NIEUWSBRIEF april 2017 – nr. 18 Postbus 80125 | 3508 TC Utrecht | T 030 – 253 55 00 | E [email protected] Bank NL85ABNA0253617170 voorzitter van de Vrienden: [email protected] Vrienden van het Kunsthistorisch Instituut in Florence In deze nieuwsbrief Van de voorzitter 1 Van de Directeur 1 “In het hart van de Renaissance” 2 Over Codart, Gerdien Verschoor 3 Italiaanse Majolica, Nina Jaspers 4 Stageverslag, Mélanie Struik 5 Sponsordag 2017 7 Goede vrienden, In uw digitale postvak ontvangt u hierbij weer onze “semestriële nieuwsbrief”. Zoals gebruikelijk leest u de nieuwste wetenswaardigheden over ons instituut, het NIKI te Florence. Maar wij konden het niet laten om ook aan andere onderwerpen wat aandacht te besteden. Want het kan haast niet anders: u bent als vriend van het NIKI ook geïnteresseerd in de tentoonstelling In het Hart van de Renaissance die momenteel in het Rijksmuseum Twenthe te zien is. En ongetwijfeld wilde u altijd al meer weten over CODART, het internationale netwerk van museumconservatoren van Nederlandse en Vlaamse kunst. Gerdien Verschoor, de directeur van Codart praat u bij. En natuurlijk staat directeur Michael Kwakkelstein stil bij het succesvolle symposium dat op 12 december vorig jaar plaatsvond in het auditorium van het Rijksmuseum te Amsterdam. Studente Mélanie Struik verbleef enkele maanden op het NIKI, en deed daar mee aan een onderzoek naar de eerste Rembrandts (nee, hij zelf was er nooit, maar zijn werken waren er al snel) in Italië. En ja, enkele werken werden (voorlopig?) afgeschreven als echte Rembrandts, en een paar van zijn schilderijen liggen waarschijnlijk op de bodem van de Middellandse Zee. Voorgoed afgeschreven dus. Niet afgeschreven zijn de etensresten op Italiaans Majolica in Nederlandse beerputten, waar Nina Jaspers onderzoek naar deed. Zo leveren de vindplaatsen in Nederland veel meer informatie dan de vindplaatsen in Italië zelf. Ik wens u veel leesplezier Jeroen Torenbeek, voorzitter Van de directeur Met het goed bezochte jubileum symposium Nederland en daarbuiten heeft vergroot. Dat “Italiaanse kunst in Nederlands bezit” dat op 12 daarbij de bijzondere expertise die het NIKI december jl. plaatsvond in het auditorium van in huis heeft een belangrijke rol speelt blijkt het Rijksmuseum, sloot het NIKI een succesvol ook uit de toegenomen vraag vanuit nationale jaar af. Het is mij een genoegen u te berichten en internationale musea naar samenwerking dat de belangstelling voor de door het NIKI in bij de totstandkoming van tentoonstellingen 2016 in Nederland ontplooide publieksgerichte en de redactie van bijbehorende catalogi. activiteiten blijft groeien. Mijn collega prof. Dankzij samenwerking met musea kan ook dr. Gert Jan van der Sman en ik verleenden Prof. Dr. Michael een breed publiek kennis maken met het soort vorig jaar opnieuw onze medewerking aan Kwakkelstein onderzoek dat het NIKI vanouds bevordert. symposia, studiedagen en interviews voor de geschreven Laat ik u een voorbeeld geven: Gert Jan van der Sman en gesproken pers wat de zichtbaarheid van het NIKI in was verantwoordelijk voor de samenstelling van de 1 tentoonstelling Caravaggio and the Painters of the North (Madrid, Museo Thyssen-Bornemisza, 20 juni-18 september 2016) en voor de bijbehorende catalogus die zowel in het Engels als in het Spaans is verschenen. De tentoonstelling trok 144.713 bezoekers en was één van de drie finalisten van de Global Fine Art Awards 2016 in de categorie “Best Renaissance, Baroque, Old Masters, Dynasties – solo artist”. Daarnaast was mijn collega initiatiefnemer en medesamensteller van de tentoonstelling Praag rond 1600. Kunst en Wetenschap aan het Hof van Rudolf II (Leiden, Universiteitsbibliotheek, 29 september 2016-10 januari 2017). Vanzelfsprekend worden de resultaten van het ten behoeve van deze activiteiten door de wetenschappelijke staf verrichte onderzoek ten volle benut in het onderwijs, bij de begeleiding op individuele basis en de stageplaatsen die het NIKI aanbiedt. Op moment van schrijven leggen prof. Dennis Geronimus (NYU) en ondergetekende de laatste hand aan de redactie van de aan de Florentijnse schilder Piero di Cosimo (1462-1522) gewijde NIKI-congresbundel die na de zomer zal verschijnen bij de in Leiden gevestigde uitgever Brill. Deze en de overige geplande publicaties moeten er mede voor zorgen dat de door mij hierboven gesignaleerde trend ook in 2017 kan worden voortgezet. Uw steun is daarbij onmisbaar. Michael Kwakkelstein ‘In het hart van de Renaissance’ Rafaël, Titiaan, Bellini: niet eerder waren in Nederland zoveel Italiaanse meesters te zien. De renaissance komt naar Rijksmuseum Twenthe, met de tentoonstelling ‘In het hart van de Renaissance’, van 12 februari t/m 18 juni 2017. U kunt nu online uw kaarten voor deze tentoonstelling kopen. Lezing Naast de tentoonstelling bieden wij u de mogelijkheid tijdens uw bezoek deel te nemen aan een gratis lezing. Wilt u deelnemen aan de lezing kies dan voor een ticket op een dinsdag, donderdag of zaterdag. Iedere dag heeft een andere lezing. Op dinsdag vindt de lezing ‘De kunst van de Italiaanse renaissance’ plaats, op Primeur voor Nederland donderdag de lezing ‘Renaissance ‘Van een tentoonstelling als deze kun portretkunst’ en op zaterdag de je als museum alleen maar dromen’, lezing ‘Religieuze voorstellingen in aldus Arnoud Odding, directeur de renaissance kunst’. De lezingen van RMT. Deze tentoonstelling is starten om 14.00 uur, dus kies niet een primeur voor Nederland. Nog voor een entree op dat tijdstip. Naast Raffaello Angelo 1 (frammento pala Baronci) niet eerder waren er in ons land uw entreeticket boekt u apart een zoveel werken van grote meesters ticket voor de lezing op di/do/zat. U uit de gloriejaren van de Italiaanse schilderkunst te zien. moet beide tickets tonen in het museum. Het grootste deel van de in Enschede getoonde werken is afkomstig uit de Pinacoteca Tosio Martinengo in het Rondleiding Italiaanse Brescia. Dit museum, dat over een ongekend Het museum biedt op iedere woensdag- , vrijdag- en omvangrijke collectie kunstenaars uit de Noord-Italiaanse zondagmiddag een rondleiding aan. Voor de rondleidingen renaissance beschikt, is de komende jaren gesloten in dient u een entreebewijs van de tentoonstelling te kunnen verband met een verbouwing. Behalve in Enschede zijn tonen van respectievelijk 14.00 of 15.00 uur incl. een bewijs werken uit het museum de komende tijd ook in Warschau van reservering van de rondleiding op dezelfde dag. U boekt en Helsinki te zien. deze twee tickets los van elkaar. Tip! wanneer u deel wilt nemen aan een rondleiding, kijk eerst of deze nog te boeken is voordat u uw entreebewijs voor die datum boekt. 2 OVER CODART CODART, het internationale netwerk van museumconservatoren van Nederlandse en Vlaamse kunst, bestaat volgend jaar alweer twintig jaar. In die twee decennia heeft het netwerk zich ontwikkeld tot een onmisbaar instituut dat niet meer weg te denken is uit het museale landschap. CODART verbindt zo’n 700 museumconservatoren met elkaar die samen werkzaam zijn in ongeveer 300 musea in bijna 50 landen. De leden zijn niet alleen werkzaam in prestigieuze instellingen zoals het Rijksmuseum in Amsterdam, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, het Metropolitan Museum in New York of de Hermitage in Sint Petersburg, maar ook bij minder bekende