Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie Sinds 2007 is de VOKK betrokken bij de oprichting van een nationaal kinderoncologisch centrum waarheen in de toekomst alle kinderen met kanker zullen worden verwezen voor diagnostiek en het bepalen van de behandeling. De volgende vragen en antwoorden geven inzicht in het hoe en waarom van de betrokkenheid van de VOKK bij dit initiatief. 1) Wat was de aanleiding voor het initiatief Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie en wat zijn de doelen? Jaarlijks krijgen ongeveer 550 kinderen in Nederland een vorm van kanker. De genezingskans is tussen 1970 en 2000 gestegen van ca. 10% naar ca. 75% dankzij concentratie van zorg en nationale en internationale samenwerking. Kanker blijft echter na ongevallen de meest voorkomende doodsoorzaak bij kinderen en de afgelopen 10 jaar is het aantal kinderen dat aan de ziekte overlijdt nauwelijks afgenomen. Om hierin verbetering te brengen hebben de behandelaars, gesteund door de VOKK, het initiatief genomen de diagnostiek en behandeling te concentreren in een nationaal kinderoncologisch centrum met als doel meer kinderen genezen met minder bijwerkingen. De VOKK pleit al sinds de jaren negentig voor verdere concentratie van zorg omdat zij van mening is dat kwaliteit niet gegarandeerd kan zijn wanneer een kinderoncologisch centrum per jaar maar enkele kinderen met een bepaalde diagnose behandelt. De VOKK was dan ook blij dat SKION in 2007 kwam met het voorstel van een nationaal kinderoncologisch centrum. 2) Wat is de rationale voor het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie? Zijn er, los van de aantallen, nog andere redenen om het Prinses Máxima Centrum te starten? Kinderen met kanker worden op het ogenblik behandeld in een van de zeven kinderoncologische centra die ons land rijk is. Voor de diagnostiek, behandeling en follow-up werken deze centra nauw met elkaar samen binnen het kader van SKION. De SKION-samenwerking op het gebied van langetermijn-follow-up is uniek in de wereld. Kinderkanker is niet één ziekte maar een verzameling van vele, met name op de kinderleeftijd voorkomende, aandoeningen. Al deze vormen zijn uiterst zeldzaam en worden hooguit 5-25 keer per jaar gediagnosticeerd, sommige zelfs nog minder. Veel vormen hebben bovendien diverse biologische subklassen. Acute lymfatische leukemie (ALL) komt als enige vaker voor maar ook daar is sprake van veel verschillende subtypen. Een eenvoudige rekensom laat zien dat elk kinderoncologisch centrum jaarlijks hooguit 1-6 kinderen met een bepaalde vorm van kanker ziet. Diagnostiek en behandeling van kinderen met kanker vragen om steeds meer gespecialiseerde expertise op steeds meer deelgebieden van de kinderoncologie. De verschillende behandelingen zijn multidisciplinair en duren maanden tot jaren. Doorlopend wordt overlegd welke onderdelen -chirurgie, chemotherapie en/of radiotherapie– wanneer en in welke dosering moeten worden toegepast. Van essentieel belang is het tijdig herkennen en goed behandelen van zeldzame maar vaak levensbedreigende bijwerkingen die samenhangen met de specifieke behandeling en de onderliggende vorm van kanker. Op zo’n moment telt elke seconde en moet een kind direct toegang hebben tot zeer ervaren behandelaars. Bekend is dat er na invoering van nieuwe behandelingsprotocollen in de eerste twee jaar meer kinderen overlijden dan in de jaren erna. De huidige situatie is inefficiënt. Elk behandelprotocol moet op zeven plaatsen worden geïmplementeerd. Dat betekent dat op zeven plaatsen toetsing plaatsvindt door een medisch-ethische commissie, er een ‘vertaling’ gemaakt wordt naar lokale verpleegkundigen, nurse practitioners, apotheek enz. en datamanagement wordt ingericht voor het bewaken van kwaliteit van zorg. Het betekent ook zeven maal het risico nieuwe ernstige bijwerkingen niet tijdig te herkennen met als gevolg dat er kinderen – onnodig - komen te overlijden Ook op het gebied van onderzoek is een kwaliteits- en efficiëntieslag noodzakelijk. De expertise is nu versnipperd, patiëntenmateriaal is onvoldoende voorhanden en niet ieder kind dat daarvoor in aanmerking zou kunnen komen, wordt een eventuele deelname aan een nieuwe vroeg-klinische studie aangeboden. Ondanks de uitstekende samenwerking binnen SKION lopen de kinderoncologische centra op tegen de grenzen van hun mogelijkheden. De behandelaars zijn ervan overtuigd dat in de huidige setting geen enkel centrum de vereiste topexpertise kan leveren, in stand houden of verder te ontwikkelen, kwaliteit van zorg te verbeteren en belangrijke stappen voorwaarts te zetten met wetenschappelijk onderzoek. Daarvoor is het aantal patiënten eenvoudig te gering. Kinderoncologen, -radiotherapeuten, -chirurgen, -neurochirurgen en –neurologen, maar ook alle andere betrokken medische en paramedische disciplines, zijn van mening dat er geen sprake is van topzorg wanneer je slechts 5-25 patiënten met een bepaalde vorm van kinderkanker behandelt. Ook een virtuele netwerkorganisatie als SKION kan niet langer de vereiste expertise leveren die garant staat voor optimale gedifferentieerde en complexe zorg. Visie: concentratie in een nationaal centrum Het is de visie van behandelaars, verenigd in SKION, en de ouders, verenigd in de Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker (VOKK), dat alleen concentratie van zorg en onderzoek in een nationaal kinderoncologisch centrum (Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie) betere kwaliteit van zorg en betere genezingskansen mogelijk kan maken. Deze visie wordt gestaafd door wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat hogere patiëntenaantallen leiden tot betere genezingskansen en minder sterfte door bijwerkingen. 