FISHER TECHNIK :OECO TECH H5 Zonne-energie Naam: ……………………………………………………….. Klas: ………………… Datum: ………………… -1- Wegwijs/Inleiding: Lees individueel dit hoofdstuk aandachtig opdat je de technologie begrijpt De “DOE-opdrachten” , zowel op PC als met de bouwdoos,voer je uit per 2 Vul de gevraagde antwoorden in op de daarvoor voorziene plaats en geef ze de ( indien) gevraagde opmaak Sla regelmatig je oefeningen op om geen gegevensverlies te hebben door externe oorzaken!!!!!! Voer de gevraagde “DOE-opdrachten” zorgvuldig uit en verdeel de taken Indien de bouwoefeningen elektrisch aangesloten worden, laat je deze eerst door de leerkracht controleren vooraleer zelf te testen In de loop van dit hoofdstuk moet je een korte vragenlijst met evaluatieblad invullen. Vraag de juiste bouwdoos aan je leerkracht. De doos die je toegewezen wordt is alfabetisch. De eerste 2 leerlingen van het alfabet krijgen doos nr 1. Let wel, deze doos blijf je behouden tot en met het laatste hoofdstuk, en blijf je hier verantwoordelijk voor. Vraag ook een PC aan je leerkracht. Hier hanteren we hetzelfde principe als de bouwdoos. De eerste 2 leerlingen van het alfabet krijgen PC 1 Elke nieuwe bouwdoos (nieuw project) wissel je van partner Het uitprinten van het hoofdstuk doe je pas nadat dit volledig is afgewerkt en na toestemming van de leerkracht Deze afspraken herhalen zich voor alle volgende hoofdstukken. Legenda symbolen in de opdrachtbundel: Let op: Veiligheidstips Zoek op: Zoekopdracht via internet Vul in: Vul verder aan Download: Open de opdracht en sla op in je eigen map op het netwerk Bouw: Opbouwen van de oefening Voer uit op PC: Opdracht uitvoeren via de computer Roep de leerkracht: voor de evaluatie van je oefening Testen: Je mag de opstelling uittesten -2- Oeco Tech - Hoofdstuk 4 - Zonne-energie Vul onderstaande tabel in: Leerlingen: ……………………. ……………………. Klas:…………………………… Bouwdoos nr.: …………….. PC nr.: …………………….. Voer uit op PC : Sla dit document op in: Z:\je eigen map\Oeco tech als Z:\je eigen map\Oeco tech\H4.pdf Als men alle fossiele brandstofvoorraden (hout, kolen, aardolie en gas) van de Aarde zou verbranden om energie op te wekken, zou een hoeveelheid energie ontstaan die vergelijkbaar is met de hoeveelheid die de zon in slechts 3 dagen naar de Aarde straalt. Het is zaak om deze enorme en tegelijk onuitputtelijke energievoorraad te benutten om (met behulp van zonnecellen) hieruit elektrische energie te winnen. De zon wekt zijn energie op door middel van kernfusie. Deze energie wordt deels als elektromagnetische straling naar de Aarde gezonden. Het grootste deel van deze energie wordt gebruikt voor het opwarmen van de Aarde. M.b.v. zonne-energietechniek kan zonne-energie op verschillende manieren worden gebruikt: • Zonnecollectoren wekken warmte en hitte op. De zonnecel mag niet met de zonnecollector worden verward. In de zonnecollector warmt de zonneenergie een overdrachtsmedium (meestal verwarmingswater) op. • Zonne-energiecentrales wekken elektrische stroom op door de warmte om te zetten in stoom. • Zonnekooktoestellen of zonne-ovens verwarmen voedingsmiddelen. -3- • Zonnecellen wekken een elektrische gelijkstroom op (fotovoltaïsch). Het zijn deze zonnecellen die we nu verder gaan bestuderen en waar we wat experimenten mee gaan doen. De Zonnecel Wat is nu precies een zonnecel en hoe kan men hiermee zonlicht omzetten in elektrische energie? Een zonnecel of fotovoltaïsche cel is een elektrisch component, dat de in het licht (normaal gesproken