Nucleofiele substitutiereactie SN : nitrering van cellulose tot cellulosenitraat = schietkatoen 1. INLEIDING EN SITUERING IN LEERPLANNEN Schietkatoen, cellulosenitraat, is een genitreerd polysacharide en zoals vele nitraten zeer explosief. Het kan gemakkelijk in de klas gemaakt worden door nitrering van eenvoudige watten, waarbij de alcoholfuncties van het polysacharide vervangen worden door nitraatgroepen in een nucleofiele substitutiereactie. Het ontbrandt zeer snel met een felle geeloranje vlam, zonder vrijgave van rook. LEERPLANDOELSTELLINGEN CHEMIE TWEEDE EERSTE JAAR VVKSO GRAAD -- ASO LEERINHOUDEN Leerplan B 26 Voorbeelden uit het dagelijkse leven kunnen geven waarbij chemische energie wordt opgenomen (endo-energetische reactie) of afgegeven (exo-energetische reactie) onder de vorm van warmte, licht of elektriciteit (C23) Chemische reacties als processen waarbij energie wordt uitgewisseld Verbranding van schietkatoen 27 Van gegeven en herkenbare voorbeelden van chemische processen uit het dagelijkse leven de energieomzetting identificeren en als endo- of exoenergetische reactie onderscheiden (SET10) CHEMIE DERDE GRAAD - -ASO TWEEDE JAAR VVKSO De leerlingen kunnen: 57 redoxreacties met verbindingen opstellen Reactiesoorten binaire en ternaire Redoxreacties Verbranding van schietkatoen 61 Voorbeelden van redoxprocessen in het dagelijkse leven geven en bespreken (W15-W16W17-W18). 62 in een gegeven chemische reactie tussen koolstofverbindingen, voorgesteld volgens een eenvoudig model, het reactietype identificeren als een substitutie, …… 63 reactiesoorten herkennen naar : aard van het aanvallend reagensdeeltje (SET24) BIOLOGIE DERDE GRAAD - -ASO EERSTE JAAR VVKSO Chemische samenstelling van organismen 8 De bouw van sachariden, …, schematisch weergeven en …… KULeuven SLO Chemie P. Degreef Reacties tussen koolstofverbindingen Nucleofiele substitutie Inzien dat “watten”, het polysacharide cellulose, een natuurproduct is, afkomstig van de katoenplant. Cellulose is ook een bouwsteen van de celwand van plantaardige cellen. Bouwstenen voor actueel chemieonderwijs 2008 Schietkatoen 1 2. MODUS OPERANDI 2.1 Nodig materiaal - watten gec. HNO3 gec. H2SO4 beker 250 ml roerstaaf trechter pincet indicatorpapier (bvb. blauw lakmoes of universeel indicatorpapier) lucifers Verbinding watten gec. H2SO4 Gevaarsymbool / R-zinnen / 35 C+ gec. HNO3 C schietkatoen F+ S-zinnen / 26-30-45 ,O 8, 35 1/2, 23, 26, 36, 45 ,E 1, 3, 11 16, 33, 35, 37, 39 2.2 Uitvoering 1. Bereiding van cellulosenitraat Dompel gedurende 15 minuten een prop van ongeveer 2 gram watten met een roerstaaf onder in een beker met een mengsel van 20 ml gec. salpeterzuur HNO3 en 40 ml gec. zwavelzuur H2SO4 .Het zwavelzuur onttrekt het water bij de reactie. Haal met een pincet de prop uit de beker en breng hem in een voldoende grote trechter. Spoel gedurende 5 minuten in stromend water onder de kraan tot het zuur verdwenen is (onderzoeken met indicatorpapier). Pers de prop uit en laat gedurende 24 uur drogen op filtreerpapier. Globale reactievergelijking: (C6H1005)n + n HONO2 cellulose (C6H904ONO2)n + n H2O schietkatoen Noot: slechts 1 OH-groep per eenheid is gesubstitueerd door een –ONO2 groep in de bovenstaande globale reactievergelijking Reactiemechanisme van de nucleofiele substitutiereactie: zie p. 3 KULeuven SLO Chemie P. Degreef Bouwstenen voor actueel chemieonderwijs 2008 Schietkatoen 2 Nucleofiele substitutiereactie SN : nitrering van cellulose tot cellulosenitraat = schietkatoen 6 CH2OH C H 5 H 4 O C O 3 3 O C 1 4 C C OH H C C2 5C H OH 6 CH2OH H H 4 C O O H OH H 3C 3 O C 1 4 C H H C2 H OH H C H 4 C C H H OH O 3 H C C2 H OH H 3 CH2 ONO2 5 C H H 4 C O 3 C2 5C H OH 6 CH2OH O C1 4 C H H H 4 1 C O C H C 1 4 C H 5C H ONO2 6 H H H 4 C1 C O CH2 C H H OH H C OH H H H H ONO2 O ONO2 H OH 3 O C1 4 C H OH H C H H C ONO2 O H H OH H 6 CH2OH ONO2 ONO2 H 4 C1 O O ONO2 H ONO2 C ONO2 C H 5 C H O ONO2 H C C2 5C H ONO2 6 CH2 3 3 O C1 H 4 C H P. Degreef Bouwstenen voor actueel chemieonderwijs 2008 2 H C1 H O ONO2 + H20 KULeuven SLO Chemie O ONO2 CH2 ONO2 C H H 6 H 2 C1 H 5C 2 O ONO2 O H H H H ONO2 2 C1 C2 3 H H C H 4 1 H CH2OH 5 C H C2 ONO2 ONO2 2 C C C C ONO2 C C 3 O ONO2 ONO2 H H H OH ONO2 H ONO2 ONO2 6 CH2OH 6 O O OH H OH H H ONO2 C O 5 3 O C1 H H OH H H H 3 2 C H H O H OH 6 CH2OH O 4 C1 5C C ONO2 6 C ONO2 O H C2 H ONO2 H 6 CH2OH H CH2OH OH C ONO2 5 5 C C H H CH2OH 6 2 H OH H H ONO2 O 5C C OH 3 O ONO2 H OH C ONO2 6 3 OH O C O O H ONO2 H 4 H C H ONO2 H CH2OH C H H H ONO2 5 CH2OH 5 C1 H 6 2 C OH H 6 OH H Schietkatoen 3 O 2. Verbranding van cellulose en cellulosenitraat Neem een propje watten met een pincet en steek het in brand: het brandt behoorlijk met toch hele wat verkoling. Neem een propje schietkatoen met een pincet en breng het in de buurt van een brandende lucifer: het ontvlamt zeer snel met een felle geeloranje steekvlam. Het is een springstof. Men zou eventueel (!) een klein beetje schietkatoen in een uitgestrekte hand bij ene brandende lucifer kunnen brengen: het ontbrandt zo snel dat de vrijgekomen warmte amper doordringt tot de huid en men niets gewaar wordt …….. 3. Maken van een film van cellulosenitraat Verbinding diëthylether Gevaarsymbool F+ , Xi R-zinnen 12 19 22 66 67 S-zinnen 9, 16, 29, 33 ethanol F , Xi 11 S9, S16, S33, S51 schietkatoen F+ ,E 1, 3, 11 16, 33, 35, 37, 39 Breng een propje schietkatoen in een oplossing van 4 ml diëthylether en 2 ml ethanol. Roer gedurende 10’ met een roerstaaf. Een groot gedeelte schietkatoen lost op (collodion). Giet de oplossing uit op een glasplaat. Na verdampen van het oplosmiddel kan met een pincet een doorzichtige elastische film met een pincet van de glasplaat worden afgehaald … . Cellulosenitraat werd vroeger gebruikt voor het vervaardigen van film. Veel fabrieken werden echter vernietigd door ontploffing van cellulosenitraat …. 3. EXTRA INFORMATIE 3.1 Uit Wikipedia … Schietkatoen, nitrocellulose of cellulosenitraat is cellulose die door behandeling met een mengsel van geconcentreerd salpeterzuur en geconcentreerd zwavelzuur (nitreerzuur) op een groot aantal plaatsen een nitraat-groep (ONO2-groep) draagt, waardoor de stof brandbaar tot explosief wordt. De eigenschappen van het product hangen af van deze nitreringsgraad. Zo is bijvoorbeeld de explosieve kracht van optimaal genitreerde schietkatoen ongeveer viermaal groter dan die van zwart buskruit. Het wordt in samenstellingen met andere middelen zoals nitroglycerine gebruikt in munitie als rookloos kruit, ook wel cordiet genaamd. De stof is gevoelig voor warmte en vuur maar niet erg voor stoot of wrijving. de naam nitrocellulose is eigenlijk fout want het draagt de nitraat-groep en niet de nitro-groep, cellulosenitraat is dus beter gepast. Vorming van cellulosenitraat KULeuven SLO Chemie P. Degreef Bouwstenen voor actueel chemieonderwijs 2008 Schietkatoen 4 Minder sterk genitreerde cellulose kan worden opgelost in een mengsel van alcohol ether en kamfer; de resulterende stroperige vloeistof heet collodium. Na verdamping van dit oplosmiddel ontstaat celluloid, een kunststof waar vroeger o.a. tafeltennisballen en filmmateriaal van werden gemaakt. Het vindt weinig toepassing meer i.v.m. de extreme brandbaarheid; ook zijn celluloid films niet erg chemisch stabiel, zodat vele oude filmcollecties door veroudering met vernietiging worden bedreigd. 3.2 Uit een andere Internetbron … In 1845 ontdekten Schönbein en Böttger geheel onafhankelijk van elkaar dat bij het nitreren van katoen een hele reeks van stoffen ontstaan die alle nitrocellulose (of juister: cellulosenitraat) worden genoemd. Zij hebben allemaal met elkaar gemeen dat zij bij ontsteking explosief verbranden. De katoenvezel bestaat nagenoeg geheel uit zuivere cellulose, een normaal brandbare stof. Een nitrogroep bevat 30% stikstof en 70% zuurstof. Hoe meer nitrogroepen in de cellulose worden ingebracht hoe meer zuurstof de ontstane cellulosenitraat bevat. cellulosenitraat is explosiever naarmate het gehalte aan nitrogroepen hoger is, of anders gezegd, naarmate het stikstofgehalte hoger