Italiaanse exportkeramiek in Nederlandse archeologische collecties

advertisement
NIEUWSBRIEF
april 2017 – nr. 18
Postbus 80125 | 3508 TC Utrecht | T 030 – 253 55 00 | E [email protected]
Bank NL85ABNA0253617170
voorzitter van de Vrienden: [email protected]
Vrienden van het
Kunsthistorisch
Instituut in Florence
In deze nieuwsbrief
Van de voorzitter 1
Van de Directeur 1
“In het hart van de Renaissance” 2
Over Codart, Gerdien Verschoor 3
Italiaanse Majolica, Nina Jaspers 4
Stageverslag, Mélanie Struik 5
Sponsordag 2017 7
Goede vrienden,
In uw digitale postvak ontvangt u hierbij weer onze
“semestriële nieuwsbrief”. Zoals gebruikelijk leest u de
nieuwste wetenswaardigheden over ons instituut, het
NIKI te Florence. Maar wij konden het niet laten om ook
aan andere onderwerpen wat aandacht te besteden.
Want het kan haast niet anders: u bent als vriend van het
NIKI ook geïnteresseerd in de tentoonstelling In het Hart
van de Renaissance die momenteel in het Rijksmuseum
Twenthe te zien is. En ongetwijfeld wilde u altijd al meer
weten over CODART, het internationale netwerk van
museumconservatoren van Nederlandse en Vlaamse kunst.
Gerdien Verschoor, de directeur van Codart praat u bij.
En natuurlijk staat directeur Michael Kwakkelstein stil bij
het succesvolle symposium dat op 12 december vorig jaar
plaatsvond in het auditorium van het Rijksmuseum te
Amsterdam.
Studente Mélanie Struik verbleef enkele maanden op het
NIKI, en deed daar mee aan een onderzoek naar de eerste
Rembrandts (nee, hij zelf was er nooit, maar zijn werken
waren er al snel) in Italië. En ja, enkele werken werden
(voorlopig?) afgeschreven als echte Rembrandts, en een paar
van zijn schilderijen liggen waarschijnlijk op de bodem van
de Middellandse Zee. Voorgoed afgeschreven dus.
Niet afgeschreven zijn de etensresten op Italiaans Majolica
in Nederlandse beerputten, waar Nina Jaspers onderzoek
naar deed. Zo leveren de vindplaatsen in Nederland veel
meer informatie dan de vindplaatsen in Italië zelf.
Ik wens u veel leesplezier
Jeroen Torenbeek, voorzitter
Van de directeur
Met het goed bezochte jubileum symposium
Nederland en daarbuiten heeft vergroot. Dat
“Italiaanse kunst in Nederlands bezit” dat op 12
daarbij de bijzondere expertise die het NIKI
december jl. plaatsvond in het auditorium van
in huis heeft een belangrijke rol speelt blijkt
het Rijksmuseum, sloot het NIKI een succesvol
ook uit de toegenomen vraag vanuit nationale
jaar af. Het is mij een genoegen u te berichten
en internationale musea naar samenwerking
dat de belangstelling voor de door het NIKI in
bij de totstandkoming van tentoonstellingen
2016 in Nederland ontplooide publieksgerichte
en de redactie van bijbehorende catalogi.
activiteiten blijft groeien. Mijn collega prof.
Dankzij samenwerking met musea kan ook
dr. Gert Jan van der Sman en ik verleenden
Prof. Dr. Michael
een breed publiek kennis maken met het soort
vorig jaar opnieuw onze medewerking aan
Kwakkelstein
onderzoek dat het NIKI vanouds bevordert.
symposia, studiedagen en interviews voor de geschreven
Laat ik u een voorbeeld geven: Gert Jan van der Sman
en gesproken pers wat de zichtbaarheid van het NIKI in
was verantwoordelijk voor de samenstelling van de
1
tentoonstelling Caravaggio and the Painters of the North
(Madrid, Museo Thyssen-Bornemisza, 20 juni-18 september
2016) en voor de bijbehorende catalogus die zowel in het
Engels als in het Spaans is verschenen. De tentoonstelling
trok 144.713 bezoekers en was één van de drie finalisten
van de Global Fine Art Awards 2016 in de categorie “Best
Renaissance, Baroque, Old Masters, Dynasties – solo
artist”. Daarnaast was mijn collega initiatiefnemer en
medesamensteller van de tentoonstelling Praag rond 1600.
