DOOR: BERT SCHWITTERS Ondeugdelijk micronutriëntenmodel als basis voor beleid Europese maxima verre van orthomoleculair Risicomanagers in Brussel zijn op dit moment druk bezig om Europese maxima voor vitamines en mineralen vast te stellen. Orthomoleculair zullen die maxima niet worden. Immers, zo lezen we in de Europese wetgeving, het hoogst haalbare niveau van bescherming van de Europese burger dient te worden nagestreefd. O mdat Europese regelgevers de opvatting hebben dat wij bovenal tegen de gevaren van micronutriënten moeten worden beschermd, worden orthomoleculaire hoeveelheden in Brussel als ongewenst beschouwd. Linus Pauling, Szent Györgyi, Abram Hoffer en andere pioniers worden in onze Europese hoofdstad niet serieus genomen. Het gevaar van overdosering moet worden bezworen. Vanwaar toch die wereldvreemde obsessie om voedingsstoffen die essentieel zijn voor onze gezondheid te behandelen als ging het om gevaarlijk chemisch spul waartegen onschuldige en weerloze consumenten beschermd moeten worden? Vanwaar toch die onbeheersbare drang om orthomoleculaire stoffen te behandelen als toximoleculaire? Opportunisme? Het is niet eenvoudig om er achter te komen waarom er door autoriteiten, politici, reguliere gezondheidsprofessionals, media en officiële voedingsdeskundigen altijd zo eenzijdig wordt gewezen op de vermeende gevaren van 218 ORTHO 5-2008 Ortho085-RDA-H3.indd 218 vitamines en mineralen. Sommigen proberen een antwoord hierop te formuleren door te wijzen op de invloed van ‘big pharma’, als zou de farmaceutische industrie baat hebben bij het promoten van de gevaren van orthomoleculaire voedingsstoffen. Anderen vermoeden een beroepsgedeformeerd gebrek aan kennis op het gebied van voeding en gezondheid. Weer anderen trappen de openstaande deur in door te stellen dat de media meer geïnteresseerd zijn in sensatie dan in goed nieuws. Damesbladen en ‘glossies’ die wél over de gezonde aspecten van vitamines durven te schrijven, haasten zich altijd erop te wijzen dat je van al dat goeds vooral niet te veel moet nemen. Maar, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, achter het aan de man brengen van de zogenaamde gevaren van vitamines en mineralen gaat veel meer schuil dan ordinair opportunisme. Over RDA’s en SUL’s Het invloedrijke Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Risk Analysis publiceert in het nummer van aanstaande www.ortho.nl 09-10-2008 17:52:32 Essentiality Het U-shape micro- Respons tekort zone van conflict (ogenschijnlijke gezondheid) homeostase zone van conflict (ogenschijnlijke gezondheid) Upper limit van essentiality Ziekte Lower limit van essentiality nutriënt model, zoals teveel dat algemeen wordt gebruikt door de risicomanagers om maxima voor vitamines en mineralen vast te stellen. Aangepast door Bast en Hanekamp1 naar afbeelding, zoals gebruikt in ref. 2-4 Gezondheid (erg laag) inname (concentratie) (erg hoog) Gezichtspunt regelgever veilig toxisch ‘bezorgdheids’ schaal van regelgever december een opvallende studie van de Nederlandse wetenschappers prof. Aalt Bast en dr. Jaap Hanekamp. Het artikel is het laatste van de serie waarin ze het Europese micronutriënten-beleid op wetenschappelijk uiterst verantwoorde wijze aan de kaak stellen. Met als titel: Why RDA’s and UL’s are incompatible standards in the U-Shape Micronutrient Model,1 doen de auteurs doen A philosophically orientated analysis of micronutrients standardisations. Geen toegankelijke titel, dat klopt, en ook geen gemakkelijk onderwerp. Maar wie de sprong