zonlicht) aanwezige stralingsenergie direct omzet in elektrische energie. Het natuurkundige principe van de omzetting is het fotovoltaïsche effect. Zonnecellen bestaan uit Silicium. De siliciumblokken worden in schijven van ongeveer 0,5 mm gezaagd. Deze schijven worden bij de volgende stap doelbewust verontreinigd met verschillende vreemde atomen. Dit zorgt voor een onevenwichtigheid in de siliciumstructuur. Hierdoor ontstaan 2 verschillende lagen, de positieve p-laag en de negatieve n-laag. Eenvoudig gezegd gaat er elektrische stroom -4- vloeien doordat elektronen uit de n-laag, geactiveerd door het binnenkomende licht, via de aangesloten verbruiker naar de p-laag bewegen. Hoe meer licht invalt op de siliciumblokken, hoe meer elektronen zich gaan verplaatsen en hoe groter de opgewekte elektrische energie zal worden. Testen: Test dit gedrag door de zonnecel aan te sluiten op een motor. Meet via een multimeter bij welke spanning de motor begint te draaien, meet met de lichtmeter bij welke lichtsterkte dit gebeurt. Bouw voor dit eerste experiment met de zonneenergiemodule het model ventilator op (zie de bouwhandleiding Oeco tech op de website www.proweto.be). Laat je opstelling controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Opmerking: De zonne-energiemodule uit de bouwdoos Oeco Tech, zonnecel is gemarkeerd met OT, (niet te verwarren met de 2 zonnecellen uit de Oeco Power (OP) ), bestaat uit 2 in serie geschakelde zonnecellen en kan maximaal 1,2 Volt opwekken met een maximale stroom van om en bij de 440 mA. De motor heeft normaal 2 Volt nodig (nominale spanning) om te draaien, maar zal onbelast (indien de motor niets hoeft aan te drijven) al eerder starten. Vul in/Testen: Vul de meetwaarden in bij punt op het evaluatieblad We gaan de test op het model ventilator uitvoeren met een gloeilamp waarvan we de lichtsterkte kunnen regelen via een dimmer. Vraag de multimeter, de lichtsterktemeter en de te regelen lamp aan je leerkracht. Laat de lamp langzaam feller branden tot de motor begint te draaien, noteer de gemeten spanning op dat moment. Let wel op: De opgewekte spanning is gelijkspanning (DC). Stel je meettoestel juist in. (Hoe je de meter moet instellen vind je hier -5- Let op: De spanning meet je door het meettoestel in parallel te schakelen met de verbruiker. Vul in/Testen: Vul de meetwaarden in. Gemeten spanning in Volt Gemeten lichtsterkte in Lux Meting draaien motor Let ook eens op de snelheid van het draaien van de wieken (toerental). Wat gebeurt er als je de lichtsterkte verhoogt? Lichtsterkte verhoogt Toerental van de wieken vergroot / verkleint Gemeten spanning vergroot / verkleint Soorten lichtbronnen en hun vermogen om spanning op te wekken. Nu gaan we op ditzelfde model (ventilator) metingen uitvoeren om te bepalen welke lichtbron de beste opwekking van elektrische energie tot gevolg heeft. Zoek op internet naar prenten van de verschillende soorten lichtbronnen en plak deze in je voorbereiding onder punt achter hun benaming. Zorg dat de prentjes allen ongeveer even groot zijn. Vul in/Testen: Vul de meetwaarden in bij punt Gemeten spanning in Volt Meting lichtbron: gloeilamp Meting lichtbron: spaarlamp Meting lichtbron: halogeenlamp Meting lichtbron: zonlicht Meting lichtbron: Ledlamp Conclusie: -6- Gemeten lichtsterkte in Lux Soorten mechanische overbrengingen Nu gaan we kijken wat het effect is van een motor die belast wordt. Meteen gaan we ook een aantal aandrijfmogelijkheden van de motor (mechanische