Examenvragen biochemie Er zijn 6 mogelijke examens. Van elk is de 4de vraag, de cyclus, het belangrijkste! Zorg dat je die 6 cycli supergoed kent! 1) De eerste vraag is altijd een aminozuursequentie tekenen. Je krijgt bijvraagjes over peptidebinding, pka, chiraliteit,… 2) Bespreek de verschillende chromatografische technieken die we kunnen gebruiken om eiwitten te zuiveren. Wat is het nadeel van gelfiltratiechromatografie? 3) Bespreek de katalytische werking van carbonic anhydrase. Waarom buffer gebruiken? Welk is de snelheidbepalende stap? pKa van water? Waarom Zn? 4) Bespreek de glycolyse 1) Teken de covalente structuur van het peptide Ala-His-Glu-Ser 2) Process translatie 3) Bespreek de cooperatieve eigenschappen van ATCase 4) Bespreek de afbraak van vetzuren 1) Teken de covalente structuur van Ala-Ser-Asp-His 2) Transcriptie 3) Bespreek ecoRV 4) Bespreek de oxidatieve fosforylatie 1) Aminozuursequentie tekenen. Je krijgt bijvraagjes over peptidebinding, pka, chiraliteit,… 2) Eigenschappen membraan bespreken 3) Cooperativiteit van hemoglobine 4) Pentose fosfaat pathway 1) Teken de covalente structuur van Ala-Tyr-Glu-Ser 2) Vergelijk DNA en RNA 3) Chymotrypsine: je krijgt de tekening waarbij de cijfers en woorden worden weggelaten. Nu is de vraag waar je moet beginnen en je moet uitleggen wat er juist gebeurd (oxyanion hole als stabiliserende structuur enzo...) 4) Metabolisme glycogeen 1) Teken de covalente structuur van Ala-Tyr-Glu-Ser 2) Vergelijk DNA en RNA 3) Chymotrypsine: je krijgt de tekening waarbij de cijfers en woorden worden weggelaten. Nu is de vraag waar je moet beginnen en je moet uitleggen wat er juist gebeurd (oxyanion hole als stabiliserende structuur enzo...) 4) Bespreek de citroenzuurcyclus Mogelijke extra vragen (vrij bondig uitleggen en een paar kenwoorden vermelden) Ureumcyclus Stikstoffixatie Synthese deoxyribose Proteosoom Substraat channel proteine