is. Schietkatoen bevat 12.5% tot 13.5% stikstof en kan beschouwd worden als een mengsel van cellulosedinitraat en cellulosetrinitraat. Collodium bevat tussen 11,0 en 12,5 % stikstof; het vroeger veel gebruikte celluloid bevat tussen 9,0 en 11,0 % stikstof. De uitvinders onderkenden spoedig de militaire mogelijkheden van hun product en samen werkten zij aan de ontwikkeling van een daarvoor geschikt type cellulosenitraat dat zij schietkatoen noemden. Na 1860 werd het klassieke buskruit op grote schaal vervangen door schietkatoen dat van nature relatief langzaam brandt en daardoor goed als voortdrijvende lading of propellant bruikbaar is. Schietkatoen produceert praktisch alleen gasvormige producten, zodat weinig rook wordt geproduceerd vandaar de naam rookzwak buskruit. De basisgrondstof is nog steeds katoen dat in hoofdzaak bestaat uit zuivere cellulose, maar ook houtpulp wordt veel gebruikt. Nog een klein stukje theorie: We nemen aan dat de chemische formule van schietkatoen bij benadering beschreven kan worden als [C6H7O2(ONO2)3]2. Voor het verloop van de deflagratie of explosieve verbranding van schietkatoen schrijven wij de volgende reactie vergelijking: [C6H7O2(ONO2)3]2 4 CO2 ↑ + 8 CO ↑+ 6 H2O ↑ + H2 ↑ + 3 N2 ↑ Alle reactieproducten zijn gasvormig - hier aangegeven met ↑ - waarvan er twee brandbare gassen zijn, namelijk waterstof H2 en koolmonoxide CO. De andere gassen koolstofdioxide CO2, water H2O en stikstof N2 - zijn niet brandbaar. Door de hoge temperatuur van de twee brandbare gassen ontvlammen zij zodra zij de loop van het kanon verlaten en met luchtzuurstof in aanraking komen. Zo dragen zij bij aan het mondingsvuur van het kanonvuur, dat vooral ‘s nachts op veel grotere afstand zichtbaar is dan het gebulder van het geschut kan worden gehoord. N.B. Omdat alle reactieproducten gasvormig zijn, zou schietkatoen bij afwezigheid van vaste deeltjes al geheel rookvrij zijn..... Wanneer schietkatoen meer zuurstof zou bevatten zouden er minder brandbare gassen ontstaan en ook zou de reactiewarmte groter zijn vanwege de meer volledige verbranding van koolstof en waterstof. Het resultaat zou zijn een hogere temperatuur van de gassen en mede daardoor zou de kracht van de explosie groter zijn. KULeuven SLO Chemie P. Degreef Bouwstenen voor actueel chemieonderwijs 2008 Schietkatoen 5 Die extra benodigde hoeveelheid zuurstof zou in het mengsel kunnen worden gebracht door toevoeging van een springstof die een grotere hoeveelheid zuurstof heeft ingebouwd dan nodig is voor de complete verbranding (men spreekt hierbij dan van een 'positieve zuurstofbalans'). Nitroglycerine is zo'n springstof en explodeert ongeveer volgens de volgende reactie vergelijking: 4 C3H5(NO3)3 12 CO2 ↑ + 10 H2O ↑ + 6 N2 ↑ + O2 ↑ De overmaat zuurstof O2 kan gebruikt worden om het tekort aan zuurstof van schietkatoen te compenseren en het koolstofmonoxide CO en het waterstof H 2 volledig tot koolstofdioxide CO2 en water H2O te verbranden. Ter illustratie: in 1888 ontwikkelde Alfred Nobel een rookzwak buskruit dat hij Ballistiet noemde. Dit was een gegelatineerd mengsel van nitroglycerine en rookzwak buskruit. Zo’n combinatie-springstof wordt een double base kruit genoemd in tegenstelling tot een kruit dat alleen cellulosenitraat bevat en dan ook een single base kruit wordt genoemd. De voordelen van de double base kruit zijn: - hogere energie - gelijkmatiger ballistische eigenschappen - vermindering van het mondingsvuur De nadelen van de double base kruit zijn: - iets gevaarlijker tijdens de fabricage - iets meer erosie in de loop van het vuurwapen N.B. Erosie is het wegslijten van het metaal aan de binnenzijde van de loop door het voorbij komen van de hete gassen. 4. BRONNEN VANDONINCK, W. & VAN MECHELEN, C. (1977). Scheikunde voor het vrij middelbaar onderwijs – deel IV. Lier: Van In. http://nl.wikipedia.org/wiki/Schietkatoen http://www.wereldoorlog1418.nl/vuurkracht/02springstoffen.html KULeuven SLO Chemie P. Degreef Bouwstenen voor actueel chemieonderwijs 2008 Schietkatoen 6