Early-markers bij kleuters

advertisement
Early markers in de kleuterschool
Tel- en rekenvaardigheden: wat verwachten we van onze kleuters?
Om nog even op te frissen hoe de tel- en rekenvaardigheden normaal ontwikkelen, geven we
hier kort een overzicht.
2 – 3 jaar:
kan tot 2 tellen
3 – 4 jaar:
neemt evenveel voorwerpen als in het voorbeeld, geeft op vraag
enkele voorwerpen
4 – 5 jaar:
heeft inzicht in pre-rekenbegrippen (bv. lang-kort, veel-weinig, minstmeest, evenveel, eerste-laatste), telt tot 10, kan 4 voorwerpen tellen
en zeggen hoeveel er zijn.
5 – 6 jaar:
conservatie van hoeveelheid en massa, telt erbij en eraf, telt hoeveel
er meer of minder liggen, kent de rangorde (bv. middelste, vierde)
Lijst van ontwikkelingsdoelen “wiskundige initiatie” 1. Wiskundige initiatie - getallen
De kleuters kunnen:
1.1. handelend en verwoordend de ene concrete hoeveelheid dingen vergelijken met
een andere hoeveelheid dingen. Bij het verwoorden gebruiken zij daarbij de passende
hoeveelheidsbegrippen. (evenveel/niet evenveel dingen, veel/weinig dingen, te veel/te
weinig dingen, dingen over/dingen te kort, meer/minder dingen, meest/minst dingen).
1.2. met aanwijzing vijf dingen correct (simultaan) tellen en daarna zeggen hoeveel dingen
er geteld zijn (resultatief).
1.3. een rangorde (tot vijfde) aanduiden en verwoorden (ordinaal tellen) als begin en
richting zijn afgesproken.
1.4. in concrete situaties rekenhandelingen uitvoeren met betrekking tot aantal en hoeveelheid. Zij kunnen deze handelingen verwoorden door de gepaste begrippen te hanteren (evenveel maken, bij doen, wegdoen, samentellen, vermeerderen, verminderen,
verdelen).
1.5. door handelend en verwoordend te vergelijken, aangeven dat er een bepaalde hoeveelheid dingen dezelfde blijft, hoe ze ook geplaatst of geordend zijn in de ruimte.
1. Maes, B (red.) (2005) Leidraad voor de taxatie van ontwikkelingsproblemen bij kleuters. Brussel: VCLB Service cvba.
2. Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de ontwikkelingsdoelen en eindtermen van het gewoon
basisonderwijs (27 mei 1997)
Traject bij vermoeden dyscalculie / CD-Rom
2. Wiskundige initiatie - meten
De kleuters kunnen:
2.1. handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken.
2.2. dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee
gemeenschappelijke kenmerken.
2.3. dingen rangschikken volgens de toenemende of afnemende mate van een welbepaald kwalitatief kenmerk.
2.4. in concrete situaties handelingen uitvoeren met vormen, grootheden en figuren, in
functie van een kwalitatief kenmerk.
2.5. handelend en verwoordend, aangeven dat een bepaalde grootheid (lengte, inhoud, volume, gewicht, oppervlakte) van een ding dezelfde blijft, hoe dit ook geplaatst of geordend is in de ruimte.
2.6. bij benadering een voorwerp “meten” met een zelfgekozen maateenheid.
2.7. verandering, beweging, (snelheid) die ze met hun eigen lichaam ervaren of die ze bij voorwerpen, verschijnselen of bij andere mensen waarnemen, verwoorden.
2.8. bij vergelijking van twee voor hen bekende activiteiten en bij voldoende duidelijke verschillen, verwoorden welke activiteit het langst en welke het kortst duurt.
2.9. aan de hand van een kalender de dagen aftellen tussen het nu en een speciale gebeurtenis waarvan de dag is aangegeven binnen de periode van een week.
3. Wiskundige initiatie - ruimte (inititatie op meetkunde)
De kleuters kunnen:
3.1. handelend, in concrete situaties de begrippen “in, op, boven, onder, naast, voor,
achter, eerste, laatste, tussen schuin, op elkaar, ver weg, dicht bij, binnen, buiten, omhoog
en omlaag” in hun juiste betekenis gebruiken. Zij kunnen pictogrammen in verband met
“richtingen” als symbolen hanteren.
3.2. vanuit verschillende gezichtspunten die ze zelf concreet innemen, verwoorden hoe
eenzelfde voorwerp, gebouw of persoon er telkens anders uitziet.
3.3. in een concrete situatie oplossingen vinden voor een ruimtelijk probleem.
3.4. vanuit een patroon een rij of een reeks dingen verder zetten. In het patroon
kunnen aantallen (beperkt tot 5) en/of kwalitatieve kenmerken (beperkt tot twee
gemeenschappelijke) voorkomen.
Traject bij vermoeden dyscalculie / CD-Rom
Dyscalculie voorspellen?
Kun je voorspellen of kleuters dyscalculie gaan “ontwikkelen”? Neen!
