Inhoudsopgave INLEIDING Walvissen zijn zoogdieren die in het water leven. Zo’n vijftig miljoen jaar geleden leefden ze nog op het land. Daarna zijn ze teruggekeerd naar de zee. Langzaam zijn ze geworden zoals we ze nu kennen. Walvissen hebben net als wij lucht nodig hebben om te ademen. Ze baren levende jongen. Er zijn zo’ n 80 soorten walvisachtigen. Deze zijn onderverdeeld in twee groepen: de baard- en tandwalvissen. De meeste grote walvissen behoren tot de baardwalvissen. De potvissen, orka's, dolfijnen en bruinvissen zijn tandwalvissen. Hiervan zijn er bijna zeventig soorten. KENMERKEN Spuitgaten Walvissen hebben boven op hun kop een spuitgat. Daar ademen ze door in en uit. Baardwalvissen hebben twee ademgaten en tandwalvissen één. Walvisbaard Baardwalvissen hebben in hun bovenkaak borstelachtige baleinen. Deze worden ook wel baarden genoemd. Hiermee filteren zij voedsel uit het water. Huid Onder hun gladde huid hebben walvissen een dikke laag vet. Die laag wordt ook wel blubber genoemd. Deze speklaag isoleert tegen het vaak ijskoude water. Staart De walvissen staan bekend om hun enorme staart waarmee zij op het water slaan. Zij gebruiken hun staart om te zwemmen en hun vinnen om te sturen. Ogen De ogen van de walvis zijn vrij klein. Onder water worden ze bedekt door olieachtige tranen. Deze geven bescherming tegen het zoute water. Oren Walvissen kunnen goed horen. Het is hun belangrijkste zintuig. Vooral in het donkere troebele water zijn deze dieren sterk afhankelijk van geluid. SOORTEN Hier volgen van de twee hoofdsoorten, baard- en tandwalvissen enkele bijzonderheden. Baardwalvissen Blauwe vinvis De blauwe vinvis is het grootste dier dat ooit op aarde leefde. Ze kunnen een maximale lengte van ongeveer dertig meter en een (bewezen) maximaal gewicht van 150 ton bereiken. De longinhoud is ongeveer 5000 liter en het hart weegt 500 kilo. Het dier heeft een kleine rugvin. Tijdens het uitademen spuit hij een stoompluim van 9 meter de lucht in. Tijdens het zwemmen kan hij een snelheid bereiken van 40 tot 50 kilometer per uur. Bultrug De bultrug is gedeeltelijk zwart van boven. Op de kop en de onderkaak zitten knobbels (haarzakjes). De borstvinnen zijn zwart-wit. De staartvinnen hebben golfvormige uiteinden. De bultrug kan 12 tot 15 meter lang worden. Het wijfje wordt groter dan het mannetje. Een volwassen bultrug weegt 25 tot 30 ton. Als een bultrug onderduikt, wordt de rug sterk gekromd en komt de kleine rugvin als een soort bult boven water. Vandaar de naam bultrug. Tandwalvissen Potvis De kop van de potvis is erg groot, meer dan een derde van de lichaamslengte. In de smalle onderkaken zitten 20-30 puntige tanden, die wel 20 cm lang kunnen zijn. In plaats van een rugvin heeft de potvis een serie lage bulten. De buikvinnen zijn klein. Het spuitgat zit aan de (linker)voorkant van de kop, dus niet bovenop de kop zoals bij alle andere walvissen. Mannetjes kunnen 18 m lang worden en ongeveer 50.000 kg zwaar worden. Orka De orka heeft één spuitgat, en grote peddelvormige buikvinnen. De 2 meter lange rugvin van de volwassen mannetjes is erg opvallend. De boven- en onderkaken hebben 20 - 26 grote en scherpe tanden. Mannetjes kunnen 7 tot 8 meter worden en wegen zo’n 10.000 kg. Index