Zweeds

advertisement
Presentatie Website
Taalkunde project Zweeds
Inleiding Taalkunde 2009 Cursus
J. Linthorst, M. van de Burgwal and A.J. Verpalen
Cognitive Artificial Intelligence – Universiteit van Utrecht
Inhoud presentatie
Home-page site
Joost: Syntaxis en Morfologie/Syntaxis
Myrna: Morfologie en Syntaxis/Semantiek
Sander: Discourse en Fonologie
Conclusie
Home-page site
Fonologie
Fonemen:
Dentaal Palataal
Fricatief
/s/
/ɕ/
De foneem ɕ houdt het midden tussen de Engelse sh klank en de Duitse ch als in
‘ich’ mits hij voor e, i, y, ä of ö komt. Anders is het een sk klank als in ‘scare’.
Minimaal paar:
Zweeds
kjol
sol
Nederlands
rok
zon
Fonologie
Assimilatie:
Fonologische regel:
/r/ [_]/_[
C
]
[tril]
[alveolair/nasaal]
[alveolair/plosief]
[alveolair/lateraal approximant]
Bijvoorbeeld ‘Kommer du?’ wordt uitgesproken als [kəməɖu].
Fonologische regel:
[V] /_ /n/
 /m/ /_ /b/
[kort]
[alveolair] [bilabiaal] [bilabiaal]
[unstressed]
Bijvoorbeeld ‘min bror, en boll’ wordt uitgesproken als [mimbror], [emboll].
(Swedish: An essential grammar, Philip Holmes and Ian Hinchliffe 1997).
Fonologie
De algemene structuur is (C)(C)V(C)(C).
Voorbeelden:
Q
I
R
Q
/
O
/
\
C
l
N
ö
b
Q
/
O
/ \
\
R
/ \
N
C
o
k
Q
\
R
/ \
N C
s t o l
/
O
h
\
R
/ \
N C
/\
ö j d
Morfologie
Prefixen
Nederlands:
Zweeds:
Voorbeeld:
on
in
ont
her
over
ver
o
in
de
åter
over
för
onödiga
ineffektiv
demaskera
återuppta
omskrivning
försvara
Morfologie
Suffixen
Bij verleden tijd stam + de. In sommige gevallen stam + te.
Nederlands:
zoeken
hebben
spreken
lezen
Zweeds:
hitta
ha
tala
läsa
Voorbeeld:
hitta + de  hittade
ha + de  hade
tala + de  talade
läs + te  läste
Bij meervoud ‘ar’, ‘er’ of ‘or’ achter het woord.
Boeken:
Pennen:
Deuren:
böcker
pennor
dörrar
Uitzondering: applen
Morfologie
Suffixen
Van b.n. naar z.n.
Van z.n. naar b.n.
Nl:
Zweeds:
Voorbeeld:
Nl:
Zweeds:
heid
teit
te
het
tet
lek
ärlighet
prioritet
storlek
ig
isch
ief
ig
isk
iv
Voorbeeld:
trevlig
fantastisk
effektiv
Morfologie/ Syntaxis
Zweeds heeft geen naamvalsuitgangen voor de NP als gevolg van een functie in de
zin. Een uitzondering hierop is het s-genitief
bil = auto bils = van de auto
Die s blijft wegt als het oorspronkelijk woord al op een s eindigd
huis = hus van het huis = hus
Alleen persoonlijke voornaamwoorden veranderen als ze een andere functie
aannemen.
Morfologie/ Syntaxis
Geen dependency tussen subject en werkwoord
jag talar - ik spreek
du talar - jij spreekt
han/hon talar - hij/zij spreekt
vi talar - wij spreken
ni talar- jullie spreken/u spreekt
de talar - zij spreken
Wel dependency tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord
Klok = klocka
Klokken = klockor
Huis = hus
De klok = klockan
De klokken = klockorna
Het huis = huset
Een huis = ett huset
(enkelvoud/meervoud)
(geslacht)
(bepaald/onbepaald)
Wel dependency tussen adjectief en zelfstandig naamwoord
Heeft dezelfde dependency’s als de lidwoorden.
Syntaxis
Zweeds is een SVO taal net als Engels.
S
V
O
S
V
O
- The king found some books - Kungen hittade några böcker
Hulpwerkwoord en hoofdwerkwoord staan bij elkaar zoals in het Engels:
- They will stir it for three hours. De kommer att röra om i den under tre timmar.
