkkaart 2
Nagel- en handverzorging
………..
Werkkaart 3
Haarverzorging
……….
Werkkaart 4
Zweten (transpireren)
………..
Werkkaart 5
Lichaamshouding en sport
………..
OSG Echnaton 14-15
4
periode 3
Tot slot:
 Ga naar de docent en laat elke opdracht aftekenen. Bewaar het in je
Leitzmapje
 Werk netjes en help opruimen.
OSG Echnaton 14-15
5
periode 3
Vragen werkkaart 1
GEZICHTSVERZORGING
1. Welke 6 eigenschappen heeft de huid?
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
2. Hoe komt het dat de bovenste laag van de opperhuid loslaat (huidschilfers)?
………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………….
3. Geef twee kenmerken van de lederhuid.
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
4. Welke belangrijke orgaantjes (3x) zitten in de lederhuid?
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
5. Wat gebeurt er als er een porie verstopt raakt met vuil en talg?
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………..
6. Uit welke 3 grote lagen bestaat de huid?
………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………….
Praktijk:
1. Maak je huid schoon met reinigingsmelk en een wattenschijfje.
2. Haal de reinigingsmelk er weer af met behulp van lotion en een wattenschijfje.
Bekijk of je watje vies is.
3. Gooi de watjes in de prullenbak en maak de tafel en de spiegel schoon.
OSG Echnaton 14-15
6
periode 3
Vragen werkkaart 2
NAGEL- EN HANDVERZORGING
1. Welke invloeden (van buitenaf) kan de huid van de handen laten verouderen?
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
2. Op welke 3 plaatsen van het lichaam kan je de veroudering van de huid het
eerste zien?
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
3. Hoe snel groeit een nagel van je vinger per maand?
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
4. Hoe ontstaan breekbare nagels?
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
5. Hoe krijg je verkleurde nagels?
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
PRAKTIJK






Leg een handdoek op tafel en werk boven de handdoek.
Doe je vingertoppen van beide handen 3 minuten in een schaaltje met daarin
lauw water en een scheutje reinigingsmelk.
Na die 3 minuten kan je nagels schoonmaken met wattenstaafjes en kan je heel
voorzichtig je nagelriem terugduwen.
Maak ook onder je nagels schoon.
Neem een eetlepel babyolie en een eetlepel suiker in je hand. En scrub je handen
met dit mengsel. Spoel ze af met water. Hierna zijn ze heerlijk zacht.
Maak de tafel en het bakje schoon. Klop de handdoek uit boven de prullenbak,
gooi de wattenstaafjes weg. Doe de handdoek in de wasmachine.
OSG Echnaton 14-15
7
periode 3
Vragen werkkaart 3
HAARVERZORGING
1. Wat is de belangrijkste taak van het haar?
…………………………………………………………………………………………..
2. Je hebt haartjes in je neus omdat:
……………………………………………………….………………………………………..
3. Je hebt wenkbrauwen en wimpers omdat:
…………………….……………………………………………………………………………
4. Je hebt haren op je armen omdat:
…………………………………………………………………………………………………
5. Geef 4 taken (functies) van het haar.
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
6. Geef drie oorzaken van het vuil worden van je haar?
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
7. Hoe komt iemand aan vet haar?
………………………………………………………………………………………………….
8. Geef twee nadelen van droog haar.
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
9. Geef drie eigenschappen van normaal haar.
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
10. Wat kan je gebruiken om grof haar soepel en zacht te krijgen.
…………………………………………………………………………………………………
PRAKTIJK
 Bekijk de verschillende shampooflessen. Welke shampoo is voor welk type haar?
 Bekijk je haar en bekijk wat voor soort haar je hebt. (krullend, steil, dik, dun enz.)
 Zoek uit welke shampoo jij kan gebruiken.
 Welk extra stofje (ingrediënt) bevat de shampoo om haar mooi te maken?
 Wat voor producten gebruik je nog meer om je haar mooi te maken.
 Schrijf de resultaten op en ook die van je groepsgenoten.
Naam
leerling
OSG Echnaton 14-15
Haarsoort
Type shampoo
8
Extra
ingrediënt
Extra producten voor
mooi kapsel
periode 3
Vragen werkkaart 4
ZWETEN
1. Wat is de taak van het zweten?
…………………………………………………………………………………………………..
2. Via welke opening komt het zweet de huid uit?
…………………………………………………………………………………………………..
3. Wanneer gaat zweet stinken?
…………………………………………………………………………………………………..
4. Wat gebruik je om zweetlucht tegen te gaan?
…………………………………………………………………………………………………..
5. Waar moet je nog meer aan denken bij je dagelijkse verzorging?
…………………………………………………………………………………………………..
6. Wat moet je doen om je voeten goed te verzorgen?
…………………………………………………………………………………………………..
7. Hoe ontstaat voetschimmel?
…………………………………………………………………………………………………..
8. Bedenk wat het werk van een pedicure inhoudt?
…………………………………………………………………………………………………..
PRAKTIJK
Hoe ziet jouw verzorging eruit? Neem over en vul in:
Verzorging
Per dag Per week
Tandenpoetsen
Douchen
Haren kammen
Handen wassen
gezichtsreiniging
Haren wassen
Deodorant
Schone sokken
Bekijk goed de verpakkingen van de verschillende deodorant. En vul het schema in.
Dermo
Zero %
Dermo extra
Dermo
invisible
control
sensitive
Prijs
Spuitbus / roller /
crème
Deodorant of
antitransparant
Maakt geen vlekken
geparfumeerd
Hygiënisch in gebruik
Na het 1e gebruik
maar 12 maanden
houdbaar
Onbeperkt houdbaar
OSG Echnaton 14-15
9
periode 3
Verzorgt ook de huid
Verdieping/ verbreding (bij leskaart 1)
Er mooi en goed verzorgd uit willen zien, is voor alle leeftijden. Uit een onderzoek
door het Nationaal Ouderenfonds blijkt de meerderheid van de 65-plussers het
uiterlijk belangrijk te vinden
Lesdoelen:


