Tweede bijeenkomst – 14 september 2004 Hoe groot is de ruimte? [email protected] [email protected] “De” School van Athene Schoolstrijd Friedrich Nietzsche 1844 - 1900 Apollo – Dionysos Apollinisch - Dionysisch Van microkosmos naar macrokosmos Met de nadruk op ‘kosmos’ Idealisering van de werkelijkheid Vertrouwen in wiskunde (geometrie) als toegang tot de fundamentele structuur van de werkelijkheid Het heelal is opgebouwd uit concentrische bollen (‘sferen’) ‘De fenomenen redden’ De Griekse astronomie: Astronomie van het blote oog Planeten versus vaste sterren Zij kent vijf – met het blote oog waarneembare – planeten: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus Wereld op menselijke schaal (menselijke maat) Opmerkelijke correcte schatting van omvang van de aarde en van omvang en afstand van de maan Ernstige onderschatting van de afstand van de vaste sterren Zon Maan Mercurius Venus Mars Jupiter Saturnus Aristoteles 384-322 Ordening in disciplines (logica, fysica, metafysica, ethica, politica logica, esthetica Causaliteit en teleologie De werkelijkheid streeft naar perfectie (inherente tendens naar orde) Cirkelbeweging – natuurlijke plaats Mechanica - beweging: interne oorzaak (val en worp) Meer belangstelling voor empirie dan Plato Fysica – netwerk van concepten; geen wiskunde; denkexperimenten Omtrek van de aarde: 65.000 kilometer Oneindigheid is een mathematisch begrip, geen fysische realiteit, Een louter negatief, slechts in ons denken aanwezig begrip Geocentrisch wereldbeeld: Ptolemaios (Alexandrië, 100 - 178 na Chr.) Eratosthenes, c. 276-195 B.C. Omtrek aarde 40.000 km Afstand aarde – maan: ± 60 maal de omtrek van de aarde Heliocentrisme 270 voor Christus Aristarchos van Samos (310 - 230 v. Chr ) Parallax 14e eeuw: Nicolaas Cusanus Het begrip “oneindig” In de werkelijkheid is geometrische perfectie onbereikbaar Gedachtenexperimenten Copernicus 1543 De revolutionibus orbium caelestium Johannes Kepler (1571 - 1630) Johannes Kepler (1571 - 1630) Mysterium Cosmographicum (1596) 6 planeten (5 + 1) 5 regelmatige veelvlakken Horror infini – angst voor het oneindige Oneindigheidsfobie Horror vacui – angst voor de lege ruimte, voor het niets 1623 - 1662 Pascal: "Le silence éternel de ces espaces infinis m’effraie“ (‘De eeuwige stilte van die oneindige ruimte beangstigt mij’) “Copernicaanse revolutie” Versie 1. Kant: Subject en object “Copernicaanse revolutie” Versie 2. Freud: narcistische krenking Kant - 500 - 400 - 300 - 200 - 100 - 100 - 200 - 300 - 400 - 500 - 600 - 700 - 800 - 900 - 1100 - 1200 - 1300 - 1400 - 1500 - 1600 - 1700 - 1800 - 1900 Het Griekse denken: Meetkunde: lichamen Rekenkunde: gehele natuurlijke getallen Fysica: Statica (Natuurkunde zonder tijdsdimensie) Het magische denken: Alchemie; Astronomie; Astrologie De koepel: Pantheon Het faustische denken: Het experiment; Het begrip van het oneindige; het begrip kracht De gotische kathedraal Naar aanleiding van ‘Empedoklets” De basale intuïtie is adequaat: Van deelbare (alledaagse, macroscopische) objecten naar (onzichtbaar) kleine, ondeelbare deeltjes (‘atomen’) Reductie van veelheid, verscheidenheid, complexiteit etc. tot eenvoud Aggregatietoestanden: vaste stof, vloeistof, gas (, vuur) Vuur = energie Epistémè (wetenschapper) versus doxa (praktische ervaringskennis) Kennisvorm en maatschappelijke klasse Afstand tussen wetenschappelijke concepten en alledaagse ervaring was gering