Signum®, en.… Alternaria weg

advertisement
111
INFO
JUNI 2009
Signum®, en.… Alternaria weg
Sinds grofweg het begin van deze eeuw heeft de
aardappelteelt te maken met een voor ons nieuwe
Signum
ziekte: Alternaria. Dit probleem breidde zich vanuit het
• Sterk tegen:
zuidwesten in snel tempo uit over Nederland. Ondertussen komt Alternaria in het gehele land voor. De sterke
opkomst van Alternaria heeft een aantal oorzaken,
• Alternaria solani
• Alternaria alternata
• Hoger rendement door
waardoor de schimmel hier een kans heeft gekregen.
• Meer opbrengst
Als eerste is het gebruik van dithiocarbamaten, welke
• Betere sortering
een werking tegen Alternaria hebben (o.a. maneb, mancozeb en metiram), de laatste tien jaar flink afgenomen,
vooral in de tweede helft van de teelt. Ook zijn er steeds
voor gezorgd dat de (zwakte)parasiet Alternaria een
meer middelen voor het vroege deel van de phytoph-
grotere kans krijgt om onze gewassen aan te tasten,
thorabestrijding die geen (neven)werking hebben op
met aanzienlijke opbrengstreductie’s tot gevolg. In 2006
alternaria. Als tweede oorzaak is de verschuiving in
is de toelating van Signum uitgebreid met Alternaria
rassen ook een belangrijke factor. Sinds de misoogs-
solani bestrijding in aardappelen. Signum heeft echter
ten aan het eind van de vorige eeuw, heeft er een
ook een goede nevenwerking op Alternaria alternata
verschuiving naar meer gevoeligere vroegere rassen
zodat de aardappelteler een uitstekend wapen tegen
plaatsgevonden. En als derde is het gebruik van stikstof
de verschillende Alternaria-soorten die in aardappelen
afgenomen, terwijl vroege rassen over het algemeen
voorkomen heeft gekregen.
juist meer stikstof nodig hebben. Dit bij elkaar heeft er
Maximale opbrengst met Signum
Signum
banen, koolgewassen (sluitkool, bloemkool, broccoli,
Signum is een als wateroplosbaar granulaat (WG) ge-
Chinese broccoli, spruitkool, boerenkool, amsoi, paksoi,
formuleerd fungicide dat 267 g/kg boscalid en 67 g/kg
choisum, comatsuma en Chinese kool), kers, morel,
pyraclostrobin bevat. De twee werkzame stoffen van
prei, pruim, wortelen en in de bedekte, niet-grondge-
Signum behoren tot verschillende chemische groepen;
bonden teelt van tomaat, paprika, aubergine. Verder zijn
boscalid tot groep van de carboxyaniliden en pyra-
er sinds dit voorjaar geen nateeltbeperkingen meer voor
clostrobin tot de chemische groep van de strobilurinen.
boscalid-houdende producten. Dus ook Signum kan in
Boscalid belet de ademhaling van de schimmel en de
elk bouwplan probleemloos toegepast worden.
vorming van aminozuren die essentieel zijn voor de
opbouw van de schimmelcel. Hiermee lijkt de werking
Alternaria
op de werking van de strobilurinen met dit verschil dat
Alternaria is een ziekte die de afgelopen jaren steeds
boscalid aangrijpt op een andere plaats in het adem-
belangrijker is geworden. Voor de aardappelteelt zijn
halingsproces. Hierdoor is er geen kans op kruisresis-
twee van de vele Alternaria-soorten van belang. De
tentie. Ook overlappen de werkingsspectra van bosca-
meest bekende en meest voorkomende is Alternaria
lid en pyraclostrobin elkaar voor een groot deel, wat van
solani. De minder voorkomende Alternaria alternata is
belang is voor een goede anti-resistentiestrategie.
echter berucht vanwege zijn hardnekkige karakter.
Boscalid en pyraclostrobin verplaatsen zich translaminair via de intercellulaire ruimten door het blad. Verder
Alternaria solani
worden deze stoffen met het vochttransport acropetaal
De meest voorkomende Alternaria-soort is de Alternaria
(richting de bladpunt) getransporteerd. Beide actieve
solani. A. solani is in staat gezond weefsel te infecteren,
stoffen in Signum zijn preventief werkzaam en zeer
maar als het blad verouderd gaat het een stuk mak-
effectief tegen een breed scala aan schimmels. Het is
kelijker. Doordat A. solani gifstoffen afscheidt, verkleurt
daarom zaak dat Signum vóór een infectie op het blad
na verloop van tijd het hele blad geel. Typisch voor
aanwezig is. Beide actieve stoffen in Signum hebben
A. solani is dan ook de gele rand om de vlekken. Deze
ook een synergistische werking, wat inhoudt dat de
vlekken kunnen meerdere centimeters groot worden,
stoffen elkaar versterken in werking. Signum heeft een
dit in tegenstelling tot de vlekjes van A. alternata die
toelating in aardappelen, aardbeien, greens van golf-
meestal maar enkele millimeters in doorsnede worden.
