LESMAP BIJ DE VOORSTELLING (SEIZOEN 2010-2011) Gent, september 2010 Beste leerkracht In deze lesmap vindt u meer informatie over de voorstelling ‘Averechts’. Deze lesmap bestaat uit twee delen: - een verklarende woordenlijst aan de hand hiervan kan u de leerlingen voorbereiden op de voorstelling die ze zullen zien. Dit deel is bedoeld om behandeld te worden voor u de voorstelling ziet. - deze voorstelling stelt een ethische vraag centraal. Het hoofdpersonage Henry Tandey maakt een keuze die verstrekkende gevolgen heeft. U kan met de leerlingen een gesprek aangaan betreffende het maken van keuzes en de waarden en normen die een keuze kunnen bepalen. Aangezien wij niet te veel willen verklappen, duiden we die keuze in deze lesmap niet. We bieden enkel een algemeen (en een dus wat vaag) kader. Dit deel is bedoeld om behandeld te worden na het zien van de voorstelling. (Mocht u het verhaal van Henry Tandey kennen, vragen wij u niet alles te vertellen aan uw leerlingen om de voorstelling voor hen verrassend te houden.) Wij hopen u met deze lesmap een instrument aan te reiken als basis voor een boeiend klasgesprek. Met vriendelijke groeten de Bende van de Prins ‘Averechts’ – synopsis Twee acteurs bestormen het podium. Ze zullen het waargebeurde verhaal van Henry Tandey vertellen en spelen. Dolkomische taferelen vertellen een dramatisch verhaal. Nadat Henry Tandey opgroeide in een weeshuis, bood hij zich tijdens de Eerste Wereldoorlog aan bij het Engelse leger om te gaan vechten. Hij kende geen angst, gaf nooit op. Hij schakelde in zijn eentje een Duitse machinegeweerpost uit. Terwijl de kogels om zijn oren floten, repareerde hij eigenhandig een brug. Hij leidde persoonlijk een bajonetaanval. Samen met negen Engelsen versloeg hij een divisie vijanden. Henry Tandey werd een oorlogsheld. Uit de hand van de Britse koning kreeg hij het Victoria Cross voor moed en zelfopoffering. Toch maakte hij op het slagveld één vergissing die het verloop van de wereldgeschiedenis zou bepalen... ‘Averechts’ – speelstijl de Bende van de Prins zoekt de efficiëntste manier om toegankelijkheid te koppelen aan een artistiek verfijnde uitvoering. In speelstijl uit zich dat in een mengvorm van vertellen en spelen. De acteurs vertellen een verhaal. Uit hun enthousiasme groeien speelmomenten. Ze kruipen in de huid van de personages over wie ze vertellen. Ze kunnen er de ene zin instappen en de andere weer uit. Waar de dramaturgie dat vereist, duren de speel- of vertelmomenten langer. Deze mengvorm hebben wij niet uitgevonden, het is een beproefd procédé. Het is bijvoorbeeld de man aan de toog die een grap opdist. Hij vertelt ten persoonlijken titel, maar kan gebruik maken van stemvervormingen, beeldt een situatie uit of verplaatst zich in diegene over wie hij vertelt. Er ontstaat een dynamiek waarbij de verteller commentaar kan geven op de personages. Maar evengoed kunnen de personages de overhand nemen en de verteller meeslepen. Het is een vorm die een breed publiek ogenblikkelijk herkent. Deze speelstijl heeft als voordeel, dat we als verteller een directe interactie met de toeschouwer kunnen aangaan. Er wordt onvervaard de zaal ingekeken. Maar ook wordt diezelfde toeschouwer een volgend moment samen met de verteller meegetrokken in een situatie, waarbij er gespeeld wordt op het scherp van de snee, waarbij de personages aanwezig zijn alsof ze hier en nu hun verhaal beleven. Deze vertelen speelstijl ontleden we diepgaand. Het is de zoektocht naar een grote natuurlijkheid. Op dit schilderij van de Italiaan Fortunino Matania (1881 – 1963) zien we Henry Tandey die een gewonde medesoldaat van het slagveld naar de ziekenboeg draagt. Dit is een mooie illustratie van Tandeys heldhaftigheid. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten de zogenaamde ‘oorlogsartiesten’ schilderijen en tekeningen van hetgeen ze zagen op het slagveld. Die afbeeldingen werden onder andere gebruikt als illustratie bij krantenartikels. Matania was zo’n ‘oorlogsartiest’ en werd vooral geroemd voor zijn realistische en aangrijpende weergave van de loopgravenoorlog. ‘Averechts’ – verklarende woordenlijst Sommige begrippen zijn uiterst beknopt omschreven. Voor meer informatie verwijzen wij naar Wikipedia (www.wikipedia.be) of naar de geschiedenislessen van de derde graad. Met de informatie die hier gegeven wordt, kunnen de leerlingen de voorstelling makkelijk volgen. 1914-1918: de moord op Frans Ferdinand, aartshertog en kroonprins van Oostenrijk, was de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog (tot na de Tweede Wereldoorlog, de Grote Oorlog genoemd). WO I was een militair conflict op wereldschaal. De Triple Entente, onder meer Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Keizerrijk Rusland (tot 1917), Italië (vanaf 1915) en de Verenigde Staten (vanaf 1917) streden samen tegen de Centrale Mogendheden, gevormd door Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk. 1938: het groeiend nationalisme ligt aan de basis van de annexatie van Sudetenland in 1938. Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië stemden hiermee in op de Conferentie van München. (Annexatie: in bezit nemen van een gebied in het territorium van een ander land. Sudetenland: van 1918 tot 1938, en na 1945, was het Sudetenland deel van Tsjecho-Slowakije. Sinds 1993 is de regio onderdeel van Tsjechië.) Deserteren: het onwettelijk verlaten van het leger (slagveld). Hiermee worden medesoldaten in de steek gelaten. Desertie is een strafbaar feit. In sommige landen worden oorlogsdeserteurs gefusilleerd (doodgeschoten). Divisie: onderdeel van de landmacht. Duitse Keizerrijk: dit is de onofficiële benaming voor het Duitse Rijk gedurende de periode tussen 18 januari 1871 en 9 november 1918 waarin het achtereenvolgens geregeerd werd door Wilhelm I (18711888), Frederik III (1888) en Wilhelm II (1888-1918). Het Duitse Keizerrijk bestond uit 25 bondslanden, waarvan vier koninkrijken, zes groothertogdommen, vijf hertogdommen, zeven vorstendommen en drie vrije en hanzesteden. Daarnaast was er het rijksland Elzas-Lotharingen. Aan het hoofd stond de koning van Pruisen als Duits keizer. Bron: Wikipedia Elitekorps: (keurkorps) groep speciaal geselecteerde militairen. Friendly fire: in een oorlog spreekt men van ‘eigen vuur’ wanneer men door de eigen partij onder vuur genomen wordt. Oorzaken hiervan kunnen zijn: het doorgeven van verkeerde informatie, technisch falen, chaos op het slagveld, ... Infanterie: soldaten die te voet vechten, ook wel ‘voetvolk’ genoemd. Koudvuur: (gangreen) een infectie waarbij gezond weefsel aangetast wordt als gevolg van een geïnfecteerde wonde. Soms moet men overgaan tot amputatie om het leven van het slachtoffer te redden. Koudvuur is een typische oorlogsaandoening omwille van de vele gewonden en de onhygiënische omstandigheden. In de Eerste Wereldoorlog maakte koudvuur vele slachtoffers door de bittere omstandigheden in de loopgraven. In vredestijd komt koudvuur uiterst zelden voor. Krijgsgevangenen: militairen die door de vijand gevangen worden genomen. Krijgsgevangenen werden onder andere tewerkgesteld in de zogenaamde werkkampen. Leamington Spa: plaats in het Engelse graafschap Warwickshire, woonplaats van Henry Tandey. Loopgravenoorlog: (stellingenoorlog) een oorlog waarbij beide partijen zich tegenover elkaar ingraven om het oprukken van de vijand tegen te gaan. Beide partijen nemen stelling tegenover elkaar. Dikwijls slaagt geen van de partijen erin door de vijandelijke linies te breken. De Eerste Wereldoorlog is de meest bekende loopgravenoorlog. Toen