De leerling leert een PowerPoint presentatie maken
De leerling leert hoe ouderen over uiterlijke verzorging denken.
Wat heb je nodig?

Laptop
Wat ga je doen?
Je gaat een PowerPoint presentatie maken over ouderen en uiterlijke verzorging.
(alleen of in een kleine groep van 2 a 3 leerlingen)
Stap 1
Ga naar de site hieronder en leest de tekst op de pagina.
http://www.nu.nl/gezondheid/2592684/uiterlijk-latere-leeftijd-belangrijk.html
stap 2
Noteer de belangrijkste zinnen die je aan je klasgenoten wilt vertellen
over ouderen en uiterlijke verzorging.
Stap 3
Verwerk de belangrijkste informatie in een PowerPoint presentatie.
Stap 4
Presenteer je PowerPoint aan de klas.
Let op!
Je mag ook gebruik maken van andere bronnen (sites)
Deze bronnen moet je noteren in je laatste dia, onder het kopje bronnen.
OSG Echnaton 14-15
10
periode 3
Leskaart 2:
Jeugdpuisjes
Lesdoelen:


De leerling leert hoe jeugdpuisjes ontstaan.
De leerling leert een reinigingsmiddel maken.
Inleiding
Op deze leeftijd kan je last hebben van puistjes dit kan heel vervelend
zijn. Tijdens deze les ga je leren hoe puistjes ontstaan. En verder ga je zelf een
middeltje maken om je huid te reinigen (schoonmaken).
Wat heb je nodig?
 Theorie tekst
 Vragen
 schrijfpapier
 Standaard OT spullen
 Practicum materiaal
Wat ga je doen?
Theorie- en praktijkopdrachten maken.
Theorieopdracht
Stap 1
De klas wordt in 2 groepen gesplitst. Je start of met de theorie of met
de praktijk.
Stap 2
Lees de theorie en maak daarna de vragen, (‘jeugdpuistjes wat moet je
er mee?’)
Praktijkopdracht
Stap1
Je werkt in tweetallen:
Stap 2
Kies een opdracht en een keukenplek
Stap 3
Lees de beschrijving
Stap 4
Pak de benodigde spullen
Stap 5
Ga aan de slag
Stap 6
Vergeet niet op te ruimen als je klaar bent
OSG Echnaton 14-15
11
periode 3
Resultaten
 Vragen zijn gemaakt en worden in je Leitzmapje bewaart.
 Zelf gemaakt reinigingsmiddel voor de huid
OSG Echnaton 14-15
12
periode 3
Praktijk leskaart 2
Een van de belangrijkste dingen, als het gaat om
huidverzorging is het reinigen van de huid van het
gezicht. Als je in een stad woont of in de buurt van
een industriegebied, zit er in de lucht veel
luchtvervuiling die zich gemakkelijk aan je gezicht
vastplakt. Zou je niet graag met een aantal
eenvoudige stappen en een aantal tips een
eenvoudige reiniging willen aanleren?
Reinigen van je gezicht doe je in drie stappen
Reiniging is de eerste van de drie stappen, daarna de tonic en als laatste de vocht
inbrengende crème. Gewone zeep droogt de huid uit. Gebruik dus een ander middel om
je huid te reinigen. Speciale gezichtsreinigingsmiddelen zijn er meestal in de vorm van
een crème of een lotion.
De tonic gebruik je om de zuurgraad van je huid weer op pH 7 te krijgen. En als laatste
gebruik je een vocht inbrengende crème om er weer vocht in te brengen.
Een crème is stevig, een lotion is meer vloeibaar en een tonic is een vloeistof.
Kies 1 van de vier opdrachten, werk in tweetallen.
Was alle gebruikte keukenspullen goed af en maak het aanrecht droog. Het volgend
groepje wilt ook schone spullen.
Opdracht 1: Het maken van
gezichtsreinigingsmiddel op basis van melk:
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Neem een half kopje koude melk.
Voeg een halve theelepel zout. Roer goed door.
Neem de bollen van katoen, deze laten weken en
wrijf zachtjes melk en zout lotion over het gezicht .
Laat het 2-3 minuten zitten. Daarna nogmaals
opnieuw.
Nu wrijf in de cirkelvormige beweging en afwassen. Het zout in de melk
schrobt de dode huidcellen voorzichtig weg en de melk voedt de huid.
Je gezicht krijgt onmiddellijk een frisse en stralende look. Dit is goed voor
alle huidtypen.
OSG Echnaton 14-15
13
periode 3
Opdracht 2: Maken van een gezichtsreiniger met komkommer.
De meeste gezichtsreinigingsmiddelen en zepen die je in de winkel kunt kopen bevatten
veel agressieve chemicaliën. Deze producten zijn goed in het reinigen van de huid,
maar kunnen schadelijke zijn op de lange termijn. De chemische stoffen in deze
producten halen het vocht uit de huid en maken het droog en dof. Dit kan leiden tot
