Contrastnefropathie te lijf de oprichting van een gespecialiseerde poli. Louis Reichert, internist-nefroloog, vasculair geneeskundige Gonda Nienhuis, kwaliteitsmedewerker nucleaire geneeskunde/radiologie Bert van Schelven, radioloog Jacques van Oostayen, radioloog Alysis Zorggroep, locatie Rijnstate Postbus 9555 6800 TA Arnhem tel 026-3788888 sein 3582 Correspondentieadres: [email protected] Inleiding In Nederland vinden jaarlijks een half tot één miljoen verrichtingen plaats met jodiumhoudende contrastmiddelen. Het aantal injecties met jodiumhoudende contrastmiddelen zal vermoedelijk eerder stijgen dan dalen (m.n. door CT, PET-CT en DSAonderzoek) en door uitbreiding van het indicatiegebied. Al worden steeds veiligere contrastmiddelen gebruikt, de nefrotoxiciteit blijft echter nog steeds aanwezig. Deze nefrotoxiciteit treedt vrijwel nooit op bij gezonde mensen, maar bijna alleen bij mensen met risicofactoren voor nierfunctieverslechtering. Het is de verdienste van de leden van de werkgroep “CBO richtlijn voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen” geweest, dat zij helder hebben gedefinieerd welke patiënten aan hoog risico voor nierfunctieachteruitgang blootgesteld worden bij contrasthoudend onderzoek. Laten we in dit kader ook niet vergeten dat de mortaliteit door cardiale oorzaken bij opgenomen patiënten met een contrast geïnduceerde nefropathie een factor 5 hoger ligt dan bij patiënten zonder nefropathie (Levy JAMA 1996).Ook heeft de CBO werkgroep bepaald welke behandeling ter voorkoming contrastnefropathie het meest geschikt is. Hoewel de richtlijn duidelijk is, en in alle Nederlandse ziekenhuizen snel geïmplementeerd zal moeten worden, blijkt de uitvoering hiervan een geweldige organisatorische klus. Om te voorkomen dat iedereen zelf het wiel moet gaan uitvinden willen wij u met dit artikel het “kookboek implementatie CBO richtlijn voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen” aanbieden, in de hoop dat spoedig in alle ziekenhuizen het risico op contrastnefropathie geminimaliseerd wordt. Op dit moment worden hoog risico patiënten vaak niet voorbereid, tenzij de eigen specialist of radioloog hierop alert is en een hydratieschema afspreekt. Om risicopatiënten tijdig te kunnen identificeren en de goede voorzorgsmaatregelen te kunnen nemen, moeten er goede afspraken worden gemaakt tussen de diverse specialismen. Om tot een goede en snelle implementatie te komen adviseren wij een werkgroep, waar op zijn minst radiologen in zitting hebben, een kwaliteitsmedewerker, een internist-nefroloog of vasculair geneeskundige en een pro-aktieve vertegenwoordiging van het management. Het is aan te raden naast het organisatorisch hoofd van de afdeling radiologie, ook de leidinggevende van de administratie van deze afdeling in de werkgroep zitting te laten nemen. Enkele radiologisch laboranten van m.n. de CT en angiografie kan men in de werkgroep betrekken omdat zij de directe logistieke processen op de werkvloer het beste kunnen inschatten. In een later stadium kunnen andere stakeholders zoals longartsen en chirurgen bij het project betrokken worden. Vervolgens kan het stappenplan gevolgd worden. Stap 1 Indicaties vaststellen voor bepaling nierfunctie In tabel 1, beschreven in de CBO consensus, staan de indicaties beschreven waarbij een nierfunctiebepaling onontbeerlijk is om te beoordelen of er voorbereiding nodig is bij contrastonderzoek. Hier stuiten we gelijk op het eerste probleem. Wie stelt de indicatie voor een nierfunctiebepaling in het kader van een contrastonderzoek? Is de aanvrager of uitvoerder hiervoor verantwoordelijk? In ons ziekenhuis is er voor gekozen dat de aanvrager de gegevens zoals vermeld in tabel 1 vermeldt, inclusief de nierfunctie als dit hierbij nodig is. Is de nierfunctie niet bekend, dan wordt een labaanvraag voor een