Kunst en Wetenschap aan het Hof van Rudolf II (Leiden,
Universiteitsbibliotheek, 29 september 2016-10 januari
2017). Vanzelfsprekend worden de resultaten van het ten
behoeve van deze activiteiten door de wetenschappelijke
staf verrichte onderzoek ten volle benut in het onderwijs,
bij de begeleiding op individuele basis en de stageplaatsen
die het NIKI aanbiedt. Op moment van schrijven leggen
prof. Dennis Geronimus (NYU) en ondergetekende de laatste
hand aan de redactie van de aan de Florentijnse schilder
Piero di Cosimo (1462-1522) gewijde NIKI-congresbundel
die na de zomer zal verschijnen bij de in Leiden gevestigde
uitgever Brill. Deze en de overige geplande publicaties
moeten er mede voor zorgen dat de door mij hierboven
gesignaleerde trend ook in 2017 kan worden voortgezet. Uw
steun is daarbij onmisbaar.
Michael Kwakkelstein
‘In het hart van de Renaissance’
Rafaël, Titiaan, Bellini: niet eerder
waren in Nederland zoveel Italiaanse
meesters te zien. De renaissance
komt naar Rijksmuseum Twenthe,
met de tentoonstelling ‘In het hart
van de Renaissance’, van
12 februari t/m 18 juni 2017.
U kunt nu online uw kaarten voor
deze tentoonstelling kopen.
Lezing
Naast de tentoonstelling bieden wij
u de mogelijkheid tijdens uw bezoek
deel te nemen aan een gratis lezing.
Wilt u deelnemen aan de lezing kies
dan voor een ticket op een dinsdag,
donderdag of zaterdag. Iedere dag
heeft een andere lezing. Op dinsdag
vindt de lezing ‘De kunst van de
Italiaanse renaissance’ plaats, op
Primeur voor Nederland
donderdag de lezing ‘Renaissance
‘Van een tentoonstelling als deze kun
portretkunst’ en op zaterdag de
je als museum alleen maar dromen’,
lezing ‘Religieuze voorstellingen in
aldus Arnoud Odding, directeur
de renaissance kunst’. De lezingen
van RMT. Deze tentoonstelling is
starten om 14.00 uur, dus kies niet
een primeur voor Nederland. Nog
voor een entree op dat tijdstip. Naast
Raffaello Angelo 1 (frammento pala Baronci)
niet eerder waren er in ons land
uw entreeticket boekt u apart een
zoveel werken van grote meesters
ticket voor de lezing op di/do/zat. U
uit de gloriejaren van de Italiaanse schilderkunst te zien.
moet beide tickets tonen in het museum.
Het grootste deel van de in Enschede getoonde werken
is afkomstig uit de Pinacoteca Tosio Martinengo in het
Rondleiding
Italiaanse Brescia. Dit museum, dat over een ongekend
Het museum biedt op iedere woensdag- , vrijdag- en
omvangrijke collectie kunstenaars uit de Noord-Italiaanse
zondagmiddag een rondleiding aan. Voor de rondleidingen
renaissance beschikt, is de komende jaren gesloten in
dient u een entreebewijs van de tentoonstelling te kunnen
verband met een verbouwing. Behalve in Enschede zijn
tonen van respectievelijk 14.00 of 15.00 uur incl. een bewijs
werken uit het museum de komende tijd ook in Warschau
van reservering van de rondleiding op dezelfde dag. U boekt
en Helsinki te zien.
deze twee tickets los van elkaar. Tip! wanneer u deel wilt
nemen aan een rondleiding, kijk eerst of deze nog te boeken
is voordat u uw entreebewijs voor die datum boekt.
2
OVER CODART
CODART, het internationale netwerk van
museumconservatoren van Nederlandse en Vlaamse
kunst, bestaat volgend jaar alweer twintig jaar. In die
twee decennia heeft het netwerk zich ontwikkeld tot
een onmisbaar instituut dat niet meer weg te denken is
uit het museale landschap. CODART verbindt zo’n 700
museumconservatoren met elkaar die samen werkzaam
zijn in ongeveer 300 musea in bijna 50 landen. De leden zijn
niet alleen werkzaam in prestigieuze instellingen zoals het
Rijksmuseum in Amsterdam, het Koninklijk Museum voor
Schone Kunsten in Antwerpen, het Metropolitan Museum in
New York of de Hermitage in Sint Petersburg, maar ook bij
minder bekende musea in Oekraïne, Australië of Cuba.
en Vlaamse kunst in musea
over de hele wereld.