acne omdat de talgklieren starten met het produceren van een teveel aan talg.
Natuurlijke gezichtsreinigingsmiddelen zijn milder en bevatten geen chemicaliën. Ze
helpen om de huid te reinigen terwijl het vochtgehalte goed blijft.
Komkommer en melk zijn natuurlijke gezichtsreinigers werkt
goed in het reinigen van de huid. Het maakt ook de huid zacht
en soepel. Komkommer kalmeert de huid, terwijl de melk voedt
en hydrateert (vocht toevoegen).
Stap 1`
Rasp een ¼ komkommer
Stap 2
Pers twee eetlepels sap uit een komkommer
Stap 3
voeg deze toe aan een theelepel melk.
Stap 4
Met behulp van een watje, voorzichtig deppen het
mengsel gelijkmatig op het gezicht.
Stap 5
Laat het ongeveer 5 minuten zitten en spoel het
daarna met lauw water af.
Opdracht 3: reinigingsmiddel van citroensap, honing en eiwit.
Een gezichtsreinigingsmiddel dat goed helpt tegen
acne kan worden gemaakt met behulp van het
citroensap, de honing en eiwit. Let goed op de
hoeveelheden, teveel citroensap kan je huid irriteren.
Stap 1
Meng een theelepel van citroensap en
een lepel van honing.
Stap 2
Doe een ei in een schaaltje en schep
voorzichtig het eigeel eruit en gooi dat
weg.
Stap 3
meng het eiwit met het honing-citroensap mengsel.
Stap 4
Breng het mengsel op het gezicht en laat het drogen, waarna je het kunt
afspoelen met lauw water.
OSG Echnaton 14-15
14
periode 3
Opdracht 4: gezichtsreiniger van olijfolie en honing
Je kunt ook gebruik maken van een olijfolie en honing
gezichtsreiniger. Dit is goed voor de droge huid.
Stap 1
Meng een theelepel van olijfolie en een theelepel
honing
Stap 2
Meng dit en met een paar theelepeltjes van
gedestilleerd water.
Stap 3
Breng het mengsel op het gezicht met behulp van
een katoen bol en laat het voor ongeveer 5 minuten
zitten .
OSG Echnaton 14-15
15
periode 3
Verdieping/ verbreding (bij leskaart 2)
Soorten Acne
Acne komt voor in verschillende soorten en gradaties, variërend van licht/mild tot zeer
zwaar/hevig. Op deze pagina staan zowel de verschillende vormen van acne als
huidaandoeningen die op lijken op acne, maar dat niet zijn.
Afhankelijk van de ernst van het probleem heeft iedere type acne een specifieke
behandeling nodig. Een huismiddel of medicijn van de drogist of apotheek (zoals
benzoylperoxide) volstaat om lichte tot middelmatige puistjes te bestrijden. Bij zeer
ernstige vormen van acne is de hulp van een gespecialiseerd arts (dermatoloog)
noodzakelijk.
Lesdoelen:



De leerling leert een brochure maken in Publisher over acne.
De leerling leert wat acne is.
De leerling leert hoe je acne kan voorkomen.
Wat heb je nodig?

Laptop
Wat ga je doen?
Je gaat een brochure maken in Publisher over ouderen en uiterlijke verzorging.
Stap 1
Ga naar de site hieronder en leest de tekst op de pagina.
http://acnevitaal.nl/acne/soorten-acne/
Stap 2
Kies 1 vorm van acne uit en noteer de belangrijkste zinnen die je in je
brochure wilt hebben over de gekozen acne.
Stap 3
Verwerk de belangrijkste informatie in een brochure.
Stap 4
Presenteer jou brochure aan de klas.
OSG Echnaton 14-15
16
periode 3
Leskaart 3
Advertentie schrijven (flyer)
Lesdoelen:



De leerling leert wat het doel is van adverteren.
De leerling leert wat een product is.
De leerling leert een advertentietekst schrijven.
Advertentieteksten schrijven
Het schrijven van de advertentietekst is een belangrijk onderdeel van een succesvolle
campagne.
Naast het feit dat een advertentie moet aanspreken moet het ook een goed beeld geven
van wat je als adverteerder te bieden heb. Wees hierin eerlijk en schets een zo goed
mogelijk beeld van wat de klant kan verwachten.
Wat heb je nodig?



Schrijfpapier (om eerst in klad te werken)
Laptop
Werkboek (module 3)
Wat ga je doen?
Je gaat in Publisher (flyer) een advertentietekst schrijven over je zelfgemaakte
product.(leskaart 2)
Stap1
Lees de opdracht goed door
Stap 2
Maak de opdracht eerst op schrijfpapier
Stap 3
Laat de opdracht nakijken bij de docent.
Stap 4
Maak de opdracht in Publisher/ flyer.
Bewaar je opdracht in je Leitzmapje. (opdracht dat je op papier hebt gemaakt)
OSG Echnaton 14-15
17
periode 3
Let op!