waren legers nog niet uitgerust zoals nu. Oorlogen worden nu minder ‘te voet’ gestreden en legers beschikken over tanks en andere transportmogelijkheden. Mesen: (Westhoek – provincie West-Vlaanderen) Adolf Hitler zou in Mesen, tijdens de Slag om Ieper, gewond zijn geraakt aan zijn voorhoofd door een kogelschampschot. Daarom droeg hij zijn haar met een bles om het litteken op zijn voorhoofd te verbergen. (Adolf Hitler: (1889-1945) was officieel rijkskanselier (lees: dictator) van Duitsland tijdens het regime van de nationaalsocialisten tussen 1933 en 1945. Hitler behoort tot één van de meest invloedrijke figuren in de recente wereldgeschiedenis. Hij wordt als één van de machtigste, beruchtste en wreedste alleenheersers van de 20e eeuw gezien.) Mosterdgas: een vloeistof die bij contact met de huid of ogen en bij het inademen sterk prikkelend werkt en blaren veroorzaakt. Het effect is niet zo zeer een dodelijke werking, maar het uitschakelen van de tegenstanders. In de Eerste Wereldoorlog is dit middel als chemisch wapen gebruikt. Het drong relatief gemakkelijk door de beschermende kleding van die dagen. Mosterdgas wordt ook wel yperiet genoemd, naar de Stad Ieper (Ypres in het Frans). Na proeven bij Nieuwpoort werd mosterdgas in 1917 op grote schaal gebruikt bij Ieper, waar het talloze slachtoffers maakte. Niemandsland: (neutrale zone) het gebied tussen de frontlinies van twee vijandelijke legers dat aan niemand toebehoort. Lijken en paardenkadavers werden er achtergelaten omdat er geen enkele bescherming was en men makkelijk onder vuur kwam te liggen. Paardentram: tram - op rails - die door paarden (één of twee) wordt getrokken. Na 1900 wordt de paardentram geleidelijk aan door de elektrische tram vervangen. Bron: Wikipedia TBC: (tuberculose) ernstige en soms besmettelijke infectieziekte van de longen. In het westen komt deze ziekte vandaag de dag weinig voor. Triple entente: zie 1914-1918 (het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Rusland) Union Jack: ook wel Union Flag genoemd, wat eigenlijk correcter is. De Union Jack is de nationale vlag van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Bron: Wikipedia Victoria Cross: de hoogste Brits militaire onderscheiding, voor “zeer bijzondere dapperheid, of bijzondere daad van moed of opoffering of extreme plichtsbetrachting in de aanwezigheid van de vijand”. Deze onderscheiding werd in 1856 in het leven geroepen door koningin Victoria. Henry Tandey kreeg ze uit de hand van koning George V. De plechtigheid vond plaats in Buckingham Palace, de officiële residentie van de Britse monarch in Londen. ‘Averechts’ – casuïstiek Casuïstiek : toepassing van de algemene ethische regels op concrete gevallen en situaties, leer van de oplossing van gewetensvragen. Centraal in deze voorstelling staat de ethische vraag wanneer we iets goed of slecht doen, denken te doen, menen te moeten doen, ... U kan een klasgesprek voeren rond dergelijke vragen: * Wat als Henry Tandey het verloop van de geschiedenis had gekend? Zou hij een andere keuze gemaakt hebben? * Zou de geschiedenis daadwerkelijk anders geschreven zijn, had Henry Tandey een andere keuze gemaakt? * Had Henry Tandey met zichzelf kunnen leven, had hij een keuze gemaakt die tegen zijn waarden en normen indruisten? * Wat zouden jullie doen, wetende wat Henry Tandey wist? * Wat zouden jullie doen, wetende wat jullie nu weten? * Welke waarden en normen bepalen het maken van keuzes, van jullie keuzes? * Wat denken jullie van de uitdrukking: “in liefde en oorlog is alles geoorloofd”? * Wanneer je een keuze maakt, denk je dan aan de gevolgen? * Wanneer je een keuze maakt, moet je dan de gevolgen dragen, ook al had je de beste bedoelingen? Bestaat “Wat als... ?” in de geschiedschrijving? Een eeuwige discussie...