REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING STUDENTEN ex artikel 7.51 WHW DEEL I Financiële ondersteuning vanwege bijzondere omstandigheden Artikel 1 Bijzondere omstandigheden 1. Als bijzondere omstandigheden van de student worden aangemerkt: a. ziekte; b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornissen; c. bijzondere familie-omstandigheden die familierelaties betreffen tot en met de tweede graad 1; d. een onvoldoende studeerbare opleiding2; e. een masteropleiding van meer dan 60 EC die niet vermeld wordt in het Uitvoeringsbesluit WHW; f. zwangerschap en bevalling. 2. Een aanvrager die in een studiejaar 60 EC of meer heeft behaald, heeft geen studievertraging en komt derhalve niet in aanmerking voor uitkering uit het Fonds Financiële ondersteuning studenten. Artikel 2 Melding studievertraging 1. De student meldt iedere bijzondere omstandigheid die tot studievertraging leidt of kan leiden, bij een studentendecaan van het CSL of een studieadviseur. Degene die de bijzondere omstandigheid bij een studieadviseur heeft gemeld die zou kunnen leiden tot een beroep op deze regeling, richt zich binnen een maand tot een studentendecaan voor verdere begeleiding. Melding bij een studentenpsycholoog of een andere medewerker van de universiteit doet geen aanspraak ontstaan. 2. De melding wordt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen drie maanden na het ontstaan of het bekend worden van de bijzondere omstandigheid die tot studievertraging leidt of kan leiden, gedaan. Indien de melding later plaatsvindt, bestaat geen aanspraak op ondersteuning voor studievertraging die eerder dan drie maanden voor de melding van de bijzondere omstandigheid is ontstaan. 3. In geval van niet-tijdige melding ontstaat een aanspraak alleen dan indien de termijnoverschrijding naar het oordeel van het College van Bestuur verschoonbaar is. 4. Ook in geval van een bijzondere omstandigheid van langdurige aard (zoals een chronische aandoening) is jaarlijks een hernieuwde melding van de studievertraging bij de studentendecaan noodzakelijk. De melding kan per email geschieden. Voor vaststelling van de duur van de vertraging is dan een apart overleg met de studentendecaan nodig. 5. De student die studievertraging oploopt en daarom in aanmerking wil komen voor financiële ondersteuning, verplicht zich de door de universiteit geboden hulp om de studievertraging te verminderen, daadwerkelijk te benutten. De hulp kan bijvoorbeeld bestaan uit adviezen van een studentendecaan en een in overleg met een studieadviseur opgesteld studieplan, studiebegeleiding, hulp bij planning of het aanbieden van speciale faciliteiten. 1 2 echtgenoot of daarmee gelijk te stellen partner, ouders, (klein)kinderen, grootouders, zussen en broers Bij de master geneeskunde is sprake van een onstudeerbare opleiding bij een wachttijd van meer dan drie maanden FOS-regeling VU 2014-2015 6. De student die door ziekte of bijzondere familieomstandigheden geen gebruik kan maken van het onderwijs en daarom gebruik wil maken van de financiële ondersteuning, verplicht zich de adviezen en aanwijzingen omtrent het onderbreken van het verbruik van de studiefinanciering zo veel mogelijk op te volgen. Artikel 3 Aanvraag vaststelling studievertraging 1. Een aanvraag voor vaststelling van studievertraging wordt ingediend bij het College van Bestuur, ter attentie van de directeur Dienst Studentenzaken, De Boelelaan 1105, kamer 0 E-55, 1081 HV Amsterdam, o.v.v. Financiële ondersteuning studenten. 2. Een aanvraag voor vaststelling van studievertraging wordt zo spoedig mogelijk ingediend, maar voor 1 maart volgend op het studiejaar waarin de studievertraging als gevolg van bijzondere omstandigheden zich heeft voorgedaan. 3. Ook in geval van een structurele functiestoornis (zoals een chronische aandoening) is jaarlijks vaststelling van de studievertraging noodzakelijk. De studievertraging wordt vastgesteld overeenkomstig lid 4. 4. Factoren die de periode van studievertraging bepalen zijn: a. de duur en de ernst van de bijzondere omstandigheden, b. de feitelijk opgelopen vertraging, c. de onderwijsprogrammering, en d. de tijd waarbinnen de vertraging ingelopen had kunnen worden. 5. Studievertraging van minder dan één maand leidt niet tot een toekenning van ondersteuning. 6. Gedurende zijn studietijd aan de VU kan een student niet meer financiële ondersteuning krijgen op grond van dit deel van de Regeling Financiële ondersteuning studenten dan de helft van het aantal maanden van de nominale studieduur die zijn opleiding omvat. Artikel 4 Vereisten bij de aanvraag voor vaststelling 1. Een aanvraag voor vaststelling van studievertraging omvat een gemotiveerd verzoek van de aanvrager alsmede: a. een overzicht van de behaalde studiepunten in het studiejaar waarin de bijzondere omstandigheid zich voordeed; b. een kopie van het laatste toewijzingsbesluit van DUO dat betrekking heeft op de studiefinanciering van het studiejaar, waarin de bijzondere omstandigheid zich voordeed. 2. Op verzoek van de FOS-commissie draagt de studentendecaan zorg voor een verklaring met betrekking tot de melding van de studievertraging, waaruit de ernst en duur van de bijzondere omstandigheid en overige relevante informatie blijken. 