Houd bij het schrijven van een advertentietekst altijd je doelgroep voor ogen.
Let op de aanspreekvorm, populaire woorden, etc.
Zorg voor een pakkende titel!
Ook trek je de aandacht door hoofdlettergebruik toe te passen op belangrijke
woorden in de titel. Met hoofdlettergebruik bedoelen we de eerste letter van deze
woorden, zodat ze extra opvallen.
Wek interesse op!
De behoefte naar jouw product of dienst moet gestimuleerd worden

Sluit af met een call-to-action!
Het is belangrijk gebruikers aan te sporen een actie te ondernemen. Wat wil je dat de
gebruiker doet na het lezen van de advertentietekst?
Sluit de advertentietekst af met een aansporing waarin je ook een voordeel benoemt
voor de gebruiker. Bijvoorbeeld: “Bereken online hoeveel u bespaart!” of “Bestel nu
direct veilig online!”
2 voorbeelden
OSG Echnaton 14-15
18
periode 3
Verdieping/ verbreding (leskaart 3)
Doelen en soorten van reclame
Lesdoelen:


De leerling leert een nieuwsbrief maken.
De leerling leert in Publisher werken.
Inleiding
Een deodorant laat je oksels fris ruiken maar je kunt er ook iemand mee versieren. Elke
dag worden er wel drieduizend van deze reclameboodschappen vertoond. Reclame
maken is informatie geven met het doel om het koopgedrag te beïnvloeden .
wat heb je nodig?
 Laptop/ informatieblad
 A3 blad (als er geen laptop aanwezig is)
 Pen/ potlood/ stift
Wat ga je doen?
Je gaat een nieuwsbrief maken in Publisher over soorten reclame.
Stap 1
Ga naar de site hieronder, of vraag de jou docent de informatieblad
http://archief.schooltv.nl/eigenwijzer/2157348/maatschappijleer/item/567702/doele
n-en-soorten-van-reclame/
Stap 2
Lees de informatie goed door.
Stap 3
Maak een nieuwsbrief over soorten reclame
Stap 4
presenteer je nieuwsbrief aan de klas.
bewaar jouw nieuwsbrief dat je op papier heb gemaakt in je Leitzmapje.
OSG Echnaton 14-15
19
periode 3
Leskaart 4
web
Surfen op het world wide
Jullie zijn van jongs af aan bekend met het gebruik van nieuwe
media. Het kletsen via Skype, Twitter, netwerken via
profielsites als Facebook, Instagram, Tumblr en samenwerken
in online games als World of Warcraft, en zelfgemaakte
filmpjes plaatsen op YouTube. Het is belangrijk, voor de rest
van je leven, om te leren je positief te presenteren op het web.
Daarbij hebben de ervaringen die je op doet op web veel invloed hebben op jouw ideeën en
manier van denken.
Verder komt internet tegemoet aan behoeftes die jullie hebben. Het is spannend, je kunt je
eigen creativiteit ontwikkelen en technische snufjes uitproberen. Ook leer je sociale regels,
oefen je met het onder woorden brengen van je gevoelens en ben je regelmatig bezig met het
presenteren van jezelf.
Wat heb je nodig?




