18 DE PUP MET EEN HARTRUIS Niek J Beijerink

advertisement
DE PUP MET EEN HARTRUIS
Niek J Beijerink. DVM, PhD
Universiteit Utrecht, Departement Geneeskunde van
Gezelschapsdieren, Nederland
[email protected]
Hartafwijkingen komen soms aan
het licht zonder dat zij verschijnselen
veroorzaken. Dit betreft voornamelijk aangeboren hartafwijkingen bij
jonge honden en katten, die worden
ontdekt tijdens het routineonderzoek (bij hartauscultatie wordt een
hartruis gehoord) bij de eerste vaccinatie. Het kan echter voorkomen dat
er al wel verschijnselen door de eigenaar gemeld worden (slecht groeien, verminderde inspanningstolerantie, flauwtes). In deze lezing worden de aangeboren
hartafwijkingen bij de hond besproken die voor de eerstelijns diergeneeskunde het meest van belang zijn. Dit
zijn de persisterende ductus arteriosus (PDA), pulmonalis-stenose (PS), aorta-stenose (AS), en het ventrikelseptum-defect (VSD). Ook kunnen pups een “fysiologische”
hartruis hebben, die zal verdwijnen tijdens de groei. Er
wordt achtereenvolgens stil gestaan bij het vóórkomen,
de verschijnselen, de diagnostiek, de therapie en de
prognose van de congenitale hartaandoeningen.
Aorta-stenose (AS) is een vernauwing in de uitstroombaan van het linker ventrikel. Het is de meest voorkomende aangeboren (congenitale) hartafwijking bij
de hond. Sommige rassen zijn gepredisponeerd (bv
Newfoundlander, Boxer). Meestal zijn er in het beginstadium geen verschijnselen. Soms valt achterblijven in
groei of flauw vallen op. Bij onderzoek is een zwakke
pols te voelen. Bij hartauscultatie wordt meestal een
rauwe luide hartruis op het klepgebied van de aorta
gehoord. De ernst van de afwijking kan betrouwbaar
met een echocardiogram vastgesteld worden. Patiënten met een milde vorm van AS hebben een normale
levensverwachting, terwijl de prognose van pups met
een ernstige AS over het algemeen niet goed is. Er is
helaas geen effectieve therapie. Medicijnen (bètablokkers) worden vaak voorgeschreven bij pups met ernstige AS om symptomen of complicaties te voorkomen.
Desondanks komt het helaas vaak voor dat patiënten
plotseling sterven. Honden met een AS dienen een negatief fokadvies te krijgen.
Men spreekt van een persisterende ductus arteriosus
(PDA) wanneer na de geboorte een open verbinding
blijft bestaan tussen de grote lichaamsslagader (aorta)
en de longslagader (arteria pulmonalis). Bij de hond is
deze aandoening de op één na belangrijkste congenitale hartafwijking. Verschillende hondenrassen hebben
18
een aanleg voor PDA: ‘toy’- en dwergpoedels, Maltezers, Duitse herders, collies, keeshonden, Yorkshire terriërs en Engelse Springer spaniëls. PDA komt frequenter
voor bij vrouwelijke dan bij mannelijke dieren. De sluiting van de ductus arteriosus na de geboorte komt normaal tot stand door contractie van spierweefsel in de
wand van het vat. Bij honden met een PDA ontbreekt
deze spierlaag, waardoor sluiting niet goed mogelijk is.
Bij het lichamelijk onderzoek is de pols opvallend steil.
Bij palpatie van het hart is een trilling (fremitus) voelbaar en een continue vaak zeer luide hartruis is te horen
op het gebied van de aorta- en de pulmonalisklemmen
(‘machinekamergeruis’). Een diagnose kan met een
hartecho gesteld worden. Het verdient de aanbeveling
de PDA op jonge leeftijd te sluiten. De ductus kan van
buitenaf met een ligatuur (chirurgisch) en van binnenuit via een in de aorta geplaatste katheter (coiling) gesloten worden. Volledig herstel is te verwachten bij een
succesvolle ingreep op jonge leeftijd. Honden met een
PDA dienen een negatief fokadvies te krijgen.
Pulmonalis stenose (PS) is een vernauwing van de uitstroombaan van het rechter ventrikel en/of de A. pulmonalis. Het is de derde meest voorkomende congenitale
hartafwijking bij de hond. Zelden geeft de aandoening
problemen op jonge leeftijd. Bij hartauscultatie wordt
meestal een luide rauwe hartruis op het klepgebied van
de pulmonalis gehoord. Een diagnose en een inschatting van de ernst van de aandoening kan met een hartecho vastgesteld worden. Pulmonalis-stenose kan, als
deze ernstig is, worden behandeld door dilatatie met
behulp van een, via een grote ader (vena femoralis) ingebrachte balloncatheter. Honden met een PS dienen
een negatief fokadvies te krijgen.
Een ventrikelseptumdefect (VSD) is een opening in het
ventrikelseptum waardoor bloed van het rechter naar
het linker ventrikel of omgekeerd kan stromen. VSD is
de meest voorkomende congenitale hartafwijking bij
kinderen en bij de kat. Vooral bij de Engelse Springer
spaniël komt deze aandoening frequent voor. Meestal
zijn er geen verschijnselen. Op de rechter thoraxwand
kan een fremitus gevoeld worden. Een buigeruis kan het
luidst gehoord worden op het gebied van de rechter AVkleppen (tricuspidalis). De diagnose wordt gesteld met
behulp van een echocardiogram. Kleine defecten kunnen spontaan kleiner worden, en de prognose van kleine
defecten is dan ook gunstig. Grote defecten hebben een
minder gunstige prognose. Ze kunnen eventueel worden behandeld met een operatie, maar dit wordt slechts
op enkele plaatsen in Europa uitgevoerd. Honden met
een VSD dienen een negatief fokadvies te krijgen.
