De sporen van de Groote Oorlog

advertisement
WAREGEM IN WOI
De sporen van de Groote Oorlog
Deze nieuwe reeks over de militaire gebeurtenissen en het dagelijkse leven in
Waregem en de deelgemeenten tijdens de oorlogsjaren 1914-1918 beginnen
we met een overzicht van de gebouwen, monumenten en straatnamen die nog
herinneren aan de Groote Oorlog, en de andere sporen die de oorlog heeft
achtergelaten in het Waregemse straatbeeld.
Patrick MEURIS
O
p 4 augustus 2014 was het precies 100 jaar geleden dat het leger van keizer Wilhelm
II het neutrale België binnenviel en vrije doorgang eiste voor de Duitse troepen richting Frankrijk. Brave little Belgium verzette zich echter en werd meegesleurd in de hel
van de Eerste Wereldoorlog. Een kleine drie weken later, op zondag 23 augustus 1914, bereikten de eerste ulanen via de Anzegemseweg de grens van Waregem, waar ze werden opgewacht door veldwachter Vanhoutte. Hij overhandigde hen de boodschap van burgemeester
Bouckaert dat Waregem zich vreedzaam overgaf, om bloedvergieten zoals eerder in Dinant,
Leuven en Aarschot te vermijden. Het was het begin van vier lange jaren van bezetting, angst
en honger. Waregem werd ingedeeld in het Etappengebiet van het 4de Duitse leger, dat geleid
werd vanuit Tielt, en omgebouwd tot aanvoerstation voor troepen, wapens, munitie en voorraden richting het front in de Westhoek.
Eind oktober 1918 werd Waregem met veel wapengeweld bevrijd door Franse en
Amerikaanse troepen. Twee weken later verstomden de geweren, mitrailleurs en kanonnen en
kon de uitgeputte bevolking beginnen aan de heropbouw van het vernielde en leeggeplunderde land. In Waregem betekende dit concreet de heropbouw van het station, de kerk en het
centrum, het begraven van de gesneuvelde en geëxecuteerde Waregemnaren en de van ontbering omgekomen zivilarbeiter en het aanleggen van een begraafplaats voor de Amerikaanse
bevrijders.
Stationsbuurt
Het deel van Waregem dat qua uitzicht het sterkst veranderd is in de Eerste Wereldoorlog is
de stationsbuurt. Het Waregemse station dateerde van 1839 en was uitgegroeid tot een centrum van nijverheid en handel. Karren reden aan en af met vlas, garen, geweven stoffen, aardappelen, steenkool en bouwmateriaal. De Duitsers confisqueerden het station en gebruikten
het voor het transport van troepen, wapens en allerlei goederen naar het front. Ze breidden het
fors uit en sloopten daarvoor verschillende huizen achter het station. Ook de villa van de fade Gavergids 2014 / 2
3
milie Boulez, grootgrondbezitters en burgemeesters, werd met de grond gelijk gemaakt. In
oktober 1918 bliezen de Duitse troepen bij hun aftocht het station en de sporen op en lieten
een grote puinhoop achter. De sporen werden hersteld door Amerikaanse genietroepen maar
het oude stationsgebouw werd niet heropgebouwd. Waregem moest zich tientallen jaren redden met een voorlopig noodgebouw. Vandaag is op de plek waar de villa Boulez stond een
grote pendelparking aangelegd. De straat is hernoemd tot de Boulezlaan.
het verwoeste station in oktober 1918
Vlakbij, op het kruispunt van de ter Elststraat en de Vandewoestijnelaan, staat Villa des Roses, gebouwd door de familie De Zutter. Charles De Zutter (1863-1928) had een grote juteweverij aan de overkant van de Vijfseweg, waar nu bedrijvenzone Transvaal is. Zijn kunstminnende echtgenote Marguerite Taelman (1875-1937) liet in het park van kasteel ter Elst in
de Vijfseweg een villa bouwen als woon-, werk- en ontmoetingsplaats voor kunstenaars. De
eerste bewoner was kunstschilder Modest Huys uit Olsene (1874-1932), die er woonde van
1909 tot 1912. De eerste jaren betaalde hij zijn huur in natura, met portretten van de familie
De Zutter. In totaal schilderde Modest Huys 22 doeken in het Rozenhuis. Na de oorlog woonde en werkte kunstenaar Gustave van de Woestijne zes jaar in het Rozenhuis. Zijn broer en
dichter Karel van de Woestijne kwam er soms op bezoek, vandaar de straatnaam. Gustave
schilderde meer dan 50 werken in Waregem, waaronder portretten van de familie De Zutter en
andere Waregemse notabelen en hun kinderen. In 1925 verhuisde hij naar Mechelen, waar hij
directeur werd van de Stedelijke Academie.
