T.a.v: Oogarts Leuven, Ref.: Betreft: Naam en geboorte werknemer: Naam werkgever: Nummer werkgever / werknemer: Geachte collega, Ik verwijs u bovenvermelde kandidaat ter beoordeling van zijn rijgeschiktheid voor het besturen van een voertuig waarbij de kandidaat dient te voldoen aan de medische normen van groep 2, in toepassing van het K.B. betreffende het rijbewijs van 23/03/1998. Gelieve mij uw besluit kenbaar te maken door middel van het attest in bijlage en eventueel uw verslag omtrent de huidige gezondheidstoestand van de betrokkene. Terugzenden kan met de bijgevoegde omslag “port betaald door geadresseerde”. Ik acht het mijn plicht uw aandacht te vestigen op volgende vaststellingen: Collegialiter, De bedrijfsarts: Dr. P.S.: De honoraria voor uw tussenkomst en voor eventuele bijkomende onderzoeken of analyses zijn ten laste van de belanghebbende. Oogonderzoek - kandidaat voor het rijbewijs van groep 2 K.B. 23 mars 1998 – Rijbewijs bijlage 6, X, B.S. 30.04.1998 (p. 13.559) (WN Nr.: Ref.: ) Kandidaat: Stempel van de oogarts Naam: Voornaam: Adres: Geboortedatum: Geboorteplaats: Rijksregisternummer (facultatief): Diagnose Oftamologische antecedenten Inspectie : biomicroscopisch onderzoek Oogmotiliteit – Covertest Pupil- en corneareflexen Oogfundus Diplopie Centrale gezichtsscherpte – verzicht Rechts Links Zonder correctie Met correctie Correctie in dioptrie Linker oog Rechter oog Binoculair Zicht bij schemerlicht Gezichtsveld (*) Zonder correctie As 0° - 180° As 90° - 270° Met correctie As 45° - 225° As 135° - 315° Ik ondergetekende, ................................................................................................., oogarts, verklaar hierbij dat de kandidaat, overeenkomstig bijlage 6, III van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, op oftalmologisch vlak : [ ] niet rijgeschikt is (**) [ ] rijgeschikt is zonder voorwaarden noch beperkingen (**) [ ] rijgeschikt is mits volgende voorwaarden en beperkingen: (**) [ ] code 01.01 = bril [ ] code 01.02 = contactlenzen [ ] code 01.06 = bril of contactlenzen Dit attest is geldig tot ................................................ Terug te zenden aan: Datum : ...../...../......... [ ] PREMED Leuven, Tiensevest 61 B2, 3010 Leuven Handtekening [ ] PREMED Vilvoorde, Olmstraat 31 1800 Vilvoorde (*) Te meten met zo vereist de optische correctie, zie ook keerzijde. (**) De van toepassing zijnde rubriek aankruisen. ven, ( WN Nr.: Ref.: ) Voor de houder van een rijbewijs van groep 2 afgeleverd vóór 1 oktober 1998, gelden voor de verlenging van de geldigheidsduur de toen geldende visuele normen, namelijk een binoculaire gezichtsscherpte van minstens 8/10 eventueel met een optische correctie die de houder moet dragen, de gezichtsscherpte gemeten met elk oog afzonderlijk en zonder optische correctie moet minstens 1/20 bedragen. III. Normen betreffende de visuele functies 1. Algemene bepalingen 1.1. De kandidaat van groep 1 zowel als de kandidaat van de groep 2, behalve als de in artikel 44,§4, bepaalde geneesheer voor deze laatste de vereiste onderzoeken kan uitvoeren, wenden zich tot een oogarts van hun keuze die, op het gezichtsvlak, de rijgeschiktheid en de geldigheidsduur ervan moet bepalen. 1.2. De kandidaat die een acute of een chronisch evolutieve aandoening van de ogen of van de adnexa vertoont die de werking ervan zodanig stoort dat de verkeersveiligheid in het gedrang komt is niet rijgeschikt. 1.3. Na het plotseling geheel of gedeeltelijk verlies van het gebruik van één oog, na een ingreep die een invloed kan hebben op het zicht, na een oogverlamming die aanleiding geeft tot diplopie in de primaire stand van de blik is de kandidaat niet rijgeschikt. Een oogarts bepaalt wanneer de kandidaat opnieuw rijgeschikt is en de geldigheidsduur. 