Via de website kun je
met één muisklik naar de
musea met Nederlandse
en Vlaamse schilderijen,
prenten, tekeningen,
beeldhouwwerken
of kunstnijverheidsvoorwerpen. Sterker nog:
rondwandelend met je
telefoon in Florence, New
York, of Jekaterinenburg
kun je dankzij de mobiele
Thomas Leysen, voorzitter van de
kaart in één opslag zien
Friends of Codart Foundation, tijdens
waar er in de buurt een
de Patrons Workshop in 2012
museum met Nederlandse
of Vlaamse meesters te vinden is. De website geeft ook
overzichten van tentoonstellingen van Nederlandse en
Vlaamse kunst wereldwijd alsmede de contactgegevens
van de conservatoren. Iedereen kan zich abonneren op
de berichtendienst, waarmee je automatisch meldingen
ontvangt over tentoonstellingen en ander nieuws op
het gebied van de Nederlandse en Vlaamse kunst in
musea internationaal. Op de website is ook de rubriek
Curator in the Spotlight te vinden, waarin conservatoren
uit de hele wereld vertellen over hun vak, hun museum,
en hun favoriete kunstwerken. Meer achtergrond over
conservatoren, hun vak en hun collecties is te vinden in het
eZine, dat twee keer per jaar verschijnt.
Gerdien Verschoor, Directeur CODART
Het unieke van het CODART-netwerk is te vinden in het
historische feit dat de kunst uit de Lage Landen al sinds
de 15de eeuw een enorme populariteit genoot en over
de hele wereld werd verspreid. Op grote schaal werd er
verzameld door vorsten en particulieren, veel kunstwerken
werden ook in opdracht van de kerk vervaardigd. De
meeste van die kunstwerken bevinden zich momenteel in
musea. Door conservatoren uit al die musea bij elkaar te
brengen bij internationale congressen en expert meetings,
worden zij in staat gesteld om expertise, kunstwerken
en tentoonstellingen uit te wisselen en gezamenlijk
projecten te ontwikkelen. Daarmee geeft CODART een
eigentijdse dimensie aan een historisch fenomeen.
Bovendien wordt een doelgroep bereikt die uiteindelijk
veel groter is dan alleen de conservatoren: kunsthistorici,
particuliere verzamelaars, de kunsthandel, en natuurlijk de
museumbezoekers die in grote getale afkomen op de vele
tentoonstellingen van oude meesters die overal ter wereld
te zien zijn.
Naast al die conservatoren heeft ook een gestaag groeiende
groep van particuliere verzamelaars, kunsthandelaren
en andere kunstliefhebbers zich aan CODART verbonden.
Zij hebben zich verenigd in de Friends of CODART
Foundation. Daarnaast ontvangt CODART structurele
ondersteuning vanuit het RKD Nederlands Instituut voor
Kunstgeschiedenis. Uit het feit dat instellingen als het
Rijksmuseum (Amsterdam), de Fondation Custodia (Parijs),
het Metropolitan Museum of Art (New York), het Patrimonio
Nacional (Madrid) of het Szépművészeti Múzeum
(Boedapest) – om maar enkele voorbeelden te noemen –
CODART ondersteunen als institutional member blijkt wel
dat het netwerk een prominente plaats in de internationale
museumwereld heeft ingenomen.
Gerdien Verschoor
Directeur CODART
CODART is dan ook niet alleen gericht op haar leden. De
website www.codart.nl en het digitale magazine, het
CODART eZine (www.ezine.codart.nl) trekken een groeiende
groep liefhebbers die geïnteresseerd zijn in de Nederlandse
www.codart.nl
www.ezine.codart.nl
www.codart.nl/friends
3
Een bijdrage van Nina Jaspers, één van de sprekers op
het 25e NIKI Symposium in het Rijksmuseum over:
Italiaanse exportkeramiek in
Nederlandse archeologische collecties
Prototypes voor de handelsstromen tijdens de vroegmoderne globalisering
In 1934 vond de tentoonstelling “Italiaanse kunst in
Nederlandsch bezit” plaats in het Stedelijk Museum te
Amsterdam. Afgelopen december in het Rijksmuseum op
het jaarlijkse NIKI symposium was dit thema opnieuw
het uitgangspunt, maar dan anno nu. Verschillende
materiaalcategorieën passeerden daarbij net als in 1934 de
revue, waaronder ook de Italiaanse keramiek.