overbrengingen) onder de loep nemen. Bouw: Bouw het reuzenrad. (bouwhandleiding Oeco tech op de website www.proweto.be). Laat je opstelling controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Vul in/Testen: Vul onderstaande tabel in bij punt op het evaluatieblad Opmerking: Deze testen ook uitvoeren met een gloeilamp waarvan we de lichtsterkte kunnen regelen via een dimmer om een vergelijking te kunnen maken met de onbelaste motor van daarstraks (ventilator). Gemeten spanning in Volt Gemeten lichtsterkte in Lux Meting begin draaien motor Hoe is de snelheid van het reuzenrad in vergelijking met de vorige opstelling van de ventilator? Schrap wat niet past bij punt op je evaluatieblad Het reuzenrad draait sneller / trager dan de ventilator (schrappen wat niet past) Er worden hier 2 verschillende soorten overbrengingen gerealiseerd. De eerste (rechtstreeks op de motor) gebeurt met behulp van een wormwiel en groot tandwiel. Deze overbrenging noemt men een wormwieloverbrenging en is nodig omdat de motor anders niet voldoende kracht zou hebben om het reuzenrad aan te drijven. De tweede is een riemoverbrenging. Er is gekozen voor een klein aandrijfwiel (gekoppeld via de wormwieloverbrenging op de as van de motor) en een groot aangedreven wiel (drijft het reuzenrad aan). Het aandrijfwiel en het aangedreven wiel worden de riemschijven genoemd. De elastiek die hier gebruikt wordt, stelt de riem voor. -7- Zoek op: Zoek op de website van Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Overbrenging) wat meer info over bovenvernoemde mechanische overbrengingen. Kopieer de tekst en de figuur die op de site staan naar punt op je voorbereidingsblad. Wormwieloverbrenging Tekst Afbeelding Riemoverbrenging Tekst Afbeelding Welke bekende overbrengingen ken je nog meer? (Zie de website wikipedia) Geef ook een voorbeeld waar je deze van kent. Antwoorden bij punt op je voorbereidinsgblad ………………………… overbrenging: Die ken ik van ………………………………………………………………. ………………………… overbrenging: Die ken ik van ………………………………………………………………. -8- Bouw: Bouw de fietser. (bouwhandleiding Oeco tech op de website www.proweto.be). Laat je opstelling controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Vul in/Testen: Vul onderstaande tabel in: Opmerking: Deze testen ook uitvoeren met een gloeilamp waarvan we de lichtsterkte kunnen regelen via een dimmer om een vergelijking te kunnen maken met de voorgaande proeven. De meetwaarden vul je in onder punt op je evaluatieblad. Gemeten spanning in Volt Gemeten lichtsterkte in Lux Meting draaien motor De overbrenging die hier gerealiseerd is, gebeurt opnieuw met een riemoverbrenging, maar deze keer is het aandrijfwiel rechtsreeks op de as van de motor gekoppeld.. Er is ook hier gekozen voor een klein aandrijfwiel en een groot aangedreven wiel die de fietser aandrijft. Hoe is de snelheid van de kleine riemschijf ten opzichte van de grote riemschijf? Volgende 2 vragen beantwoorden onder punt op het evaluatieblad. a) De kleine riemschijf draait sneller/trager dan de grote riemschijf (schrappen wat niet past) b) Hoe kan je dit verklaren? ……………………………………………………………… Tracht door een merkteken (stukje plakband) aan te brengen op de riemschijven ook het toerental van beide riemschijven te bepalen. Het toerental van een riemschijf wordt uitgedrukt in omwentelingen per minuut (/min) Doe een meting van één minuut. Bepaal het toerental bij het net starten van de motor. Regel dus je lichtsterkte net zoals in vorige proef juist af tot de