het Rozenhuis anno 1910
de Gavergids 2014 / 2
4
Vlakbij het Rozenhuis, aan de achterpoort van het kasteelpark, staat een klein grafmonumentje voor de Amerikaanse soldaat Michele Chimienti. Hij was lid van het 316ste genieregiment, een afdeling van de 91ste divisie van het Amerikaanse leger die eind oktober samen
met Franse troepen Waregem bevrijdde. Chimienti werkte na de bevrijding mee aan het herstellen van de sporen van het vernielde station. Op 31 oktober kwam hij om in het park van de
familie De Zutter, officieel “killed in action” maar waarschijnlijk pleegde hij zelfmoord. De
familie De Zutter liet in het park een gedenksteen oprichten voor de Amerikaanse soldaat. In
1922 werd het lichaam van Michele Chimienti samen met dat van 367 andere gesneuvelde
Amerikaanse soldaten overgebracht naar de nieuwe Amerikaanse begraafplaats in de Wortegemseweg. Het grafmonumentje verdween op een bepaald moment uit de tuin maar werd in
2002 teruggevonden bij de renovatie van een huis 100 meter verderop in de Vandewoestijnelaan. Sindsdien is het monumentje in ere hersteld. Michele Chimienti is vandaag de enige
Amerikaanse soldaat die twee grafmonumenten heeft in Waregem.
grafmonumentje in de ter Elststraat voor Michele Chimienti
Centrum
Tijdens de Slag om Waregem, in oktober 1918, werd het centrum van de gemeente dagenlang
bestookt door Franse en Duitse kanonnen. In totaal kwamen daarbij 130 burgers en 243 militairen om. 68 huizen werden volledig verwoest, 108 voor de helft beschadigd en 769 licht
beschadigd. Ook de Sint-Amanduskerk liep zware averij op. De kerktoren werd onthoofd,
bijna alle brandglasramen sneuvelden en een groot deel van het dak stortte in. Na de oorlog
werd de kerk in licht gewijzigde vorm terug opgebouwd. Aan de voet van de torenspits kwam
er een stenen balustrade, de neogotische westgevel met groot roosvenster werd vervangen
door een soberder ontwerp dat beter paste bij de rest van de kerk, en de gevel van de westelijke uitbreiding werd bekleed met natuursteen. In 1928 kreeg het hoogkoor 3 schitterende
nieuwe brandglasramen, ontworpen door kunstenaar Jos Speybrouck uit Kortrijk en geschonken door de familie Delespaul-Vanaerde, die woonde in het kasteeltje op de Karmel.
de Gavergids 2014 / 2
5
de Sint-Amanduskerk voor en na WOI
Bij de beschietingen van het centrum werd ook het kasteel Casier in de Stationsstraat, op dat
ogenblik bewoond door barones Marie-Victorine Storme (1849-1928), de weduwe van baron
Victor Casier (1846-1910), zwaar beschadigd. Bij de brand die erop volgde ging het archief
van de Koninklijke Waregemse Koersvereniging, dat bewaard werd op het kasteel, in de
vlammen op. Dit is de reden waarom we vandaag heel weinig originele documenten hebben
over de beginperiode van Waregem Koerse. Na de oorlog werd het kasteel hersteld en uitgebreid: de zuidelijke aanbouw werd vergroot, de ronde uitbouw aan de noordkant vervangen
door een rechthoekige vleugel met mansardedak, het salon uitgebreid en aan de achterzijde
werd een terras aangelegd.
