- TEST - Wharfedale ‘ONYX-300’ Mooie verschijning, modern geluid Bij het inpassen van luidsprekers in een interieur worden er aan vloerstaanders hogere eisen gesteld dan aan de zogenaamde boekenplankmodellen. Dat is logisch; per slot van rekening ‘moffel’ je ze niet even weg of zo. Bovendien stellen ze ook hogere eisen aan de akoestiek van de kamer. Op zich hoeft dat niet op onoverkomelijke bezwaren te stuiten, maar moet de keuze meer weloverwogen worden genomen. Deze Wharfedale’s bleken heel vriendelijke voor interieur, akoestiek èn flexibel inzetbaar bovendien. Theo Wubbolts H oewel deze Onyx-en veel gewicht in de schaal leggen – bijna 25 kilo per stuk – ogen ze geenszins als ‘zware’ jongens. Door hun smalle voorkomen en witte uiterlijk zijn ze een ware sierraad, ook als het interieur een allegaartje is zoals bij mij op mijn werkkamer. By the way, uit mijn winkeltijd kan ik me de kleur ‘wit’ herinneren bij de uitvoering van luidsprekers; toen gold als bij Ford’s auto’s: je kunt alle kleuren krijgen als het maar zwart is. Maar met de komst van de onvolprezen iPod en de daarbij behorende cultuuromslag als het gaat om muziekbeleving, zie je steeds meer wit, ook in de elektronica. Ik juich dat op zich toe. Het gekke met luidsprekers is eigenlijk het volgende. Ten eerste moet je niet meteen voor ze ‘vallen’. Dat blijkt zelden op termijn stand te houden. Ze vervelen op den duur, hoewel ze je op het eerste gehoor imponeerden of overdonderden. Ten tweede moet je ze niet te groot nemen; wel meneer de hoofdredacteur en deze dan? Daarover later meer. Ten derde hebben luidsprekers geen voorkeur voor muziek. En zijn ze al helemaal niet muzikaal. Dát is vaak de toehoorder en meestal de uitvoerende musicus of musici. Ten vierde moeten luidsprekers er even in komen. Ze laten niet meteen het achterste van de tong zien, of om het spannender Wharfedale Onyx-300 te zeggen, je moet ze de tijd geven. En Gevoeligheid: 90dB tot slot in dit rijtje: ze moeten in de Frequentiebereik: 38Hz-24kHz keten passen en opgenomen worden, Cross-over: 150Hz/3kHz waarbij de schakels allemaal even Aanbevolen versterker: 30-150 watt sterk zijn. Nou vooruit, er zijn altijd Impedantie: 6 ohm nom. Afmetingen: 1050x180x433 mm (hxbxd) kenners die nóg een HiFi-axioma Gewicht: 24,5 kg weten: beluister in de winkel slechts Prijs: € 499 per stuk in hoogglans naar één set voor een langere periode. zwart of wit Schakel niet te vaak tussen de diverse Voor meer informatie New TransTec B.V. / modellen want je gaat de verschillen www.transtec.nl met de buur-modellen beoordelen en 32 hvt - december 2009 waarderen (een waarde toekennen), maar het verschil laat je in de winkel achter, toch? Onyx-300 De ‘300’ is de grootste van de Onyx-serie. (De Onyx-100 is het boekenplankmodel, de ‘200’ de kleine vloerstaander, de ‘Cen-1’ en ‘Cen-2’ centerspeakers, de ‘Onyx-Sur’ achterspeakers in een surroundopstelling en is er tot slot een ‘10Sub’. Je kunt dus naar hartelust een theater bouwen.) Met net iets meer dan één meter in hoogte en een smalle breedte, net 18 cm, eist de ‘300’ toch zijn plaats in de ruimte waar ie komt te staan. Om aan de eisen voor een zeker volume voor de laagweergave te komen is derhalve gekozen om de speaker smal te laten zijn, maar daarvoor het in de diepte te zoeken: ietsje meer dan 43 cm. Daarnaast zit er aan de achterkant op 20 cm boven de onderkant een reflexpoort die enige ruimte achter zich eist. Daarenboven kun je het bankstel ook niet tussen de luidsprekers plaatsen, omdat anders de woofer in de zijkant – dat hebben we in de tachtiger jaren eerder gezien bij onder andere de MoA ‘The Pillar’, en wellicht komt HVT-auteur Nico de