3. De volgende stukken worden toegevoegd, indien van toepassing: a. ter zake van de aanvraag op grond van artikel 1 sub a, b en f: een gedagtekende verklaring van een (behandelend) arts, psycholoog of verloskundige waaruit blijkt gedurende welke periode de omstandigheden zijn opgetreden; b. ter zake van de aanvraag op grond van artikel 1 sub c (bijzondere familieomstandigheden): schriftelijke bewijsstukken waaruit de bijzondere familieomstandigheden blijken. Indien geen bewijsstuk kan worden overgelegd, verzoekt de aanvrager de behandelend studentendecaan een toelichting in de verklaring, bedoeld in lid 2, op te nemen; c. terzake van de aanvraag op grond van artikel 1 sub d (onvoldoende studeerbare opleiding): een verklaring van het faculteitsbestuur door tussenkomt van de studieadviseur waarin in ieder geval het aantal maanden vertraging is opgenomen; 2 FOS-regeling VU 2014-2015 d. een studieplan, indien de student na hervatting van zijn studie nog niet volledig belastbaar was, waaruit de voorwaardelijkheid en volgtijdelijkheid van tentamens blijkt, opgesteld in overleg met de studieadviseur. Doel van het studieplan is dat de studievertraging zo beperkt mogelijk blijft. Het studieplan is bedoeld voor de periode volgend op de hervatting van de studie door de student, Zolang de belastbaarheid van de student niet volledig is, wordt telkens een nieuw studieplan opgesteld, Artikel 5 Uitbetaling van de financiële ondersteuning 1. Een aanvraag voor het uitbetalen van de financiële ondersteuning wordt aansluitend na afloop van de prestatiebeurs, maar voor 1 maart van het daaropvolgende studiejaar, ingediend. 2. De hoogte van de financiële ondersteuning per maand is gelijk aan de basisbeurs, waar van toepassing vermeerderd met de aanvullende beurs die de student heeft genoten, zonder de voorziening van reiskosten. De financiële ondersteuning wordt vastgesteld aan de hand van het laatst ontvangen DUObericht over de studiefinancieringsperiode met als peilmaand januari. 3. Financiële ondersteuning is te beschouwen als een gift. Uitbetaling vindt plaats in termijnen van maximaal zes maanden. Een volgende termijn wordt binnen twee maanden na afloop van de vorige termijn aangevraagd door de student onder het overleggen van gegevens, waaruit zijn studievoortgang blijkt. Indien de studievoortgang minder is dan werd voorzien in het studieplan, bedoeld in artikel 4 lid 1a, wordt uitbetaling opnieuw overwogen. De student wordt dan om een toelichting gevraagd. 4. De uitbetaling wordt beëindigd na afloop van de periode waarop recht op financiële ondersteuning bestaat, dan wel met ingang van de maand waarin de inschrijving als student is beëindigd. Artikel 6 Zwangerschap 1. Een studente die gedurende het studiejaar zwanger is of is geweest, komt met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 en 3 lid 2 van deze regeling in aanmerking voor financiële ondersteuning. 2. Indien de zwangerschap zich uitstrekt over twee verschillende studiejaren, dan wordt de financiële ondersteuning gebaseerd op de situatie van de studente in het tweede van deze studiejaren. Studente kan verzoeken de financiële ondersteuning te baseren op haar situatie in het eerste van deze studiejaren. 3. De zwangerschap of bevalling wordt schriftelijk bevestigd door een (huis)arts of een verloskundige dan wel aangetoond door een uittreksel uit het geboorteregister van de gemeente. 4. De duur van de financiële ondersteuning bedraagt maximaal vier maanden, in overeenstemming met de omvang van de studievertraging. Artikel 7 Verlenging DUO-beurs 1. Ingeval van studievertraging door een functiestoornis of een langdurige dan wel chronische ziekte kan student de DUO eenmalig verzoeken 12 maanden extra beurs toe te kennen. De aanvrager wendt zich daartoe eerst tot een studentendecaan. 2. Niet eerder dan nadat de verlenging van de beurs door de DUO is verstreken, is financiële ondersteuning op grond van deze regeling mogelijk. 3. Indien de extra beurs niet door DUO wordt toegekend kan achteraf met terugwerkende kracht een verzoek om financiële ondersteuning op grond van een functiestoornis of chronische ziekte worden ingediend. 3 FOS-regeling VU 2014-2015 Artikel 8 Eerbiediging van toegekende aanspraken en overdraagbaarheid 1. De duur en de vorm van een eerder door de VU toegekende aanspraak op financiële ondersteuning worden geëerbiedigd, indien deze gunstiger is voor de betrokken student dan bij toepassing van deze regeling. 2. Indien de student een opleiding aan een andere universiteit of hogeschool heeft gevolgd en op grond van artikel 7.51 WHW een eerder toegekende aanspraak op ondersteuning heeft, wordt met inachtneming van het eerste lid aanspraak op ondersteuning toegekend, als had hij de opleiding aan de VU genoten. 3. Een beroep op het bepaalde in het vorige lid kan alleen worden gedaan, indien de student een verklaring van de desbetreffende instelling kan overleggen, waaruit blijkt dat hij geen aanspraak heeft gemaakt op uitbetaling van de financiële ondersteuning bij de oorspronkelijke instelling. De VU draagt zorg voor de verkrijging van deze informatie. 4