Stel je installatie goed af OK, we zijn er: een zuinige verwarmingsketel, goed geplaatste en efficiënte radiatoren, leidingen zijn geïsoleerd. We kunnen gezellig in de zetel zitten. Of… zijn we nog iets vergeten? Toch wel: de regeling. Niet zo zichtbaar, maar erg belangrijk voor een zuinige en comfortabele werking van de verwarming. Te warm, te koud, te veel verbruik: dat kunnen we voorkomen met een slimme regeling. Hoe werkt een moderne regeling? Het warm water van onze ketel mag niet te heet worden. Als het water te heet wordt verlies je namelijk te veel energie. 1. Buitenvoeler • Maar ook, hoe kouder het buiten is, hoe warmer het water moet zijn om binnen de juiste temperatuur te bekomen, hoe warmer het buiten is, hoe minder warm het water hoeft te zijn. Om de juiste temperatuur aan water te krijgen, moeten we dus aan de ketel laten weten hoe koud het buiten is. Dat gebeurt met een buitenvoeler. De buitenvoeler is een klein doosje dat best in de schaduw tegen de noordgevel hangt (onder de dakgoot bijvoorbeeld). 30 Een thermostaat schakelt de ketel aan als het te koud is en uit als het voldoende warm is. We hebben niet steeds dezelfde temperatuur nodig, bv. ’s nachts mag het koeler zijn dan overdag. Gebruik dus liefst een programmeerbare thermostaat. Die kan je op maat van je dag instellen: ’s morgens op tijd de verwarming inschakelen, als iedereen het huis uit gaat opnieuw uitschakelen, een halfuur voor iedereen thuis komt opnieuw aanschakelen, enzovoort. Bron: Buderus 2. Thermostaat • We moeten ook aangeven hoe warm we het graag in huis hebben. Dat doen we via een thermostaat. De beste plaats voor de thermostaat is in de leefruimte, tegen een binnenmuur, niet in de zon of in de tocht, op een hoogte van 1,5 meter. Met traditionele radiatorkranen kan je alleen de watertoevoer regelen, niet de temperatuur: je hebt dus geen mogelijkheid om de temperatuur in andere kamers dan waar de thermostaat staat te regelen. Dat kan wel met een thermostatische radiatorkraan. Die sluit zich af als de gewenste temperatuur bereikt is en gaat open als het te koud wordt. Het is dus comfortabeler en zuiniger. Bron: Viessmann 3. Thermostatische kranen • Je wil natuurlijk niet in elke kamer dezelfde temperatuur: in de slaapkamer en de gang wat koeler, in de badkamer wat warmer. Dat regel je met thermostatische kranen. Op sommige thermostatische kranen kan je de graden precies instellen, andere hebben cijfers van 1 tot 5. • Regel de verwarming niet te hoog: een verlaging van de insteltemperatuur met 1ºC bespaart 7 tot 14%. Je hoeft in de winter niet in je zwempak in de living te zitten. • Laat de thermostaat al een half uur voor bedtijd overschakelen op lagere nachttemperatuur. Je woning koelt immers maar traag af. • Vergeet bij een programmeerbare thermostaat niet dat er een zomer- en een winteruur is. • Gebruik je thermostatische kranen juist: draai ze niet te ver open, want dan blijft de radiator maar warmte aanvoeren. Experimenteer in het begin om de beste stand te vinden. • Plaats geen thermostatische kranen in de leefruimte waar zich de kamerthermostaat bevindt. Immers, wanneer de thermostaat een hogere temperatuur vraagt dan de kraan, zal deze laatste zich dichtzetten en staat de ketel voor niets te draaien. • Sommige regelingen dienen te gebeuren door een vakman, bv. bij een vloerverwarming. In dat geval is het best niet te veel zelf nog aan de regeling te veranderen en enkel de temperatuur te regelen via de thermostaat. Een goede regeling betekent zowel een besparing in brandstofkosten als een verbetering van je comfort. Hoeveel je erdoor bespaart hangt natuurlijk van meerdere factoren af maar in het algemeen kan je stellen dat een goed geregeld systeem, met thermostaat, thermostatische kranen en buitenvoelers in combinatie met een condensatieketel een 25 à 30 % zuiniger is dan een klassiek systeem. 9RRUZDWGHNRVWSULMVYDQGHUHJHOLQJEHWUHIWPRHWMHGHQNHQDDQRQJHYHHU¼YRRUHHQ NDPHUWKHUPRVWDDW¼YRRUHHQEXLWHQYRHOHUHQ¼YRRUHHQWKHUPRVWDWLVFKHNUDDQ 31