Wilde planten in de gemeente Hellendoorn (1) In de tachtiger jaren van de vorige eeuw verscheen er een boek over de flora van de bermen van de spoorwegen in Nederland. De schrijver gaf daarin aan dat er Schaafstro zou staan langs de spoorlijn tussen Nijverdal en Wierden. Ik heb er in de loop der jaren vele malen naar gezocht maar nooit gevonden. Op een gegeven moment nam ik maar aan dat het er niet meer stond. Enige tijd geleden vertelde de heer Reinink mij dat hij Schaafstro had gevonden langs de spoorlijn tussen Nijverdal en Raalte, net buiten de gemeente Hellendoorn! Schaafstro behoort tot de paardenstaartenfamilie waartoe ook Heermoes (in het dialect ook wel Roebol genoemd) behoort. Dat kan men in onze gemeente vrij veel langs de wegen aantreffen. Het zijn van die planten die je in aantal geledingen uit elkaar kunt trekken. In Nederland komen ongeveer 1500 verschillende soorten wilde planten voor. Ruim 700 daarvan komen in de gemeente Hellendoorn en directe omgeving voor of zijn daar ooit eens aangetroffen. Dat is eigenlijk heel wat. Meer dan de helft van de Nederlandse flora kunnen we in onze eigen omgeving vinden. Elk jaar wordt de lijst met planten die we hier hebben gevonden, langer. 'We' zijn de heer Reinink en ondergetekende. Vooral de laatste twee jaar is de lijst aangevuld met vondsten die door de heer Reinink werden gedaan. Wat we weten over de wilde flora in de gemeente Hellendoorn, is vooral door zijn enorme kennis erg toegenomen. Regelmatig worden planten gevonden die nieuw zijn voor onze gemeente. Dat zijn bijvoorbeeld planten die je eerder in de kuststrook dan langs onze wegen zou verwachten, omdat ze goed verdragen dat er in het najaar en de winter met zout wordt gestrooid. Over een daarvan, het Deens lepelblad schreef ik in het verleden al eens. Tegenwoordig komt Deens lepelblad ook al voor langs gewone wegen zoals de Mozartlaan in Groot Lochter. Langs de Almeloseweg en de Wierdensestraat zijn recent Hertshoornweegbree en Kweldergras gevonden. Deze zijn nieuw voor onze gemeente. Het is mij vooralsnog een raadsel hoe ze zich hier hebben kunnen vestigen. Hoe is het zaad daar op die plekken gekomen? Verdwenen of teruggekomen In de loop der jaren zijn een groot aantal planten die hier vroeger stonden, verdwenen of bijna verdwenen. Denk maar eens aan de planten van de uitgestrekte natte heidevelden aan de west- en oostkant van de Heuvelrug. Dan is het leuk als je iets terugvindt waarvan je dacht dat het verdwenen of bijna verdwenen was. Dotterbloem bijvoorbeeld hebben we dit jaar op een tweetal plekken teruggevonden, een plek in de omgeving van Haarle en een plek langs de Regge. Ook gentianen worden een enkele keer nog aangetroffen op geïsoleerde plekjes. Maar vaak liggen ze zo geïsoleerd dat je je afvraagt, hoelang ze het daar nog volhouden. Alle wilde orchideeën in onze gemeente zijn verdwenen op de Brede wespenorchis na. De Brede wespenorchis wordt vaak weggemaaid, voor hij tot bloei kan komen. Vorig jaar schreef ik een artikeltje over de exemplaren, die men op mijn verzoek liet staan langs de Regge in Groot Lochter. Dit jaar gebeurde dat weer, zonder dat ik erom vroeg. Fijn dat men eraan denkt. Een enkele keer krijg ik een melding van mensen die vertellen dat in hun tuin spontaan een orchidee opkomt. Aan de Grotestraat achter een flat was dat het geval en bij een boerderij in Kathuizen. Soms vind je een bepaalde plant en als je een jaar later weer op die plek kijkt, dan is die plant niet teruggekomen. Op de oever van een sloot langs de Klokkendijk vond ik eens Amsinckia, een plant uit de familie van de ruwbladigen. Daarna heb ik bijna elk jaar weer gekeken op die plek, maar deze plant nooit weer teruggevonden. Het gebeurt ook wel dat een grote groeiplaats langzaam achteruit gaat. Langs de Almeloseweg in een stuk bos stond zo ongeveer de grootste groeiplaats van de Grote Wolfsklauw uit de wijde omgeving. Jaar na jaar echter zag je die plek kleiner worden, terwijl het bos meer en meer begroeid raakte met gras. In de herfst van 1999 vonden we met moeite nog maar een exemplaar. Andersom komt ook wel voor. Je vindt een bepaalde plant en ziet dat die plant zich handhaaft en zelfs iets uitbreidt. Langs de Poggenbeltweg in de buurt van Haarle staan al jaren enkele pollen Knikkende distel. Ze handhaven zich daar aan de rand van een weiland of worden daar geduld. Recentelijk echter zag ik ze ook aan de overkant in de berm. Hoe ik alle gegevens bewaar, die ik op deze manier verzamel, zal ik u de volgende keer laten zien. mei 2001 Johan Alferink