het kasteel Casier voor en na WOI
Alle vernielingen uit 1918 zijn intussen weggewerkt of verdwenen. Alleen in de Kunstacademie, het vroegere Klein Seminarie van de paters Oblaten, is in de hal nog een stuk buitenmuur bewaard met kogelgaten en inslagen van granaatscherven. De muur is versierd met kleine huisjes en ruïnes in terracotta, gemaakt door de kinderen van de afdeling Beeldende Vorming, ter herinnering aan de verwoesting van het centrum van Waregem op het einde van de
Eerste Wereldoorlog.
de Gavergids 2014 / 2
6
de Olmstraat eind oktober, begin november 1918, met achteraan het zwaar beschadigde Klein Seminarie
Begraafplaats Olmstraat
Op de begraafplaats in de Olmstraat staan verschillende grafmonumenten uit de periode van
de Eerste Wereldoorlog. Het meest tragische is dat voor de 15 kinderen uit de parochie Nieuwenhove, die omkwamen om bij de ontploffing van een Duitse obus op 27 maart 1918. De
Duitse troepen hielden regelmatig schietoefeningen in de velden van Nieuwenhove. De obussen richtten grote schade aan aan de akkers en weiden, maar sommige obussen ontploften niet
en bleven op de akkers liggen. De jonge Adolf Vandeputte had zo’n obus gevonden. Na
schooltijd verzamelde hij een grote groep kinderen bij de brug over de Gaverbeek, in de
Blauwe Zwaanstraat, om de obus van dichtbij te bekijken. Georges Loosveldt, een jongeman
van 23, zag het gevaar en riep hen toe het tuig in de beek te gooien. Dat deden de kinderen
maar de obus raakte de arduinen boord van de brug en ontplofte. Diezelfde avond nog overleden zes kinderen. In het Hospice St.-Joseph van Kortrijk stierven de dagen nadien nog eens
zeven kinderen; begin april nog eens twee. Ook Georges Loosveldt kwam om. De dood van
de 15 kinderen, allen tussen de 6 en 13 jaar oud, was vanzelfsprekend een enorm drama in de
kleine parochie.
bidprentje voor 14 van de 16 slachtoffers van het drama in Nieuwenhove
de Gavergids 2014 / 2
7
Straatnamen
Groot-Waregem telt drie straatnamen die direct verwijzen naar de Eerste Wereldoorlog: de
Oscar Verschuerestraat (zijstraat van de Stationsstraat), de René Sabbestraat (in het verlengde
van de Roger Vansteenbruggestraat) en de Aloïse Biebuyckstraat (in het verlengde van de
Posterijstraat in deelgemeente Sint-Eloois-Vijve). Ook Jean of Jan Bouckaert, rijksveearts en
burgemeester van Waregem van 1904 tot 1921 heeft een straatnaam (tussen de Zultseweg en
de Putmanstraat). Zijn plaatsvervanger tijdens de oorlog, Camiel Doutreligne, die nochtans
“nuttig en moedig werk” geleverd heeft (cf. www.waregem.be), kreeg die eer niet.
Jean Bouckaert
Oscar Verschuere en René Sabbe werkten beiden als spion voor het verzet, meerbepaald de
Dienst Pégoud, die informatie verzamelde in Kortrijk en berichten via Gent en Antwerpen
doorsmokkelde naar Nederland, via binnenschippers op het kanaal Gent-Terneuzen en de
Schelde. Oscar Verschuere had een winkel in schoenen en lederwaren aan het begin van de
Stationsstraat, en was vader van vier kinderen. Het spionagenetwerk werd opgerold in maart
1917. Oscar Verschuere werd opgepakt door de Duitse Geheime Politie bij hem thuis, René
Sabbe in de Nationale Bank in Kortrijk. Vier dagen later verhing René Sabbe zich in zijn cel
in Gent. Op het proces in Gent begin juni 1917 werd Oscar Verschuere samen met acht kompanen ter dood veroordeeld. De negen werden gefusilleerd op de Gentse gemeentelijke
schietbaan, in de Offerlaan, midden september 1917. Oscar Verschuere zat dus bijna 6 maanden in de cel. Zijn echtgenote is hem maar 1 keer kort mogen komen bezoeken, kort voor zijn
dood. Zijn vier kinderen heeft hij nooit meer teruggezien. In juni 1919 werden de lichamen
van Oscar Verschuere en René Sabbe met militaire escorte overgebracht naar Waregem en
met de grootste eer begraven op de gemeentelijke begraafplaats in de Olmstraat.