nierfunctiebepaling meegegeven aan de patiënt. De afdeling radiologie beoordeelt aan de hand van de nierfunctie en risicofactoren of voorbereiding of andere interventie wenselijk is. Hierbij wordt de decentrale planning van onderzoeken echter moeilijk. Dit betekent dus dat specialismen zoals urologen, die gewend waren de IVP’s in te boeken op eigen tijden zonder tussenkomst van de radioloog, dit niet meer kunnen doen. Alles gaat eerst naar de afdeling radiologie voor beoordeling. Stap 2 Berekening van de nierfunctie Het serumcreatinine is een slechte maat voor de nierfunctie. Zo kan een magere oude vrouw een terminale nierinsufficiëntie hebben bij een bepaald creatinine, waar een jonge bodybuilder bij hetzelfde creatinine nog een normale nierfunctie heeft. Het liefst zouden we zien dat de nierfunctie bepaald wordt met de formule (U*V)/P, waarbij U staat voor urineconcentratie van creatinine, V voor het volume van de 24 uurs urine en P voor de plasmawaarde van creatinine. Dit zou betekenen dat iedereen met een hoog risico de 24 uurs urine zou moeten sparen. Dit is erg omslachtig en ook weinig betrouwbaar als er niet netjes gespaard wordt. Een andere mogelijkheid is de formule van Cockroft-Gault (zie tabel 2). Een nadeel van deze formule is dat de patiënt gewogen moet worden en daarna de GFR (glomerular filtration rate) uitgerekend. U en ik weten dat dit in de praktijk voor minstens enkele collega’s niet haalbaar is. In de MDRD studie (modification of diet in renal disease) is een formule ontwikkeld voor de klaring waarbij het creatinine, leeftijd en geslacht nodig zijn in de berekening (zie tabel 2). Dit kan dus heel goed geautomatiseerd gebeuren op het klinisch chemisch laboratorium. Wij gebruiken de 4 punts MDRD formule omdat deze het minst omslachtig is. Ook in de CBO consensus wordt deze 4 punts MDRD formule gebruikt. Noodzakelijk voor de nierfunctiebepaling op basis van de MDRD formule is het klinisch chemisch laboratorium van de noodzaak te overtuigen. Om verwarring te voorkomen gebruiken we de term GFS, glomerulaire filtratiesnelheid, als we de nierfunctie bedoelen berekend met de MDRD formule. Stap 3 Indeling in risicocategorie Door te screenen op de hoogte van de GFS en de aanwezigheid van risicofactoren wordt een groep patiënten gesignaleerd met een verhoogde kans op een contrastnefropathie. Bij deze groep moeten meerdere aspecten geregeld worden. Moeten diuretica op tijd gestopt worden? Hoe gaan we om met NSAID’s? En wat te doen met metformin, nierfunctiestoornissen en jodiumhoudend i.v. contrast, hetgeen een letale lactaatacidose kan geven? Radiologen zijn bij uitstek interventie dokters en hebben de infrastructuur niet om patiënten poliklinisch te vervolgen en te begeleiden. Daarom is er in ons ziekenhuis voor gekozen om alle patiënten met een MDRD klaring beneden de 60 ml/min/1.73m² te verwijzen naar de internist. Bedenk wel dat het U volstrekt vrij staat om als radioloog zo’n poli zelf te draaien. In tabel 3 is de indeling in de verschillende risicocategorieën te zien. De hoog risicopatiënten worden op de poli gezien. Hoe de selectie bij ons gaat is te zien in flowchart 1, risicoscreening. Stap 4 Contrastnefropathiepoli Alle patiënten met een MDRD klaring (GFS) beneden de 60 ml/min/1.73m², alsmede patiënten met een morbus Kahler, Waldenström of ernstige allergische reactie op contrastmiddelen in het verleden, worden op de polikliniek gezien. Zie flowchart 1, risicoscreening. Omdat de patiënten die op de poli komen, een klaring beneden de 60 ml/min/173 m² hebben en vaak DM of 2 andere risicofactoren, zal vaak dagverpleging noodzakelijk zijn om patiënten de benodigde hydratie te geven. Afgesproken is dat de afdeling radiologie de dagverpleging regelt op dezelfde dag als het onderzoek, voordat een patiënt bij de internist komt. Als een patiënt toch