Informatiebrief Tuberculose Wat is tuberculose? Tuberculose, ook wel tbc genoemd, is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de tuberkelbacterie (tbc-bacterie). Een infectie met deze bacterie kan ernstige ontstekingen veroorzaken. Tuberculose kan overal in het lichaam voorkomen maar de meest voorkomende vorm is longtuberculose. Longtuberculose kan besmettelijk zijn. Als een tbc-patiënt niet of niet goed wordt behandeld kan de ziekte dodelijk zijn. Tuberculose komt regelmatig voor in Nederland. Jaarlijks zijn er in Nederland ongeveer 1100 nieuwe patiënten. Wereldwijd krijgen jaarlijks ongeveer 9 miljoen mensen tuberculose. Elke 18 seconden overlijdt er ergens ter wereld iemand aan deze ziekte. Wat zijn de ziekteverschijnselen van tuberculose? Iemand kan geïnfecteerd zijn met de tuberkelbacterie zonder dat hij daar iets van merkt. Ongeveer één op de 10 mensen die geïnfecteerd raken wordt ook daadwerkelijk ziek. Als mensen ziek worden kunnen de volgende klachten optreden: langdurig hoesten, vermagering, vermoeidheid, koorts, nachtzweten, gebrek aan eetlust en soms het ophoesten van bloed. Iemand met deze klachten moet zich zo snel mogelijk melden bij zijn huisarts of de afdeling tbc-bestrijding van de GGD. In het beginstadium hebben mensen echter vaak nog geen klachten. Tuberculose kan naast de longen ook elders in het lichaam voorkomen (bijvoorbeeld klier- of bottuberculose). In dat geval kunnen ook andere klachten optreden. Hoe kun je tuberculose krijgen en hoe kun je anderen besmetten? De tuberculosebacterie verspreidt zich door de lucht. Wanneer een patiënt met besmettelijke longtuberculose hoest en niest, kunnen de bacteriën uit de longen vrijkomen. Als een ander deze bacteriën inademt, kan hij/zij worden besmet. Tuberculose wordt niet overgebracht door het aanraken van de patiënten. Besmetting kan ook niet optreden door het gebruik van huishoudelijke voorwerpen. Meestal zijn mensen twee a drie weken na de start van de medicijnkuur niet meer besmettelijk. Tuberculose buiten de longen is onder normale omstandigheden niet besmettelijk. Wie kan tuberculose krijgen en wie loopt extra risico? Het risico op tuberculose is afhankelijk van enerzijds de kans om geïnfecteerd te raken (blootstelling) en anderzijds de persoonlijke weerstand tegen het ontwikkelen van ziekte. Personen die vaak en langdurig de ademruimte delen met een persoon met besmettelijke tuberculose, zoals gezinsleden, lopen de GGD Zeeland - Westwal 37, Postbus 345, 4460 AS Goes - T: (0113) 249400 , F: (0113) 249449, I: www.ggdzeeland.nl grootste kans op infectie. Maar lang niet iedereen die in contact is gekomen met de tbc-bacterie krijgt tuberculose. Vaak zijn er voldoende afweerstoffen in het lichaam om te voorkomen dat iemand geïnfecteerd raakt en ziekte ontwikkelt. Mensen die geïnfecteerd zijn hebben 10% kans om tuberculose te ontwikkelen, deze kans is het grootst in de eerste 2 jaar na besmetting. Iemand die geïnfecteerd is maar niet ziek, kan geen anderen infecteren. Door preventieve medicijnen te slikken (meestal door middel van een kuur van 3 tot 6 maanden), vermindert de kans op ziekte. Mensen met een slechte weerstand bijvoorbeeld hivgeïnfecteerden en mensen met reuma of diabetes of personen die behandeld worden met afweerverlagende medicatie, ontwikkelen de ziekte sneller. In andere delen van de wereld komt tuberculose veel vaker voor. Daarom is het van belang dat reizigers die naar deze gebieden gaan (vooral