Je kunt hoogstens spreken van een aantal ‘early markers’, signalen die een alarmbelletje
kunnen doen rinkelen. Deze signalen moeten echter met enige nuancering bekeken worden.
Niet alle kleuters die deze markers vertonen, zullen later dyscalculie ontwikkelen. Evenmin
is het zo dat alle kinderen met dyscalculie deze markers vertoonden tijdens hun kleutertijd.
Het is wel zo dat uit onderzoek is gebleken, dat kinderen met dyscalculie vaker deze signalen
vertoonden dan andere kinderen.
Daarnaast moet je er ook rekening mee houden dat kleuters nog volop in ontwikkeling zijn.
Sommige vaardigheden of kennis kun je pas vanaf 8 jaar verwachten.
Het is wel belangrijk dat je aandacht hebt voor signalen dat het met het rekenen van een
kind kan mislopen. Zeker wanneer een kleuter een ouder, broer of zus met leerstoornissen
heeft, moet je extra alert zijn. Het kan zinvol zijn voor kleuters die het moeilijk hebben
met voorbereidend rekenen een extra aanbod te doen. Dit kan binnen de dagdagelijkse
klasactiviteiten. Deze kleuters worden best verder opgevolgd tijdens het overleg tussen school
en CLB.
Early markers
Welke zijn deze ‘early markers’? We geven hier summier een opsomming van de signalen die in
de kleuterschool aandacht verdienen.
●
minder gericht zijn op cijfers en tellen
●
problemen met het opnoemen van de telrij van af een opgegeven onder- of bovengrens
●
problemen met terugtellen
●
problemen met aanwijzend tellen
●
problemen met vlot resultatief tellen
●
moeilijk classificeren
●
moeilijk seriëren
●
niet snel overzien van kleine hoeveelheden (ook wel “subitizing” genoemd)
●
problemen met vergelijken van hoeveelheden
●
●
translatieproblemen: moeite met het omzetten van een getal in een aantal objecten of
en cijfer en omgekeerd
problemen met het onthouden van de namen van vormen, kleuren en dagen
In de operationalisering van de definitie dyscalculie (zie I.1) zijn de telhandelingen als
kernkenmerk opgenomen. Met de telhandelingen bedoelen we: tellen (telrij opnoemen,
synchroon tellen, resultatief tellen, tellen van op afstand, rangtelwoorden), subitizing en
vergelijken van hoeveelheden.
3. Desoete, A. (2003). Dyscalculie: zijn er alarmsignalen (“markers”) op kleuterleeftijd. Onderwijskrant, 127, 11-21.
Traject bij vermoeden dyscalculie / CD-Rom
Zijn er tests beschikbaar?
Als je merkt dat kleuters uitvallen op die tel- en rekenvaardigheden, kan je overwegen om dit
verder te onderzoeken. Zoals al eerder gesteld werd, is het dus zeker niet de bedoeling om
dyscalculie gaan te voorspellen. Wel kan het nuttig zijn om tekorten of zwaktes vast te stellen
en een extra-aanbod te doen. Soms merk je dat het tekort dan wel weggewerkt wordt. Andere
kleuters hebben gewoon nog wat extra tijd nodig om te “rijpen”.
Wil je toch de zwaktes gaan vaststellen, kan je bijvoorbeeld volgende tests gebruiken:
●
●
●
●
TEDI-math (Gregoire, J. e.a., 2004. Antwerpen: Harcourt)
Utrechtse getalbegriptoets (Van Luit, H., Van de Rijt, B.A.M. & Pennings,1998.
Doetinchem: Graviant)
Rekenbegrip. Twee genormeerde toetsen voor begin en einde derde kleuterklas
(Verachtert & Dudal, 2004. Brussel: VCLB Service cvba)
CITO: Ordenen voor Vlaanderen (van Kuyk, Jef J., 2003, Arnhem: Citogroep)
Je kunt je ook baseren op informatie die al beschikbaar is:
●
Gegevens uit het kleutervolgsysteem
●
Taken i.v.m. voorbereidend rekenen
●
Observaties van de kleuterleidster
●
Resultaten van signaleringstoetsen (bijv. Toeters en Kontrabas)
Meer weten?
●
●
●
●
●
Desoete, A. (2003). Dyscalculie: zijn er alarmsignalen (‘markers’) op kleuterleeftijd?
Onderwijskrant, 127 (11-21)
Van Luit H. (2002). Jonge kinderen met rekenproblemen. In: Ruijssenaars A.J.J.M. &
Ghesquière P. (red) (2002). Dyslexie en dyscalculie: ernstige problemen in het leren leren
en rekenen. Recente ontwikkelingen in onderkenning en aanpak. Leuven: Acco.
Aerts, R. en Deckers M. (1989). Kinderen rekenen. Een procesmatige benadering.
Leuven: Acco
Desoete, A. en Braams, T. (2008). Kinderen met dyscalculie. Amsterdam: Boom.
Sig vzw (2007). Milan in de Wereld zonder cijfers. Een verhaal van een jongen met
rekenstoornissen. Destelbergen: Sig vzw
Traject bij vermoeden dyscalculie / CD-Rom
Download