Mechanische dunning bij peer T. Deckers* , N. Wouters**, J. Debaerdemaeker**, W. Saeys** * Proefcentrum fruitteelt vzw, afdeling teeltonderzoek, fruittuinweg nr.1, 3800 St.Truiden ** KULeuven, Department Biosystemen, Afdeling MeBioS, Kasteelpark Arenberg nr.30 bus 2456 , 3001 Heverlee, o.l.v; Prof. Josse Debaerdemaeker en Prof. W. Saeys Conference is vandaag het hoofdras van onze perenteelt en is een belangrijk export product. De regelmaat in opbrengst van dit perenras is een zeer belangrijk gegeven om onze export markten continu te kunnen bevoorraden. In sommige jaren, zoals 2006, was er een belangrijke arbeidsinput nodig om de Conference peren manueel te dunnen omdat de vruchten in trossen op de bomen bleven hangen en omdat de optimale vrucht dikte niet werd bereikt. De nodige input aan arbeid hiervoor kan oplopen tot meer dan 200 uren per ha. In 2007 was de oogst uitzonderlijk goed, vooral omdat de vruchtdiameter zeer goed ontwikkelde door de hoge temperaturen tijdens de celdelingsperiode in de nabloei. Door de grote variabiliteit in bloembot bezetting in 2008 in vele perenbedrijven na de twee relatief productieve jaren en door herhaalde nachtvorst tijdens de bloei, bedroeg de oogst in 2008 slechts 60% van een normale oogst. Dit toont aan dat er wel degelijk nood is aan een regelmatiger opbrengst patroon, zelfs bij een vruchtbaar perenras als Conference. Het is bekend dat men via dunning de regelmaat in productie kan verbeteren. Bij appel gebeurt dit meestal chemisch en ook bij peer bestaat er sinds kort een mogelijkheid om chemisch te dunnen met 6-benzyladenine (Globaryll 100). Maar omdat deze chemische dunning dikwijls niet sterk genoeg is, blijft er nood aan mechanische dunning. De manuele dunning die wordt uitgevoerd bij de perenteelt gebeurt relatief laat na het beëindigen van de junirui en dient ook om een kwaliteitsdunning toe te passen waarbij vruchten met een mindere kwaliteit worden verwijderd. Bij een geautomatiseerde, mechanische dunning kan men veel vroeger - al vóór de bloei - een dunning uitvoeren. Dit vermindert niet alleen de benodigde arbeid, maar leidt ook tot een belangrijke reductie in rechtstreekse blootstelling van de arbeidskrachten aan gewasbeschermingsmiddelen. De Vlaamse perenbedrijven worden steeds groter en een mogelijkheid voor een mechanische dunning zou een interessant onderdeel kunnen uitmaken van de dunning als een noodzakelijke teeltmaatregel. Tenslotte biedt deze techniek ook een mogelijkheid om toegepast te worden in de biologische peren bedrijven, waar er vandaag alleen met de hand gedund wordt. Door collega Dr. Blanke van de universiteit van Bonn in Duitsland werd er in maart 2008 op de Eufrin meeting rond dunning een mechanische vorm van dunning voorgesteld voor appel met de zogenaamde Bonn dunningsmachine (zie foto 1). Bij deze techniek worden bloemtrossen geheel of gedeeltelijk verwijderd door ze af te slaan met een serie flexibele, ronddraaiende, plastic touwen.. Door de touwen te verdelen over aparte borstels waarop men de intensiteit van de haren kan instellen, kan men bijvoorbeeld de koppen van de bomen sterker dunnen dan de basis van de bomen. Toch blijft deze methode een brutale ingreep die veel verwondingen maakt op de bladeren en de twijgen, hetgeen een belangrijk risico inhoudt voor mogelijke ziekte infecties en ziekte verspreiding zoals Nectria kanker. Foto 1 : Dunningsmachine type ‘Bonn’ Op de bijeenkomst van de Eufrin meeting rond dunning in 2011 in Wageningen werden de eerste resultaten van een mechanische dunning met de Bonn machine bij peer voorgesteld door Dr. Blanke. Deze eerste gegevens van de mechanische dunning op peer werden gepubliceerd door Seehuber et al. in 2010 en de resultaten werden als positief omschreven op het perenras Conference. In België gaf deze methode van bloem dunning met de Bonn machine minder goede resultaten op peer wanneer de dunning uitgevoerd werd tijdens de bloei van Conference (Vercammen, 2009). Er werd teveel blad weggeslagen en dit werd gevolgd door een sterke hergroei van scheuten na enkele weken met een negatieve invloed op de bloembot vorming. Bovendien is er bij deze mechanische dunning tijdens de bloei een hoog risico voor mogelijke overdracht van bacterievuur infecties die veroorzaakt worden door de bacterie Erwinia amylovora. Dit risico is hoger voor peer dan appel omdat men over het algemeen kan stellen dat peer gevoeliger is dan appel voor deze bacteriële infectie, maar ook bij appel bestaat dit risico. In