Tijdens de tentoonstelling in 1934 was voornamelijk 15e- en
16e-eeuwse Italiaanse majolica vertegenwoordigd dat via
overlevering bewaard bleef en via de 19e- en 20e-eeuwse
kunsthandel in Nederlandse collecties belandde. Dit zijn
rijkgedecoreerde, veelkleurig beschilderde keramische
voorwerpen met een dekkende, min of meer witte
tinglazuur als basis. We moeten hierbij denken aan
kwalitatief zeer hoogwaardige objecten uit de meest
vooraanstaande productiecentra uit Italië, die zowel op
technisch als op artistiek vlak in hun tijd de toon zetten,
zoals Florence, Faenza, Caffagiolo, Deruta, Castel Durante,
Gubbio, Pesaro of Urbino. Dergelijke schotels en vazen
hadden voornamelijk een decoratieve functie en sierden het
interieur aan muren of op kasten maar werden niet gebruikt
om daadwerkelijk van te eten.
Door sterke toename van archeologisch post-middeleeuws
onderzoek in de laatste vijftig jaar zijn er compleet andere
collecties van Italiaanse keramiek in Nederland ontstaan.
Onder de gebruikelijke archeologische vondsten van
rood-, grijs- en witbakkende tafelwaar en bruin getinte
steengoed kannen in de historische maritieme steden en
dorpen van Nederland uit de 16e eeuw is het veelkleurige
Italiaanse tinglazuuraardewerk een opvallend verfrissende
verschijning. Het is de neerslag van de internationale
zeehandelsnetwerken uit die tijd, voornamelijk
samenhangend met de Straatvaart. Deze Italiaanse
importen zijn echter van een minder hoogwaardige
kwaliteit dan hun contemporaine tegenhangers die enkele
eeuwen later door de kunsthandel zijn verspreid. Zij waren
Een greep uit de veelkleurige 16e- en 17e-eeuwse Italiaanse importen van tinglazuuraardewerk (majolica en faience) uit Nederlandse bodem.
4
gevogelte en vis geven waardevolle informatie over
hetgeen zoal op de Italiaanse tafelwaar werd geserveerd.
Informatie die in de meeste drogere gebieden in het
verspreidingsgebied van de Italiaanse majolica en faience
verloren is gegaan.
Deze ‘middenklasse’ importkeramiek is afkomstig uit
verscheidene regio’s in Italië, waarbij de voornaamste
regio’s de Ligurische steden Savona en Albisola, en het
Toscaanse Montelupo zijn. Daarnaast zien we ook importen
uit Venetië, Faenza, Deruta, Castelli d’Abruzzo en/of Napels
onder de Nederlandse bodemvondsten. Helaas was de
kennis omtrent de precieze productieherkomst hiervan nog
onvoldoende synthetiserend onderzocht en gepubliceerd.
Intensief literatuuronderzoek naar de sterk versnipperde
kennis op dit vlak heeft vanuit het NIKI plaatsgevonden.
Om deze importen als bijzonder rijke cultuurhistorische
bron te gebruiken om conclusies te trekken m.b.t. de
vroegmoderne handelsverbindingen, smaak, status
en/of religieuze overtuigingen is het noodzakelijk om
de juiste herkomstbepalingen van deze vondsten te
definiëren. Om die reden is er als onderdeel van een
nog lopend promotieonderzoek door ondergetekende
een rijk geïllustreerd classificatiemodel gemaakt dat als
handboek kan dienen. Hierbij is gebruikt gemaakt van een
combinatie van een archeologische, kunsthistorische en
archeometrische benadering. Dit classificatiemodel baseert
zich op Nederlandse archeologische vondsten, maar zal
bijzonder nuttig zijn bij het identificeren van Italiaanse
en Franse importvondsten uit vroegmoderne maritieme
archeologische vindplaatsen langs het volledige toenmalige
verspreidingsgebied: alle kusten rond de Middellandse Zee,
de Noordzee, de Baltische Zee en langs beide zijden van de
Atlantische Oceaan.
