Urineweginfecties - Ziekenhuis St Jansdal

advertisement
zo is mag de antibiotica drie dagen gebruikt
worden. In de meeste gevallen is dit genoeg.
Voor patiënten is het fijn dat zij bij klachten
direct kunnen starten. Zo verliest men geen
wachttijd bij de huisarts of uroloog. De meeste
patiënten kunnen op deze manier twee á drie
keer per jaar een kleine infectie met één tablet
stoppen. Een ernstige infectie komt bij mensen
met zelfstarttherapie niet vaak meer voor.
Voor meer informatie op het gebied van
urologie kunt u terecht op onze website:
www.urologie.nl
Urologie
Urineweginfecties
Bij deze behandelvorm hebben de meeste
patiënten op jaarbasis maar weinig
antibioticatabletten nodig. Zij zijn daarom vaak
zeer tevreden met deze behandeling. Voor meer
informatie leest u de folder zelfstarttherapie bij
recidiverende urineweginfecties.
Bekkenbodemtherapie
Sommige mensen lukt het niet om de blaas
goed leeg te plassen. Dit kan komen door een
verkeerde manier van plassen. Zoals eerder
besproken geeft dit een extra risico op infecties.
De uroloog kan u daarom verwijzen naar
de bekkenbodemtherapeut. Dit is een
fysiotherapeut die zich heeft gespecialiseerd
in de werking van de bekkenbodem. Deze
therapeut kan de patiënt leren hoe beter te
plassen. De kans op residuen wordt zo kleiner.
Hiermee neemt ook de kans op infecties af.
Tot slot
Deze folder bevat algemene informatie. Het is
bedoeld als extra informatie naast het gesprek
met uw uroloog. Als u na het lezen van deze
folder nog vragen heeft kunt u ons bellen. Bel
dan met de polikliniek urologie, telefoon (0341)
463558.
Uitgave patiëntencommunicatie
Ziekenhuis St Jansdal
Wethouder Jansenlaan 90 - Postbus 138 - 3840 AC Harderwijk
Telefoon 0341 46 39 11 - Internet www.stjansdal.nl
Harderwijk, juni 2017
CAZ UR 95.06.17
Inleiding
Urineweginfecties komen veel voor.Vooral
vrouwen zijn hier gevoelig voor.Vaak wordt
er gesproken over een blaasontsteking. Maar
de ontsteking kan zich ook uitbreiden tot de
urineleiders en de nieren. Daarom spreken we
over urineweginfecties. Een urineweginfectie bij
een vrouw hoeft niet altijd door een uroloog
behandeld te worden. Als de urineweginfecties
te vaak voorkomen zal de huisarts u verwijzen
naar de uroloog. Hierbij is de stelregel meer dan
twee tot vier keer per jaar. Ook kan de huisarts
u doorverwijzen als u teveel klachten heeft
tijdens de urineweginfecties.
Bij mannen komen urineweginfecties weinig
voor. Bij mannen is het dus vaker reden voor
onderzoek door een uroloog. Urineweginfecties
bij kinderen moeten altijd door een kinderarts
of uroloog behandeld worden. Dit is nodig
omdat naar de oorzaak van de infectie gezocht
moet worden. Bij mannen en kinderen is een
urineweginfectie vaak een teken dat er een
ander lichamelijk probleem speelt.
Oorzaken
Urineweginfecties kunnen ontstaan door
afwijkingen in de urinewegen. Bekende oorzaken
zijn:
• afwijkingen in hoe de urinewegen zijn
aangelegd (anatomische afwijkingen);
• afwijkingen in de werking van de urinewegen
(functionele afwijkingen);
• nier- en /of blaasstenen;
• geslachtsgemeenschap (vrijen);
• obstipatie (ophoping van ontlasting in de
darmen);
• klachten passend bij de overgang.
Sommige mensen plassen de blaas niet goed
leeg. De urine die achter blijft na het plassen
noemen we residu. Dit residu is een geliefde
plek voor bacteriën. Bij iemand die gevoelig is
voor infecties houden de residuen dit in stand.
Urologisch onderzoek
Op de polikliniek urologie zullen meestal de
volgende onderzoeken plaatsvinden.
Een uitgebreide anamnese. Hierbij vraagt de arts
naar:
• het plasgedrag (mictiegedrag);
• hoe vaak komen de infecties voor;
• of de infecties meestal volgen op
geslachtsgemeenschap;
• de obstipatieklachten.
Aanvullend onderzoek:
• Een urinesediment wordt bepaald.
Afhankelijk van deze uitslag kan er nog een
urinekweek worden gedaan;
• Er worden plasdagboekjes (mictielijsten)
bijgehouden;
• Er wordt een plastest (flowmetrie)
afgenomen;
• Er wordt met een echo apparaat gekeken
of er geen urine (residu) achterblijft na het
plassen;
• Soms volgt een cystoscopie. Dit is een
kijkonderzoek van de plasbuis en de blaas.
Voor meer informatie over dit onderzoek
leest u de folder cystoscopie;
• Soms wordt er bij de röntgenafdeling een
echo van de nieren en een foto van de buik
gemaakt.
Onderliggende oorzaken zoals obstipatie en
nierstenen worden behandeld.
Vaak wordt er in het urineonderzoek op de
polikliniek geen urineweginfectie aangetoond.
Mocht dit wel zo zijn, dan zal de uroloog
antibiotica voorschrijven.
Behandeling
Als de infecties vaak terugkomen spreken we
van recidiverende urineweginfecties. Hiervoor
zijn verschillende behandelingen mogelijk.
De uroloog zal samen met u zoeken naar
de behandeling die het beste bij u past. De
volgende behandelingen komen veel voor:
• onderhoudsdosering antibiotica
• zelfstart therapie
• bekkenbodemtherapie
Onderhoudsdosering antibiotica
De uroloog kan een onderhoudsdosering voor
antibiotica voorschrijven. Hierbij gebruikt u
minimaal drie maanden dagelijks een kleine
dosering antibiotica. Deze behandeling wordt
vaak gekozen om de cirkel te doorbreken. Door
antibiotica in een lage dosering te gebruiken
worden nieuwe infecties zoveel mogelijk
voorkomen. De eigen weerstand krijgt zo de
kans om zich weer te herstellen.
Zelfstarttherapie
Sommige patiënten voelen de urineweginfecties
heel duidelijk opkomen.Voor deze mensen kan
de zelfstarttherapie een goede oplossing zijn.
Hierbij neemt men één tablet antibiotica zodra
de klachten starten. Daarna moet er extra veel
gedronken worden de rest van de dag.Vaak
zakken de klachten dan genoeg af. Als dit niet
Download