musea in Oekraïne, Australië of Cuba. en Vlaamse kunst in musea over de hele wereld. Via de website kun je met één muisklik naar de musea met Nederlandse en Vlaamse schilderijen, prenten, tekeningen, beeldhouwwerken of kunstnijverheidsvoorwerpen. Sterker nog: rondwandelend met je telefoon in Florence, New York, of Jekaterinenburg kun je dankzij de mobiele Thomas Leysen, voorzitter van de kaart in één opslag zien Friends of Codart Foundation, tijdens waar er in de buurt een de Patrons Workshop in 2012 museum met Nederlandse of Vlaamse meesters te vinden is. De website geeft ook overzichten van tentoonstellingen van Nederlandse en Vlaamse kunst wereldwijd alsmede de contactgegevens van de conservatoren. Iedereen kan zich abonneren op de berichtendienst, waarmee je automatisch meldingen ontvangt over tentoonstellingen en ander nieuws op het gebied van de Nederlandse en Vlaamse kunst in musea internationaal. Op de website is ook de rubriek Curator in the Spotlight te vinden, waarin conservatoren uit de hele wereld vertellen over hun vak, hun museum, en hun favoriete kunstwerken. Meer achtergrond over conservatoren, hun vak en hun collecties is te vinden in het eZine, dat twee keer per jaar verschijnt. Gerdien Verschoor, Directeur CODART Het unieke van het CODART-netwerk is te vinden in het historische feit dat de kunst uit de Lage Landen al sinds de 15de eeuw een enorme populariteit genoot en over de hele wereld werd verspreid. Op grote schaal werd er verzameld door vorsten en particulieren, veel kunstwerken werden ook in opdracht van de kerk vervaardigd. De meeste van die kunstwerken bevinden zich momenteel in musea. Door conservatoren uit al die musea bij elkaar te brengen bij internationale congressen en expert meetings, worden zij in staat gesteld om expertise, kunstwerken en tentoonstellingen uit te wisselen en gezamenlijk projecten te ontwikkelen. Daarmee geeft CODART een eigentijdse dimensie aan een historisch fenomeen. Bovendien wordt een doelgroep bereikt die uiteindelijk veel groter is dan alleen de conservatoren: kunsthistorici, particuliere verzamelaars, de kunsthandel, en natuurlijk de museumbezoekers die in grote getale afkomen op de vele tentoonstellingen van oude meesters die overal ter wereld te zien zijn. Naast al die conservatoren heeft ook een gestaag groeiende groep van particuliere verzamelaars, kunsthandelaren en andere kunstliefhebbers zich aan CODART verbonden. Zij hebben zich verenigd in de Friends of CODART Foundation. Daarnaast ontvangt CODART structurele ondersteuning vanuit het RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Uit het feit dat instellingen als het Rijksmuseum (Amsterdam), de Fondation Custodia (Parijs), het Metropolitan Museum of Art (New York), het Patrimonio Nacional (Madrid) of het Szépművészeti Múzeum (Boedapest) – om maar enkele voorbeelden te noemen – CODART ondersteunen als institutional member blijkt wel dat het netwerk een prominente plaats in de internationale museumwereld heeft ingenomen. Gerdien Verschoor Directeur CODART CODART is dan ook niet alleen gericht op haar leden. De website www.codart.nl en het digitale magazine, het CODART eZine (www.ezine.codart.nl) trekken een groeiende groep liefhebbers die geïnteresseerd zijn in de Nederlandse www.codart.nl www.ezine.codart.nl www.codart.nl/friends 3 Een bijdrage van Nina Jaspers, één van de sprekers op het 25e NIKI Symposium in het Rijksmuseum over: Italiaanse exportkeramiek in Nederlandse archeologische collecties Prototypes voor de handelsstromen tijdens de vroegmoderne globalisering In 1934 vond de tentoonstelling “Italiaanse kunst in Nederlandsch bezit” plaats