Regionale resistentiepatronen LET OP ! Doorgaans worden patiënten in de huisartspraktijk twee keer empirisch behandeld voordat urine gekweekt wordt. Onderstaande data zijn dus waarschijnlijk gebiased en moeten in dat licht beoordeeld worden !!! Verklaring - top 10 bacteriën geïsoleerd uit huisartsurines (omvat 3953 van de 4024 in totaal geïsoleerde bacteriën (98%)) - periode 1 januari 2009 tot 31 december 2009 - PAMM regio - staafdiagram: (x / y) = x van de in totaal y geisoleerde bacteriën van deze soort zijn getest voor het antibioticum - taart: het rode deel geeft het percentage van alle bacteriën samen aan dat resistent is voor het antibioticum NITROFURANTOINE resistent Escherichia coli (2628 / 2866) Klebsiella spp. (354 / 366) Proteus mirabilis (253 / 278) 79% Pseudomonas aeruginosa (110 / 120) Enterobacter spp. (73 / 81) Citrobacter spp. (62 / 67) Acinetobacter spp. (35 / 58) 21% Morganella spp. (51 / 58) Pseudomonas spp. (25 / 31) Serratia spp. (28 / 28) 0% 20% 40% 60% 80% 100% TRIMETHOPRIM resistent Escherichia coli (5484 / 2866) Klebsiella spp. (720 / 366) 62% Proteus mirabilis (530 / 278) Pseudomonas aeruginosa (230 / 120) Enterobacter spp. (155 / 81) Citrobacter spp. (128 / 67) Acinetobacter spp. (92 / 58) 38% Morganella spp. (107 / 58) Pseudomonas spp. (56 / 31) Serratia spp. (56 / 28) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Stichting PAMM, Laboratorium voor Medische Microbiologie De Run 6250, 5504 DL Veldhoven 040-8888100, www.PAMM.nl, [email protected] pagina 1 van 4 R118-168 Regionale resistentiepatronen vervolg 1 FOSFOMYCINE resistent Escherichia coli (3032 / 2866) Klebsiella spp. (417 / 366) Proteus mirabilis (327 / 278) Pseudomonas aeruginosa (120 / 120) 94% Enterobacter spp. (82 / 81) Citrobacter spp. (69 / 67) 6% Acinetobacter spp. (72 / 58) Morganella spp. (60 / 58) Pseudomonas spp. (33 / 31) Serratia spp. (30 / 28) 0% 20% 40% 60% 80% 100% CIPROFLOXACINE resistent Escherichia coli (5490 / 2866) Klebsiella spp. (718 / 366) 54% Proteus mirabilis (516 / 278) Pseudomonas aeruginosa (224 / 120) Enterobacter spp. (155 / 81) Citrobacter spp. (128 / 67) Acinetobacter spp. (112 / 58) 46% Morganella spp. (108 / 58) Pseudomonas spp. (60 / 31) Serratia spp. (56 / 28) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Stichting PAMM, Laboratorium voor Medische Microbiologie De Run 6250, 5504 DL Veldhoven 040-8888100, www.PAMM.nl, [email protected] pagina 2 van 4 R118-168 Regionale resistentiepatronen vervolg 2 AMOXICILLINE-CLAVULAANZUUR res. Escherichia coli (5228 / 2866) Klebsiella spp. (705 / 366) Proteus mirabilis (528 / 278) 59% Pseudomonas aeruginosa (230 / 120) Enterobacter spp. (155 / 81) Citrobacter spp. (128 / 67) Acinetobacter spp. (93 / 58) 41% Morganella spp. (109 / 58) Pseudomonas spp. (56 / 31) Serratia spp. (56 / 28) 0% 20% 40% 60% 80% 100% AMOXICILLINE resistent Escherichia coli (2628 / 2866) Klebsiella spp. (354 / 366) Proteus mirabilis (253 / 278) 47% Pseudomonas aeruginosa (109 / 120) Enterobacter spp. (74 / 81) Citrobacter spp. (62 / 67) Acinetobacter spp. (35 / 58) 53% Morganella spp. (51 / 58) Pseudomonas spp. (25 / 31) Serratia spp. (28 / 28) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Stichting PAMM, Laboratorium voor Medische Microbiologie De Run 6250, 5504 DL Veldhoven 040-8888100, www.PAMM.nl, [email protected] pagina 3 van 4 R118-168 Conclusies - Escherichia coli wordt het meest frequent aangetroffen in huisartsurines (71%) en drukt daarmee de zwaarste stempel op het empirische antibiotische beleid. - bij UWI niet reagerend op 1 of 2 antibiotica kuren blijkt fosfomycine het meest effectief, gevolgd door nitrofurantoïne. - trimethoprim, ciprofloxaxine, amoxicilline en amoxicilline-clavulaanzuur zijn in de PAMM regio onvoldoende effectief om blind in te zetten bij patiënten waarbij 1 of 2 eerdere kuren geen effect hadden. Aanbevelingen - voor de empirische behandeling van refractaire UWI kan in de PAMM regio het beste gekozen worden voor fosfomycine, eventueel nitrofurantoïne. - gezien de grote mate van resistentie tegen diverse middelen is het verstandig bij refractaire UWI urine te laten kweken. - naast de hoge mate van ciprofloxacine resistentie (NB bij ciprofloxacine resistentie is norfloxacine ook altijd resistent) zijn deze middelen geassocieerd met het ontwikkelen van resistentie tegen veel in het ziekenhuis gebruikte antibiotica (m.n. penicillines en cefalosporines). Wij doen dan ook een dringend beroep op u zeer terughoudend met deze middelen om te gaan ! Opmerkingen In onze regio zijn geen gegevens beschikbaar over de de frequentie en resistentiepatronen van verwekkers bij patiënten verdacht vooor UWI die nog geen antibiotica gebruikt hebben. Er zijn plannen om in samenwerking met een aantal huisartspraktijken dit uit te zoeken wat de verwekker en het resistentiepatroon is bij patiënten die zich presenteren met een nieuwe, nog onbehandelde episode van UWI. Op basis hiervan kan het eerste empirische antibioticumbeleid bijgeschaafd worden. Verantwoording Opgesteld door dr. N.L.A. Arents, arts-microbioloog Stichting PAMM. dd 13-03-2010 Stichting PAMM, Laboratorium voor Medische Microbiologie De Run 6250, 5504 DL Veldhoven 040-8888100, www.PAMM.nl, [email protected] pagina 4 van 4 R118-168