1.4. Om aan de minimumnormen te voldoen mag de kandidaat met een pseudofakie een bijkomende optische correctie (bril of contactlenzen) dragen. Intraoculaire lenzen worden niet als corrigerende lenzen beschouwd en impliceren geen rijongeschiktheid, tenzij zich problemen, zoals “dubbelbeelden”, voordoen. 2. Centrale gezichtsscherpte van ver 2.1. Indien de kandidaat verplicht is een optische correctie te dragen om de vereiste gezichtsscherpte te bereiken, moet deze correctie goed verdragen worden. De correctie door brilglazen mag het gezichtsveld in de horizontale aslijn in geen geval op een significante wijze beperken. 2.2. Indien de oogarts het dragen van een optische correctie (een bril of contactlenzen) nodig acht voor het veilig besturen van een motorvoertuig, vermeldt hij dit op het door hem afgeleverd attest. 2.3. Het dragen van een optische correctie is verplicht wanneer de kandidaat, zonder deze correctie, niet de vereiste minimum gezichtsscherpte vertoont ofwel omdat de oogarts oordeelt dat een optische correctie noodzakelijk is om de gezichtsscherpte te verbeteren of om te vermijden dat de oogspieren vermoeid zouden geraken hetgeen de visuele functie van de kandidaat op belangrijke wijze zou verstoren. …. 2.5. Normen voor de kandidaten van groep 2 De kandidaat dient, zo nodig met een optische correctie, te beschikken over een gezichtsscherpte van ten minste 8/10 voor het beste oog en 5/10 voor het minder goede oog. Indien de waarden 8/10 en 5/10 worden bereikt met een optische correctie dient de ongecorrigeerde gezichtsscherpte voor elk van beide ogen niet minder dan 1/20 te bedragen of dient de correctie van de minimale gezichtsscherpte (8/10 en 5/10) te zijn verkregen door brillenglazen die niet sterker mogen zijn dan plus of min 8 dioptrieën. Contactlenzen zijn tot elke sterkte toegestaan, mits zij goed worden verdragen. In afwijking op het bepaalde in de bijlage 6,III,2.5, dienen de houders van een rijbewijs, dat werd afgegeven voor 1 oktober 1998 en dat geldig is gemaakt voor de categorieën van groep2, bepaald in bijlage 6,I,1.3° een gezichtscherpte hebben van minstens 8/10, met beide ogen open, eventueel met de optische correctie die de houder moet dragen; de gezichtscherpte gemeten met elk oog afzonderlijk en zonder optische correctie moet minstens 1/20 bedragen. 3. Het gezichtsveld 3.1. Het gezichtsveld mag geen defect of vernauwing vertonen. 3.2. Het meten van het gezichtsveld gebeurt door middel van een intens object (object V/4 van de perimeter van Goldmann of van een gelijkwaardig object) en wel voor elk oog afzonderlijk. Voor de kandidaat met een strabismus gebeurt het meten van beide ogen samen. Indien de kandidaat verplicht is een optische correctie te dragen om de vereiste gezichtsscherpte te bekomen, gebeurt het meten van het gezichtsveld met deze optische correctie. …. 3.4. Normen voor de kandidaten van groep 2 3.4.1. In de horizontale as (0°-180°) dient het bin oculaire gezichtsveld een amplitude te hebben van ten minste 140°, in de verticale as (90° -270°) van ten minste 60° en in de twee intermediaire assen (45°-225° en 135°-315°) van ten minste 100°. 3.4.2. Heeft het minder goede oog een gecorrigeerde gezichtsscherpte van minder dan 8/10 dan dient dit oog een gezichtsveld te hebben van ten minste 80° temporaal en 60° nasaal in de horizontale aslijn. 4. Kleurzin Voor alle categorieën en subcategorieën: geen eisen 5. Zicht bij schemerlicht Om rijgeschikt te zijn moet de kandidaat na vijf minuten aanpassing aan de duisternis een gezichtsscherpte vertonen van 2/10, eventueel met een optische correctie. De gezichtsscherpte wordt gemeten voor beide ogen samen aan de hand van een schaal van optotypen, zwarte letters op witte grond, belicht met één Lux, geplaatst op een afstand van vijf meter van de kandidaat. Bij twijfel zal nader onderzoek met een adaptometer plaatsvinden. De maximaal toegestane afwijking bedraagt één logeenheid. Bron www.bivv.be CARA medische criteria rijgeschiktheid