Liedjes die je niet vergeet

advertisement
Liedjes die je niet vergeet
Sinds mensenheugenis ver”woorden” (uiten) wij wat er in ons hart leeft met muziek. Andere
expressievormen zoals het gesproken woord, boeken of schilderijen trouwens niet te na
gesproken. Maar ik wil me deze wandeling beperken tot niet-kerkelijke uitingen en dan
daarvan die, welke je niet zozeer als een soort alom tegenwoordig vlak behang hoort op een
popzender of in de wachtkamer van de tandarts, maar waar je je oren bij spitst en die je later
het liefst wilt navertellen. Liedjes waarvan op de een of andere manier iets bij je blijft haken.
Soms is het niet zo eenvoudig om nou precies onder woorden te brengen, waarom een lied je
aanspreekt of roert maar het gebeurt ook wel dat je je dat wèl heel erg bewust bent. Een
voorbeeld: tijdens de wereldtournee die de nu 74-jarige Canadese singer/songwriter Leonard
Cohen in 2008/2009 gehouden heeft, heb ik zijn concert van zaterdagavond 12 juli 2008 in
het Westerpark in Amsterdam bijgewoond. Waarom gaat een mens naar zoiets toe ? Tja, hij
heeft eigenlijk altijd iets te vertellen en doet zo goed als geen concessies aan de wetten van de
pop-wereld. Maar zeker ook, denk ik: hij is Jood en dat spat aan alle kanten van zijn teksten
af, veel meer dan bij Paul Simon bijvoorbeeld, bij Neil Diamond, bij Bob Dylan of Barbra
Streisand. Zijn liedjes zijn doorspekt met bijbelse (vooral oudtestamentische) motieven en
verhalen. Welaan, dat openluchtconcert voor zo’n achttienduizend ouderen en jongeren had al
zo’n kleine twee uur geduurd en in de opbouw van het repertoire leek het wel alsof Cohen een
weg zocht om het optreden af te sluiten. O zeker, heel geraffineerd en tijdens de hele
wereldtournee werd precies hetzelfde repertoire in precies dezelfde volgorde met precies
dezelfde emotie gebracht. Maar toen na het laatste liedje “I wanted to leave you” alle
instrumenten voorzichtig werden neergelegd en de muzikanten met de armen op elkaars
schouders in de frontspot traden en a capella ons de woorden toezongen van Ruth tegen haar
schoonmoeder Naomi (toen deze haar vroeg terug te keren naar haar land Moab om daar
kinderen te krijgen en een nieuw leven te hebben) “ whither thou goest, I will go, wherever
thou lodgest, I will lodge, thy people shall be my people,” trof me dat toch als een mokerslag
in de maag en was ik de rest van het concert gewoon even kwijt. Je hoort tegenwoordig toch
nauwelijks rechtstreekse bijbelcitaten op concertpodia? Ja, Stef Bos doet dat inmiddels ook.
Het liedje van vandaag, dat geactiveerd wordt door de knop boven deze column, heeft een
heel bijzondere geschiedenis.
Tot het midden van de jaren 70 van de 20e eeuw ging het eens zo welvarende Portugal gebukt
onder de dictatuur van Antonio de Oliveira Salazar, later opgevolgd door Marcello Caetano.
In de koloniën werden zinloze en peperdure oorlogen gevoerd, die al lang niet meer door de
bevolking werden gedragen. Internationaal stond Portugal alleen, het land verkeerde in
armoede en critici, intellectuelen en kunstenaars namen hoe langer hoe meer de wijk naar het
buitenland.
Tot opluchting van heel meelevend West-Europa voltrok zich op 25 april 1974 een vreedzame
revolutie, geleid vanuit het leger. Symbool van die geweldloosheid is geworden de rode anjer
in de loop van het geweer van elke soldaat.
Binnen de tevoren geïnformeerde legeronderdelen (die geweldloos de radiozenders onder
controle hadden gekregen) was het teken om in aktie te komen: wanneer het verbannen en
verboden lied Grândola, Vila Morena van de progressief Afonso Zeca in heel Portugal uit de
luidsprekers zou klinken. En om 00.20 uur was het zover. De Revolução dos Cravos was
begonnen, de Anjerrevolutie was een feit.
Maar niet de oorspronkelijke Grândola-versie van Zeca, met het aanzwellend geluid van
marcherende soldatenlaarzen en –gezang is het waarvoor ik uw aandacht vraag.
Eén van de min of meer vrijwillige ballingen van het Salazar-regime was de naar Frankrijk
uitgeweken toen piepjonge fado-zangeres Linda de Suza. Talentvol als zij was, heeft zij een
carrière als chansonnière ontwikkeld die haar tot ver over de grenzen van Frankrijk en in haar
vaderland geliefd maakte (éénmaal heb ik haar in Nederland op TV gezien, als gast bij Ted de
Braak, een quizmaster uit de jaren zeventig, met het liedje “une fille de tous les pays”). In al
haar liedjes klinkt onmiskenbaar het verlangen naar Portugal door en haar repertoire is voor
de helft in het Frans en voor de helft in het Portugees maar zelfs de Franstalige liedjes gaan
altijd over thuis, over haar dorp, over haar land, over haar vrienden van vroeger.
Maar diep treffend vond ik in het bijgevoegde liedje de overduidelijke en blijde waardering
door die honderden aanwezigen in het Olympia-theater in Parijs, laat 1983, bij het
openingsnummer van een concert van deze Linda de Suza, in wat toch niet de eerste de beste
muziektempel is. Men herkende met een ovatie de Anjerrevolutie, de start van de
ontworsteling uit het dictatoriaat dat de Portugezen een generatie lang in de ban had
gehouden.
Kippenvel.
Jan Wandelaar
Download