in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Afgelopen december in het Rijksmuseum op het jaarlijkse NIKI symposium was dit thema opnieuw het uitgangspunt, maar dan anno nu. Verschillende materiaalcategorieën passeerden daarbij net als in 1934 de revue, waaronder ook de Italiaanse keramiek. Tijdens de tentoonstelling in 1934 was voornamelijk 15e- en 16e-eeuwse Italiaanse majolica vertegenwoordigd dat via overlevering bewaard bleef en via de 19e- en 20e-eeuwse kunsthandel in Nederlandse collecties belandde. Dit zijn rijkgedecoreerde, veelkleurig beschilderde keramische voorwerpen met een dekkende, min of meer witte tinglazuur als basis. We moeten hierbij denken aan kwalitatief zeer hoogwaardige objecten uit de meest vooraanstaande productiecentra uit Italië, die zowel op technisch als op artistiek vlak in hun tijd de toon zetten, zoals Florence, Faenza, Caffagiolo, Deruta, Castel Durante, Gubbio, Pesaro of Urbino. Dergelijke schotels en vazen hadden voornamelijk een decoratieve functie en sierden het interieur aan muren of op kasten maar werden niet gebruikt om daadwerkelijk van te eten. Door sterke toename van archeologisch post-middeleeuws onderzoek in de laatste vijftig jaar zijn er compleet andere collecties van Italiaanse keramiek in Nederland ontstaan. Onder de gebruikelijke archeologische vondsten van rood-, grijs- en witbakkende tafelwaar en bruin getinte steengoed kannen in de historische maritieme steden en dorpen van Nederland uit de 16e eeuw is het veelkleurige Italiaanse tinglazuuraardewerk een opvallend verfrissende verschijning. Het is de neerslag van de internationale zeehandelsnetwerken uit die tijd, voornamelijk samenhangend met de Straatvaart. Deze Italiaanse importen zijn echter van een minder hoogwaardige kwaliteit dan hun contemporaine tegenhangers die enkele eeuwen later door de kunsthandel zijn verspreid. Zij waren Een greep uit de veelkleurige 16e- en 17e-eeuwse Italiaanse importen van tinglazuuraardewerk (majolica en faience) uit Nederlandse bodem. 4 gevogelte en vis geven waardevolle informatie over hetgeen zoal op de Italiaanse tafelwaar werd geserveerd. Informatie die in de meeste drogere gebieden in het verspreidingsgebied van de Italiaanse majolica en faience verloren is gegaan. Deze ‘middenklasse’ importkeramiek is afkomstig uit verscheidene regio’s in Italië, waarbij de voornaamste regio’s de Ligurische steden Savona en Albisola, en het Toscaanse Montelupo zijn. Daarnaast zien we ook importen uit Venetië, Faenza, Deruta, Castelli d’Abruzzo en/of Napels onder de Nederlandse bodemvondsten. Helaas was de kennis omtrent de precieze productieherkomst hiervan nog onvoldoende synthetiserend onderzocht en gepubliceerd. Intensief literatuuronderzoek naar de sterk versnipperde kennis op dit vlak heeft vanuit het NIKI plaatsgevonden. Om deze importen als bijzonder rijke cultuurhistorische bron te gebruiken om conclusies te trekken m.b.t. de vroegmoderne handelsverbindingen, smaak, status en/of religieuze overtuigingen is het noodzakelijk om de juiste herkomstbepalingen van deze vondsten te definiëren. Om die reden is er als onderdeel van een nog lopend promotieonderzoek door ondergetekende een rijk geïllustreerd classificatiemodel gemaakt dat als handboek kan dienen. Hierbij is gebruikt gemaakt van een combinatie van een archeologische, kunsthistorische en archeometrische benadering. Dit classificatiemodel baseert zich op Nederlandse archeologische vondsten, maar zal bijzonder nuttig zijn bij het identificeren van Italiaanse en Franse importvondsten uit vroegmoderne maritieme archeologische vindplaatsen langs het volledige toenmalige verspreidingsgebied: alle kusten rond de Middellandse Zee, de