ICT – Onderzoek 2014 Stephan Hoeksema Voorwoord In samenwerking met een hoop BVE studenten is dit onderzoek over het gebruik van ICT in het MBO door heel Nederland uitgevoerd. Dit onderzoek zal een inzicht geven in hoeverre docenten en ROC organisaties gebruik maken en onderzoekend bezig zijn in de wereld van de ICT. Er word gekeken naar het gebruik van ICT door zowel leraren als het toepassen van ICT door leraren. Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 Inhoudsopgave .......................................................................................... Error! Bookmark not defined. Samenvatting........................................................................................................................................... 4 Inleiding ................................................................................................................................................... 5 Achtergrond............................................................................................................................................. 5 Opzet van het onderzoek /onderzoeksmethode .................................................................................... 6 Onderzoeksgroep/Respondenten ....................................................................................................... 6 Analyse ................................................................................................................................................ 6 Resultaten ............................................................................................................................................... 8 Jos van Tuil .......................................................................................................................................... 8 Pim Zijlstra ......................................................................................................................................... 12 Rene ter Maat.................................................................................................................................... 18 Wim Teunissen .................................................................................................................................. 25 ICT – Coördinator .............................................................................................................................. 33 Conclusies .............................................................................................................................................. 35 Aanbevelingen ....................................................................................................................................... 36 Bijlagen .................................................................................................................................................. 37 Samenvatting Door het uitvoeren van dit ICT onderzoek, heb ik een heel ander beeld gekregen over hoever eigenlijk het gebruik en de toepassing van ICT binnen het MBO is. Door de verschillende interviews en de verschillende antwoorden en daar mee de kijk op ICT zaken, kwamen er duidelijk een aantal zaken elke keer naar voren. Ook waren er zaken die bij verschillende leraren op een heel andere manier beoordeeld werden. Daarnaast heeft de kijk van de ICT coördinator, en hiermee ook het CvB, een heel andere kijk gegeven op het gebruik van ICT en de (het gemis van) samenwerking. Mijn onderzoek geeft naar mijn mening een duidelijk beeld over de kennis en gebruik van ICT op de opleiding ICT. Daarnaast heb ik in de wandelgangen geprobeerd duidelijk te krijgen hoe bij andere opleidingen ICT gebruikt wordt en ik denk dat door het ontbreken van kennis bij deze leraren. Het gebruik van ICT voor lessen veel minder is. Inleiding Op basis van een opgestelde vragenlijst hebben wij een onderzoek uitgevoerd met als doel het gebruik van ICT in het MBO naar voren te halen. Hierin komt voornamelijk naar voren hoe het wordt toegepast en of er gebruik word gemaakt van ICT. Hierbij kan er aan verschillende vormen van ICT gedacht worden niet alleen het presenteren van lessen met behulp van een beamer en een laptop, maar ook het ondersteunende gedeelte van een les moet op gelet worden. Ik denk dat het belangrijk is dat er ook word gekeken weten docenten hoe ze ICT voor hun les/klas kunnen (mis)gebruiken. Het was erg leuk en interessant om te zien dat de docenten binnen het ICT spectrum aardig weten wat en hoe ze ICT kunnen gebruiken alleen zijn er een aantal zaken die bij elke docent naar voren komen die heel bepalend zijn voor het gebruik van ICT tijdens of voor hun lessen. Achtergrond Dit onderzoek heb ik gedaan bij Landstede Harderwijk opleiding ICT beheer/AO(Applicatie Ontwikkeling) Landstede heeft in totaal 10941 leerlingen de. Opleiding ICT telt 251 leerlingen. Het onderzoek heeft voornamelijk met leraren te maken gehad die niveau 3 en 4 klassen hebben. Het grootste verschil in dit onderzoek kan terug gevonden worden in de verschillende opleidingen ICT beheer/AO. Dit zijn voornamelijk praktijk lessen. Ik heb specifiek ook een les genomen, rekenen binnen de ICT afdeling om te zien of hier ook ICT gebruikt word tijdens de lessen. Opzet van het onderzoek /onderzoeksmethode Onderzoeksgroep/Respondenten Dit waren ICT collega’s van Landstede Harderwijk. Onder de verschillende docenten met verschillende vakken m.b.t. ICT zowel infrastructuur als applicatie ontwikkeling, Heb ik dit onderzoek gedaan. Pim Zijlstra – Docent applicatie ontwikkeling Jos van Tuil – Docent Netwerken Rene ter Maat – Docent BPV Wim Teunissen – Docent Besturingssystemen/Rekenen Edwin Dekkers – ICT Coördinator Analyse Door middel van het bijwonen van lessen en de vragenlijsten heb ik een oordeel kunnen vormen hoe de lessen worden gegeven en hoe ICT ingezet werd. Bij Pim Zijlstra – Les OOP/PHP. Hier werd voornamelijk gebruik gemaakt van een laptop en beamer en het internet. De les bestond uit het uitleg geven van het gebruik van functie van PHP binnen een HTML pagina en hoe deze het gedrag van een pagina kunnen beïnvloeden. Na de uitleg van Pim zijn de leerlingen druk verder gegaan met hun laptop om de net verworven kennis toe te passen. Hier werd veelvuldig gebruik gemaakt van het internet om de juiste toepassing te vinden waarvan zij vonden die de juiste functionaliteit had voor hun toepassing op hun eigen website. Pim liep regelmatig langs om te kijken waar de ‘uitdaging’ naar voren kwamen en hij liet hierbij de leerlingen zelf naar een oplossing zoeken die hun verder zou helpen. Er zijn twee momenten geweest waar Pim nog een extra uitleg gaf over hoe een bepaalde structuur van het gebruik een functie belangrijk is. Jos van Tuil – Les installatie Windows Server 2012. Na een korte presentatie met behulp van een PowerPoint. Werden de leerlingen door Jos aan het werk gezet. Deze leerlingen maken wat meer gebruik van de hard ware van ICT en deze was aanwezig per twee tal werd een server gecreëerd. Door de fanatieke houding van de leerlingen en het feit dat ze het snel willen doen. Kwamen al heel snel de problemen die zich voor gaan doen met zo’n installatie naar voren. De kennis van de leraar en de handigheid om de leerlingen te helpen is hier erg van belang. Bij hun proeve van bekwaamheid moeten ze dit alleen kunnen. Dan zijn er verschillende kennis gebieden en handigheden op voorraad om bepaalde problemen te kunnen oplossen en zelfs te voorkomen. Dit zijn eerste jaar leerlingen die voor het eerst hiermee in aanraking komen en werden door Jos dan weer vaak op een juist spoor gezet. Hier is het echt van belang dat wanneer je dit soort lessen geeft de docent van een sterke achtergrond bezit waar over het onderwerp gaat. Dit gaat niet alleen om het installeren van een Server maar ook om het gebruik van de verschillende protocollen en dergelijk die nog niet tot de kennis van de leerlingen behoort. Alleen door het te ervaren zullen leerlingen hiermee in aanraking komen. René te Maat – Les BPV voorbereiding. René gebruikte