Orde Isoptera - Termieten Hoofd kolonie: Koning + koningin: - leden van primaire reproductieve kaste - aanvankelijk zijn ze gevleugeld - lichaam zwaarder gesclerotiseerd dan dat van de andere kastes - leven lang en kunnen vele jaren samen blijven leven in hun kolonie (5O jaar bij sommige soorten) - paren vele malen Onderorde Apocrita – Aculeata – Superfamilie Formicoidea Mieren Hoofd kolonie: Koningin Blijft verschillende jaren in leven Bevruchte vrouwtjes kunnen nest binnengaan nest blijft voortbestaan met meerdere koninginnen Of Nieuwe koningin kan zelf een geschikte plaats vinden sluit zich op tot het voorjaar (teert op voedselvoorraden in lichaam en op aftakelende vliegspieren die ze niet meer nodig heeft) Eieren rijpen worden gelegd in voorjaar: koningin voedt jonge larven met eigen speeksel Eerste mieren volwassen: bouwen en in stand houden kolonie, terwijl koningin zich geheel wijdt aan het leggen van eieren Koningin wordt verzorgd door werksters, die nest rond kamer koningin gebouwd hebben (waar ze blijft) Eieren (klein) worden weggenomen en komen elders uit Onderorde Apocrita – Aculeata – Superfamilie Apoidea – bijen (honingbij – Apis Mellifera) Hoofd kolonie: Koningin - Houdt zich niet bezig met het verzamelen van voedsel - Houdt zich niet bezig met huishouden - Sticht nooit alleen een kolonie, maar dringt een bestaande binnen of neemt een aantal werksters mee om een nieuwe kolonie te beginnen - Koningin legt onbevruchte eieren in koninginnecellen darren - Koningin legt eieren (bevruchte???) in cellen voor de werksters werksters bepalen hoe ei zich ontwikkelt 1ste nieuwe koningin die uit cel komt: - Steekt rivalen dood - Gaat op huwelijksvlucht - - Komt gewoonlijk terug en doodt oude koningin + werksters, ofwel vertrekt de oude koningin om een Onderorde Apocrita – Aculeata – Superfamilie Vespoidea wespen Hoofd kolonie sociale wespen: Koningin - Overleeft als enige de winter Solitaire wespen leven niet in kolonie Kolonie algemeen: Aanvankelijk groeit kolonie traag, maar dan gaat het sneller Kolonie algemeen: - Opvallend stabiel - Kunnen lang blijven bestaan - Sociale insecten nieuwe kolonie te stichten. Kolonie algemeen: - Sociaal Primair reproductieve termieten: - Komen in bep. Seizoenen uit nest - Leven korte tijd in de lucht op hun nogal zwakke vleugels - Kan voldoende zijn om hen uit de buurt van eigen nest te voeren gaan naar grond breken vleugels af Tegengestelde geslachten Mannelijke en vrouwelijke mieren Darren: ontmoeten elkaar graven kleine worden op een bepaalde tijd van - Doen niks bruidskamer nieuwe kolonie het jaar voortgebracht: - Worden in zomer - gewoonlijk volledig getolereerd gevleugeld - Worden in herfst uit - kiezen luchtruim voor kolonie gegooid bruidsvlucht - Na paren: terug naar grond mannetjes sterven - Vrouwtjes verliezen vleugels, zoeken geschikte nestplaats, klein percentage ontsnapt aan vogels Aantal: Primitieve families: kleine kolonies met een paar 100 individuen Meer ontwikkelde families: kolonies kunnen miljoen termieten bevatten Werkers: - talrijkst - zorgen voor koninklijk paar - verzorgen eieren en jongen - verzamelen voedsel - geven soldaten eten (opgebraakt door werkers, soms ook uitwerpselen) - bouw + onderhoud nest - Leven ± 4 jaar Arbeidersklasse primitieven: - Bestaat uit juveniele insecten van versch. leeftijd - Geen bepaalde werkerskaste Pop: vliegende mieren komen uit pop op een bepaalde dag, afhankelijk van klimaatsomstandigheden Elk nest brengt hoofdzakelijk mannetjes of vrouwtjes voor: grote kans op kruisbevruchting Aantal: 1 grote familie: 10000 soorten over de hele wereld ( 50 in België en Nederland, gerangschikt in subfamilies) Werksterskaste: - Merendeel van de mieren - Ongevleugelde vrouwtjes - Seksueel niet volledig ontwikkeld - Kunnen soms eieren leggen - Werksters niet altijd allemaal gelijk, sommige soorten hebben 2 werksterkastes - Grootkoppige werksters algemeen bij bij bepaalde, bij ons niet voorkomende, soorten, vb. geslacht Messor: zij worden soldaten genoemd en hebben als taak: Aantal: Goed ontwikkelde kolonie: meer dan 50000 bijen, bijna allemaal werksters. Darren en werksters leven kort Aantal: Wespennest kan bestaan uit 20000 individuen Kolonie bestaat niet langer dan een jaar Werksters: - Voeden alle larven - Goede communicatie: vb. rondedans, kwispeldans om aan te geven waar voedselbronnen liggen - Verzamelt nectar Werksters: - Voeden jongeren (??) - Merendeel werkende juvenielen: nooit volwassen kunnen veranderen in soldaten of