Het rekenonderwijs op Brede School “d’n Bogerd”: Op onze school werken we sinds 2008 met de methode “Wizwijs”. Dit is een nieuwe rekenmethode die bij het aanleren van nieuwe leerstof telkens de koppeling maakt met dagelijkse, functionele situaties die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Kortom, situaties die de kinderen herkennen. De manier van rekenen (en dan vooral de manier van het cijferend rekenen) is anders dan de meeste ouders geleerd hebben. Ouders die hun kinderen thuis graag willen helpen vinden dit dan vaak ook lastig. Ze kennen “onze” manier van rekenen niet. Daarom hieronder de manier van rekenen zoals de kinderen dit op school leren. Mocht u ondanks deze uitleg nog vragen hebben, dan kunt u natuurlijk altijd bij de leerkracht van uw kind terecht. Het grote verschil is dat wij op school beginnen met de grootste getallen! Eerst de honderdtallen, daarna de tientallen en pas als laatste de eenheden. Kijk maar eens naar onderstaande voorbeelden: 738 + 584 = 1 1 7 5 2 1 3 3 8 0 1 1 2 8 4 0 0 2 2 Eerst worden de honderdtallen bij elkaar opgeteld. + Daarna de tientallen en pas als laatste de eenheden. Dan wordt nog een keer alles bij elkaar opgeteld. + 738 – 584 = 7 5 2 1 3 0 3 8 5 1 5 8 0 8 0 8 4 4 - Eerst wordt van het grootste getal de honderdtallen afgehaald. Van die uitkomst worden de tientallen afgehaald en van die uitkomst worden de eenheden afgehaald. 24 x 18 = 2 1 4 2 1 4 6 3 3 4 8 0 0 2 2 Eerst het hele bovenste getal vermenigvuldigen met het onderste tiental (als het in 1 keer te moeilijk is, x mag dit in stapjes uitgerekend worden, eerst tientallen, daarna eenheden). Daarna het bovenste getal vermenigvuldigen met de onderste eenheden (als + het in 1 keer te moeilijk is, mag dit in stapjes zoals in dit voorbeeld: weer eerst de tientallen en daarna de eenheden.). 744 ÷ 6 = 6 7 6 1 1 4 0 4 2 2 2 4 0 4 0 4 4 0 100 20 4 Je gaat nu eigenlijk kijken hoe vaak past de 6 in de 744. Het is de bedoeling dat de kinderen dan zo’n groot mogelijke stappen maken (maar dit is natuurlijk afhankelijk van het kind. In het begin zullen het meer stappen zijn dan later wanneer het kind meer inzicht heeft gekregen.). In dit voorbeeld: 6 past 100x in 744. Dit is 600. 744-600=144. 6 past 20x in 144. Dit is 120. 144-120=24. 6 past 4x in 24. Dit is 24. 24-24=0. 744÷6=124 (100+20+4). We hopen dat het nu een stuk duidelijker is geworden. Met vriendelijke groet, Team B.S. ”d’n Bogerd”.