De meeste hartruisen worden veroorzaakt door congenitale afwijkingen. Niet alle hartruisen worden gelukkig door een aangeboren hartafwijking veroorzaakt.
De bloedstroom in het hart kan bij sommige puppies
turbulent (wervelende karakter; de stroming loopt niet
Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2009
netjes gelaagd) worden doordat het slagvolume van
het hart bij pups over het algemeen groter is, in combinatie met het bloed wat bij pups normaal gesproken
wat dunner is (lager hematocriet). Als pups daarnaast
op de behandeltafel ook nog eens enthousiast of nerveus zijn, pompt het hart nog meer bloed rond, waardoor een “fysiologische” hartruis kan ontstaan. Deze
hartruisen zijn in de regel vrij zacht, en verdwijnen tijdends de groei (en behoeven dus geen behandeling).
Met behulp van een echocardiogram kan het onderscheid tussen een congenitale hartaandoening en een
fysiologische hartruis gemaakt worden.
Figuur 1. Schematische presentatie van de normale anatomie van
het hart. Zuurstofarm bloed (blauw) wordt vanuit het lichaam door
het rechter hart richting de longen gepompt. Zuurstofrijk bloed
(rood) wordt vanuit de longen door het linker hart richting het lichaam gepompt. 1 = rechter atrioventriculaire kleppen (tricuspidalis); 2 = Pulmonialis-kleppen; 3 = Aorta-kleppen; 4 = linker atrioventriculaire kleppen (mitralis).
PERSOONLIJKE ONT WIKKELING VOOR
PA R AV E T E R I N A I R E N
Pascale L. Fuchs
Veterinair Organisatiebureau Vitaux
Eemnes - Nederland
[email protected]
Het werken aan de persoonlijke ontwikkeling is heel gebruikelijk in het
‘gewone’ bedrijfsleven.
Tijd voor het veterinaire werkveld om
zich ook op dat gebied te ontwikkelen! Vitaux introduceerde daarom
in 2008 een Assistenten Academie,
een parapluorganisatie die verschei-
Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2009
dene workshops zal organiseren, met als hoofdthema
persoonlijk ontwikkeling en vitaliteitmanagement.
De inhoud van de workshops concentreert zich op
onderwerpen als persoonlijke efficiency, persoonlijk
presentatie en het welzijn van werknemers, dit laatste
begeleid door een arts die gespecialiseerd is in ARBO
en vitaliteit. Een imagoconsultant vertelt over een juiste
uitstraling door middel van kleuren en kledingstijlen.
Mensen die zich goed voelen stralen dat ook uit en dat
heeft invloed op je omgeving.1
Want de gedachte van de Assistenten Academie is dat
paraveterinairen die zich goed voelen, met meer vreugde zullen werken en meer aankunnen, zowel zakelijke
als in privé situaties.
Als uitgangspunt voor persoonlijke ontwikkeling wordt
vaak Abraham Maslow2 genoemd.
Maslow ontwikkelde al in de jaren ‘40-’50 de behoeftepiramide in Amerika, en deze theorie is vandaag de dag
nog steeds geldig in het kader van begrip krijgen voor
menselijke motivatie, management training en persoonlijke ontwikkeling. Maslow stelt dat elk levend wezen dezelfde behoeftes nastreeft en zegt dat mensen
als eerste stap (level) in de piramide, de eerste fysieke
basisbehoeften nodig hebben om zich veilig en gelukkig te voelen. Denk hierbij aan een plaats om te slapen
en genoeg voedsel. Wanneer er aan een behoefte is voldaan, schuift het individu op naar een volgend level. Als
er een level ontbreekt of wegvalt, zal men eerst weer
aan deze behoefte moeten voldoen voordat men weer
verder kan stijgen binnen de piramide.
De tweede behoefte is de zekerheid van een baan en
goede gezondheid. Liefde, behoefte aan vriendschap
en sociaal contact is het derde level van de piramide.
Als vierde level wordt zelfvertrouwen en waardering
genoemd. Weten dat je gewenst bent en gewaardeerd
wordt zorgt ervoor dat je je goed voelt. Als vijfde level
staat zelfontplooiing centraal. Het is belangrijk dat jezelf blijft ontwikkelen op het gebied van studie, kennis
en vaardigheden. Zo blijf je ook mentaal actief en hou je
voldoening bij alles wat je doet. In de loop der jaren zijn
er een paar andere levels bij gekomen. Er kwam besef
dat binnen zelfontplooiingen meerdere onderverdelingen te maken zijn. Deze onderverdelingen hebben met
elkaar te maken en lopen vloeiender in elkaar over dan
de onderliggende levels die duidelijke afbakeningen
hebben. Het zesde level staat voor het waarderen van
schoonheid en kunst, het zevende voor zelfverwerkelijking. Dat betekent dat je kan doen wat je roeping is,
leven vanuit je hart ofwel onafhankelijk zijn. Het achtste level is toegevoegd aan het einde van het leven van
Abraham Maslow, het transcedente level. In deze fase
krijgt de individu voldoening uit het anderen leren hoe
zijn zichzelf kunnen ontplooien. Hij wil anderen leren
en overstijgt hij als het ware zichzelf.
19
CHAPTER 2
Gezelschapsdieren: vrijdag 24 april
Download