de ICT(Beamer, Laptop en Internet(youtube)) voornamelijk om voorbeelden vanuit de praktijk naar voren te halen en hoe daar eventueel op gereageerd zou kunnen worden. Door het gebruik te maken van dit materiaal was het vaak voor de leerlingen makkelijker om een logische connectie te leggen met bepaalde vakken waar ze op dat moment mee bezig waren waarvan het nut nog niet duidelijk was. Voor mij werd het heel duidelijk dat een geweldige ondersteuning voor verschillende leerlingen was waar ze mee bezig waren en waarvoor ze dit deden. Wim Teunissen – Les rekenen. Wim is van oorsprong echt een IT’er die naast de IT vakken ook rekenen geeft. Door zijn achtergrond verraste hij door een hele andere vorm van ICT in zijn les te gebruiken. Door middel van Socrative, een programma om via je smart phone voor opgestelde vragen te beantwoorden, heeft hij een soort race gedaan door de klas in vier groepen te delen en samen een aantal opdrachten uit te laten voeren. Door het gebruik van dit programma werden de leerlingen even uit het patroon gehaald om met reken blokken aan de slag te gaan en werden super enthousiast over rekenen en de opgave. Leuke les om te observeren en om te zien hoe ICT ook op een andere manier toegepast kan worden. Resultaten Jos van Tuil Meerwaarde van ICT voor het leerproces. Aantrekkelijk (aansluiting bij belevingswereld, betrokkenheid, motivatie). Meerwaarde van ICT voor het lesgeven. Aantrekkelijk (mijn lesgeven wordt leuker door ICT). Redenaties over vakinhoudelijke kennis, ICT en didactiek Er wordt geredeneerd over: Vakinhoud in samenhang met ICT. Redenaties over ICT en leerlingen De manier waarop ICT kan inspelen op individuele behoeften van leerlingen (bv. op eigen tempo leren, gedifferentieerde instructie). Redenaties over ICT en het leerproces De manier waarop ICT het doel van de les/opdracht/handeling ondersteunt. Redenaties over ICT en het curriculum Flexibilisering van het curriculum (bv. ICT maakt tijd- en plaatsonafhankelijk leren mogelijk) Redenaties over ICT en de instructie Gebruik van ICT bij instructietechnieken en representaties voor leren en lesgeven over een bepaald onderwerp. Redenaties over de rol die ICT speelt bij de interactie in de leeromgeving Interactie tussen leerlingen onderling wordt bemiddeld door ICT (bv. Facebook). Redenaties over kosten en baten bij het ICT-gebruik Afwegingen van kosten en baten waarbij ICT een positieve rol speelt Kosten en baten m.b.t. het welzijn van leerlingen (we hoeven niet met boeken te slepen). Redenaties over ICT bij leerlingenvoortgang Gebruik van ICT om de voortgang/resultaten van leerlingen te bewaken (voortgang bij te houden of het geleerde formatief te evalueren). Interview docent (+/- 10 minuten) Vragen: 1) Doel van het ICT-gebruik. Wat is het doel van het ICT-gebruik? (Welk effect probeert u te bereiken met de betreffende ICT-toepassing?). Deze les gaat over het installeren van Windows 2012 Server het is volgens mij onmogelijk omdat zonder voorbeeld te laten zien hoe dit werkt. 2) Meerwaarde. Waarom denkt u dat deze ICT-toepassing bijdraagt aan het aantrekkelijker/efficiënter en/of effectiever maken van uw onderwijs? Leerlingen worden geconfronteerd met wat, hoe en waarom ze bepaalde handelingen moeten verrichten. Ook kan ik mooi inspelen op zaken die ik zie/waarneem waar ik denk dat ze in de toekomst mee te maken gaan krijgen. 3) Waarom hebt u ervoor gekozen om deze les/opdracht/handeling te laten zien? Ik kan er niet omheen het is een onderdeel van het KD. Ze moeten dit kunnen ik zou niet een andere manier weten hoe ik ze dit zou kunnen laten zien. Live en realtime. Alle onderwerpen die in het bedrijfsleven naar voren komen kunnen hier ook naar voren komen. 4) Waarom hebt u juist deze didactiek, deze ICT-toepassing en deze vak inhoud samengenomen? Ik zou de stof bijna niet op een andere manier kunnen aanbieden. Er zijn te veel variabelen die anders kunnen zijn. 5) Wat zou anders zijn in uw les als u geen gebruik had gemaakt van ICT? (bv. verloop van de les, groepering, materialen, etc.) Dan is de les niet mogelijk, de stof die je dan zou moeten behandelen die is dan zo droog en veel dat er voor geen persoon een doorkomen aan is. Het opzetten van een Windows 2012 Server is een hands on job die niet buiten ICT kan. Zeker niet in het onderwijs. 6) Op welke manier gaat u na of u met deze les uw (ICT)doelen heeft bereikt? De dames en heren krijgen een opdracht wat ze moeten realiseren voor het einde van de periode. Tijdens mijn lessen controleer ik in hoever ze al een bepaald onderdeel al af is en geef duidelijk aan waar ze ongeveer moeten zijn. Waar het lastiger wordt is als je te maken krijgt met instellingen. Op dat punt gaan we het ook over stuk communicatie hebben. Hoe laat ik een ICT man de taal van de werkvloer spreken en hoe snapt hij de taal die tegen hem gebruikt wordt. Het doorvragen en het niet meteen met een oplossing komen is voor deze leerlingen een lastige maar wel een hele interessante. Bedankt voor het interview! Vragen: 1. Welke vakinhoud wordt behandeld? (zelf invullen) Installatie Windows Sever 2012. 2. Geef een korte samenvatting/weergave van het verloop van de les. Na de standaard start met de opening en presentie. Wordt iedereen direct aan de slag gezet om het installatie programma te gaan draaien. Daarna volgt een uitleg waar mee allemaal rekening gehouden dient te worden bij zo’n installatie. Waar de uitdagingen liggen en hoe deze weg te nemen. Na de installatie en uitleg wordt er begonnen met de instellingen. Jos loopt rond en beantwoord hier en daar een vraag over hoe iets opgelost kan worden. Aan het eind van de les heeft iedereen een draaiende Windows Server zonder instellingen. Er wordt gekeken naar wat en hoe de instellingen de volgende keer gedaan worden. 3. Is het een samengestelde of een enkelvoudige (geïsoleerde) ICT-toepassing? samengesteld (meer dan 1 ICT-toepassing) ICT-toepassing 1 = Windows Server 2012/lap top/beamer) ICT-toepassing 2 = Server Let op: vul dit onderdeel voor elke ICT-toepassing apart in en meerdere antwoorden mogelijk! 4. Wordt de ICT toepassing 1 ingezet om: De didactiek (wijze van lesgeven) te versterken. Wordt de ICT toepassing 2 ingezet om: Zowel de inhoud als de didactiek te versterken. 5. Welke ICT-middelen worden gebruikt ten behoeve van de les/onderwijssetting? Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint) docent Hardware Wie gebruikt de hardware? PC/Laptop docent leerling Ipad/tablet docent leerling Beamer docent Vitual Server docent leerling Software Wie gebruikt de software? Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint) docent Windows Server 2012(andere, zelf graag invullen) docent leerling 6. Onderwijseigenschappen Onderwijseigenschappen (Welke kenmerken zie je tijdens de les)? Speelt ICT hierbij een rol? Sociale klasorganisatie De leerlingen zijn individueel en/of zelfstandig aan het werk? Ja De docent verzorgt een klassikale instructie? Ja De leerlingen werken in tweetallen en/of kleine groepjes?(samenwerkend leren) Ja Docent rol De docent stimuleert leerlingen, geeft advies en suggesties, stelt vragen? Ja De docent draagt kennis over (dikwijls algemeen van aard) ? Ja De docent geeft instructie gericht op het ondersteunen en aanleren van specifieke kennis en vaardigheden? Ja De docent controleert, registreert en beoordeelt de voortgang van de leerling? Ja De leerling heeft de rol van: Onderzoeker (lrn doen zelf onderzoek, zoeken naar informatie, voeren experimenten uit)? Ja Beoordelaar (leerlingen beoordelen zichzelf of elkaar)? Ja Uitvoerder (leerlingen voeren de opdracht uit)? Ja Toehoorder (leerlingen luisteren naar de instructie)? Ja Creator/constructeur (leerlingen produceren zelf, zijn creatief)? Ja Sturing onderwijsactiviteit of lesaanbod Leeractiviteiten wordt bepaald door de leerling? Ja Snelheid wordt bepaald door leerling? Ja Leeractiviteiten worden bepaald door docent (of didactisch medium)? Ja Snelheid wordt bepaald door docent (of didactisch medium)? Ja Evaluatie en Feedback Formatieve evaluatie (gericht op bijsturing)? Ja Summatieve evaluatie (beoordeling ter afsluiting)? Ja Directe feedback (goed/fout reactie)? Ja Informatieve feedback (goed/fout reactie met toelichting)? Ja 7. Zijn er problemen die een barrière opleveren bij de inzet van ICT in de les? (B.v. doordat er onvoldoende ICT-middelen aanwezig zijn.)