fietser net begint te bewegen. Vul de tabel in bij punt op het evaluatieblad. Toerental aandrijfwiel in /min Meting draaien motor -9- Toerental aangedreven wiel in /min UITBREIDINGSOEFENING: Voor leerlingen die veel voor zitten op schema, is er nog de mogelijkheid om de helikopter te bouwen. Anders ga je verder naar het volgende thema (serieschakelen van zonnecellen) Bouw: Bouw de helikopter. (bouwhandleiding Oeco tech op de website www.proweto.be). Laat je opstelling controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. -10- Serie- of parallelschakelen van zonnecellen Omdat de motor via slechts één zonnecel weinig of niets kan aandrijven, gaan we in de meeste gevallen meerdere zonnecellen moeten aansluiten. Dit kan op verschillende manieren, namelijk de zonnecellen in serie of in parallel schakelen. We gaan het verschil in schakelen via enkele opstellingen uittesten. Serie schakelen van zonnecellen Bouw: Sluit de 2 zonnecellen uit de oude doos Oeco Power (gemarkeerd met OP) in serie aan op de motor die onbelast is. Het aansluitschema is hiernaast afgebeeld. Laat je schakeling controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Opmerking: Eén zonnecel uit de bouwdoos Oeco Power kan maximaal 0, 6 Volt opwekken met een maximale stroom van om en bij de 930 mA. Let op: Let bij het verbinden goed op de polariteiten (plus- en min- polen) van de zonnecellen. Vul in/Testen: Voer de volgende metingen uit en vul onderstaande meettabellen in: a) Neem opnieuw de regelbare lichtbron met gloeilamp en bepaal bij welke spanning de motor begint te draaien. b) Nadien verhoog je de lichtsterkte tot je maximale spanningsopwekking verkrijgt. Voeg indien nodig een extra lichtbron toe. Opmerking: Maximale opwekking kan je herkennen aan het feit dat de lichtsterkte nog toeneemt, maar de opgewekte spanning van de zonnecellen niet meer. -11- De meetwaarden vul je in bij punt op het evaluatieblad. Gemeten spanning in Volt Gemeten lichtsterkte in Lux Meting net draaien motor Meting maximale opwekking c) Meet nu met één lichtbron de opgewekte spanningen van de cellen apart en nadien van beide cellen in serie. Gebruik hiervoor de regelbare gloeilamp, maar zet ze op volle lichtsterkte en pas deze lichtsterkte niet meer aan. Meet de spanning met de multimeter. Let wel weer op dat je het meettoestel juist instelt. Gemeten spanning in Volt op de motor Zonnecel 1 afdekken, lichtbundel op zonnecel 2 Zonnecel 2 afdekken, lichtbundel op zonnecel 1 Lichtbundel op beide zonnecellen (in serie) Conclusie: De oppervlakte van de zonnecellen verdubbelt, de lichtsterkte blijft dezelfde, wat doet de spanning? …………………………………………………………………………………….. Welke spanning is maximaal aanwezig bij de motor? ……………………………………………………………………………………... -12- Parallel schakelen van zonnecellen Bouw: Sluit de 2 zonnecellen uit de oude doos Oeco Power (gemarkeerd met OP) in parallel aan op de motor die onbelast is. Het aansluitschema is hiernaast afgebeeld. Laat je schakeling controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Let op: Let ook hier bij het verbinden goed op de polariteiten van de zonnecellen. Vul in/Testen: Voer de volgende metingen uit en vul onderstaande meettabellen in: a) Neem opnieuw de regelbare lichtbron met gloeilamp en bepaal bij welke spanning de motor begint te draaien. b) Nadien verhoog je de lichtsterkte tot je maximale spanningsopwekking verkrijgt. Voeg indien nodig een extra lichtbron toe. De meetwaarden vul je in bij punt op het evaluatieblad. Gemeten