waagt, kan kennis maken met een volstrekt nieuw en baanbrekend perspectief op wat er ten grondslag ligt aan de angst voor de stoffen die ons in leven houden en hoe dat de toepassing van één van de meest gebruikte risico-analyse modellen op micronutriënten heeft gecorrumpeerd. U-Shape Micronutrient Model Bast en Hanekamp hebben hun aandacht dit keer helemaal gericht op het U-Shape Micronutrient Model.2-4 Dit model is bij wetenschappers en regelgevers alom al jarenlang in zwang. Het verbindt middels een U-vormige curve inname (horizontaal) van micronutriënten met ziekte/ gezondheid (verticaal), zodanig dat links de schade door tekorten en rechts de schade door overmaat wordt uit- www.ortho.nl Ortho085-RDA-H3.indd 219 gedrukt. Tussen overmaat en deficiëntie bevindt zich de homeostase, het gebied van de ‘essentiality’, waarin de inname van micronutriënten zodanig verzorgd is dat het organisme in evenwicht is. In het linker gebied, op de ‘Lower limit of essentiality’, bevindt zich de RDA (Recommended Daily Allowance; voor Nederland de ADH). In het rechter gebied, op de ‘Upper limit of essentiality’, bevindt zich de SUL (Safe Upper Level). Aan de beide uiterste kanten van het model ontstaat risico. Het model wordt voor de risicomanagers onder ons van belang wanneer de RDA en de SUL naar elkaar toeschuiven of elkaar overlappen. Bij overlapping ontstaat immers de paradoxale situatie dat er dubbele schade optreedt, omdat het niveau dat veilig wordt geacht onder de RDA zit en dus deficiëntieschade aanricht. De lezer zal zich met verbazing afvragen hoe de RDA en de SUL in elkaars buurt kunnen komen. Welnu, dat kan omdat de overbezorgde risico-analisten en hun collega risicomanagers bij het berekenen van de SUL een onzekerheidsfactor loslaten op het niveau waarop nadelige effecten zijn waargenomen, het zogenaamde ‘Lowest Observed Adverse Effect Level’ (LOAEL). Het kan ook zijn dat er voor een stof een niveau is vastgesteld waarop helemaal geen nadelige effecten zijn waarge- ORTHO 5-2008 219 09-10-2008 17:52:33 nomen. Dat heet ‘No Observed Adverse Effect Level’ (NOAEL). Ook al kan bij de NOAEL de LOAEL veel hoger liggen, toch wordt ook de NOAEL gedeeld door een onzekerheidsfactor. Zo kan lucht twee keer worden gebakken. Hoe dan ook, het toepassen van een onzekerheidsfactor van 5 of 10 kan bij een relatief lage LOAEL de UL in de buurt van de RDA brengen. Bij de LOAEL en de NOAEL begint de overmaat. De U-Curve deugt niet Het is overigens merkwaardig dat de onzekerheidsfactor niet wordt toegepast op de RDA. Kennelijk zijn de risicoanalisten en risicomanagers van mening dat met de RDA’s alle risico’s van tekorten volledig zijn afgedekt, zodanig dat iedereen die van alle micronutriënten de RDA binnenkrijgt als vanzelfsprekend springlevend en gezond zal zijn. Wellicht wordt deze opvatting ook ingegeven door het praktische probleem dat wanneer je op de RDA’s ook een onzekerheidsfactor zou loslaten, bij veel micronutriënten de RDA en de SUL elkaar zouden kruisen. Wanneer je vervolgens dergelijke abstracte en theoretische uitkomsten moet vertalen naar de concrete werkelijkheid, ontstaat een onmogelijke situatie. Het is immers uitgesloten om tegelijkertijd iets te verbieden én toe te staan. Het verminderen van het ene risico vergroot het andere. Dit laat zien dat er met de U-vormige RDA-SUL curve fundamenteel iets mis is. Bast en Hanekamp leggen uit hoe dat zit. Vermenging van twee tegengestelde benaderingen Alhoewel het micronutriënten-model algemeen wordt beschouwd als een helder en