? Nee Einde observatie Jos Pim Zijlstra Meerwaarde van ICT voor het leerproces. Aantrekkelijk (aansluiting bij belevingswereld, betrokkenheid, motivatie). Meerwaarde van ICT voor het lesgeven. Efficiënt (bv. instructie geven aan verschillende groepen op hetzelfde moment). Redenaties over vakinhoudelijke kennis, ICT en didactiek Er wordt geredeneerd over: Vakinhoud in samenhang met ICT. Didactiek in samenhang met ICT. De samenhang tussen vakinhoud, didactiek en ICT. Redenaties over ICT en leerlingen De manier waarop ICT kan inspelen op individuele behoeften van leerlingen (bv. op eigen tempo leren, gedifferentieerde instructie). Redenaties over ICT en het leerproces De relatie tussen ICT-toepassingen en ondersteuning van leerprocessen van leerlingen (bv. m.b.t. begripsvorming, leerstrategieën, procedures, vaardigheden, etc.). Redenaties over ICT en het doel De manier waarop ICT het doel van de les/opdracht/handeling ondersteunt. Redenaties over ICT en het curriculum Gebruik van ICT om het bestaande curriculum te verrijken of aan te vullen. Redenaties over ICT en de instructie Gebruik van ICT om leerlingen vaardigheden aan te leren en/of praktijkervaring op te laten doen. Redenaties over de rol die ICT speelt bij de interactie in de leeromgeving Interactie tussen docent en leerling wordt bemiddeld door ICT (bv. feedback van de docent wordt gegeven via een chat-systeem). Redenaties over kosten en baten bij het ICT-gebruik Afwegingen van kosten en baten waarbij ICT een positieve rol speelt Kosten en baten m.b.t. het creëren van authentieke situaties (dingen laten zien die anders niet mogelijk zijn, bv. de natuur naar binnen halen, versnellen/vertragen van processen). Afwegingen van kosten en baten waarbij ICT een negatieve rol speelt Kosten en baten m.b.t. praktische of technische problemen (als ik geen ICT gebruikt had, had ik geen last van technische problemen met computers). Redenaties over ICT bij leerlingenvoortgang Gebruik van ICT om de voortgang/resultaten van leerlingen te bewaken (voortgang bij te houden of het geleerde formatief te evalueren). Interview docent (+/- 10 minuten) Vragen: 1) Doel van het ICT-gebruik. Wat is het doel van het ICT-gebruik? (Welk effect probeert u te bereiken met de betreffende ICT-toepassing?). Bij het programmeren kan je er niet omheen. De mogelijkheden en de toepassing zijn de laatste jaren wel verbeterd. Ik probeer ze in te laten zien wat er mogelijk is. De creativiteit van de student bepaald wat ze doen en hoe het wordt toegepast. 2) Meerwaarde. Waarom denkt u dat deze ICT-toepassing bijdraagt aan het aantrekkelijker/efficiënter en/of effectiever maken van uw onderwijs? Dit is waar ze in de praktijk mee te maken krijgen. Het is de core van deze opleiding. Het aantrekkelijk maken zijn we zelf heel erg verantwoordelijk voor. Lopen we voorop blijven we bij met de ontwikkelingen van de tijd. 3) Waarom hebt u ervoor gekozen om deze les/opdracht/handeling te laten zien? Het is nog een leerproces, uit voorbeelden die verband hebben met elkaar en de mogelijkheden van de een programmeer code, probeer ik op een punt te komen dat de ontwikkeling van programmatuur een zelfstandig iets wordt. 4) Waarom hebt u juist deze didactiek, deze ICT-toepassing en deze vak inhoud samengenomen? Een heel standaard antwoord maar wanneer je doceert in programma ontwikkeling ontkom je er niet aan om via een voorbeeld, uitleg over de opdracht en het gebruik van code om dingen duidelijk te maken. 5) Wat zou anders zijn in uw les als u geen gebruik had gemaakt van ICT? (bv. verloop van de les, groepering, materialen, etc.) Dan had deze opleiding niet bestaan. 6) Op welke manier gaat u na of u met deze les uw (ICT)doelen heeft bereikt? Door te bekijken hoe de code wordt opgeleverd. We gebruiken GIT om daar code neer te zetten waarvan zij willen dat ik het controleer. De stappen er naartoe zijn voor mij ook controle punten maar die zie ik en daar maak ik mijn aantekeningen bij. Bij bepaalde opgeleverde stukken zie ik dat ik een onderwerp niet goed heb neergezet of dat er op een andere manier duidelijkheid had moeten komen. Tracht onderstaande vragen te beantwoorden tijdens de lesobservatie. Veel succes! Vragen: 1. Welke vakinhoud wordt behandeld? (zelf invullen) PHP - OOP 2. Geef een korte samenvatting/weergave van het verloop van de les. Start van de les, Uitleg gevolgd door het maken van opdracht, evaluatie, opnieuw uitleg volgende stap in het coderen. Opdrahten, evaluatie. Terug kijken op de gemaakte opdrachten. Samenvatten les. Aangeven dat het nu gebruikt kan worden in de PVB 3. Is het een samengestelde of een enkelvoudige (geïsoleerde) ICT-toepassing? samengesteld (meer dan 1 ICT-toepassing) enkelvoudig (1 ICT-toepassing) ICT-toepassing 1 = RapidPhp/laptop/beamer Let op: vul dit onderdeel voor elke ICT-toepassing apart in en meerdere antwoorden mogelijk! 4. Wordt de ICT toepassing 1 ingezet om: De didactiek (wijze van lesgeven) te versterken. 5. Welke ICT-middelen worden gebruikt ten behoeve van de les/onderwijssetting? (NB: Hier kunnen meerdere items tegelijk worden ingevuld. Bij deze vraag is het onderscheid tussen hardware, software en de gebruiker (docent en/of leerling) van belang, zie hieronder. Je kan dus meerdere malen scoren per item: als de hardware en/of software wordt gebruikt en voor de docent en/of de leerling.) PC/Laptop: docent Beamer: docent Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint): docent Hardware Wie gebruikt de hardware? PC/Laptop?: docent/leerling Mobiele telefoon: docent/leerling RapidPhp(IDE), PhpStorm(IDE)?: Docent/leerling Software Wie gebruikt de software? Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint): docent Sociale media (bv. Facebook, Twitter, blogs): leerling Internet (als informatiebron): leerling RapidPHP: docent/leerling 6. Onderwijseigenschappen Let op: deze vraag is tweeledig! Kruis aan welke kenmerken je observeert in de les en als ICT een rol hierin speelt, kruis dan het ‘Ja vakje’ aan (speelt ICT geen rol dan hoef je daar niets in te vullen). De leerlingen zijn zelfstandig aan het werk met IDE voor PHP op hun laptop. Dan scoor je: Individueel en/of zelfstandig ja Onderwijseigenschappen (Welke kenmerken zie je tijdens de les)? Speelt ICT hierbij een rol? Sociale klasorganisatie De leerlingen zijn individueel en/of zelfstandig aan het werk? Zelfstandig De docent verzorgt een klassikale instructie? Ja De leerlingen werken in tweetallen en/of kleine groepjes (samenwerkend leren)? Nee Docent rol De docent stimuleert leerlingen, geeft advies en suggesties, stelt vragen? Ja De docent draagt kennis over (dikwijls algemeen van aard)? Ja De docent geeft instructie gericht op het ondersteunen en aanleren van specifieke kennis en vaardigheden? Ja De docent controleert, registreert en beoordeelt de voortgang van de leerling? Ja De leerling heeft de rol van: Onderzoeker (leerlingen doen zelf onderzoek, zoeken naar informatie, voeren experimenten uit) Ja Beoordelaar (leerlingen beoordelen zichzelf of elkaar)Ja Uitvoerder (leerlingen voeren de opdracht uit) Ja Toehoorder (leerlingen luisteren naar de instructie) Ja Creator/constructeur (leerlingen produceren zelf, zijn creatief) Ja Sturing onderwijsactiviteit of lesaanbod Leeractiviteiten wordt bepaald door de leerling Ja Snelheid wordt bepaald door leerling Ja Leeractiviteiten worden bepaald door docent (of didactisch medium) Ja Snelheid wordt bepaald door docent (of didactisch medium) Ja Evaluatie en Feedback Formatieve evaluatie (gericht op bijsturing) Ja Summatieve evaluatie (beoordeling ter afsluiting) Ja Directe feedback (goed/fout reactie) Ja Informatieve feedback (goed/fout reactie met toelichting) Ja 7. Zijn er problemen die een barrière opleveren bij de inzet van ICT in de les? (B.v. doordat er onvoldoende ICT-middelen aanwezig zijn.) Nee Middelen/bronnen en materialen Problemen gerelateerd aan ondersteuning van de ICT activiteit door bijvoorbeeld docenten, ouders, directie, ICT-coördinator Technische problemen Organisatorische problemen (e.g. tijdsgebrek) Overig, te weten:………(graag invullen) Beste Docent, 1. Ik ben op de hoogte van ICT-toepassingen die ik kan gebruiken om leerlingen inzicht te geven in het vakgebied waarin ik les geef Helemaal eens 2. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die de lesinhoud voor het vakgebied waarin ik les geef ondersteunt. Helemaal eens 3. Ik weet hoe ik ICT-toepassingen kan gebruiken om concepten uit het vakgebied waarin ik les geef op een andere manier te presenteren aan mijn leerlingen Helemaal eens 4. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die didactische werkvormen voor een les versterken Helemaal eens 5. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die het leerproces van de leerlingen versterken Eens 6. Ik denk kritisch na over de manier waarop ik ICT-toepassingen in mijn eigen klas kan gebruiken Volledig oneens Helemaal eens 7. Ik kan lessen geven waarbij ICT, vakinhoud en didactiek op een goede manier zijn geïntegreerd Eens 8. Ik kan ICT-toepassingen kiezen die versterken wat en hoe ik onderwijs geef Noch eens/ noch oneens 9. Ik toon leiderschap door anderen binnen mijn school te helpen om vakinhoud, ICT en didactiek te combineren Eens 10. Ik toon leiderschap door collega’s van andere scholen te helpen om vakinhoud, ICT en didactiek te combineren Oneens Toegankelijkheid en gebruik van ICT 1. In welke mate bent u als docent op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? goed Opvattingen over onderwijs De volgende stellingen hebben als doel inzicht te verkrijgen in uw manier van lesgeven. Geef aan in welke mate u werkt zoals beschreven in de stelling. Ik stel tijdens de les vragen over de opgegeven leerstof Heel vaak In mijn onderwijs voeren de leerlingen opdrachten uit die aansluiten bij hun belangstelling Vaak Ik vat de leerstof samen tijdens de les Tamelijk vaak Leerlingen krijgen vrijheid om zelf hun leerinhouden te kiezen Af en toe Ik ga na of leerlingen de behandelde stof beheersen Vaak Bij het beoordelen van het werk laat ik het proces en de aanpak van de leerlingen meewegen Vaak Bij nieuwe leerstof leg ik vooraf de hoofdlijnen en de lastige punten uit Tamelijk vaak Ik stimuleer dat de leerling zichzelf doelen stelt Af en toe Ik laat leerlingen oefeningen doen om de stof te verwerken Tamelijk vaak Ik laat mijn leerlingen elkaar feedback geven over hun werk Af en toe Professionalisering en uw competenties als docent 2. Door het gebruik van ICT behalen leerlingen betere resultaten. mee eens 3. Kunt u aangeven hoe vaardig u bent in: A: het gebruiken van de computer als didactisch hulpmiddel? helemaal mee eens B: het gebruiken van digitaal leermateriaal? helemaal mee eens C: het beoordelen van de bruikbaarheid van digitaal leermateriaal? helemaal mee eens D: het gebruik van een elektronische leeromgeving? noch mee eens, noch mee oneens E: het gebruik van een digitaal leerlingvolgsysteem? helemaal mee eens F: digitaal lesmateriaal van internet aanpassen zodat het geschikt is voor gebruik in de les? helemaal mee eens G: communiceren met leerlingen via ICT? mee eens Schoolfactoren die de inzet van ICT beïnvloeden in de les. 1. In welke mate doen zich de volgende situaties op uw school of instelling voor? A: Docenten krijgen ruimte om met ICT in het onderwijs te experimenteren soms B: De directie volgt wat docenten doen op het gebied van ICT en onderwijs regelmatig C: Teamprofessionalisering op gebied van onderwijskundig gebruik van ICT (bijna) nooit D: Afspraken over onze werkwijze met ICT in het onderwijs worden bewaakt soms E: Docenten krijgen ondersteuning bij de uitvoering van ICT-gebruik in hun onderwijs (bijna) nooit F: De directie stelt tijd en middelen (ICT) beschikbaar om de onderwijsplannen met ICT te kunnen verwezenlijken regelmatig G: De stand van zaken van ICT-gebruik wordt met docenten besproken soms 2. Welke omschrijving typeert het computergebruik op uw school of instelling het best? Het is de verantwoordelijkheid van elke docent om zelf te bepalen voor welke leerstof en op welke manier zij gebruik maken van ICT bij lesgeven. 3. Kunt u aangeven welke van de volgende ICT aandachtsgebieden volgens u op uw school/instelling de hoogste prioriteit zou moeten krijgen? ICT-infrastructuur: bijv. beschikbare PC's, internetaansluitingen, functionerend netwerk 4. Welke omschrijving sluit het beste aan op de situatie van uw school? Onze school gebruikt ICT om het onderwijs met kleine stapjes te veranderen en te verbeteren Rene ter Maat “de kijk van de docent” (Tip: dit instrument dient bij 4 verschillende interviews ingevuld te worden. Kopieer deze lijst vier keer voordat je gaat starten met het invullen.) Met behulp van dit instrument is het mogelijk praktijkvoorbeelden van ICT-integratie door docenten te analyseren. Dit instrument maakt het mogelijk het handelen van de docent in relatie tot ICT te bekijken. De docent beantwoordt de vragen en heeft de mogelijkheid om zijn antwoord te motiveren. de kijk van de docent We proberen met dit onderdeel een beeld te vormen van het redeneren achter het handelen van de docent (waarom heeft de docent de ICT-toepassing op deze manier ingezet?). Redenaties over de meerwaarde van ICT-gebruik Meerwaarde van ICT voor het leerproces. Efficiënt (tijdsaspecten; leerlingen kunnen makkelijk aan de slag). Meerwaarde van ICT voor het lesgeven. Effectief (bv. groei van leerlingen bijhouden met Excel). Redenaties over vakinhoudelijke kennis, ICT en didactiek Er wordt geredeneerd over: Vakinhoud in samenhang met ICT. Redenaties over ICT en leerlingen De manier waarop ICT kan inspelen op individuele behoeften van leerlingen (bv. op eigen tempo leren, gedifferentieerde instructie). Redenaties over ICT en het leerproces De manier waarop ICT het doel van de les/opdracht/handeling ondersteunt. Redenaties over ICT en het curriculum Flexibilisering van het curriculum (bv. ICT maakt tijd- en plaatsonafhankelijk leren mogelijk) Redenaties over ICT en de instructie Gebruik van ICT bij instructietechnieken en representaties voor leren en lesgeven over een bepaald onderwerp. Redenaties over de rol die ICT speelt bij de interactie in de leeromgeving Interactie tussen leerlingen onderling wordt bemiddeld door ICT (bv. Facebook). Redenaties over kosten en baten bij het ICT-gebruik Afwegingen van kosten en baten waarbij ICT een positieve rol speelt Kosten en baten m.b.t. het welzijn van leerlingen (we hoeven niet met boeken te slepen). Redenaties over ICT bij leerlingenvoortgang Gebruik van ICT om de voortgang/resultaten van leerlingen te bewaken (voortgang bij te houden of het geleerde formatief te evalueren). Interview docent (+/- 10 minuten) (Advies: spraakopname zodat je wellicht beter antwoord kan geven op de items van “de kijk van de docent”, zie bijlage 3.) Tip: Bedenk van te voren welke vragen je wilt stellen om een motivatie of onderbouwing te verkrijgen voor de antwoorden op “de kijk van de docent”. Hieronder staan al 6 vragen geformuleerd maar wellicht dat je zelf nog goede vragen ter aanvulling kan aanbieden. Let op: Na het interview vul je zelf Bijlage 3 “de kijk van de docent” in. Vragen: 1) Doel van het ICT-gebruik. Wat is het doel van het ICT-gebruik? (Welk effect probeert u te bereiken met de betreffende ICT-toepassing?). Overdracht van kennis en situaties. 2) Meerwaarde. Waarom denkt u dat deze ICT-toepassing bijdraagt aan het aantrekkelijker/efficiënter en/of effectiever maken van uw onderwijs? Praktijk gericht situaties geeft een beeld van waar ze mee bezig zijn. 3) Waarom hebt u ervoor gekozen om deze les/opdracht/handeling te laten zien? Geld voor alle leerlingen, alle leerlingen lopen tegen dezelfde situaties aan. Ik probeer ze voor te bereiden op wat er gaat komen in de praktijk. 