spanning in Volt Gemeten lichtsterkte in Lux Meting net draaien motor Meting maximale opwekking c) Meet nu met één lichtbron de opgewekte spanningen van de cellen apart en nadien van beide cellen in parallel. Gebruik hiervoor de regelbare gloeilamp, maar zet ze op volle lichtsterkte en pas deze lichtsterkte niet meer aan. Meet de spanning met de multimeter. Let wel weer op dat je het meettoestel juist instelt. Gemeten spanning in Volt op de motor Zonnecel 1 afdekken, lichtbundel op zonnecel 2 Zonnecel 2 afdekken, lichtbundel op zonnecel 1 Lichtbundel op beide zonnecellen (in parallel) -13- Conclusie: De oppervlakte van de zonnecellen verdubbelt, de lichtsterkte blijft dezelfde, wat doet de spanning? …………………………………………………………………………………….. Welke spanning is maximaal aanwezig bij de motor? ……………………………………………………………………………………... Besluiten: Bij een serieschakeling van 2 zonnecellen, verdubbelt de opgewekte spanning, maar blijft de stroomsterkte die door de zonnecellen vloeit, constant. Bij een parallelschakeling van 2 zonnecellen blijft de opgewekte spanning constant, maar verdubbelt de stroomsterkte die door de zonnecellen wordt opgewekt We hebben reeds eerder gezegd dat de maximale stroom die de panelen afzonderlijk kunnen opwekken om en bij de 930mA is. Voor 2 panelen is serie blijft dit dus 930mA. Dit betekent niet dat de motor uit de bouwdoos de volledige 930 mA nodig heeft om te kunnen draaien. Dit gaan we weer proefondervindelijk controleren aan de hand van het volgende bouwmodel. Bouw: Bouw het voertuig. (bouwhandleiding Oeco tech op de website www.proweto.be). Sluit de zonnecellen achtereenvolgens in serie en dan in parallel aan. Het aansluiten van de zonnecellen op de motor gebeurt zoals hierboven voorgesteld was. Laat je voertuig controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Vul in/Testen: Welke lichtsterkte is nodig om het voertuig te kunnen laten rijden? Meetwaarden en conclusies bij de meetwaarden invullen onder punt Gemeten lichtsterkte in Lux Rijden voertuig met serie geschakelde zonnecellen Rijden voertuig met parallel geschakelde zonnecellen Wanneer is minder licht nodig – wanneer de zonne-energiemodules in serie of wanneer de deze parallel zijn geschakeld? ………………………………………………………………….. -14- Test of het voertuig sneller rijdt, wanneer de zonne-energiemodules in serie of wanneer de deze parallel zijn geschakeld. Doe deze test natuurlijk met een lichtbron met eenzelfde lichtsterkte. Wanneer rijdt het voertuig het snelste – met de zonnecellen in serie of parallel geschakeld? …………………………………………………………………… UITBREIDINGSOEFENING: Voor leerlingen die veel voor zitten op schema, is er nog de mogelijkheid om de zaag te bouwen. Anders ga je verder naar het volgende thema (anti parallel schakelen van zonnecellen) Bouw: Bouw de zaag. (bouwhandleiding Oeco tech op de website www.proweto.be). Laat je zaag controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Experimenteer ook met dit model met de verschillen tussen parallel en in serie geschakelde zonnecellen. Waar liggen bij dezelfde lichtsterkte de voor- en nadelen van beide schakelingen? Antwoorden onder punt Parallel: ………………………………….. Serie: ………………………………….. -15- Anti-parallel schakelen van zonnecellen Wat is anti-parallelschakelen? Heel eenvoudig, er worden 2 zonnecellen op een zodanige wijze geschakeld dat de pluspool van de ene zonnecel wordt verbonden met de minpool van de andere zonnecel. Wat je hiermee kan doen, wordt duidelijk met de volgende modellen: Bouw: Bouw de spoorboom (bouwhandleiding Oeco tech op de website www.proweto.be). Laat je spoorboom controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Bij dit model moet een spoorboom met behulp van zonne-energie geopend en gesloten worden. Het truckje daarbij is dat de motor niet beweegt, wanneer beide zonne-energiemodules gelijktijdig helder worden verlicht. Wanneer nu één module wordt afgedekt gaat de motor in de ene richting draaien en sluit de spoorboom. Wanneer de andere module wordt verduisterd, gaat de spoorboom weer open doordat de motor in de andere richting gaat draaien. Op deze manier kun je met deze schakeling een motor van draairichting (poolomkeerschakeling) laten veranderen. Testen: Test dit uit. Werking: Wanneer beide modules even sterk worden verlicht, heffen de gegenereerde spanning elkaar op en blijft de motor stilstaan. Wanneer één module wordt afgedekt, zorgt de spanning van de verlichte module ervoor dat de motor gaat draaien. Deze draait en sluit of opent daarmee de spoorboom. -16- Teken: Doe dit bij punt Probeer aan de hand van onderstaande tekening voor jezelf duidelijk te maken hoe de omkering van de draairichting van de motor bij dit model tot stand komt, als je de ene of de andere cel verduistert. Ga ervan uit dat de rechterdraad de pluspool van de cel is. Indien je weet dat de stroom van de plus-pool naar de min-pool vloeit, kan je de richting hoe de stroom vloeit aanduiden. Conclusie: Wat doet de stroomzin bij het afwisselend afplakken van één zonnecel? ……………………………………. Wat doet dan de draaizin van de motor? …………………………………….. Om deze schakeltechniek nog te verduidelijken, ga je een model opbouwen dat momenteel ook toegepast wordt bij het opstellen van zonnepanelen op een tracker. Deze tracker is een geautomatiseerde paal die ervoor zorgt dat de zonnecellen altijd optimaal naar de zon gericht blijven. ’s Morgens zijn de panelen gericht naar het Oosten waar de zon opkomt, ’s midddags staan ze naar het Zuiden gericht en ’s avonds eindigen de panelen naar het Westen. Hierdoor verhoogt het rendement van de zonnecellen omdat ze gedurende de hele dag optimale lichtinval hebben. -17- Voer uit op PC : Zoek op Internet via Google een foto van een “zonnecellen tracker” en voeg deze in bij punt op je voorbereindinsgblad. UITBREIDINGSOEFENING: Voor leerlingen die veel voor zitten op schema, is er nog de mogelijkheid om het zonvolgsysteem te bouwen. Anders ben je klaar met dit hoofdstuk. Bouw: Bouw de zonvolgsysteem (bouwhandleiding Oeco tech op de website www.proweto.be). Laat je spoorboom controleren door de leerkracht. Hij evalueert dan bij punt op het evaluatieblad. Let op: Let bij het bouwen van dit model op de aansluitingen van de kabels, omdat het model anders mogelijk van de zon wegdraait in plaats van er naartoe. Hoe werkt dit principe? Als het punt in de richting van de zon wijst, worden allebei de cellen in dezelfde mate belicht en draait de motor niet. Als de zon verder trekt, wordt één van de cellen sterker belicht. De motor begint te draaien, net zo lang tot de 2 cellen weer in dezelfde mate worden belicht. Op de volgende website kan je nog wat meer informatie vinden over zonneenergie. http://www.energie-zuinig.be Voer uit op PC : Sla een laatste maal op Z:\je eigen map\Oeco Tech \EvaluatiebladH4.doc Voer uit op PC : Print je document Z:\je eigen map\Oeco Tech \EvaluatiebladH4.doc af en overhandig het aan je leerkracht. Je mag nu verder gaan naar hoofdstuk 5, vraag dit aan je leerkracht. -18-