het Louis Bolk instituut in Nederland heeft men in 2010 ervaring opgedaan met het dunnen van de bloemknoppen in een vroeg stadium vóór de bloei met een Darwin dunningsmachine. Deze machine werkt volgens hetzelfde principe als de Bonn machine, maar gebruikt slechts één lange borstel. Het voordeel van een dergelijke dunning is dat men op dat ogenblik de bloemknoppen volledig verwijdert en men nog geen bladeren heeft op de boom waardoor men dus ook veel minder schade aanricht dan bij een latere dunning tijdens de bloei of na de bloei. In een onderzoeksproject dat wordt uitgevoerd binnen de afdeling teeltonderzoek van het proefcentrum voor de fruitteelt in samenwerking met de groep MeBioS van de KULeuven wordt er gezocht naar een nieuwe methode van mechatronische dunning bij peer. Hierbij worden de mogelijkheden van een pneumatische dunning in een vroeg fenologisch stadium concreet onderzocht. Een eerste vraag die men zich kan stellen is hoeveel bloemknoppen er nodig zijn voor een regelmatige productie. Het is duidelijk dat men geen 150 bloemknoppen per boom nodig heeft om een goede productie per ha te halen. Uit de tellingen uitgevoerd in 2010 en 2011 blijkt dat een aantal bloemknoppen dat varieert tussen de 50 en de 80 knoppen per boom voldoende is om een volle productie te kunnen geven van meer dan 50 ton/ha. Voor een teeltsysteem van perenbomen in een V-haag met vier opgaande takken per boom (zie foto 3), wil dit zeggen dat men slechts 12 tot 20 bloemknoppen nodig heeft per gesteltak om dit objectief te halen. Er werd onderzocht welke fenologische stadia van de bloemknoppen zich het meest lenen voor een eventuele (vroege) bloemknop dunning bij peer. Foto 2. Bloemknop Conference in groene cluster Foto 3 : perenbomen Conference in V-haag systeem Daarom werden de krachten die nodig zijn om de bloemknoppen van de boom te verwijderen gemeten op de verschillende fenologische stadia zoals beschreven door Meier et al. 1994: zwellende knop BBCH 52, openbrekende knop BBCH 53, knoppen in muizenoor stadium BBCH 54, knoppen in groene cluster BBCH 55 (foto 2), knoppen in groene knop BBCH 56, witte knop BBCH 57, ballon stadium BBCH 59, begin bloei BBCH 60 en einde bloei BBCH 67. Deze metingen werden uitgevoerd op de afdeling MeBioS van de KULeuven met een universele test machine die de grootte van de aanhechtingskracht tussen tak en bloemknop kan meten.(zie foto 4) Foto 4. Onderdelen van de universele test machine. Een tak met bloemknop wordt aan weerszijden ingeklemd. Daarna wordt via twee leischroeven een verplaatsing aangelegd aan de bovenste klem. De krachtcel meet de hierbij optredende krachten. aanhechtingskracht [N] 30 25 20 15 10 5 bl oe i bl oe i ei nd e ba llo n be gi n ge zw ol le op n en kn br op ek en de kn op m ui ze no or gr oe ne cl us te r gr oe ne kn op w itt e kn op 0 fenologisch stadium Figuur 1 . Verloop van de grootte van de aanhechtingskrachten tijdens de verschillende fenologische stadia bij peer. De krachten vertonen een minimum in het stadium groene knop In figuur 1 worden de resultaten weergegeven van de metingen van de aanhechtingskrachten van de bloemknoppen tijdens de verschillende phenologische stadia tot einde bloei bij Conference. De bloemknoppen vertonen een minimum in de aanhechtingskracht in de fenologische stadia groen knop en witte knop. Teelttechnisch is het voordeliger zo vroeg mogelijk te dunnen omwille van de verbetering in vruchtkwaliteit (vruchtdikte) en bloembot vorming voor het volgende seizoen. Op die manier hoopt men de beurtjaar tendens te kunnen doorbreken. Daarom lijkt een mogelijkheid van een mechanische bloembot dunning die bij voorkeur in de periode vóór de bloei zou uitgevoerd worden, een interessante piste. Referenties Meier U., Graf H., Hess M.,Kennel W.,Klose R., Mappes D., Seipp D.,Stauss R., Streif J.,van den Boom T.,1994. Phänologische Entwicklungsstadien des Kernobtstes (Malus domestica Borkh.und Pyrus communis L.), des Steinobstes (Prunus Arten), der Johannisbeere (Ribes Arten) und der Erdbeere (Fragaria x ananassa Duch.) Nachrichtenbl.Deut.Pflanzenschutzd.46: 141-153. Seehuber C., Damerow L., Kunz A. and Blanke M., 2010. Mechanische Fruchtbehangsregulierung verringerte den Junifruchtfall und verbesserte die Fruchtqualität und Fruchtgrösse bei ‘Conference’ und ‘Alexander Lucas’ Birnen. Erwerbsobstbau ( 2010) 52: 45-53. Vercammen J. 2009. Mechanisch dunnen bij Conference in een Tiense haag. Jaarverslag van de proeftuin voor pit- en steenfruit 2009, p.166-167.