4) Waarom hebt u juist deze didactiek, deze ICT-toepassing en deze vak inhoud samengenomen? Door BPV gaan ze tegen situaties aanlopen die wij op de opleiding proberen te simuleren. De praktijk echter, is nooit hetzelfde. Ik probeer ook in mijn lessen die verandering te doen. 5) Wat zou anders zijn in uw les als u geen gebruik had gemaakt van ICT? (bv. verloop van de les, groepering, materialen, etc.) De koppeling naar de praktijk wordt dan minder duidelijk. 6) Op welke manier gaat u na of u met deze les uw (ICT)doelen heeft bereikt? Ik hoor het terug van de verschillende BPV bedrijven dat onze leerlingen goed weten om te gaan met situaties die veranderen in een project en snel kunnen schakelen. Bedankt voor het interview! Observatie instrument (Tip: deze observatie dient bij 4 verschillende lessen uitgevoerd te worden. Kopieer deze lijst vier keer voordat je gaat starten met de observatie.) Tracht onderstaande vragen te beantwoorden tijdens de lesobservatie. Veel succes! Vragen: 1. Welke vakinhoud wordt behandeld? (zelf invullen) Project/coaching 2. Geef een korte samenvatting/weergave van het verloop van de les. Start van de les, presentie, Uitleg n.a.v. een vraag over de rollen in een project groep. Uitleg over gebruik van een CMS waarin de documenten van die project groep komen te staan. De project groepen worden verdeeld over vier project ruimtes daar wordt de planning en takenlijst doorgenomen en gekeken naar de vakken waar nog geen voldoende voor gehaald is en welk plan daar is getrokken om dit wel voor elkaar te krijgen. Ook wordt er gekeken hoe dit vast wordt gelegd en in het samenwerking document van de verschillende groepen staat en of dat gevolgd wordt. 3. Is het een samengestelde of een enkelvoudige (geïsoleerde) ICT-toepassing? enkelvoudig (1 ICT-toepassing) (Voorbeeld: Als een docent een Powerpoint-presentatie geeft dan is de ICT toepassing van een laptop/PC + beamer + powerpoint samen 1 toepassing). Als de docenten daarnaast verwijst naar een opdracht op de elo is dit toepassing 2: ELO + laptop/PC) ICT-toepassing 1 = laptop/beamer/*.ppt Let op: vul dit onderdeel voor elke ICT-toepassing apart in en meerdere antwoorden mogelijk! 4. Wordt de ICT toepassing 1 ingezet om: Zowel de inhoud als de didactiek te versterken. 5. Welke ICT-middelen worden gebruikt ten behoeve van de les/onderwijssetting? (NB: Hier kunnen meerdere items tegelijk worden ingevuld. Bij deze vraag is het onderscheid tussen hardware, software en de gebruiker (docent en/of leerling) van belang, zie hieronder. Je kan dus meerdere malen scoren per item: als de hardware en/of software wordt gebruikt en voor de docent en/of de leerling.) Voorbeeld Als een docent een Powerpoint-presentatie gebruikt met behulp van een beamer en een PC dan scoor je: PC/Laptop docent Beamer docent Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint) docent Hardware Wie gebruikt de hardware? PC/Laptop docent Software Wie gebruikt de software? Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint) docent 6. Onderwijseigenschappen Let op: deze vraag is tweeledig! Kruis aan welke kenmerken je observeert in de les en als ICT een rol hierin speelt, kruis dan het ‘Ja vakje’ aan (speelt ICT geen rol dan hoef je daar niets in te vullen). Voorbeeld De leerlingen zijn zelfstandig aan het werk met het rekenprogramma op hun laptop. Dan scoor je: Individueel en/of zelfstandig ja Onderwijseigenschappen (Welke kenmerken zie je tijdens de les)? Speelt ICT hierbij een rol? Sociale klasorganisatie De leerlingen zijn individueel en/of zelfstandig aan het werk Ja De docent verzorgt een klassikale instructie Ja De leerlingen werken in tweetallen en/of kleine groepjes (samenwerkend leren) Ja Docent rol De docent stimuleert leerlingen, geeft advies en suggesties, stelt vragen Ja De docent draagt kennis over (dikwijls algemeen van aard) Ja De docent geeft instructie gericht op het ondersteunen en aanleren van specifieke kennis en vaardigheden Ja De docent controleert, registreert en beoordeelt de voortgang van de leerling Ja De leerling heeft de rol van: Onderzoeker (leerlingen doen zelf onderzoek, zoeken naar informatie, voeren experimenten uit) Ja Beoordelaar (leerlingen beoordelen zichzelf of elkaar) Nee Uitvoerder (leerlingen voeren de opdracht uit) Ja Creator/constructeur (leerlingen produceren zelf, zijn creatief) Ja Sturing onderwijsactiviteit of lesaanbod Leeractiviteiten wordt bepaald door de leerling Ja Snelheid wordt bepaald door leerling Ja Leeractiviteiten worden bepaald door docent (of didactisch medium) Ja Snelheid wordt bepaald door docent (of didactisch medium) Ja Evaluatie en Feedback Formatieve evaluatie (gericht op bijsturing) Ja Summatieve evaluatie (beoordeling ter afsluiting) Ja Directe feedback (goed/fout reactie) Ja Informatieve feedback (goed/fout reactie met toelichting) Ja 7. Zijn er problemen die een barrière opleveren bij de inzet van ICT in de les? (B.v. doordat er onvoldoende ICT-middelen aanwezig zijn.) Nee Problemen gerelateerd aan ondersteuning van de ICT activiteit door bijvoorbeeld docenten, ouders, directie, ICT-coördinator Technische problemen Organisatorische problemen (e.g. tijdsgebrek) Overig, te weten:………(graag invullen) Einde observatie Vragenlijst docent (+/- 10 minuten) Beste Docent, In het kader van onze opleiding doen wij een onderzoek naar het ICT-gebruik in het Beroepsonderwijs. Zou u zo vriendelijk willen zijn om deze vragenlijst in te vullen? De vragenlijst peilt de wijze waarop u ICT inzet in uw onderwijs, de toegankelijkheid van ICT op uw school en de ondersteuning die u op dit gebied ontvangt. Alvast hartelijk dank! 1. Ik ben op de hoogte van ICT-toepassingen die ik kan gebruiken om leerlingen inzicht te geven in het vakgebied waarin ik les geef Helemaal eens 2. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die de lesinhoud voor het vakgebied waarin ik les geef ondersteunt Eens 3. Ik weet hoe ik ICT-toepassingen kan gebruiken om concepten uit het vakgebied waarin ik les geef op een andere manier te presenteren aan mijn leerlingen Helemaal eens 4. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die didactische werkvormen voor een les versterken Helemaal eens 5. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die het leerproces van de leerlingen versterken Helemaal eens 6. Ik denk kritisch na over de manier waarop ik ICT-toepassingen in mijn eigen klas kan gebruiken Helemaal eens 7. Ik kan lessen geven waarbij ICT, vakinhoud en didactiek op een goede manier zijn geïntegreerd Oneens 8. Ik kan ICT-toepassingen kiezen die versterken wat en hoe ik onderwijs geef Eens 9. Ik toon leiderschap door anderen binnen mijn school te helpen om vakinhoud, ICT en didactiek te combineren Noch eens/ noch oneens 10. Ik toon leiderschap door collega’s van andere scholen te helpen om vakinhoud, ICT en didactiek te combineren Noch eens/ noch oneens Toegankelijkheid en gebruik van ICT 1. In welke mate bent u als docent op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? uitstekend weet niet Opvattingen over onderwijs De volgende stellingen hebben als doel inzicht te verkrijgen in uw manier van lesgeven. Geef aan in welke mate u werkt zoals beschreven in de stelling. Ik stel tijdens de les vragen over de opgegeven leerstof Vaak In mijn onderwijs voeren de leerlingen opdrachten uit die aansluiten bij hun belangstelling Tamelijk vaak Ik vat de leerstof samen tijdens de les Niet of nauwelijks Vaak Leerlingen krijgen vrijheid om zelf hun leerinhouden te kiezen Niet of nauwelijks Ik ga na of leerlingen de behandelde stof beheersen Tamelijk vaak Bij het beoordelen van het werk laat ik het proces en de aanpak van de leerlingen meewegen Af en toe Bij nieuwe leerstof leg ik vooraf de hoofdlijnen en de lastige punten uit Heel vaak Ik stimuleer dat de leerling zichzelf doelen stelt Heel vaak Ik laat leerlingen oefeningen doen om de stof te verwerken Heel vaak Ik laat mijn leerlingen elkaar feedback geven over hun werk Niet of nauwelijks Professionalisering en uw competenties als docent 2. Door het gebruik van ICT behalen leerlingen betere