Afrika, Azië, Oost-Europa en Midden- en Zuid-Amerika) voor hun reis informatie inwinnen bij de afdeling tbc-bestrijding van de GGD of er met het oog op tuberculose nog extra maatregelen nodig zijn. Hoe kan tuberculose worden voorkomen? Het is belangrijk dat mensen met besmettelijke tuberculose zo snel mogelijk worden opgespoord en behandeld. Goede hoesthygiëne is heel belangrijk. Familie en vrienden die al regelmatig contact hadden met een patiënt voordat tuberculose werd vastgesteld kunnen gewoon blijven omgaan met een besmettelijke tbc-patiënt. Het is wel belangrijk dat de patiënt een goede hoesthygiëne in acht neemt. Dat betekent een zakdoek voor de mond en het hoofd afwenden bij niezen of hoesten. In sommige situaties is het dragen van een mond-neusmasker zinvol, bijvoorbeeld bij contact met familie en vrienden waarmee weinig of geen contact is geweest. Er is een tuberculosevaccin. Dit vaccin heet BCG. Deze vaccinatie voorkomt niet dat iemand tuberculose krijgt maar voorkomt wel de mogelijk ernstige gevolgen van tuberculose, zoals hersenvliesontsteking. De vaccinatie wordt in Nederland niet standaard gegeven omdat tuberculose in Nederland weinig voorkomt. BCG-vaccin wordt in Nederland gegeven aan bepaalde risicogroepen (kinderen van immigranten uit landen waar tuberculose nog veel voorkomt en mensen die voor langere tijd in deze landen gaan werken/wonen). In landen waar tuberculose nog veel voorkomt of waar tuberculose nog niet goed kan worden behandeld, wordt wel gevaccineerd. ·2· Is tuberculose te behandelen? Ja, tuberculose is over het algemeen goed te behandelen met de medicijnen die tegenwoordig beschikbaar zijn. Een medicijnenkuur is lang en intensief: een patiënt moet tenminste 6 maanden lang elke dag verschillende medicijnen slikken. Hierbij wordt hij/zij begeleid door een sociaal verpleegkundige van de afdeling tbc-bestrijding van de GGD. De laatste jaren komen er ook vormen van tuberculose voor die ongevoelig zijn voor de meest gebruikte medicatie (we spreken dan over multiresistente tuberculose). Deze vormen van tuberculose zijn veel lastiger te behandelen. De behandeling duurt dan ook vele malen langer en gebeurt met meer en zwaardere medicijnen. Kan iemand met tuberculose naar kindercentrum, school of werk? Iemand met besmettelijke tuberculose mag niet naar werk, school of kindercentrum totdat na onderzoek blijkt dat de besmettelijke periode voorbij is. De meeste patiënten kunnen tijdens de medicijnenkuur wel aan het werk gaan of naar school of kindercentrum. Dit gebeurt in overleg met de GGD en/of de arbodienst. Wat doet de GGD? Als bij iemand tuberculose is vastgesteld wordt de GGD ingeschakeld. De afdeling tbc-bestrijding behandelt en begeleidt mensen met tuberculose. Ook worden door de afdeling tbc-bestrijding mensen uit de omgeving van de tbc-patiënt onderzocht om na te gaan of ze geïnfecteerd of ziek zijn. Bij de meeste mensen wordt hiervoor een tuberculinehuidtest (Mantouxtest) gedaan, zo nodig gevolgd door een bloedtest. Bij personen bij wie geen tuberculinehuidtest of bloedtest kan worden gedaan, wordt meestal een foto van de longen gemaakt. Soms is het nodig dat meerdere onderzoeken worden gedaan. Nog vragen? Mocht u nog vragen hebben over dit onderwerp, dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de GGD Zeeland, Team Infectieziektebestrijding. Het telefoonnummer is: 0113-249456. U kunt ons ook per email bereiken: [email protected]. Uitgave GGD Zeeland Maart 2016 ·3·