In de vlekken bevinden zich meestal concentrische
ringen, die typisch zijn voor Alternaria-soorten. Deze
ringen vind je niet in bijvoorbeeld Botrytis-vlekken, die
op het eerste oog makkelijk te verwarren zijn met Alternaria-vlekken. De eerste vlekken zijn meestal te vinden
op de verouderende onderste bladetages. Deze etages
worden over het algemeen vanuit de grond besmet,
waar A. solani enkele jaren kan overleven. Van daaruit
verspreidt A. solani zich, via regenspetters en de wind,
verder door het gewas en naar andere gewassen. In
kleine vlekjes (< 4mm) van A. solani vindt meestal geen
sporenvorming plaats.
Alternaria solani ontwikkelt zich het beste bij wat hogere
temperaturen. De optimale temperatuur voor schimmelgroei is 28°C, maar bij temperaturen van 1 tot 45°C is
groei mogelijk. Voor sporulatie ligt de optimum
temperatuur rond de 20°C, maar A. solani kan
sporuleren van 5° tot 30°C. De sporen worden ’s nachts
Alternaria solani
2 | DIVISIE AGRO
gevormd, waarna ze (meestal) overdag bij een opdro-
makkelijk door windgedragen sporen boven in het gewas beginnen! De optimale weersomstandigheden voor
een A. alternata infectie zijn temperaturen vanaf 18°C
en lange dauwperiodes. A. alternata heeft in tegenstelling tot A. solani geen neerslag nodig om te sporuleren
of infecteren! De sporen van A. alternata zijn duidelijk
kleiner dan die van A. solani.
Advies
Een goede bestrijding van de Alternaria begint al bij een
uitgebalanceerde teelt en dus een ongestoord groeiverloop. Als vuistregel geldt dat vroege rassen gevoeliger
zijn dan late rassen, en dat een royale bemesting de
aantasting vertraagt. De laatste jaren is er een verschuiving geweest naar vroegere rassen. Deze hebben
in principe meer stikstof nodig, terwijl de wetgeving
de bemesting eerder beperkt. Sub-optimale stikstofbemesting heeft echter ook tot gevolg dat eventuele
tekorten aan andere elementen ook eerder tot stress
Alternaria alternata
leiden. En tot slot laten we deze vroege rassen ook nog
vaak uitgroeien voor een maximale opbrengst. Al deze
gend gewas losgelaten worden. De sporen kunnen tot
factoren maken dat de teelt zelf al een stuk gevoeliger
8 weken op het blad overleven, totdat de omstandighe-
voor Alternaria is geworden. Daarbij komt nog het af-
den gunstig zijn voor kieming. Voor kieming is weer vrij
nemende gebruik van dithiocabamaten, wat de kansen
water of een hoge RV nodig. Bij een RV onder de 96%
voor Alternaria nog verder vergroot.
nemen de infectiekansen snel af. A. solani kan zowel via
de huidmondjes, als direct door het bladoppervlak het
blad binnendringen.
Als de rest van de teeltmaatregelen geoptimaliseerd
zijn, is er nog de mogelijkheid om middels het gebruik
van Signum de puntjes op de i te zetten. Al zijn er wel
Alternaria alternata
jaarinvloeden. Algemeen kan gesteld worden dat als
In tegenstelling tot A. solani heeft A. alternata wat
het aardappelgewas over het hoogtepunt van de bloei
meer moeite om een (verouderend) gezond gewas te
heen is het bladapparaat begint te verouderen. Er wordt
infecteren. A. alternata is dan ook een typische zwak-
dan ook nauwelijks meer nieuw blad aangemaakt.
teparasiet. De oorzaak van de stress is niet relevant.