duidelijk instrument in het bedrijven van regelgeving op basis van risico-analyse, is het model een zeer problematische vermenging van twee diametraal aan elkaar tegengestelde en daarom onverenigbare manieren van wetenschapsbeoefening. Het is voor het eerst sinds het ontstaan van het model dat deze onverenigbaarheid van de RDA en de SUL aan het licht wordt gebracht. De auteurs van Why RDA’s and UL’s are incompatible standards in the U-Shape Micronutrient Model leggen uit dat de RDA’s zijn geboren uit de noodzaak om in tijden van armoede en oorlog tekorten op te heffen. RDA’s zijn het resultaat van de traditionele wetenschappelijke doelstelling om objectieve, verifieerbare kennis te verzamelen om de bevolking van 220 ORTHO 5-2008 Ortho085-RDA-H3.indd 220 toereikende hoeveelheden micronutriënten te voorzien. RDA’s stammen uit de eerste helft van de vorige eeuw. De SUL daarentegen is een product van de veel recentere wetenschappelijke doelstelling om acceptabele uitkomsten te genereren in het licht van de strengst mogelijke veiligheidsnormen. Die doelstelling mondt uit in het zoeken naar absolute veiligheid, dat wil zeggen in de cultuur van het voorzorgprincipe. Veilig is nooit veilig genoeg en als we het niet zeker weten doen we het niet. Onverenigbare vormen van wetenschap In hun studie tonen Bast en Hanekamp aan dat RDA en SUL uitkomsten zijn van deze aan elkaar tegengestelde wetenschappelijke doelstellingen. Om die reden zijn RDA en SUL onverenigbare grootheden. Die onverenigbaarheid zit hem vooral in het feit dat de wetenschappers in traditionele en in de zogeheten ‘postmoderne’ wetenschappelijke disciplines uitgaan van totaal verschillende waarden. Daardoor is de SUL de resultante van veelal verborgen niet-wetenschappelijke ‘worldviews’ die het vaststellen en het gebruik ervan sterk beïnvloeden. Zo komt het dat de zoektocht naar absolute veiligheid de nieuwste gegevens op het gebied van het positieve gebruik van micronutriënten - om gezondheid te produceren - overvleugelt en zelfs van tafel veegt. Voorzorg-ideologie ‘Worldviews’ vormen en beïnvloeden het proces van wetenschappelijk onderzoek. Daarom zou pure wetenschap ‘worldview’-neutraal moeten zijn, in die zin dat wetenschap niet in dienst staat van een bepaalde ideologie, godsdienst, politieke ideologie of andere ‘worldview’. Echter, de toenemende publieke en vooral politieke aandacht voor veiligheid en voorspelbaarheid dwingt wetenschappers om maatschappelijk aanvaardbare uitkomsten uit hun computers te persen. Om die reden is de wetenschap sterk gepolitiseerd en gecommercialiseerd geraakt. De samenleving verwacht van de wetenschap bruikbare antwoorden op allerlei vragen, vooral op het gebied van risico en veiligheid. De poging om de opwarming van de aarde te beheersen door menselijk handelen te beïnvloeden is hiervan een sterk voorbeeld. De klimaatwetenschap is in hevige mate een gepolitiseerde activiteit die onder enorme invloed staat van ‘worldviews’ over menselijk doen en laten. De anti-meeroken en de anti-fijn- www.ortho.nl 09-10-2008 17:52:33 stof lobbies zijn andere voorbeelden van niet meer te ontwarren kluwens van wetenschap en voorzorg-ideologie. RDA’s worden niet bijgesteld Het gevolg van het voorzorgprincipe is dat RDA’s niet of mondjesmaat worden aangepast aan de hand van recente wetenschappelijke ontwikkelingen. RDA’s stammen uit de tijd van de Grote Depressie die in de dertiger jaren Amerika teisterde. Het oorspronkelijke idee achter de RDA’s was dat ze zouden dienen om de destijds bekende