Oscar Verschure & René Sabbe
de Gavergids 2014 / 2
8
Aloïse Biebuyck werd geboren op 20 juni 1860 in Sint-Eloois-Vijve in een huisje in de straat
die nu zijn naam draagt, als zevende van acht kinderen. Op 5-jarige leeftijd verloor Aloïse zijn
vader, en zeven jaar later zijn moeder. Zijn oom Hypoliet, die in Brussel woonde, nam het
voogdijschap op zich. Op zijn 17de werd Aloïse korporaal van het 5de Linie te Antwerpen. Hij
was intelligent, toegewijd en een natuurlijke leider, en maakte dan ook snel promotie. Tijdens
de oorlog was Aloïse populair bij zijn manschappen, o.a. omdat hij samen met hen vocht in de
eerste linie en hen kon toespreken in het Nederlands. In oktober 1914 leidde hij persoonlijk
een bataljon karabiniers bij de slag aan de IJzer, ter hoogte van Pervijze. Hij werd gewond aan
de benen en verbleef 7 maanden in een hospitaal in Calais. In 1915 was Aloïse de persoonlijke vleugeladjudant van koning Albert I. In 1916 werd hij luitenant-generaal en in 1917 bevelhebber van de 6de legerdivisie, één van de zes topgeneraals van België. In september en oktober 1918 leidde generaal Biebuyck het eindoffensief in Passendale, Moorslede en aan de Leie.
Aloïse overleed te Elsene op 28 januari 1944. Ook in Neder-over-Heembeek is er vandaag een
Generaal Biebuyckstraat, vlakbij het park van Laken.
Aloïse Biebuyck (1860-1944)
Oorlogsmonument
Op de mark van Waregem, vlak bij het kruispunt van de Holstraat en de Keukeldam, staat het
stedelijke oorlogsmonument. Het is toegewijd aan de slachtoffers van beide wereldoorlogen
maar werd oorspronkelijk ontworpen voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Het
werd feestelijk ingehuldigd op 21 augustus 1921, met een misviering, een stoet, draf- en
vluchtkoersen op het hippodroom en een groot muziekfeest met volksbal op de markt. Het
monument toont een bronzen beeld van een soldaat die met zijn voet steunt op een kanonloop.
In zijn linkerhand houdt hij een geweer vast, in zijn rechterhand de overwinningskrans, die hij
triomfantelijk in de lucht steekt. Op het arduinen voetstuk worden de namen vermeld van 90
Waregemse soldaten en burgers, gesneuveld, geëxecuteerd of gestorven als civielarbeider
tussen 1914 en 1918. Het opschrift luidt:
DE GEMEENTE WAEREGHEM
ALS EEUWIGDURENDE BLIJK VAN DANKBAARHEID ERKENTELIJKHEID EN HULDE
AAN DE HELDHAFTIGE SLACHTOFFERS VAN PLICHT GESNEUVELD EN BEZWEKEN
GEDURENDE DEN WERELDOORLOG 1914-1918
de Gavergids 2014 / 2
9
het oorlogsmonument in de jaren 1920, op zijn oude plaats vlakbij de kerk
Amerikaanse begraafplaats Flanders Field
De belangrijkste getuige van de Eerste Wereldoorlog in Waregem is natuurlijk de Amerikaanse begraafplaats Flanders Field aan de Wortegemseweg. Het is de enige Amerikaanse militaire begraafplaats van de Grote Oorlog in België en met zijn 368 graven en 4,5 ha. de kleinste
van de 8 Amerikaanse WOI begraafplaatsen in Europa. (Het grootste, Meuse-Argonne bij
Verdun in Frankrijk, telt 14.246 graven en is bijna 53 ha. groot).