Indirect object komt achter het werkwoord zoals in het Engels:
V
IO
V
IO
- The man gave a book to his daughter. - Den mannen gav en bok till sin dotter.
Ook in een bijzin wordt de SVO volgorde aangehouden
S
- Miranda
- Miranda
V
knew that
visste att
( S
Prospero
Prospero
V
had
hade
O
)
many books.
många böcker.
Syntaxis
Syntactisch lijkt Zweeds behoorlijk op het Engels. Wij vonden de volgende
herschrijfregels via de gegeven zinnen:
S  NP VP
NP  det N PP
NP  det N
NP  AP NP
NP  N
VP  V NP PP
VP  V NP
VP  V PP
VP  V S
VP  V VP
VP  V
PP  prep NP
AP  A
Syntaxis
Je hebt zowel finiete als infiniete bijzinnen in het Zweeds:
Finiet: Falstaff drank because he was thirsty  Falstaff drack för att han var törstig
Infiniet: Prospero has promised to give her all the books.  Prospero har lovat att ge
henne alla böckerna.
Verschillen in hoofd en bijzinnen:
- Er zijn behoorlijk weinig verschillen in hoofd en bijzinnen. Beiden werken
volgens de SVO methode.
- Het woordje ‘niet’ (‘inte’) komt in het zweeds in de bijzin vóór het werkwoord
in plaats van erna.
- Andere woorden die dat doen zijn alltid (altijd), ofta (vaak), en aldrig (nooit).
-
Ook verandert het zweedse woordje ‘geen’ (‘inge’) in het woord ‘någon’ als deze in
een bijzin staat.
Syntaxis/ Semantiek
Negatie
Niet = inte
Grammatica bij ontkenning lijk op Nederlands:
Hij is niet aardig
Ik ben niet oud
Jij kan mij zien
=
=
=
Han är inte trevlig
Jag är inte gammal
Du kan inte se mig
Geen = ingen
Vervoegingen bij verschillende soorten zelfstandig naamwoorden:
bij meervoud:
bij onzijdig:
overig:
inga
inget
inge
Inga möss
Inget hem
Ingen brand
Syntaxis/ Semantiek
Negatie
Om de woorden aan de linkerkant te ontkennen, wordt er in het Nederlands een ‘n’
voor gezet :
iets
iemand
ergens
ooit
-
niets
niemand
nergens
nooit
In de Zweedse taal veranderen de worden compleet:
någonting
någon
någonstans
någonsin
–
–
–
–
ingenting
ingen
ingenstans
aldrig
Syntaxis/ Semantiek
Argumenten
Zweeds bijna altijd zelfde aantal argumenten.
Sommige werkwoorden hebben een verschillend aantal argumenten.
Falstaff drack ett glas öl
Falstaff drack för att han var törstig
3 argumenten
2 argumenten
Discourse
Pronomina
Het Zweeds kent pronomina. Deze zijn niet optioneel:
He did not read any books to his son.
-
Han läste inga böcker för sin son.
They will stir it for three hours.
-
De kommer att röra om i den under tre
timmar
She will put the book on a chair.
-
Hon kommer att lägga boken på en stol.
Discourse
Lidwoorden
Definiete lidwoorden:
Zijdig
Onzijdig
Zin
‘En dag.’
‘Ett år.’
Vertaling
‘Een dag.’
‘Een jaar.’
Indefiniete lidwoorden:
Zijdig
Onzijdig
Zin
‘dagen.’
‘året’
Vertaling
‘De dag.’
‘Het jaar.’
Fonologie
Fonemen:
Dentaal Palataal
Fricatief
/s/
/ɕ/
Minimaal paar:
Zweeds
kjol
sol
Nederlands
rok
zon
Fonologie
Assimilatie:
Fonologische regel:
/r/ [_]/_[
C
]
[tril]
[alveolair/nasaal]
[alveolair/plosief]
[alveolair/lateraal approximant]
Bijvoorbeeld ‘Kommer du?’ wordt uitgesproken als [kəməɖu].
Fonologische regel:
[V] /_ /n/
 /m/ /_ /b/
[kort]
[alveolair] [bilabiaal] [bilabiaal]
[unstressed]
Bijvoorbeeld ‘min bror, en boll’ wordt uitgesproken als [mimbror], [emboll].
(Swedish: An essential grammar, Philip Holmes and Ian Hinchliffe 1997).
Vragen?
Download