voortplantingsvormen Arbeidersklasse hoger ontwikkelden: - Werk gedaan door latere jeugdstadia Hoogst ontwikkelde families (niet in Europa): - Afzonderlijke werkerskaste aanwezig: werkers juvenielen zonder vleugels Soldatenkastes in bijna alle geslachten: verdedigen kolonie - Honingmieren: werkster = voedselvat dieren hangen aan plafond en proppen zich vol met honing die door andere werksters wordt gebracht lichaam zwelt op en dieren kunnen niet meer rondlopen, indien nodig geven ze honing weer af (Noord-Amerika, ZuidAfrika, Australië) - Bouwen het nest rond de kamer van de koningin, maken ene aantal kamer en een netwerk van gangen - Verzorgen koningin - Voeden larven (wederzijdse voeding: larven geven zoet speeksel af in voor voedsel - Opmerkelijke samenwerking gesteund door voortdurende uitwisseling van gegevens (koppen en antennen worden langs elkaar gewreven) Mieren: - Verdediging: mierenzuur - Grote koppen op aanvallers spuiten - Taak: kolonie verdedigen - Harde scherpe kaken - Geen functionele ogen pijnlijk bijten - Leven ± 4 jaar - Sociaal parasitisme bij 2 typen soldaten: sommige soorten: - grote en krachtige kaken of - kleine kaken + puntige kop spuit een afstotende vloeistof uit klieren in de kop en houdt apirantaanvallers in bedwang Indien iets zou gebeuren met koning of koningin: - Werkers kunnen nog een andere kaste grootbrengen = supplementaire reproductieve kaste Deze kaste: - Kleine vleugels - Verlaat kolonie niet - Vruchtbaar - Kunnen plaats koning of koningin innemen om voortbestaan kolonie te verzekeren Kastes: Kastes: Mannetjes en vrouwtjes ± in Vrouwelijke, mannelijke en gelijke aantallen aanwezig en in werkerskaste alle kastes Jonge termieten: Larven: Indien iets zou gebeuren met koningin: - afmetingen werkstercellen worden vergroot, zodat de eieren in deze cellen koninginnepap zouden krijgen = voortbrenging van “nood-koninginnen” Kastes: 3 kastes: koningin, dar en werkster Larven: Kastes: Solitaire wespen: geen werkerstkaste, vrouwtje maakt nest Sociale wespen: koningin, werkerstkaste, mannetjes Jongeren: - - Geringe - Gevoed door werksters gedaanteverwisseling (honing + insectenlarven) tijdens hun leven Poppen: Duur ontwikkeling - Dicht bij oppervlakte van verschilt van kaste tot nest bewaard: warmte van kaste en van soort tot soort zon sneller uitkomen Voedsel + nest: Primitiefste: vreten gangen in dood hout Anderen: maken ondergrondse nesten Hoogst ontwikkelde: enorme heuvels, gedeeltelijk bestaande uit grond, die bij het graven van de kamers naar boven is gebracht en met speeksel is aaneengekit Voedsel + nest: Primitieve: - Jagers, stropen omgeving af op zoek naar voedsel - In hoofdzaak carnivoren - Enkele van deze jagers maken geen permanente nesten, maar slaan van tijd tot tijd een “kamp” op om een nieuwe generatie werksters groot te brengen - Soorten met permanente nesten: geen erg grote kolonies - Volgende stadium: “herders en oogsters”: mieren die bladluizen bezoeken voor de honingdauw, die door deze wordt afgegeven en die ook nectar en ander plantaardig voedsel - gevoed door werksters: eerst eiwitrijke afscheiding uit speekselklieren larven, dan krijgen larven die werksters worden stuifmeel + nectar, zij die koninginnen worden houden eiwitrijk voedsel = koninginnepap Voedsel + nest: Honingbij: - Pollen - Gevoed met vlees Voedsel + nest: Sociale wespen: - Slaan geen voedsel op (zwermen niet uit) - Eten speeksel van larven dan suikerrijk is - Nest uit houtpulp Solitaire wespen: - Nest van zandkorrels - Urntjeswesp verzamelen - Versch. soorten: kweken bladluizen brengen ze naar binnen, zetten ze op plantenwortels die door het nest groeien - “Boeren”: vooral bij Attini of parasolmieren uit tropisch Amerika. Eten schimmels die ze zelf kweken op speciaal geprepareerde bedden van bladstukjes. Sociaal parasitisme + slavernij Sociaal parasitisme (bij aantal soorten): - Bevruchte koningin zoekt nest op van nauwverwante soort - Ze wordt er geaccepteerd - Ze legt er haar eieren - Eieren worden er verzorgd en jongen worden grootgebracht door de werksters daar - Oorspronkelijke koningin wordt gedood - Werksters gastheersoort sterven geleidelijk nest komt vrij voor parasitaire soort Parasitaire bijen: - Nemen voedsel weg dat bedoeld was voor larven van gastheer Slavernij (vooral bij Formica Sanguinea = rode mier): - Werksters stropen nesten van verwante soorten af - Ze nemen poppen mee - Deze poppen worden in sanguinea-nest verzorgd - Uitkomende werksters doen het werk voor hun overweldigers