moet worden opgenomen i.v.m. langere voor- en nahydratie conform CBO-richtlijn, regelt de internist/verpleegkundige samen met de spreekuurassistente de klinische opname. Indien op basis van de body surface area (BSA) de MDRD gunstiger uitvalt en zelfs boven de 60 ml/min/1.73m² uitkomt regelt de internist/verpleegkundige het afzeggen van de dagverpleging. Flowchart 2 beschrijft de contrastnefropathiepoli. Stap 5 Aanpassen planning afdeling radiologie. Het consequent volgen van het contrastnefropathieprotocol houdt ook een verandering in, in de werkwijze van de radiologen. Deze hoog-risico patiënten waren normaal evenwichtig verdeeld over de dag. Aangezien de meeste patiënten eerst gehydreerd moeten worden op de dagverpleging en na het onderzoek posthydratie moeten hebben, betekent dit dat de meeste onderzoeken tussen 11.00 en 13.00 gepland moeten worden Dit vereist dus een aanpassing van de tijden waarin normaliter deze onderzoekingen gedaan worden.. Stap 6 Overtuigen management “Geen budget dit jaar”, “we moeten bezuinigen”, “geen poliruimte”, “het staat niet in de jaarplannen van 2008”, die u waarschijnlijk al een half jaar geleden heeft moeten inleveren. U heeft het vast allemaal wel eens gehoord. Grote kans dus dat dit ook voor uw ziekenhuis geldt, want de implementatie kost naast inspanning ook geld. Maar: er is een CBO richtlijn die contrastnefropathie adequaat kan voorkomen in veel gevallen. Daarmee kunt u uw raad van bestuur en management overtuigen. Dit laatste is absoluut noodzakelijk omdat het implementeren van een contrastnefropathie protocol alleen kans van slagen heeft wanneer het management er een pro-aktieve rol in speelt. Overigens is het ook belangrijk de aanvragende collega’s van het nut van de preventieve maatregelen te overtuigen. Een wetenschappelijke stafvergadering erover houden kan al veel helpen. Tot slot Dit artikel is geschreven om iedereen bewust te maken van de CBO richtlijn “voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen”. Het is ook bedoeld om de lezer erop te wijzen dat implementatie van deze richtlijn een multidisciplinaire aanpak vereist in goede samenwerking met het management. Voor de afdeling radiologie vereist het een beperkte herorganisatie in de planning en een forse aanpassing van de administratieve processen. Zij kan hiermee echter een goede service verlenen aan de aanvragend specialismen. Voor de meeste aanvragers zijn de veranderingen beperkt. Het enige dat voor hen verandert is het aanvraagformulier. Verder kan men het probleem van de contrastnefropathie “over de muur gooien” naar de afdelingen radiologie en nefrologie / vasculaire geneeskunde. Lokaal zal de invulling van de verantwoordelijkheden en poliklinieken anders verlopen. Maar we hopen met dit artikel een handvat te geven, waarmee u met uw organisatie aan de slag kunnen om patiënten zoveel mogelijk te behoeden voor een nierinsufficiëntie na gebruik van i.v. jodiumhoudend contrast. Een bijkomend voordeel is dat men start met een poli voor patiënten met een nog niet eerder ontdekte lichte tot matig ernstige nierinsufficiëntie. Bij deze groep patiënten kan men preventieve maatregelen nemen ter voorkoming van verdere achteruitgang van de nierfunctie! Samenvatting Met het gereedkomen van de CBO richtlijn “voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen” heeft ieder ziekenhuis de morele plicht om deze richtlijn zo spoedig mogelijk te implementeren. Aangezien het implicaties heeft voor welhaast alle specialismen in het ziekenhuis is multidisciplinair overleg met alle partijen noodzakelijk, om zo draagvlak te verkrijgen en de zaken op elkaar af te stemmen. In dit artikel wordt het stappenplan aangereikt om op een snelle en efficiënte manier de richtlijn te implementeren. Belangenverstrengeling Er is geen belangenverstrengeling met enige farmaceutische