artistiek gezien juist een afgeleide daarvan, een goedkopere
imitatie in hogere oplages vervaardigd, maar werden in
tegenstelling tot de sierstukken wél gebruikt om van te eten
of fruit in te presenteren. Dit tinglazuuraardewerk heeft
een revolutie teweeg gebracht in de Europese eetcultuur
op meerdere vlakken (i.e. hygiënischer, individueel gedekte
tafels, aanzet tot serviezen…). Ook zijn de stukken dragers
van een beeldtaal waarmee de gebruiker zijn eigen smaak
of religieuze voorkeur kon uitdragen of zijn status kon
benadrukken door zijn mondaine netwerken tentoon te
spreiden. Deze beeldtaal had op zijn beurt weer sterke
invloed op de beeldtaal van de lokale plateelbakkers in
bijvoorbeeld onze Lage Landen.
Een bijzonder aspect van het Nederlandse bodemarchief, en
daarmee van de Italiaanse 16e en 17e Italiaanse keramiek
in de huidige Nederlandse collecties, is dat De Republiek
destijds tijdelijk het economisch centrum van de wereld was
en er daarom relatief veel van dergelijke tafelwaar in onze
streken rouleerde. Daarnaast was de afvalverwerking in de
historische binnensteden zo dat er talloze beerputten op
de individuele achtererven van de percelen gelegen waren.
Behalve menselijke uitwerpselen en etensresten belandde
hierin óók de gebroken tafelwaar. Deze gesloten contexten
zijn schatkamertjes voor de hedendaagse archeoloog,
die de afzonderlijke scherven hieruit makkelijk weer tot
een compleet object terug kan puzzelen. Het Nederlands
bodemarchief heeft daardoor soms meer relatief complete
Italiaanse objecten opgeleverd dan in de regio waar de
voorwerpen oorspronkelijk zijn geproduceerd. Bovendien
is de bodem in de Nederlandse kustgebieden zeer vochtig,
waardoor de ecologische resten in deze beerputten zeer
goed bewaard blijven. De voedselresten van fruit, vlees,
Verslag van een stage bij het NIKI in het kader van RKD-Gerson-Digital:
Schilderijen van Rembrandt in Italiaanse
collecties in de 17e en 18e eeuw
De befaamde Duits-Nederlandse kunsthistoricus Horst
Gerson publiceert in 1942 het boek Ausbreitung und
Nachwirkung der Holländischen Malerei des 17. Jahrhunderts.
Het bijna 600 bladzijden tellende werk gaat in op “De
expansie der 17de-eeuwsche Hollandsche schilderkunst” in
Europa tussen 1600 en het eind van de achttiende eeuw.
Met dit werk van Gerson als uitgangspunt lanceerde het
RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis GersonDigital in 2013 met als doel het onderzoek van Gerson te
verdiepen.1 Het NIKI is verantwoordelijk voor het hoofdstuk
over Italië. Sinds het verschijnen van het standaardwerk
van Gerson is veel nieuwe informatie over Nederlandse
kunstenaars in Italië ontdekt. Bovendien zijn nog veel
1 Het RKD in Den Haag beheert een unieke collectie archief-, documentatie- en bibliotheekmateriaal met betrekking tot de westerse kunst van
de late middeleeuwen tot heden. De nadruk ligt op de Noord- en ZuidNederlandse kunst van de late middeleeuwen tot heden, maar ook werk
van buitenlandse kunstenaars is ruimschoots gedocumenteerd. Met
meer dan 6.000.000 digitale en analoge foto’s, reproducties en dia’s
van kunstwerken en design beheert het RKD een van de grootste
verzamelingen beelddocumentatie van de wereld.
5
Huidige opstelling van de vier schilderijen van en naar Rembrandt in de Gallerie degli Uffizi in Florence.
Van links naar rechts: Zelfportret met baret (1669), Oude man in een leunstoel (ca. 1665),
‘Zelfportret’ (ca. 1665, niet meer toegeschreven) en
‘Halffiguur van een jonge man met een baret en een halsberg’ (1639, niet meer toegeschreven).
(foto ms, voorjaar 2017)
vragen over hun werkzaamheid en invloed onopgehelderd.