Vries op dit systeem terug in zijn serie ‘de luidspreker’ – het geluid niet af kan geven, noch met zijn ‘broertje’ het laag aan kan vullen. Een vrije opstelling is dus het devies. Ik zou nu we het er toch over hebben de ‘300’ niet in een te ruime akoestiek plaatsen, of anders gezegd in een ruimte waar weinig meubilair aanwezig is en vooral veel glad stucwerk, betegelde vloer(en) en veel glas. Het kan zijn dat het allemaal net ‘iets’ te veel wordt… En om het eerder aangehaalde punt van ‘ruimte geven’ terug te komen zou ik deze ‘300’-en toch gauw een ruimte geven van minimaal 25 tot 30 vierkante meter. Met het hoge rendement zal de ‘300’ geen lastige klant zijn voor een versterker. De nette vijftigwatter of de gelijkwaardige (meerkanaals)receiver zal een goede krachtcentrale blijken te zijn. Het viel me sowieso op dat het er allemaal heel gemakkelijk uit komt bij deze ‘300’. Een van de usp’s van deze Wharfedale is ongetwijfeld de afwerking. Mijn testexemplaren waren hoogglans wit (ook in hoogglans zwart – de Ford-kleur – leverbaar, met zilvergrijze grilles. Een ware sierraad voor in de kamer. Engelse fabrikant. Die stond toch samen met de collega’s van het ‘Albion’ toch eerder te boek als terughoudend maar eerlijk, een tikje kleurloos maar precies en ‘je kunt het er lang bij uithouden’ dus met weinig vervorming. Deze Wharfedale’s leken van een andere signatuur, maar de schijn bedroog als zo vaak; laten we zeggen dat ook de smaak van de Engelsen meer continentaal is geworden en dat het publiek een andere kijk op muziek beleven is gaan krijgen. Was vroeger High Fidelity een streven naar een zo natuurgetrouw mogelijke reproductie van wat er zich op het podium afspeelt, vandaag de dag lijkt de moderne luisteraar zijn eigen podium te creëren en zich niet meer ten volle bewust is van het begrip HiFi. Daar is de veranderde muziekcultuur, het muziekonderwijs maar vooral het consumptieve gedrag verantwoordelijk voor. Het zij zo. Conclusie De ‘300’ heeft natuurlijk fors te duchten van concurrentie in zijn prijsklasse, maar met vijfhonderd euro per stuk heeft die concurrentie aan deze Wharfedale echter een zware dobber. Je krijgt buitengewoon veel luidspreker voor het geld, die bovendien een onberispelijke afwerking heeft. Het is verbazingwekkend dat een luidspreker als deze Wharfedale Onyx-300 daarvoor helemaal uit het Verre Oosten kan komen, maar daar zorgen heel vlijtige handen voor en de lage lonen. In mijn winkeltijd kostte een model als deze gauw tussen de duizend en vijftienhonderd gulden en je weet dat de gulden nu euro heet… Met deze Wharfedale is het hebben van een HiFi-hobby betaalbaar en muziek luisteren een heel groot feest! Steve Hewlett, ontwerper van Wharfedale, legt tijdens een fabrieksbezoek uit. Luisteren dan wel laat de muziek maar klinken In mijn set-up stond de Onyx-300 aangesloten op een Quad 66 system (de 606 eindversterker levert 100 watt aan 8 ohm), waarbij de Tascam CD-RW900 CD-speler en de Argon DAB-adapter als bronnen fungeerden. Bekabeling is van Siltech voor de interlinks en Ocos voor de luidsprekers. Het systeem staat al jaren tot grote tevredenheid te spelen en is derhalve mijn ‘referentie’. Iedere wijziging in deze keten is daardoor onmiddellijk waar te nemen, en dát gebeurde natuurlijk ook toen ik de Wharfedale’s aansloot. Omdat het nieuwe exemplaren betrof heb ik de eerste uren geen oordeel geveld en de luidsprekers inspeeltijd gegund. Na een tweetal weken begon het kritische werk. Alle mogelijke muziek werd beluisterd, afkomstig van radio of van te beluisteren CD’s voor mijn rubriek ‘klassiek’. Wat mij opviel was de souplesse van deze van oorsprong hvt - december 2009 33