industrie die invloed zou kunnen hebben gehad op dit artikel. Referenties: CBO richtlijn “voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen” National Kidney Foundation: K/DOQI clinical practice guidelines for chronic kidney disease: Evaluation, classification and stratification. Am J Kidney Dis 2002; 39(Suppl 1):S1. Levy EM, Viscoli CM, Horwitz RI. The effect of acute renal failure on mortality. A cohort analysis. JAMA. 1996 May 15;275(19):1489-94. Tabel 1 Indicaties voor bepaling van de GFR voor toedienen contrastmiddel leeftijd > 60 jaar diabetes mellitus hart- en vaatlijden hypertensie urologische of nefrologische voorgeschiedenis M. Kahler of M. Waldenström met uitscheiding van lichte ketens in urine gebruik van medicatie zoals diuretica en NSAID’s, metformine, aminoglycosiden Tabel 2 Berekening GFR Cockcroft-Gault formule (uitgedrukt in ml/min) [(140-leeftijd (in jaren)) x gewicht (in kg)] / 0.81 x (serumcreatinine (in μmol/L)) (x 0.85 indien vrouw). MDRD formule (4 punts, in ml/min/1.73m²)* 186 x (serumcreatinine (in μmol /L) /88.4)-1.154 x (leeftijd (in jaren))–0.203 (x 1.212 indien negroïde ras) en (x 0.742 indien vrouw). Tabel 3 Indeling in risicocategorie Risico niet verhoogd als GFS > 45 ml/min/1.73m²is en er geen andere risicofactoren zijn. Hoog risico -GFR < 45 ml/min/1.73m² -GFR < 60 ml/min/1.73m² en diabetes mellitus -GFR < 60 ml/min/1.73m² en twee of meer andere risicofactoren* -M. Kahler of M. Waldenström met uitscheiding van lichte ketens in urine * risicofactoren zijn: perifeer vaatlijden, hartfalen, leeftijd > 75 jaar, anemie (=hematocriet < 0,39 voor mannen en < 0,36 voor vrouwen), symptomatische hypotensie, hoog volume contrastmiddel, dehydratie, gebruik van diuretica en/of NSAID´s. Flowchart 1: Risicoscreening Aanvragen radiodiagnostisch onderzoek met jodiumhoudend contrast Invullen screening op risicofactoren radiodiagnostisch onderzoek met jodiumhoudend contrast Ernstige allergische contrastreactie in verleden? Ja Is alternatief aanwezig voor aangevraagde onderzoek? Ja Alternatief onderzoek uitvoeren Nee Verhoogde risicofactoren contrastnefropathie? Nee Ja GFS bepalen GFS < 60? Nee Ja Nee M.Kahler/ M.Waldenström? Nee Plannen en uitvoeren radiodiagnostisch onderzoek met jodiumhoudend contrast Ja Consult internist Instructie internist + (dag)opname Flowchart 2: Contrastnefropathie poli Activiteit (voor uitzonderingen zie protocol) Verantwoordelijke Indicatie voor rad.ond. met Ihoudend contrast aanvrager Aanvraagformulier volledig invullen (voor+achterzijde) Ernstige allergische reactie in verleden op jodiumhoudend contrast? ja Alternatief onderzoek mogelijk? ja Alternatief onderzoek uitvoeren aanvrager nee nee Risicofactoren aanwezig contrastnefropathie? ja GFS bekend? (max.6 wkn oud) nee aanvrager ja GFS op aanvraag vermelden Labaanvraag GFS aan patiënt overhandigen Patiënt laat bloed prikken aanvrager Folder risico's contrast aan pt overhandigen aanvrager Aanvraagformulier opsturen naar radiologie aanvrager nee nee uitslag Bezoek internist geïndiceerd? radiologie ja Patiëntgegevens per mail melden aan poli interne/ nefrologie radiologie Afspraak consult maken met patiënt Afspraak maken op reguliere plaats Afspraak maken nefropathieplaats ism opnameplanning radiologie hydratie-instructie mailen naar verpleegafdeling, bij profiel 0 of 2 ook naar radiologie en opnameplanning Patiënt informeren over datum radiologisch onderzoek Patiënt informeren over datum radiologisch onderzoek Voorhydreren Uitvoering onderzoek met jodiumhoudend contrast Zo nodig controle GFS na 3-5 dagen Poli interne internist radiologie (dag)verpleging volgens instructie internist Uitvoering onderzoek met jodiumhoudend contrast radiologie Nahydreren (dag)verpleging volgens instructie internist Controle GFS na 3-5 dagen internist Foto voor bij het artikel.