deficiëntieverschijnselen te voorkomen. In de decennia die volgden op de Tweede Wereldoorlog werd al spoedig duidelijk dat RDA’s te laag waren om volwaardige gezondheid te produceren. Al in 1972 schreef Szent Györgyi over vitamine C in zijn boek The Living State: ‘Scheurbuik is niet het eerste teken van tekort. Het is een teken van totale ineenstorting van het organisme, een syndroom dat vooraf gaat aan het sterven, en er bestaat een grote afstand tussen scheurbuik en een geheel gezonde toestand.’5 Refererend aan het werk van Linus Pauling schreef Szent Györgyi: ‘Ik onderschrijf alles wat hij zegt. Ik ben het eens met zijn uitspraak dat de individuele behoeftes aan vitamine C variëren tussen grote limieten, en omdat men niet weet wat zijn behoeftes zijn, zou je er, voordat de symptomen verschijnen, altijd veel van moeten nemen.’ Vitamine D als voorbeeld In de laatste uitgave van Ortho is ruim aandacht besteed aan vitamine D.6 Net als bij vitamine C is de RDA van vitamine D véél te laag. Het welbekend effect van vitamine D is dat het essentieel is voor de gezondheid van onze botten. Vandaar dat ‘minerale dichtheid’ van het bot geldt als toetssteen voor de hoeveelheid vitamine D die als voldoende wordt beschouwd. Echter, al tijdens de zeventiger en tachtiger jaren werd de radioactief gemarkeerde vitamine D-metaboliet 1,25(OH)2D3 aangetroffen in weefsels die met bot niets te maken hebben. Bast en Hanekamp vermelden in hun artikel dat op grond van deze nieuwe gegevens is voorgesteld dat de RDA van vitamine D op 25 µg per dag zou moeten liggen. Veel hoger dan de huidige Europese RDA van 5 µg. Orthomoleculair gesproken zou de dagelijkse inname wellicht nog veel hoger moeten liggen dan 25 µg. Ondanks het feit dat onderzoeksresultaten helder en duidelijk uitwijzen dat de RDA’s te laag zijn om www.ortho.nl Ortho085-RDA-H3.indd 221 algehele gezondheid te bewerkstelligen wordt de linkerkant van het U-Shape Micronutrient Model niet of nauwelijks aangepast. Dat past kennelijk niet in de Europese regelgevingspraktijk die excessief is gefocust op toxiciteit. Population Safety Index Het aan elkaar koppelen van RDA’s en SUL’s in één model is wetenschappelijk onhoudbaar. Het U-Shape Micronutrient Model is in feite een onding. Desalniettemin wordt het model routinematig en onnadenkend toegepast. Een meer recente versie van het model is de Population Safety Index (PSI), die in 2004 door de European Federation of Associations of Health Food Manufacturers (EHPM) en de European Alliance for Responsible Nutrition (ERNA) is gepubliceerd.7 De PSI wordt berekend door de SUL minus de Gemiddelde Hoogste Inname (Mean Highest Intake) plus de mogelijke inname uit water te delen door de RDA. Volgens de ontwerper van de PSI, de Engelsman David Richardson, levert de methode een procedure ‘waarmee kwantitatieve en kwalitatieve gegevens kunnen worden gebruikt om de nutriënten in te delen in drie risicocategorieën. Het voorgestelde risico-management-model kan ook worden gebruikt als een hulpmiddel om maximumen minimum-niveaus vast te stellen voor vitamines en mineralen in verrijkte voeding en voedingssupplementen.’8 De risicomanager moet bepalen bij welke PSI veiligheidsmaatregelen genomen moeten worden. Bast en Hanekamp tot slot In het licht van hun evaluatie van het Micronutrient Model beoordelen Bast en Hanekamp de PSI-methode, vrij vertaald, als volgt: ‘De PSI is een ondeugdelijk voorstel omdat het lijdt aan een fundamenteel misbegrip van zowel de verschillende onderdelen van de berekening