Het RKD en het NIKI bieden samen stageplaatsen aan
voor masterstudenten Kunstgeschiedenis in het kader van
dit Gerson-Digital project. Met beide handen greep ik de
mogelijkheid aan om in het najaar van 2016 twee maanden
stage te lopen bij het NIKI. Samen met begeleider Gert Jan
van der Sman werd besloten dat ik me zou richten op de
herkomstgeschiedenis van schilderijen van Rembrandt in
Italië in de 17e en 18e eeuw. Rembrandt was dan wel niet in
Italië geweest, zijn werk was ook in Italië niet onopgemerkt
gebleven. De etsen van Rembrandt waren in heel veel
Italiaanse verzamelingen te vinden en werden ook door
Italiaanse kunstenaars gebruikt. Daarnaast bereikten
meerdere schilderijen Italië. Doel van mijn stage-onderzoek
was om deze schilderijen te inventariseren en per schilderij
op zoek te gaan naar de vroegste herkomst en de eerste
vermeldingen in de (archief)bronnen.
In Italiaanse bronnen van de 17e en de 18e eeuw wordt elf
keer een geschilderd werk van Rembrandt genoemd. In
oude inventarissen van de Medici-collecties worden vier
werken van Rembrandt vermeld, waarvan er één als kopie
naar een schilderij van Rembrandt kan worden bestempeld.
Ze hangen nu in de nieuwe zalen van de Uffizi. Tijdens mijn
stage is door literatuuronderzoek duidelijk geworden dat
de herkomst van het “Halffiguur van een jonge man met een
baret en een halsberg” uitzonderlijk goed gedocumenteerd
is. Carlo Francesco Gerini, een Florentijnse markies, wordt de
eerste Italiaanse eigenaar. Hij krijgt het werk als geschenk
van keurvorst Johann Wilhelm II von der Pfalz uit Düsseldorf,
als geste voor een eerdere schenking van twee werken van
de markies aan de keurvorst.
De overige schilderijen van Rembrandt bevonden zich in
Noord- en Zuid-Italië. Er worden drie werken vermeld in de
collectie van Don Antonio Ruffo in Messina, twee werken in
de collectie van Francesco Maria Sauli in Genua, een werk in
de collectie van doge Nicolò Sagredo in Venetië en - tot slot een werk in Turijn in de collectie van Carlo Emanuelle III van
Savoye, wanneer deze koning van Sardinië is.
Van de elf schilderijen zijn inmiddels zes werken
toegeschreven aan Rembrandt. Twee werken kregen eerder
het voordeel van de twijfel maar komen niet meer terug in
het afsluitende en overzichtsdeel deel VI van het A Corpus
of Rembrandt paintings uit 2015, hét standaardwerk over
Rembrandt. Drie werken zijn nooit achterhaald. Twee
daarvan bevinden zich mogelijk op de bodem van de zee
vanwege een schipbreuk in de 17e eeuw tijdens het vervoer
van Amsterdam naar Genua.
Mélanie Struik
student master kunstgeschiedenis
UVA, Amsterdam
6
Programma Sponsordag op zaterdag
17 juni in Florence
Palazzo Malenchini
Palazzo Pitti, Galleria d’Arte Moderna
Voor de 8e NIKI dag in Florence ligt er weer een mooi
programma klaar! We starten de dag op het Instituut en
gaan vandaar per busje gezamenlijk naar het centrum,
waar we verschillende Musea en Palazzi op loopafstand van
elkaar zullen bezoeken.
De dag eindigt weer op het Instituut (handig voor het
parkeren van de auto’s)
Michael Kwakkelstein zal ons daar een up-date geven over
de plannen en projecten van het NIKI.
De dag wordt afgesloten met een heerlijke borrel met hap
in de tuin.
Het tijdschema ziet er ongeveer als volgt uit:
10.00 uur verzamelen bij het NIKI
11-12.30 Galeria d’Arte Moderna in het Pitti
13-15.30 lunch + rondleiding in
het Palazzo Malenchini
15.30-17 Museo Horne
17-20.00 NIKI
Herbert Percy Horne, dichter, architect en kunsthistoricus
Voor meer informatie en natuurlijk om u op te geven kunt u
contact opnemen met:
Christine van Marle [email protected] of 06-53536514
Melanie Ruys [email protected] of 06-55187232
7
Download