3) Waar komt het Prinses Máxima Centrum? Het Prinses Máxima Centrum komt bij het UMC Utrecht en het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht. De topzorg voor kinderen met kanker wordt dus in Utrecht geconcentreerd, maar voor minder complexe delen van de behandeling gaat het Prinses Máxima Centrum samenwerken met gespecialiseerde ziekenhuizen in het land, de meebehandelende ziekenhuizen of shared care centra. De regie blijft hierbij in handen van het Prinses Máxima Centrum. 4) Hoe wordt de shared care georganiseerd, wat mag (per protocol) lokaal plaatsvinden en wat moet in het Prinses Máxima Centrum? De shared care wordt per behandelprotocol geregeld met als uitgangspunt: centraal wat moet, dichtbij wat kan, en altijd aangestuurd door en onder verantwoordelijkheid van het Prinses Máxima Centrum. Er komen 15-20 shared care centra. Deze moeten voldoen aan een aantal zeer strenge eisen. Een daarvan is dat er kinderoncologen en kinderoncologieverpleegkundigen moeten werken onder regie van het Prinses Máxima Centrum die bovendien regelmatig moeten worden bijgeschoold. De VOKK zal het belang van kinderen en ouders zeer goed in het oog houden en pleiten voor een goede balans tussen vereiste expertise en reisafstand. 5) Wat zijn vanuit het perspectief van de ouders en de kinderen de nadelen van het Prinses Máxima Centrum en hoe wordt hieraan tegemoet gekomen? Het belangrijkste nadeel van het Prinses Máxima Centrum is de reisafstand en de gevolgen die dit heeft voor het gezin, zoals extra kosten, ontwrichting van het gezin en meer problemen met het werk. Tegelijk weten we als ouders dat iedere ouder uiteindelijk altijd kiest voor de beste zorg door de beste mensen op de beste plek. De extra afstand is helaas een feit waaraan niet valt te ontkomen, maar we zullen er als oudervereniging voor zorgen dat het Prinses Máxima Centrum zoveel als mogelijk tegemoet komt aan de nadelen die de grotere afstand met zich meebrengt. 6) Hoe komt het Prinses Máxima Centrum tegemoet aan de nadelen van een grotere reisafstand in termen van: - sociale contacten met brussen, klasgenootjes, familie - extra belasting voor het gezin, ook bijv. in relatie tot het werk - extra kosten Juist omdat wij als ouders uit eigen ervaring weten welke gevolgen de reisafstand heeft voor het gezin, zijn we betrokken bij het Prinses Máxima Centrum om deze problemen zo goed mogelijk en van tevoren op te lossen. Het motto van het Prinses Máxima Centrum is: centraal wat moet, dichtbij wat kan. Daarom zal, afhankelijk van diagnose en behandelprotocol, een deel van de behandeling in een shared care centrum dichterbij huis kunnen plaatsvinden aangestuurd door en onder regie van het Prinses Máxima Centrum. De VOKK denkt actief mee over de invulling en de kwaliteitscriteria van dit shared care systeem, waarbij veiligheid en kwaliteit én de gevolgen voor het gezin gewogen worden. Elk kind krijgt in het Prinses Máxima Centrum een eigen kamer met direct daaraan gekoppeld een verblijfsruimte voor de ouders, een zogenaamde ouder-kind-eenheid (OKA). Daar kunnen ouders wonen, (tele)werken en slapen en tegelijk dicht bij hun kind zijn. Daarnaast is er een Ronald McDonaldhuis voor gezinsverblijf en voor verblijf in periodes van dagbehandeling of radiotherapie. Elke kamer heeft internetverbinding en kinderen kunnen gebruik maken van faciliteiten die hen in direct contact met brussen, familie, school en vrienden brengen. Ook de ouderkamer heeft internet. Het doel is het gezin zo veel mogelijk intact te laten. De VOKK –lees ouders, kinderen, jongeren en survivors- heeft meegedacht over de kwaliteiten waaraan de ruimtes in het gebouw moeten voldoen zodat het Prinses Máxima Centrum een warme, kind- en ontwikkelingsgerichte uitstraling heeft. Reizen voor behandeling worden vergoed door de ziektekostenverzekeraar. Omdat de zorgkosten in het Prinses Máxima Centrum efficiënter zullen uitpakken, moet er ruimte zijn voor een ruimhartiger reiskostenvergoeding door de zorgverzekeraars. De VOKK zal dit aan de onderhandelingstafel met Zorgverzekeraars Nederland meenemen. De VOKK ziet het als haar taak dit goed te regelen. Ook de oprichting van een sociaal fonds ziet de VOKK als haar opdracht. Daarover zal zij met Kika spreken. 7) Hoe wordt de nazorg en LATER geregeld? Nazorg en LATER worden straks geregeld en aangestuurd door het Prinses Máxima Centrum maar ook daarbij zullen shared care centra waar mogelijk worden betrokken. Het doel is verdere verbetering van zorg en nazorg. Survivors van de VOKK hebben meegedacht over de huidige richtlijn en organisatie van LATER en zullen ook in de toekomst een vinger aan de pols blijven houden. Meer kunt u lezen op www.vokk.nl en www.prinsesmaximacentrum.nl