De begraafplaats is gevestigd op de plek waar eind oktober 1918 243 militairen (87
Duitsers, 86 Amerikanen, 56 Fransen en 14 Britten) sneuvelden bij de slag om de Spitaalbossen, op de grens van Waregem en Wortegem. Amerikanen van de 91 ste divisie streden er zij
aan zij met Franse soldaten tegen de Duitsers die zich verschanst hadden boven op de heuvelrug tussen de valleien van de Leie en de Schelde.
In 1922 schonk de gemeente de grond (oorspronkelijk eigendom van de familie Delespaul) aan het Amerikaanse volk uit eeuwige dankbaarheid voor hun cruciale rol in de bevrijding van Waregem. In de daaropvolgende jaren werden de lichamen van de Amerikaanse militairen die sneuvelden in België en nog niet waren gerepatrieerd naar de VS overgebracht
naar Waregem. Oorspronkelijk was de begraafplaats een kale akker met houten kruisjes en
een vlaggenmast in het midden. De huidige vorm, met conciërgewoning, vlaggenmast vooraan, centrale monumentale kapel, 4 perken van 92 marmeren kruisjes, en symmetrisch aangelegd park dateert van de jaren 1930. De begraafplaats werd voltooid en officieel ingehuldigd
in 1937.
Elk jaar op de laatste zondag van mei vindt op de begraafplaats een Memorial Day
plechtigheid plaats, met hoogwaardigheidsbekleders, speeches, bloemenkransen, eresalvo’s en
veel volk, zowel Amerikanen als Waregemnaars. Emotioneel hoogtepunt is het Amerikaanse
volkslied, gezonden door een koor van Waregemse schoolkinderen. De plechtigheid, die voor
het eerst plaatsvond in 1922, is sinds juni 2014 toegevoegd aan de Vlaamse inventaris van
immaterieel erfgoed. Op dezelfde dag vindt sinds enkele jaren op het Gaverbeekhippodroom
de American Day plaats, een middag drafwedstrijden met extra animatie in Amerikaanse
sfeer. Op woensdag 26 maart 2014 bezocht president Barack Obama de begraafplaats, onderweg van de wereldtop voor Nucleaire Veiligheid in Den Haag naar de EU-top in Brussel. In
de Gavergids 2014 / 2
10
mei 2014 startte het American Legion, een Amerikaanse veteranenvereniging, een adoptieprogramma op Flanders Field. Honderden mensen uit Waregem en omstreken adopteerden
elk één of meer van de 368 graven en 43 namen op de Wall of the Missing en gingen de verbintenis aan om af en toe eens langs te komen met een bloemetje. Ze proberen ook meer informatie te vinden over ‘hun’ soldaat en indien mogelijk de nabestaanden in de VS te contacteren. Auteurs Patrick Lernout en Christopher Sims verzamelden eerder al een schat aan informatie in hun boek De soldaten van de Amerikaanse begraafplaats Flanders Field, gepubliceerd in 2011 en onlangs herdrukt.
Flanders Field in de jaren 1920, met houten kruisjes en centrale vlaggenmast
Bronnen

Marcel Delmotte, ‘De Gaverstreke in de ban van de Eerste Wereldoorlog (3)’, 30ste Jaarboek van de geschied- en heemkundige kring “De Gaverstreke”, 2002.

Patrick Lernout & Christopher Sims, De soldaten van de Amerikaanse begraafplaats Flanders Field,
Groeninghe, 2011, www.flandersfieldbook.be.

Sebastiaan Vandenbogaerde, Een kijk op de administratiefrechtelijke organisatie van het ‘etappengebied’
tijdens de Eerste Wereldoorlog, Masterproef, opleiding Master in de rechten, Universiteit Gent, 2010,
lib.ugent.be.

Jan Van der Fraenen, Voor het Duitse vuurpeloton. Executies in bezet België tijdens de Eerste Wereldoorlog: Tussen realiteit en mythe, licentiaatsverhandeling Geschiedenis, Universiteit Gent, 2005.

www.waregem.be (burgemeester Jean Bouckaert)
de Gavergids 2014 / 2
11
Download