Wit A4 papier
Rode pen
Groene pen
Spelvragen
Wat ga je doen?
Opdracht 1
Stap 1:
Maak een lijst met dingen die je zelf doet met behulp van internet. Maak een
tweede lijst met dingen die je zou kunnen doen. Schrijf deze op in je Leitzmapje.
Stap 2:
Maak een eigen woord web met in het midden de zin ‘internet en jongeren’.
OSG Echnaton 14-15
20
periode 3
Stap 3
De positieve woorden kleur je groen. En de negatieve
woorden kleur je rood.
De woorden die met elkaar te maken hebben verbind je
met een gele lijn.
Op de lijn schrijf je waarom je vindt dat ze bij elkaar horen.
Stap 4
De docent maakt samen met de klas een woordweb op het bord.
Stap 5 Zet je naam op je woordweb en stop deze in je Leitzmapje.
Opdracht 2
Voel jij je veilig op het internet? Bijna de helft van de jongeren zegt van wel. Facebook, Twitter
en You Tube worden steeds populairder, maar al dat internetten is niet zonder risico. Zo zijn er
risico’s bij het online plaatsen van je foto’s, video’s en andere persoonlijke gegevens. Verder is
er regelmatig sprake van cyberpesten. Mr Right (uit de filmpjes) geeft goede tips om je wegwijs
te maken op het internet.
Stap 1
Bekijk met de hele klas de filmpjes: “Mr. Right” over Safe Internet en internet
pesten. (schooltv weekjournaal)
Stap 2
Maak de vragen op het werkblad dat je van de docent krijgt.
Stap 3 Zet je naam op je werkblad en stop deze in je Leitzmapje.
OSG Echnaton 14-15
21
periode 3
Opdracht 3:
Stap 1
Je speelt samen met de klas het spel ‘Ranking your classmates’. Hoe goed ken
jij je klasgenoten.
Stap 2
De docent is de spelleider en bepaalt over wie de vraag wordt beantwoord. Per
speelronde schrijf jij je antwoorden op in je Leitzmapje
Stap 3 De antwoorden van de diverse speelrondes staan in je Leitzmapje.
OSG Echnaton 14-15
22
periode 3
Leskaart 5
Jong en geld.
Als je jong bent moet je in stappen leren met
geld om te gaan. Dat lijkt heel makkelijk, maar
in de praktijk kunnen er toch grote problemen
ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan schulden
door verkeerd gebruik van je pinpas.
Benodigdheden:
 Internet
 Pen en papier
Opdracht 1
Wat ga je doen?
Bekijk samen met de klas het filmpje van schooltv.nl. “pinnen”.
Stap 1
Stap 2 Lees de theorie tekst en beantwoord de vragen.
Stap 3 Zet je naam op je werkblad en stop deze in je Leitzmapje.
Opdracht 2
Wat ga je doen?
Stap 1
Bekijk met de klas het You Tube filmpje “Laat je niet vastpinnen”.
Stap 2
Verwerk de vragen in een verslag.
Vragen You Tube filmpje “Laat je niet vastpinnen”.
1. Hoe heet de jongen die het eerste verhaal verteld.
2. Hoe heet de politieactie van het You Tube filmpje?
3. Waarom wordt het meisje meegenomen naar het
politiebureau?
4. En waarom zijn veel meiden het slachtoffer?
5. Waarvoor heeft de crimineel een rekening van een gewoon
persoon nodig? Leg uit!
6. Wat zijn de gevolgen voor later, voor deze jongeren?
Stap 3
Maak een tekening over het You Tube filmpje.
OSG Echnaton 14-15
23
periode 3
Stap 4
Maak een top 5 over hoe je verstandig met geld en je pinpas om moet gaan. En
bedenk hoe je geld kan besparen.
Stap 5
Top 5
Neem het schema over in je Leitzmapje en vul in.
Tips & Trucs
1
2
3
4
5
OSG Echnaton 14-15
24
periode 3
OSG Echnaton 14-15
25
periode 3
Verdiepings/verbredings opdracht.
Waarvoor heb je geld nodig?
Als je iets koopt dan vervul jij je eigen behoefte en dan ben je een consument.
Als je tussen de middag een broodje gezond koopt, dan koop en verbruik je een
product. Een cd, een winterjas of een scooter zijn ook producten.
De dingen die we allemaal nodig hebben om te kunnen leven en wonen zonder
schulden noemen ze de basisbehoeften. Deze zijn dus noodzakelijk om te
kunnen leven. Een aantal basisbehoeften zijn:
o
o
o
o
o
o
een huis (onderdak), wonen
voeding
kleding
geld
samen zijn met anderen
ontspanning
Stap 1
Stel je voor je hebt een baan en je gaat op jezelf wonen.
Leg uit wat basisbehoeften zijn en bedenk welke basisbehoeften er zijn om zelfstandig te
kunnen wonen.
Stap 2 Maak een lijst met kosten die je ervaart als je zelfstandig woont. Waar maak je allemaal
gebruik van als je woont in een huis. Deze kosten noem je vaste lasten.
Stap 3
Ga op zoek in tijdschriften naar plaatjes die passen bij de basisbehoeften die
horen bij zelfstandig wonen. En maak een collage op A3 papier.
Stap 4 Doe de collage in je Leitzmapje.
OSG Echnaton 14-15
26
periode 3
OSG Echnaton 14-15
27
periode 3
Leskaart 8
Groentesoep
Lesdoelen:


De leerling leert Thaise kippen- groente soep maken
De leerling leert snijtechnieken aan.
Wat heb je nodig?



Het recept
Ingrediënten
wok
Wat ga je doen?
Jullie gaan vandaag groentesoep maken; Thaise Kippen-groente soep met noedels.
Ingrediënten(4personen)








400 g kipfilet
3 eetlepels olie
1 zak Oosterse (wok groenten (750 g, diepvries))
1 blik kokosmelk (400 ml)
1 liter kippenbouillon (van tablet)
150 g roerbak mie (pak a 500 g)
4 eetlepels ketjap (of sojasaus)
1 theelepel sambal oelek
455918
Bereidingswijze






Kip in stukken snijden.
Olie in wok verhitten en hierin kip 3 min. bakken.
Wok groenten toevoegen en 3 min. meebakken.
Kokosmelk en bouillon toevoegen en aan de kook brengen.
Noedels toevoegen en 5 min. zachtjes laten doorkoken.
Soep op smaak brengen met ketjap of sojasaus en sambal.

Soep over 4 grote diepe kommen verdelen
OSG Echnaton 14-15
28
periode 3
Verdieping/ verbreding (leskaart 8)
Voedingswaarde
Niet alle voedingsmiddelen zijn even waardevol. En dat is maar goed ook – dat maakt
afwisseling makkelijker.
Sommige etenswaren zijn vanuit voedingskundig oogpunt niet zo waardevol,
bijvoorbeeld wittebrood met jam, of friet. Die hebben wel calorieën, maar weinig nuttige
stoffen.
Wie gevarieerd eet, krijgt bijna altijd alles binnen wat hij nodig heeft. Dus wissel
aardappelen af .met friet of pasta, eet verschillende soorten groente, diverse fruitjes,
vlees, vis of kip.
Lesdoelen


De leerling leert wat voedingswaarde is.
De leerling leert wat de voedingswaarde van energie drank is.
Wat heb je nodig?