resultaten. noch mee eens, noch mee oneens 3. Kunt u aangeven hoe vaardig u bent in: A: het gebruiken van de computer als didactisch hulpmiddel? noch mee eens, noch mee oneens B: het gebruiken van digitaal leermateriaal? noch mee eens, noch mee oneens C: het beoordelen van de bruikbaarheid van digitaal leermateriaal? noch mee eens, noch mee oneens D: het gebruik van een elektronische leeromgeving? helemaal mee eens E: het gebruik van een digitaal leerlingvolgsysteem? helemaal mee eens F: digitaal lesmateriaal van internet aanpassen zodat het geschikt is voor gebruik in de les? noch mee eens, noch mee oneens G: communiceren met leerlingen via ICT? noch mee eens, noch mee oneens Schoolfactoren die de inzet van ICT beïnvloeden in de les. 1. In welke mate doen zich de volgende situaties op uw school of instelling voor? A: Docenten krijgen ruimte om met ICT in het onderwijs te experimenteren soms B: De directie volgt wat docenten doen op het gebied van ICT en onderwijs regelmatig C: Teamprofessionalisering op gebied van onderwijskundig gebruik van ICT soms D: Afspraken over onze werkwijze met ICT in het onderwijs worden bewaakt (bijna) nooit E: Docenten krijgen ondersteuning bij de uitvoering van ICT-gebruik in hun onderwijs soms F: De directie stelt tijd en middelen (ICT) beschikbaar om de onderwijsplannen met ICT te kunnen verwezenlijken weet niet G: De stand van zaken van ICT-gebruik wordt met docenten besproken soms 2. Welke omschrijving typeert het computergebruik op uw school of instelling het best? 0 Het is de verantwoordelijkheid van elke docent om zelf te bepalen voor welke leerstof en op welke manier zij gebruik maken van ICT bij lesgeven. 3. Kunt u aangeven welke van de volgende ICT aandachtsgebieden volgens u op uw school/instelling de hoogste prioriteit zou moeten krijgen? 0 ICT-infrastructuur: bijv. beschikbare PC's, internetaansluitingen, functionerend netwerk 4. Welke omschrijving sluit het beste aan op de situatie van uw school? 0 Onze school wil het huidige onderwijsconcept behouden en gebruikt ICT voorzover het daarbinnen past Hartelijk dank voor uw medewerking! Wim Teunissen “de kijk van de docent” (Tip: dit instrument dient bij 4 verschillende interviews ingevuld te worden. Kopieer deze lijst vier keer voordat je gaat starten met het invullen.) Met behulp van dit instrument is het mogelijk praktijkvoorbeelden van ICT-integratie door docenten te analyseren. Dit instrument maakt het mogelijk het handelen van de docent in relatie tot ICT te bekijken. De docent beantwoordt de vragen en heeft de mogelijkheid om zijn antwoord te motiveren. de kijk van de docent We proberen met dit onderdeel een beeld te vormen van het redeneren achter het handelen van de docent (waarom heeft de docent de ICT-toepassing op deze manier ingezet?). Redenaties over de meerwaarde van ICT-gebruik Meerwaarde van ICT voor het leerproces. Aantrekkelijk (aansluiting bij belevingswereld, betrokkenheid, motivatie). Meerwaarde van ICT voor het lesgeven. Aantrekkelijk (mijn lesgeven wordt leuker door ICT). Redenaties over vakinhoudelijke kennis, ICT en didactiek Er wordt geredeneerd over: o Vakinhoud. Vakinhoud in samenhang met didactiek. o Vakinhoud in samenhang met ICT. Redenaties over ICT en leerlingen De manier waarop ICT kan inspelen op kenmerken van groepen leerlingen (bv. specifieke onderwijsbehoeften, achtergrond, SES). Redenaties over ICT en het leerproces De relatie tussen ICT-toepassingen en ondersteuning van leerprocessen van leerlingen (bv. m.b.t. begripsvorming, leerstrategieën, procedures, vaardigheden, etc.). Redenaties over ICT en het doel De manier waarop ICT het doel van de les/opdracht/handeling ondersteunt. Redenaties over ICT en het curriculum ICT als doel van het curriculum op zichzelf (bv. ICT gebruiken om leerlingen ICT-vaardigheden aan te leren). Redenaties over ICT en de instructie Gebruik van ICT om leerlingen vaardigheden aan te leren en/of praktijkervaring op te laten doen. Redenaties over de rol die ICT speelt bij de interactie in de leeromgeving Interactie tussen leerlingen onderling wordt bemiddeld door ICT (bv. Facebook). Redenaties over kosten en baten bij het ICT-gebruik Afwegingen van kosten en baten waarbij ICT een positieve rol speelt Kosten en baten m.b.t. het creëren van authentieke situaties (dingen laten zien die anders niet mogelijk zijn, bv. de natuur naar binnen halen, versnellen/vertragen van processen). Afwegingen van kosten en baten waarbij ICT een negatieve rol speelt Kosten en baten m.b.t. praktische of technische problemen (als ik geen ICT gebruikt had, had ik geen last van technische problemen met computers). Redenaties over ICT bij leerlingenvoortgang Gebruik van ICT om de voortgang/resultaten van leerlingen te bewaken (voortgang bij te houden of het geleerde formatief te evalueren). Interview docent (+/- 10 minuten) (Advies: spraakopname zodat je wellicht beter antwoord kan geven op de items van “de kijk van de docent”, zie bijlage 3.) Tip: Bedenk van te voren welke vragen je wilt stellen om een motivatie of onderbouwing te verkrijgen voor de antwoorden op “de kijk van de docent”. Hieronder staan al 6 vragen geformuleerd maar wellicht dat je zelf nog goede vragen ter aanvulling kan aanbieden. Let op: Na het interview vul je zelf Bijlage 3 “de kijk van de docent” in. Vragen: 1) Doel van het ICT-gebruik. Wat is het doel van het ICT-gebruik? (Welk effect probeert u te bereiken met de betreffende ICT-toepassing?). Het is voor mij makkelijk en duidelijk te controleren waar de leerlingen zich bevinden in de stof. 2) Meerwaarde. Waarom denkt u dat deze ICT-toepassing bijdraagt aan het aantrekkelijker/efficiënter en/of effectiever maken van uw onderwijs? Het is leuk en de leerlingen zien ook meteen het resultaat van wat zij gedaan hebben. Het maakt het in zoverre efficiënter dat ik een heel duidelijk overzicht krijgt waar mijn aandacht bij wie en waarover nog naar toe moet. Ook kan ik hierdoor makkelijk evalueren of de stof van vorige les is blijven hangen. 3) Waarom hebt u ervoor gekozen om deze les/opdracht/handeling te laten zien? Ik kan het makkelijk in een groep inzetten en makkelijk resultaat laten zien waar ik wat mee kan. Ook de manier waarmee de leerlingen omgaan met de materie is leuk om te zien. 4) Waarom hebt u juist deze didactiek, deze ICT-toepassing en deze vak inhoud samengenomen? Veel andere ICT-toepassingen(naast rekenblokken) zijn er niet voor rekenen en daarom wordt het zo interessant zeker op een ICT opleiding. Het is makkelijk om terug te zien wat en hoe het gaat met de leerlingen. 5) Wat zou anders zijn in uw les als u geen gebruik had gemaakt van ICT? (bv. verloop van de les, groepering, materialen, etc.) Weinig anders de ICT is een ondersteuning geen lijdend onderwerp van mijn les. Makkelijk gezegd rekenen blijft rekenen. De mogelijkheden die er geboden worden om de les te ondersteunen is makkelijk maar niet nodig. 6) Op welke manier gaat u na of u met deze les uw (ICT)doelen heeft bereikt? Juist door het gebruik van de applicatie kan ik zien of de doelen van de vorige les behaald zijn en zijn blijven hangen. Bedankt voor het interview! Observatie instrument (Tip: deze observatie dient bij 4 verschillende lessen uitgevoerd te worden. Kopieer deze lijst vier keer voordat je gaat starten met de observatie.) Tracht onderstaande vragen te beantwoorden tijdens de lesobservatie. Veel succes! Vragen: 1. Welke vakinhoud wordt behandeld? (zelf invullen) Rekenen 2. Geef een korte samenvatting/weergave van het verloop van de les. Start van de les, welkom. Gebruik van Socratif. Door de docent klaargezette reken opdrachten moeten via Socratif een programma waarbij docenten vragen neer kunnen zetten en leerlingen d.m.v. pc/smartphone/tablet dit kunnen maken. De docent krijgt realtime te zien hoe snel en of de leerling de goede antwoorden invult. Op basis van de uitkomst en de gemiddelde score bepaald de docent of er naar het volgende onderwerp wordt gegaan of dat hij nog eens het verhaal van vorige week herhaalt. Deze keer is het erg goed gemaakt Wim besluit om een nieuw onderwerp te gaan behandelen. Na de uitleg gaan de leerlingen aan de slag met Rekenblokken specifiek gericht op dit onderwerp. 