als de onderliggende tendens om middels het voorzorgprincipe veiligheid van de consument te waarborgen en vooral om de positie van de risicomanager zelf veilig te stellen. De PSI zou wellicht nog kunnen worden gered indien met toepassing van het voorzorgprincipe de RDA’s zouden worden bijgesteld door er een onzekerheidsfactor op los te laten, zodanig dat er in de berekening wat dat betreft een evenwicht tussen RDA en SUL ontstaan. Die kunstgreep zou echter een ernstige inbreuk betekenen op de wetenschappelijke traditie die ons, in zijn zoektocht naar ORTHO 5-2008 221 09-10-2008 17:52:33 objectieve en verifieerbare kennis, de RDA’s heeft gebracht.’ 8. Richardson DP. Risk management of vitamins and minerals: a risk categorisation model for the setting of maximum levels in food supplements and fortified foods. Food Science & Technology Bulletin: Functional Foods 2007; 4(6):51–66 1. Bast A, Hanekamp J. Why RDA’s and UL’s are incompatible standards in the U-Shape Micronutrient Model. A philosophically orientated analysis of micronutrients standardisations. Risk Analysis. MEER OP ORTHO.NL December 2008 [wordt nog gepubliceerd] 2. Gezondheidsraad. Voedingsnormen. Den Haag: Gezondheidsraad, 2000; publicatie nr 2000/12. Eerder gepubliceerde artikelen in Ortho 3. Gezondheidsraad. Naar een toereikende inname van vitamine n Van den Hemel S. Wetenschappers over voedingssupplementen: D. Den Haag: Gezondheidsraad, 2008; publicatienr. 2008/15 onderdosering groter gevaar dan overdosering. 4. Expert Group on Vitamins and Minerals (EVM). Safe Upper Ortho 2007; 24(3):138-139 Levels for Vitamins and Minerals. Mei 2003 n Schuitemaker GE. Maximale doses in voedingssupplementen. 5. Szent-Györgyi A. The Living State. Academic Press Inc, 1972 EU-adviesrapport slaat plank mis. Ortho 2006; 23(3):130-133 6. Schuitemaker GE. ‘Vitamine D is giftig’; een achterhaalde mythe. n McLean L. Nijpende situatie voedingssupplementen met mondiale Orthomoleculair magazine (Ortho) 2008; 3:178-182 gevolgen. Interview met Robert Verkerk. Ortho 2005; 23(3):129-136 7. European Responsible Nutrition Alliance (ERNA). Vitamin and mineral supplements: a risk management model. November Te vinden in de Ortho-bibliotheek 2004. ISBN 9080920614. (korting voor Ortho-abonnees) (advertentie) www.ortho.nl Magazines Bibliotheek Cursussen Start met onze cursus Orthomoleculaire Voedingsleer De cursussen zijn ontwikkeld door het Ortho Institute onder leiding van dr. Gert Schuitemaker. Hij introduceerde de orthomoleculaire voedingsleer in 1983 in Nederland. Uitgangspunt bij het samenstellen van de lesmaterialen is de laatste stand van wetenschap op het gebied van de orthomoleculaire voedingsleer en geneeskunde. De cursussen zijn 10-delig, u betaalt € 58,75 per deel. Boeken Congressen Wat kunt u na de cursus? - U kunt voedingstekorten herkennen. - U weet wanneer extra voedingssupplementen nodig zijn. - U kunt voedingsadviezen geven en voedingssupplementen adviseren die degeneratieziekten helpen voorkomen en lichte aandoeningen kunnen verbeteren. - Cursus Voeding in de Sport: blessures helpen voorkomen - Cursus Voeding en Schoonheid: huidaandoeningen verbeteren ACTIE Bij aanmelding ontvangt u een gratis exemplaar van Het Gouden Boekje voor de Gezondheid (à € 9,50) Schrijf u in met de bon op pagina 229. Profiteer de rest van dit jaar van uw toegenomen kennis! Zie voor meer informatie www.ortho.nl 222 ORTHO 5-2008 081009_OCS_cursus-coupons_Ortho085.indd 1 Ortho085-RDA-H3.indd 222 www.ortho.nl 09-10-2008 16:23:47 09-10-2008 17:52:33