Laptop of blad met theorie over voedingswaarde.
Schrijfpapier
Pen
Wat ga je doen?
Je gaat vragen beantwoorden.
Stap1
Lees de voedingswaarde hieronder van de thaise kippen-groente soep.
De voedingswaarden (per eenpersoonsportie) Thaise Kippen-groente
soep met noedels is:




Stap 2
energie 613 kcal
eiwit 35 g
koolhydraten 44 g
vet 33 g
Ga naar de site hieronder en beantwoord de vragen in stap 3
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/energiedrankjes.aspx
OSG Echnaton 14-15
29
periode 3
Stap 3
Beantwoord de volgende vragen:










Wat zijn de voedingswaarden van Red Bull Energy Drink?
Energiedrank, wat is dat?
In de meeste blikjes energiedrank zit ongeveer 80 milligram cafeïne.
Dat is evenveel als
In een energyshot zit …….. tot ……. milligram cafeïne.
Wat is taurine en glucurono-lacton?
Energiedranken heten ook wel hypertone dranken. Waarom?
Energiedranken zijn calorierijk. In 1 blikje zitten ongeveer 100
kilocalorieën. Als je meer calorieën binnenkrijgt dan je nodig hebt, wat
gebeurd er met je?
Energiedranken kunnen het lichaam uitdrogen. Als je energiedrank
drinkt, drink dan ook altijd ……………………..
Wat is het advies als je alleen kijkt naar de cafeïne in energiedranken?
Wat is het advies bij het sporten?
Bewaar jouw opdracht in je Leitzmapje.
OSG Echnaton 14-15
30
periode 3
Bijlagen.
Verdieping/verbreding
Docenten Informatie (bij leskaart 1)
Omschrijving
IJSSELSTEIN - Er mooi en goed verzorgd uit willen zien, is voor alle leeftijden. Uit een
onderzoek door het Nationaal Ouderenfonds blijkt de meerderheid van de 65-plussers het
uiterlijk belangrijk te vinden.
Ze gebruiken veelvuldig verzorgingsproducten en ook bezoeken velen nog regelmatig een
specialiste.
Ruim een derde (36 procent) van de ouderen zegt het nog altijd heel belangrijk te vinden dat ze
er goed uit zien. Deze ouderen gebruiken nog dagelijks verzorgingsproducten en zeggen niet
naar buiten te gaan zonder make-up.
De grootste groep ouderen (bijna 60 procent) vindt het uiterlijk op hogere leeftijd nog wel
belangrijk, maar minder dan vroeger. Deze groep verzorgt zich echter nog altijd goed; de huid
komt niets tekort en ook wordt de kapper nog regelmatig bezocht.
Slechts 5 procent van de ouderen vindt dat uiterlijk er op hun leeftijd niet meer toe doet. Deze
mening wordt sterker naarmate de leeftijd vordert. Zo ligt dit percentage onder 85-plussers op 12
procent.
Manicure
Maar liefst de helft van de senioren zegt met regelmaat bij een huidverzorgingsspecialiste,
manicure of pedicure te komen. Een derde gaat soms. Een op de zes ouderen gaat nooit naar een
specialist.
Het kapsel staat met stip op één als antwoord op de vraag wat ouderen het belangrijkste vinden
aan uiterlijke verzorging. Op grote afstand volgt het gebit. Lekker ruiken en goed verzorgde
make-up worden als minder belangrijk ervaren.
Verzorgingsproducten
Opvallend is dat ouderen nog altijd veel verzorgingsproducten gebruiken. Deodorant is daarbij
het meest gebruikte product. Van de groep van 65 tot 85 jaar zegt nog bijna driekwart de oksels
met wat deodorant fris te houden.
OSG Echnaton 14-15
31
periode 3
Daarnaast zijn gezichtscrème, handcrème en bodylotion populair. Zo’n 40 procent van de groep
tot 85 jaar zegt nog make-up te gebruiken, vooral lippenstift.
Bij de senioren die ouder zijn dan 85 neemt het gebruik van verzorgingsproducten iets af. Maar
nog altijd gebruikt de helft deodorant en gezichtscrème. Make-up wordt op deze leeftijd door
nog slechts 20 procent van de oudere dames gebruikt.
Geen tijd
Veel ouderen zeggen graag meer aandacht aan hun uiterlijk te willen besteden, maar zijn hier
zelf niet fysiek toe in staat. Dit geldt voor een kwart van de 75-plussers.
Daarbij tekenen zij aan dat ook het personeel in verzorgingshuizen geen tijd heeft om hen hierbij
te helpen. Een kleinere groep zegt niet meer aandacht te besteden aan het uiterlijk uit financiële
overwegingen.
BeautyPlusBus
Het Ouderenfonds heeft het onderzoek gehouden in aanloop naar de opening van de
BeautyPlusBus. Deze mobiele schoonheidssalon rijdt sinds kort vier dagen per week langs
woonzorgcentra in Nederland om ouderen een verwenmoment te bieden.
Door: Gezondheidsnet
OSG Echnaton 14-15
32
periode 3
Verdieping/ verbreding
Docenten Informatie (bij leskaart 3)
Doelen en soorten van reclame
Van naamsbekendheid tot sponsoring
Een deodorant laat je oksels fris ruiken maar je kunt er ook iemand mee versieren. Elke