3. Is het een samengestelde of een enkelvoudige (geïsoleerde) ICT-toepassing? samengesteld (meer dan 1 ICT-toepassing) enkelvoudig (1 ICT-toepassing) (Voorbeeld: Als een docent een Powerpoint-presentatie geeft dan is de ICT toepassing van een laptop/PC + beamer + powerpoint samen 1 toepassing). Als de docenten daarnaast verwijst naar een opdracht op de elo is dit toepassing 2: ELO + laptop/PC) ICT-toepassing 1 = Socratif (smartphone/tablet/lap top) ICT-toepassing 2 = Rekenblokken(lap top) ICT-toepassing 3 = Uitleg (beamer/laptop/bord) ICT-toepassing 4 = Let op: vul dit onderdeel voor elke ICT-toepassing apart in en meerdere antwoorden mogelijk! 4. Wordt de ICT toepassing 1 ingezet om: De didactiek (wijze van lesgeven) te versterken. Wordt de ICT toepassing 2 ingezet om: De didactiek (wijze van lesgeven) te versterken. Wordt de ICT toepassing 3 ingezet om: Zowel de inhoud als de didactiek te versterken. 5. Welke ICT-middelen worden gebruikt ten behoeve van de les/onderwijssetting? (NB: Hier kunnen meerdere items tegelijk worden ingevuld. Bij deze vraag is het onderscheid tussen hardware, software en de gebruiker (docent en/of leerling) van belang, zie hieronder. Je kan dus meerdere malen scoren per item: als de hardware en/of software wordt gebruikt en voor de docent en/of de leerling.) Voorbeeld Als een docent een Powerpoint-presentatie gebruikt met behulp van een beamer en een PC dan scoor je: PC/Laptop docent leerling Beamer docent leerling Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint) docent leerling Hardware Wie gebruikt de hardware? PC/Laptop docent leerling Mobiele telefoon docent leerling Digibord docent leerling Ipad/tablet docent leerling Beamer docent Socratif docent leerling Software Wie gebruikt de software? Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint) docent Communicatiesoftware (bv. e-mail, Skype, chat) docent leerling Sociale media (bv. Facebook, Twitter, blogs) docent leerling Internet (als informatiebron) leerling Verwerkingssoftware (bv. Word, Excel, Access,etc.) docent Tutor- of oefen -software (bv. rekenen, taal, etc.) docent leerling Socratif docent leerling 6. Onderwijseigenschappen Let op: deze vraag is tweeledig! Kruis aan welke kenmerken je observeert in de les en als ICT een rol hierin speelt, kruis dan het ‘Ja vakje’ aan (speelt ICT geen rol dan hoef je daar niets in te vullen). Voorbeeld De leerlingen zijn zelfstandig aan het werk met het rekenprogramma op hun laptop. Dan scoor je: Individueel en/of zelfstandig ja Onderwijseigenschappen (Welke kenmerken zie je tijdens de les)? Speelt ICT hierbij een rol? Sociale klasorganisatie De leerlingen zijn individueel en/of zelfstandig aan het werk Ja De docent verzorgt een klassikale instructie Ja De leerlingen werken in tweetallen en/of kleine groepjes (samenwerkend leren) Ja Docent rol De docent stimuleert leerlingen, geeft advies en suggesties, stelt vragen Ja De docent draagt kennis over (dikwijls algemeen van aard) Ja De docent geeft instructie gericht op het ondersteunen en aanleren van specifieke kennis en vaardigheden Ja De docent controleert, registreert en beoordeelt de voortgang van de leerling Ja De leerling heeft de rol van: Onderzoeker (leerlingen doen zelf onderzoek, zoeken naar informatie, voeren experimenten uit) Ja Beoordelaar (leerlingen beoordelen zichzelf of elkaar) Ja Uitvoerder (leerlingen voeren de opdracht uit) Ja Toehoorder (leerlingen luisteren naar de instructie) Ja Creator/constructeur (leerlingen produceren zelf, zijn creatief) Ja Sturing onderwijsactiviteit of lesaanbod Leeractiviteiten wordt bepaald door de leerling Ja Snelheid wordt bepaald door leerling Ja Leeractiviteiten worden bepaald door docent (of didactisch medium) Ja Snelheid wordt bepaald door docent (of didactisch medium) Ja Evaluatie en Feedback Formatieve evaluatie (gericht op bijsturing) Ja Summatieve evaluatie (beoordeling ter afsluiting) Ja Directe feedback (goed/fout reactie) Ja Informatieve feedback (goed/fout reactie met toelichting) Ja 7. Zijn er problemen die een barrière opleveren bij de inzet van ICT in de les? (B.v. doordat er onvoldoende ICT-middelen aanwezig zijn.) Nee Indien ja, welke? Barrière/ beperkingen met betrekking tot… Einde observatie Vragenlijst docent (+/- 10 minuten) (Tip: deze lijst dient bij 4 verschillenden docenten uitgevoerd te worden. Kopieer deze lijst vier keer voordat je gaat starten met het uitdelen van de lijst.) Beste Docent, In het kader van onze opleiding doen wij een onderzoek naar het ICT-gebruik in het Beroepsonderwijs. Zou u zo vriendelijk willen zijn om deze vragenlijst in te vullen? De vragenlijst peilt de wijze waarop u ICT inzet in uw onderwijs, de toegankelijkheid van ICT op uw school en de ondersteuning die u op dit gebied ontvangt. Alvast hartelijk dank! 1. Ik ben op de hoogte van ICT-toepassingen die ik kan gebruiken om leerlingen inzicht te geven in het vakgebied waarin ik les geef Volledig oneens 2. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die de lesinhoud voor het vakgebied waarin ik les geef ondersteunt Helemaal eens 3. Ik weet hoe ik ICT-toepassingen kan gebruiken om concepten uit het vakgebied waarin ik les geef op een andere manier te presenteren aan mijn leerlingen Helemaal eens 4. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die didactische werkvormen voor een les versterken Helemaal eens 5. Ik ben in staat ICT-toepassingen te kiezen die het leerproces van de leerlingen versterken Oneens 6. Ik denk kritisch na over de manier waarop ik ICT-toepassingen in mijn eigen klas kan gebruiken Helemaal eens 7. Ik kan lessen geven waarbij ICT, vakinhoud en didactiek op een goede manier zijn geïntegreerd Eens 8. Ik kan ICT-toepassingen kiezen die versterken wat en hoe ik onderwijs geef Helemaal eens 9. Ik toon leiderschap door anderen binnen mijn school te helpen om vakinhoud, ICT en didactiek te combineren Eens 10. Ik toon leiderschap door collega’s van andere scholen te helpen om vakinhoud, ICT en didactiek te combineren Eens Toegankelijkheid en gebruik van ICT 1. In welke mate bent u als docent op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? uitstekend Opvattingen over onderwijs De volgende stellingen hebben als doel inzicht te verkrijgen in uw manier van lesgeven. Geef aan in welke mate u werkt zoals beschreven in de stelling. Ik stel tijdens de les vragen over de opgegeven leerstof Tamelijk vaak In mijn onderwijs voeren de leerlingen opdrachten uit die aansluiten bij hun belangstelling Heel vaak Ik vat de leerstof samen tijdens de les Tamelijk vaak Leerlingen krijgen vrijheid om zelf hun leerinhouden te kiezen Tamelijk vaak Ik ga na of leerlingen de behandelde stof beheersen Vaak Bij het beoordelen van het werk laat ik het proces en de aanpak van de leerlingen meewegen Niet of nauwelijks Bij nieuwe leerstof leg ik vooraf de hoofdlijnen en de lastige punten uit Tamelijk vaak Ik stimuleer dat de leerling zichzelf doelen stelt Af en toe Ik laat leerlingen oefeningen doen om de stof te verwerken Heel vaak Ik laat mijn leerlingen elkaar feedback geven over hun werk Niet of nauwelijks Professionalisering en uw competenties als docent 2. Door het gebruik van ICT behalen leerlingen betere resultaten. noch mee eens, noch mee oneens 3. Kunt u aangeven hoe vaardig u bent in: A: het gebruiken van de computer als didactisch hulpmiddel? helemaal mee eens B: het gebruiken van digitaal leermateriaal? mee eens C: het beoordelen van de bruikbaarheid van digitaal leermateriaal? helemaal mee eens D: het gebruik van een elektronische leeromgeving? helemaal mee eens E: het gebruik van een digitaal leerlingvolgsysteem? noch mee eens, noch mee oneens F: digitaal lesmateriaal van internet aanpassen zodat het geschikt is voor gebruik in de les? noch mee eens, noch mee oneens G: communiceren met leerlingen via ICT? mee eens Schoolfactoren die de inzet van ICT beïnvloeden in de les. 1. In welke mate doen zich de volgende situaties op uw school of instelling voor? A: Docenten krijgen ruimte om met ICT in het onderwijs te experimenteren soms B: De directie volgt wat docenten doen op het gebied van ICT en onderwijs regelmatig C: Teamprofessionalisering op gebied van onderwijskundig gebruik van ICT vaak D: Afspraken over onze werkwijze met ICT in het onderwijs worden bewaakt soms E: Docenten krijgen ondersteuning bij de uitvoering van ICT-gebruik in hun onderwijs regelmatig F: De directie stelt tijd en middelen (ICT) beschikbaar om de onderwijsplannen met ICT te kunnen verwezenlijken soms G: De stand van zaken van ICT-gebruik wordt met docenten besproken regelmatig 2. Welke omschrijving typeert het computergebruik op uw school of instelling het best? 0 Het is de verantwoordelijkheid van elke docent om zelf te bepalen voor welke leerstof en op welke manier zij gebruik maken van ICT bij lesgeven. 