Door deze veroudering nemen de infectiekansen van
Hoofdzaak is dat de plant (tijdelijk) een verminderde
Alternaria solani drastisch toe. Het is dus zaak aan het
weerstand heeft. A. alternata dringt via wonden, of als
einde van de bloei, vaak is dit rond half juli, met de pre-
secundaire infectie het blad binnen en vormt kleine,
ventieve Alternariabestrijding te beginnen. Vaak wordt
vaak vele slechts enkele mm’s grote vlekjes. Dit is dan
dan in het Phytophthora-schema ook de overstap van
ook het grote verschil met A. solani, die meestal grote
de dithiocarbamaat-houdende middelen naar de “knol-
vlekken vormt. De vlekjes kunnen zowel boven als on-
beschermers” gemaakt. Middelen als Acrobat® DF en
der in het gewas komen. De vlekken onder in het gewas
Aviso ® DF die vaak in de “snelle loofgroeifase” tot aan
zijn meestal iets groter dan die boven in het gewas.
de bloei worden ingezet hebben doordat ze mancozeb,
A. alternata is in staat saprofytisch te overleven, dat wil
respectievelijk metiram bevatten al een goede
zeggen op dode plantenresten, bijvoorbeeld op of in
werking tegen Alternaria. De “knolbeschermers” heb-
de bodem. Van daaruit kunnen nieuwe gewassen, niet
ben duidelijk ondersteuning nodig als het gaat om
alleen aardappelen maar bijvoorbeeld ook suikerbieten,
Alternaria-bestrijding.
worden geïnfecteerd. De eerste infectie kan dan ook
DIVISIE AGRO | 3
Toepassingswenken
Advies
Om optimaal te profiteren van Signum in aardappelen
2 tot 4 maal 0,2 kg/ha Signum
zijn de volgende punten van belang:
• Voorkom stress, vooral in A. alternata gevoelige rassen.
Hierbij past zeer goed de toevoeging van 0,2 kg/
• Pas Signum preventief toe.
ha Signum in een twee- á drie-wekelijks schema aan
• Spuit lang genoeg door.
het Phytophthora-middel. Signum mag totaal 4 maal
• Signum is, voor zover bekend, mengbaar met alle
ingezet worden in één seizoen. Dit houdt in dat met
gangbare fungiciden en insecticiden (bijvoorbeeld
een twee-wekelijks-schema vanaf half juli de rest van
Sumicidin ® Super) in de aardappelteelt.
het teeltseizoen in de meeste gevallen goed afgedekt
wordt. Signum heeft een uitstekende werking op
• Signum is mengbaar met minerale olie die ter voorkoming van virusoverdracht wordt ingezet.
A. solani en een goede nevenwerking tegen A. alternata. Vooral bij A. alternata is het van belang dat alle
Resistentiemanagement
stressfactoren die het gewas gevoeliger maken zoveel
Hoewel Signum een ingebouwd resistentiemanagement
mogelijk aangepakt worden. Pas dan komt Signum tot
bezit heeft het Ctgb toch besloten aanvullende eisen aan
een optimale werking. Houdt bij de eerste toepassing
de inzet van Signum te stellen. “Het middel kan afwisse-
rekening met een incubatietijd van Alternaria van 2 tot
lend met een ander effectief schimmelbestrijdingsmiddel
3 weken. Wachten tot de eerste vlekken zichtbaar zijn
met een ander werkingsmechanisme of in een blok van
geeft dan ook al geen optimaal effect meer. Beter is het
maximaal 2 opeenvolgende behandelingen toegepast
direct aansluitend aan de laatste bespuiting met een
worden. Indien gespoten wordt in een blok, dient na dit
Acrobat DF of Aviso DF te beginnen met het toevoegen
blok 2 maal een ander effectief schimmelbestrijdings-
van Signum. Een andere mogelijkheid is om zodra de
middel met een ander werkingsmechanisme te worden
omstandigheden gunstig worden voor Alternaria, pre-
aangewend.” Aangezien de andere middelen die ook
ventief te beginnen met het toevoegen van Signum. Het
alternariabestrijding op het etiket hebben in de zelfde re-
is mogelijk hierbij ondersteuning te zoeken in adviesmo-
sistentiegroep als de strobilurinen vallen zijn dit geen af-
dellen als die van Dacom. Deze modellen geven echter
wisselpartners. Middelen op basis van dithiocarbamaten
alleen een advies voor de bestrijding van A. solani!
of fluazinam hebben een nevenwerking op alternaria, en
kunnen dus ingezet worden als meng- of afwisselpartner.
Schema Alternariabestrijding
Acrobat® DF, Aviso ® DF en Signum® zijn geregistreerde handelsmerken van BASF
Sumicidin® Super is een gedeponeerd handelsmerk van Sumitomo Chemical
Lees voor het gebruik eerst het etiket
BASF Nederland B.V. - Divisie Agro - Postbus 1019 - 6801 MC ARNHEM - Telefoon (026) 3717271 - www.agro.basf.nl
4 | DIVISIE AGRO
Download