dag worden er wel drieduizend van deze reclameboodschappen vertoond. Reclame maken
is informatie geven met het doel om het koopgedrag te beïnvloeden.
Reclameblokken op televisie herken je aan het logo van STER of IP. Maar soms is reclame
moeilijker te herkennen. Zie je een prachtige documentaire over de Spaanse kust, dan kan een
reisbureau hiervoor betaald hebben.
Sponsoring
Bedrijven geven geld aan tv-programma's en sportclubs met het doel om meer naamsbekendheid
te krijgen en positief over te komen. Deze vorm van reclame heet sponsoring. Veel sponsors en
reclamemakers proberen met hun reclameboodschappen jongeren te verleiden tot kopen.
Drie soorten reclames
1. Commerciële reclames: zijn erop gericht om de kijkers een bepaald product te laten kopen
2. Ideële reclames: zijn gericht om attitudes en gedrag te veranderen
3. Sponsoring: reclames met de lengte van een heel programma
Beïnvloeden
OSG Echnaton 14-15
33
periode 3
Reclamemakers kijken allereerst goed naar de behoeften van de mensen. Mensen hebben
lichamelijke behoeften, zoals eten, drinken, onderdak en gezondheid. Maar mensen hebben ook
emotionele behoeftes, waarbij het gevoel een belangrijke rol speelt, zoals het verlangen naar
avontuur, status, gezelligheid, veiligheid en liefde. De reclamemakers spelen vooral handig in op
die emotionele behoeften.
Doelen van reclame
Reclame is vooral bedoeld om de consumptiemaatschappij in stand te houden. Sinds de komst
van industrialisatie worden er teveel producten gefabriceerd en om de economie in stand te
houden moeten mensen worden gestimuleerd om te consumeren.
Aanprijzen
Reclame helpt bij het creëren van nieuwe behoeften door het aanprijzen van producten.
Daarnaast is het zo dat in het kapitalistische systeem verschillende merken van dezelfde
producten met elkaar concurreren. Vroeger was reclame dan ook meer gericht op het verkopen
van de kwaliteiten van een product, maar tegenwoordig wordt vaak een imago of een leefstijl
verkocht. Veel mensen denken niet dat reclame werkt, omdat zij niet direct naar de winkel zullen
rennen om het product te kopen. Toch werkt het wel. Het gaat namelijk om de naamsbekendheid
van een product.
Naamsbekendheid
Wanneer een consument in de winkel staat met keuze uit meer dan vijf of tien merken kiest deze
er vaak voor om dat merk te kopen dat enigszins bekend klinkt. Interessant is dat op televisie
speciaal programma's ontwikkeld worden om zo doelgroepen voor reclames te creëren. De
inkomsten zijn namelijk grotendeels afhankelijk van reclame, daardoor bestaan televisiezenders.
Reclames worden afgestemd op de programma's en mogelijke kijkers, wanneer een zender dus
meer geld wil zal deze proberen reclame binnen te halen door het aanbieden van programma's
die als doelgroep de doelgroep van de reclame hebben.
Doelstelling
OSG Echnaton 14-15
34
periode 3
Reclamemakers hebben maar een doelstelling; ze willen ons overhalen iets te kopen. In een
advertentie of reclamespot wordt aandacht besteed aan:
* Het merk of de naam van het product
* De positieve kenmerken van het product
* De meerwaarde die het product de koper oplevert
Verpakken
Uit Axe commercial
Bij reclame gaat het erom de kijker/lezer het gevoel te geven dat hij/zij zich met het bewuste
product beter, gezonder, gelukkiger of geliefder zal voelen. Om dat te bereiken verpakken de
makers de boodschap in mooie woorden of aantrekkelijke beelden. Speciaal voor jongeren
proberen reclamemakers hun merken een aantrekkelijk imago mee te geven.
Een uur per dag
Sommige kranten en tijdschriften bevatten veel advertenties. De reclamespots die je tijdens een
avondje televisiekijken krijgt voorgeschoteld, beslaan in totaal al gauw een uur kijktijd. De
media zijn het middel voor bedrijven om hun producten aan te prijzen. De media zijn daar
bovendien wat gelukkig mee, want advertenties en spotjes leveren veel inkomsten op.
Welvaart
Reclame zegt iets over de mate van welvaart in een maatschappij. Naarmate een samenleving
rijker wordt, neemt reclame in het leven een grotere plaats in, omdat mensen veel meer te
besteden hebben. Vooral op TV is de hoeveelheid reclame aanzienlijk. In 2004 werden er door
de verschillende Nederlandse zenders 1,4 miljoen spots uitgezonden
OSG Echnaton 14-15
35
periode 3
Verdieping/ verbreding
Docenten Informatie (bij leskaart 8)
Omschrijving
Wat zijn de voedingswaarden van Red Bull Energy Drink?

