Theoretische basiskennis van Extracorporele Technieken

advertisement
Deze opleiding wordt gecoördineerd vanuit de diensten
perfusie, cardiale heelkunde en anesthesie UZ Leuven,
in nauwe samenwerking met andere chirurgische hartcentra in Vlaanderen.
De academische verantwoordelijke
van de theoretische opleiding:
Opleidingsverantwoordelijke:
De theoretische kennis wordt per semester aan de
hand van examens getoetst.
Tijdens het tweede jaar wordt een proefschrift
gemaakt en verdedigd voor een jury.
Eddy Vandezande, hoofdperfusionist UZ Leuven
e-mail [email protected]
tel. 016 34 86 96
Opleidingscoördinator:
De opleiding ‘Theoretische Basiskennis van Extracorporele Technieken’ is een onderdeel van de totale
opleiding tot klinisch perfusionist.
Het getuigschrift van ‘Klinisch Perfusionist’ vereist
een bijkomende praktische opleiding of stage van
40 studiepunten. Dit getuigschrift geeft recht op
26 kredietpunten (EVC) voor de Schakel/Master in
Verpleegkunde, en op 33 EVC’s indien u houder bent van
een diploma 4e jaar intensieve zorgen/spoedgevallen. Leen Vercaemst, klinisch perfusionist UZ Leuven
e-mail [email protected]
tel. 016 34 86 97
Ontwerp & realisatie: dienst communicatie UZ Leuven
Prof. Bart Meyns
e-mail [email protected]
tel. 016 34 08 42
Permanente Vorming met Getuigschrift:
‘Theoretische
basiskennis van
Extracorporele
Technieken’
Voor meer info kunt u altijd terecht bij bovenvermelde
contacten.
Theoretische basiskennis voor perfusionisten als voorbereiding tot of als ondersteuning tijdens hun praktische
perfusionistenopleiding, of voor alle geïnteresseerden
die beroepsmatig met extracorporele technieken in
contact komen.
permanente vorming
K.U.Leuven
Deze theoretisch cursus, georganiseerd als een
Permanente Vorming met Getuigschrift aan de faculteit
Geneeskunde van de K.U. Leuven, omvat 20 studiepunten
met een 250-tal contacturen, gespreid over twee jaar.
De opleiding omvat volgende modules:
- verdiepende anatomie, fysiologie en pathologie
van hart-, long-, vaat-, hersen- en nierstelsel
- farmacologie
- cardiologie: embryologie, foetale ontwikkeling,
congenitale hartafwijkingen, kleplijden, ischaemische
hartziekten, chronisch hartfalen, elektrische geleidingsstoornissen, pacemakers en AICD’s, diagnostiek en
conventionele en interventionele behandelingsmethoden
- a nesthesie: mechanische ventilatie, inductie en on-
derhoud van anesthesie, inotropica en vasodilatoren,
bloedrheologie, viscositeit, zuur-base, cristalloïden en
colloïden, stollingsproblemen, TEE, anesthesie tijdens
hartchirurgie -m
onitoring devices en methodes: gasmonitoring,
hemodynamische monitoring, in- en online monitoring, neurologische monitoring, POC, anticoagulatie
monitoring, monitoring van bloedplaatjesfunctie,
flowmeting, microbubbel detectie, datamanagement
en ECC
- hartchirurgie: congenitale hartchirurgie, coronaire
chirurgie, klepchirurgie, minimaal invasieve hartchirurgie, transplantatiechirurgie, aortachirurgie
- extracorporele circuit componenten: materialen-
leer, coating, bloedpompen, filters, reservoirs, zuigers,
oxygenatoren, canula, elektrische veiligheid
- perfusiefysiologie: hemodynamica, pulsatiele en
non-pulsatiele flow, normothermie en hypothermie,
dilutie en bloedviscositeit, zuur-base, management,
primingvloeistoffen, veiligheidstechnieken in perfusie, flowmeting, datamanagement in ECC, kritische
situatie-aanpak - speciale perfusietechnieken: pediatrische perfusie,
oncologische perfusietechnieken, PTEA, DCHA, geisoleerde hersenperfusietechnieken, dialysetechnieken
in ECC
- bloedbesparingstechnieken: cell saver, autologe
bloedplaatjesgel
- chronische assist systemen: IABP, implanteerbare en
uitwendige mechanische cardiale ondersteuning, ECLS
- orgaanpreservatie en –prelevatie
- research in perfusie: experimentele perfusietechnieken, introductie tot klinische research
- praktische introductie: ervaring via perfusiesimulator, bezoek aan diverse perfusiediensten 
Download