Noordzee, de Baltische Zee en langs beide zijden van de Atlantische Oceaan. artistiek gezien juist een afgeleide daarvan, een goedkopere imitatie in hogere oplages vervaardigd, maar werden in tegenstelling tot de sierstukken wél gebruikt om van te eten of fruit in te presenteren. Dit tinglazuuraardewerk heeft een revolutie teweeg gebracht in de Europese eetcultuur op meerdere vlakken (i.e. hygiënischer, individueel gedekte tafels, aanzet tot serviezen…). Ook zijn de stukken dragers van een beeldtaal waarmee de gebruiker zijn eigen smaak of religieuze voorkeur kon uitdragen of zijn status kon benadrukken door zijn mondaine netwerken tentoon te spreiden. Deze beeldtaal had op zijn beurt weer sterke invloed op de beeldtaal van de lokale plateelbakkers in bijvoorbeeld onze Lage Landen. Een bijzonder aspect van het Nederlandse bodemarchief, en daarmee van de Italiaanse 16e en 17e Italiaanse keramiek in de huidige Nederlandse collecties, is dat De Republiek destijds tijdelijk het economisch centrum van de wereld was en er daarom relatief veel van dergelijke tafelwaar in onze streken rouleerde. Daarnaast was de afvalverwerking in de historische binnensteden zo dat er talloze beerputten op de individuele achtererven van de percelen gelegen waren. Behalve menselijke uitwerpselen en etensresten belandde hierin óók de gebroken tafelwaar. Deze gesloten contexten zijn schatkamertjes voor de hedendaagse archeoloog, die de afzonderlijke scherven hieruit makkelijk weer tot een compleet object terug kan puzzelen. Het Nederlands bodemarchief heeft daardoor soms meer relatief complete Italiaanse objecten opgeleverd dan in de regio waar de voorwerpen oorspronkelijk zijn geproduceerd. Bovendien is de bodem in de Nederlandse kustgebieden zeer vochtig, waardoor de ecologische resten in deze beerputten zeer goed bewaard blijven. De voedselresten van fruit, vlees, Verslag van een stage bij het NIKI in het kader van RKD-Gerson-Digital: Schilderijen van Rembrandt in Italiaanse collecties in de 17e en 18e eeuw De befaamde Duits-Nederlandse kunsthistoricus Horst Gerson publiceert in 1942 het boek Ausbreitung und Nachwirkung der Holländischen Malerei des 17. Jahrhunderts. Het bijna 600 bladzijden tellende werk gaat in op “De expansie der 17de-eeuwsche Hollandsche schilderkunst” in Europa tussen 1600 en het eind van de achttiende eeuw. Met dit werk van Gerson als uitgangspunt lanceerde het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis GersonDigital in 2013 met als doel het onderzoek van Gerson te verdiepen.1 Het NIKI is verantwoordelijk voor het hoofdstuk over Italië. Sinds het verschijnen van het standaardwerk van Gerson is veel nieuwe informatie over Nederlandse kunstenaars in Italië ontdekt. Bovendien zijn nog veel 1 Het RKD in Den Haag beheert een unieke collectie archief-, documentatie- en bibliotheekmateriaal met betrekking tot de westerse kunst van de late middeleeuwen tot heden. De nadruk ligt op de Noord- en ZuidNederlandse kunst van de late middeleeuwen tot heden, maar ook werk van buitenlandse kunstenaars is ruimschoots gedocumenteerd. Met meer dan 6.000.000 digitale en analoge foto’s, reproducties en dia’s van kunstwerken en design beheert het RKD een van de grootste verzamelingen beelddocumentatie van de wereld. 