Voedingswaarde informatie per 100 ml

Energie 192 kJ (45 kcal)

Eiwit 0 g

Koolhydraten 11 g

waarvan suiker 11 g

Vet0 g

waarvan verzadigd 0 g

Zout 0.1 g
Energiedranken zijn frisdranken met veel suiker, waaraan cafeïne, taurine en
glucurono-lacton zijn toegevoegd. Al deze stoffen hebben een oppeppend effect.
Voorbeelden van energiedranken zijn: Red Bull, Burn, Monster en Bullit. Een speciaal
soort energiedrankjes zijn de energieshots. Deze producten vallen niet onder de
voedingsmiddelen maar zijn als supplement op de markt in kleine flesjes (25 tot 75
milliter) met een relatief hoog gehalte aan cafeïne en taurine.
Hoeveel cafeïne?
In de meeste blikjes energiedrank zit ongeveer 80 milligram cafeïne. Dat is evenveel als
in een gemiddeld kopje filter koffie en ongeveer 4 keer zoveel als in 200 milliliter cola. In
een energyshot zit 50 tot 200 milligram cafeïne.
In de Warenwet staat dat frisdrank niet meer dan 350 milligram cafeïne per liter mag
bevatten. In 1 blikje energiedrank van 250 milliliter mag dus maximaal 88 milligram
cafeïne zitten.
OSG Echnaton 14-15
36
periode 3
Wat is taurine en glucurono-lacton?
Taurine is een stof die van nature in voedsel voorkomt. Het lichaam kan de stof ook zelf
aanmaken. Het speelt een rol bij het regelen van het vochtgehalte in de hersenen en bij
het regelmatig kloppen van het hart. Of extra taurine een effect heeft op het lichaam is
niet bekend, ook niet of een te hoge inname schadelijk kan zijn.
Wat de rol is van glucurono-lacton in het lichaam is niet precies duidelijk. Het is een
lichaamseigen stof die vrijkomt bij de afbraak van glucose in de lever. Via
energiedrankjes krijg je meer glucurono-lacton binnen dan via ander eten en drinken.
Er zijn geen aanwijzingen dat taurine en glucurono–lacton in de gebruikte
hoeveelheden schadelijk zijn.
Gezondheidseffecten
Suiker
Energiedranken heten ook wel hypertone dranken, vanwege het hoge suikergehalte.
Energiedranken bevatten 8 tot 15 gram koolhydraten per 100 milliliter, wat gelijk staat
aan 2 tot 4 suikerklontjes. Door het hoge suikergehalte zijn ze ongeschikt als
sportdrank. Dat vertraagd namelijk de vochtopname in de darm.
Calorierijk
Energiedranken zijn calorierijk. In 1 blikje zitten ongeveer 100 kilocalorieën. Als je meer
calorieën binnenkrijgt dan je nodig hebt, kom je aan.
Cafeïne
De cafeïne in energiedrank kan zowel positieve als negatieve effecten hebben. Kijk voor
de gezondheidseffecten bij cafeïne.
Vermoeidheid
Het drinken van een energiedrankje kan de vermoeidheid in het verkeer tegengaan.
Maar op de langere termijn is er mogelijk een kans op negatieve effecten. Er kunnen
problemen ontstaan wanneer energiedrankjes gebruikt worden als slaapvervangers.
Energiedrankjes zijn geen oplossing voor vermoeidheid. Luister naar je lichaam en
negeer signalen niet.
Uitdrogen
OSG Echnaton 14-15
37
periode 3
Energiedranken kunnen het lichaam uitdrogen. Als je energiedrank drinkt, drink dan ook
altijd voldoende water. Zeker bij warm weer, bij extreme inspanning of in combinatie
met alcohol.
Energiedrank en alcohol
Combinatie van alcohol en cafeïne lijkt risicogedrag zowel positief te kunnen
beïnvloeden door het verlagen van de invloed van alcohol op de reactietijd, als negatief
door het onderkennen van de invloed van alcohol. Daardoor kun je je nuchterder voelen
dan je in werkelijkheid bent.
Voedingsadvies
Vanwege de hoeveelheid suiker en de calorieën geldt: hoe minder energiedrank je
neemt, hoe beter.
Advies als je alleen kijkt naar de cafeïne in energiedranken
Als je alleen naar cafeïne kijkt gelden in het kort deze adviezen:




Ongeveer 4 blikjes energiedrank per dag of minder voor gezonde volwassenen
Geen energiedrank voor kinderen onder de 13
Maximaal 1 blikje energiedrank per dag voor kinderen tussen de 13 en de 18 jaar
Zo min mogelijk, en maximaal 1 blikje per dag voor zwangere vrouwen en
vrouwen die borstvoeding geven
Deze adviezen gelden niet als je daarnaast koffie neemt. Als je als gezonde
volwassenen 1 blikje energiedrank drinkt, dan kun je dus nog 3 kopjes koffie nemen.
Wel is rekening gehouden met cafeïne uit andere bronnen zoals thee, frisdrank en
chocolade.
Kijk voor de uitgebreide voedingsadviezen bij cafeïne.
Advies bij alcohol gebruik
Het Voedingscentrum raadt het af om energiedrankjes te combineren met alcohol.
Advies bij het sporten
Het is niet aan te raden om energiedrankjes te drinken tijdens het sporten. Gebruik
liever geen energiedrankjes voor het duursporten. Energiedrankjes zijn namelijk geen
dorstlessers. Je kunt ervan uitdrogen en dat kan gevaarlijk zijn.
OSG Echnaton 14-15
38
Download