Turf steken

advertisement
Turf steken.
Ik was nog eens aangekuierd, met wandelstok gewapend, over natte en modderige
wandelpaden, en mijmerende over het werk dat in vervlogen tijden gedaan moest worden,
om de kost te verdienen, en de schouw rokende te houden.
Zo was er ook het turfsteken, dat ik gelukkig alleen maar ken uit de oorlogsjaren toen aan
alles gebrek was ook aan hout en kolen, en werd en hier en daar weer turf gestoken.
Hoe ging dat in zijn werk?
De lage en moerassige terreinen die in vroeger tijden reeds ontdaan waren van de moer of
dikke turf , en later weer begroeid waren met andere vegetatie, o.a. dopheide- veenmospijpenstrootje- klokjesgentiaan e.d. moesten door onze voorouders toch weer worden
benut.
Deze terreinen werden ,,Turfvelden” genoemd.
Zo werd om de zoveel jaren, deze laaggelegen, en vooral de met veel veenmos begroeide
gedeelten, van de voor brandstof geschikte vegetatie ontdaan.
Er werd dan met een speciale ,,Turfschop” met twee verticale scherpen zijkanten een soort
plaggen gestoken , die op hoopjes werden gezet en gedroogd.
Als de turf droog was, werd die met de kruiwagen of mand afgevoerd tot aan een
berijdbaar karrenspoor, en thuis in het,,Turfschob” opgeslagen, om in de winter te worden
gebruikt als brandstof voor het open vuur onder de schouw.
Onder de schouw stond de ,,Turfbak” waarin de turfvoorraad voor een dag kon worden
opgeslagen.
Aan zo, n ,,Heideturf “ zat veel zand, dat elke dag onder de schouw en uit de turfbak en
vuurhaard verwijdert moest worden, het was alles bij elkaar maar een stoffig en rokerig
gedoe.
Het regelmatig verwijderen van de vegetatielaag uit de turfvelden, had natuurlijk weer
gevolgen voor de nieuw te vestigen vegetatie.
Door het plaggen werden alle organische stoffen en mineralen aan de bodem ontrokken,
met als gevolg een vegetatie die nog minder eisen stelde aan de bodemkwaliteit.
Dan verschijnt, de ,,Zonnedauw” een vleesetende plant, die zo is ingericht, dat bezoekende
insecten aan het blad blijven kleven, die dan door de plant wordt verteerd. Ook de witte en
de bruine ,,snavelbies” verschijnen samen met het ,,Veenpluis”.
Veenmossen vestigen zich, en het lelie- achtige plantje ,,Beenbreek”. Echter niet overal,
het blijft zeldzaam evenals de Klokjesgentiaan
Hoe komt die ,,Beenbreek”aan zijn naam?
Hiervoor moeten wij weer terug naar de tijd , toen er geen kunstmest en kunstmatige
beregening bestonden, en elke gelegenheid te baat moest worden genomen om het vee van
voedsel te voorzien.
Als dan in tijden van grote droogte en in geval van nood het vee werd geweid of gevoederd
met maaisel van de turfvelden, was er vee bij waarvan de benen braken, en daar kreeg dat
lelieachtige plantje de schuld van en werd zodoende ,,Beenbreek”genoemd.
Het plantje was echter niet de schuldige, maar door het regelmatig verwijderen van de
vegetatie door het steken van de heideturf, waren alle mineralen en andere nodige
voedingsstoffen voor het vee aan de bodem onttrokken, zodat er door dat gebrek makkelijk
beenbreuken bij het toch al zwakke vee voorkwamen
.
Zulke zorgvolle tijden bestaan gelukkig niet meer, heide turf wordt niet meer gestoken, de
meeste turfvelden groeien dicht met vooral met opslag van berk , dat betreur ik, want
hierdoor wordt veel zeldzame en mooie vegetatie verdrongen door houtgewas, en het
leefgebied van blauwborst – snippen- kiekendief e.a. verkleind. Ook de levend barende
hagedis had hier zijn biotoop.
Beste lezer, dit is waarschijnlijk tot aan de lente mijn laatste bijdrage aan Cubra
[misschien eerder], dan heb ik hopelijk weer nieuw onderwerpen en verhalen over de
natuur , over mensen, en gebeurtenissen.
Veel leesplezier op Cubra en tot de volgende keer. Wanneer??
Gegroet W.v.d.Wouw
Download