5 Huidige opstelling van de vier schilderijen van en naar Rembrandt in de Gallerie degli Uffizi in Florence. Van links naar rechts: Zelfportret met baret (1669), Oude man in een leunstoel (ca. 1665), ‘Zelfportret’ (ca. 1665, niet meer toegeschreven) en ‘Halffiguur van een jonge man met een baret en een halsberg’ (1639, niet meer toegeschreven). (foto ms, voorjaar 2017) vragen over hun werkzaamheid en invloed onopgehelderd. Het RKD en het NIKI bieden samen stageplaatsen aan voor masterstudenten Kunstgeschiedenis in het kader van dit Gerson-Digital project. Met beide handen greep ik de mogelijkheid aan om in het najaar van 2016 twee maanden stage te lopen bij het NIKI. Samen met begeleider Gert Jan van der Sman werd besloten dat ik me zou richten op de herkomstgeschiedenis van schilderijen van Rembrandt in Italië in de 17e en 18e eeuw. Rembrandt was dan wel niet in Italië geweest, zijn werk was ook in Italië niet onopgemerkt gebleven. De etsen van Rembrandt waren in heel veel Italiaanse verzamelingen te vinden en werden ook door Italiaanse kunstenaars gebruikt. Daarnaast bereikten meerdere schilderijen Italië. Doel van mijn stage-onderzoek was om deze schilderijen te inventariseren en per schilderij op zoek te gaan naar de vroegste herkomst en de eerste vermeldingen in de (archief)bronnen. In Italiaanse bronnen van de 17e en de 18e eeuw wordt elf keer een geschilderd werk van Rembrandt genoemd. In oude inventarissen van de Medici-collecties worden vier werken van Rembrandt vermeld, waarvan er één als kopie naar een schilderij van Rembrandt kan worden bestempeld. Ze hangen nu in de nieuwe zalen van de Uffizi. Tijdens mijn stage is door literatuuronderzoek duidelijk geworden dat de herkomst van het “Halffiguur van een jonge man met een baret en een halsberg” uitzonderlijk goed gedocumenteerd is. Carlo Francesco Gerini, een Florentijnse markies, wordt de eerste Italiaanse eigenaar. Hij krijgt het werk als geschenk van keurvorst Johann Wilhelm II von der Pfalz uit Düsseldorf, als geste voor een eerdere schenking van twee werken van de markies aan de keurvorst. De overige schilderijen van Rembrandt bevonden zich in Noord- en Zuid-Italië. Er worden drie werken vermeld in de collectie van Don Antonio Ruffo in Messina, twee werken in de collectie van Francesco Maria Sauli in Genua, een werk in de collectie van doge Nicolò Sagredo in Venetië en - tot slot een werk in Turijn in de collectie van Carlo Emanuelle III van Savoye, wanneer deze koning van Sardinië is. Van de elf schilderijen zijn inmiddels zes werken toegeschreven aan Rembrandt. Twee werken kregen eerder het voordeel van de twijfel maar komen niet meer terug in het afsluitende en overzichtsdeel deel VI van het A Corpus of Rembrandt paintings uit 2015, hét standaardwerk over Rembrandt. Drie werken zijn nooit achterhaald. Twee daarvan bevinden zich mogelijk op de bodem van de zee vanwege een schipbreuk in de 17e eeuw tijdens het vervoer van Amsterdam naar Genua. Mélanie Struik student master kunstgeschiedenis UVA, Amsterdam 6 Programma Sponsordag op zaterdag 17 juni in Florence Palazzo Malenchini Palazzo Pitti, Galleria d’Arte Moderna Voor de 8e NIKI dag in Florence ligt er weer een mooi programma klaar! We starten de dag op het Instituut en gaan vandaar per busje gezamenlijk naar het centrum, waar we verschillende Musea en Palazzi op loopafstand van elkaar zullen bezoeken. De dag eindigt weer op het Instituut (handig voor het parkeren van de auto’s) Michael Kwakkelstein zal ons daar een up-date geven over de plannen en projecten van het NIKI. De dag wordt afgesloten met een heerlijke borrel met hap in de tuin. Het tijdschema ziet er ongeveer als volgt uit: 10.00 uur verzamelen bij het NIKI 11-12.30 Galeria d’Arte Moderna in het Pitti 13-15.30 lunch + rondleiding in het Palazzo Malenchini 15.30-17 Museo Horne 17-20.00 NIKI Herbert Percy Horne, dichter, architect en kunsthistoricus Voor meer informatie en natuurlijk om u op te geven kunt u contact opnemen met: Christine van Marle [email protected] of 06-53536514 Melanie Ruys [email protected] of 06-55187232 7