3. Kunt u aangeven welke van de volgende ICT aandachtsgebieden volgens u op uw school/instelling de hoogste prioriteit zou moeten krijgen? 0 Educatieve software: programma's en digitaal leermateriaal 4. Welke omschrijving sluit het beste aan op de situatie van uw school? 0 Onze school gebruikt ICT om het onderwijs met kleine stapjes te veranderen en te verbeteren Hartelijk dank voor uw medewerking! ICT – Coördinator Vragenlijst ICT- coördinator met kort afsluitend interview ter motivering/toelichting van de antwoorden. (+/- 10 minuten) Beste ICT- coördinator, In het kader van onze opleiding doen wij een onderzoek naar het ICT-gebruik in het Beroepsonderwijs. Zou u zo vriendelijk willen zijn om deze vragenlijst in te vullen? De vragenlijst peilt de wijze waarop ICT wordt inzet in het onderwijs, de toegankelijkheid van ICT op uw school en de ondersteuning die er geboden wordt. Alvast hartelijk dank! Vragen: 1. Is er op uw school een ICT beleidsplan? Zo ja, sinds wanneer (Jaartal) Er is een SLA die elk jaar wordt aangepast. De directie en het CvB stellen dit op. Wij hebben geen invloed op het visie document. 2. Bent u betrokken geweest bij de opstelling van het ICT beleidsplan? 3. In welke mate doen zich de volgende situaties op uw school of instelling voor? A: Docenten krijgen ruimte om met ICT in het onderwijs te experimenteren 0 soms B: De directie volgt wat docenten doen op het gebied van ICT en onderwijs 0 (bijna) nooit C: Teamprofessionalisering op gebied van onderwijskundig gebruik van ICT 0 soms D: Afspraken over onze werkwijze met ICT in het onderwijs worden bewaakt 0 (bijna) nooit E: Docenten krijgen ondersteuning bij de uitvoering van ICT-gebruik in hun onderwijs 0 soms F: De directie stelt tijd en middelen (ICT) beschikbaar om de onderwijsplannen met ICT te kunnen verwezenlijken 0 regelmatig G: De stand van zaken van ICT-gebruik wordt met docenten besproken 0 soms 4. Welke omschrijving typeert het computergebruik op uw school of instelling het best? 0 Het is de verantwoordelijkheid van elke docent om zelf te bepalen voor welke leerstof en op welke manier zij gebruik maken van ICT bij lesgeven. Kunt u dit nog verder toelichten? De teams zijn er zelfsturend in. Dit is wel binnen bepaalde kaders, zoals een financieel kader. 5. Kunt u aangeven welke van de volgende ICT aandachtsgebieden volgens u op uw school/instelling de hoogste prioriteit zou moeten krijgen? 0 ICT-infrastructuur: bijv. beschikbare PC's, internetaansluitingen, functionerend netwerk Kunt u dit nog verder toelichten? Infrastructuur en de kennis van een docent liggen nauw samen in deze vraag. Bijvoorbeeld het gebruik van ETO laat zien dat sommige docenten er moeite mee hebben om dit te gebruiken maar als de Infrastructuur er niet geweest was was het niet mogelijk om dit te gebruiken. 6. Welke omschrijving sluit het beste aan op de situatie van uw school? 0 Onze school gebruikt ICT om het onderwijs met kleine stapjes te veranderen en te verbeteren Kunt u dit nog verder toelichten? Er verandert nog teveel in deze wereld om ook voor de docenten de rust te geven gaan we niet met alles mee. Hartelijk dank voor uw medewerking! Conclusies - Hoe zetten docenten beroepsonderwijs ICT in hun lespraktijk? - Wat beogen docenten met de inzet van ICT in hun lespraktijk? - Welke docentfactoren (vaardigheden, opvattingen) beïnvloeden de inzet van ICT in hun lespraktijk? - Welke schoolfactoren beïnvloeden de inzet van ICT in hun lespraktijk? Wat heel erg naar voren kwam is dat er veel gebruik word gemaakt van ICT in de lessen en dat het, zeker voor een opleiding ICT, logisch is om daar gebruik van te maken. Ik zag wel een aantal dingen heel duidelijk naar voren komen. Naast dat er veel gebruik word gemaakt van een smartbord, beamer, youtube, powerpoint, oefeningssoftware, verwerkingssoftware en ga zo maar door. Zie je heel duidelijk dat de leraren dit het liefst willen gebruiken als een verduidelijking en verdieping van hun les. Bij ICT word dit ook veel gebruikt voor beeldvorming en ondersteuning om de begrippen en skills beter onder de knie te krijgen. Daarnaast geeft het gebruik van de meeste ICT toepassingen die hier gebruikt word de mogelijkheid om voor afwisseling te zorgen en het tempo zo op de individuele student aan te passen, dat wanneer een student voorloopt of iets achter blijft wel alles overzichtelijk blijft voor de docent. Wat heel bepalend is voor het gebruik van ICT door de verschillende docent is de kunde van de docent, de gemak zucht hoe een docent hiermee om kan gaan, de leeftijd van de docent en de interesse van de docent voor het gebruik van de verschillende nieuwe media. Hier komt ook heel duidelijk naar voren de persoonlijke voorkeuren van een docent om de ‘nieuwe’ ICT gerelateerde zaken te gebruiken. Aanbevelingen Wat een van de belangrijkste zaken is die ik als aanbeveling wil doen en die erg bepalend is voor het gebruik van ICT in het algemeen is dat het werkt. Het wifi netwerk moet werken. Er moeten voldoende aansluit punten zijn voor de stekkers van de laptops. De beschikbaarheid, die ook samenhangt met het wifi netwerk, van Internet. Dit is een van de eerste zaken die een school op orde moet hebben. Waar veel weerstand gaat komen zijn de docenten buiten de ICT opleiding die niet voortdurend met IT geconfronteerd worden. Deze wereld gaat zo snel en de mogelijkheden en onmogelijkheden worden niet door hun gezien. De mogelijkheden die er nu zijn geven te veel onrust. Ergens zal een lijn moeten getrokken worden wat hebben we nodig en wat gaan we gebruiken. Een groot nadeel/voordeel voor de ICT opleiding is dat dit continu verandert. Daarnaast moet er een directie zijn die de voordelen van ICT zien. Die meegaan met de tijd. Die samen met de teams naar mogelijkheden gaat kijken. keuze Literatuurlijst (volgens de richtlijnen van de American Psychological Association (APA). Alleen van toepassing als je zelf literatuur hebt benut voor dit onderzoek.) voorwaardelijk Bijlagen Jos van Tuil “de kijk van de docent” (Tip: dit instrument dient bij 4 verschillende interviews ingevuld te worden. Kopieer deze lijst vier keer voordat je gaat starten met het invullen.) Met behulp van dit instrument is het mogelijk praktijkvoorbeelden van ICT-integratie door docenten te analyseren. Dit instrument maakt het mogelijk het handelen van de docent in relatie tot ICT te bekijken. De docent beantwoordt de vragen en heeft de mogelijkheid om zijn antwoord te motiveren. de kijk van de docent We proberen met dit onderdeel een beeld te vormen van het redeneren achter het handelen van de docent (waarom heeft de docent de ICT-toepassing op deze manier ingezet?). Redenaties over de meerwaarde van ICT-gebruik Meerwaarde van ICT voor het leerproces. Aantrekkelijk (aansluiting bij belevingswereld, betrokkenheid, motivatie). Efficiënt (tijdsaspecten; leerlingen kunnen makkelijk aan de slag). Effectief (het geleerde blijft beter hangen). Meerwaarde van ICT voor het lesgeven. Aantrekkelijk (mijn lesgeven wordt leuker door ICT). Efficiënt (bv. instructie geven aan verschillende groepen op hetzelfde moment). Effectief (bv. groei van leerlingen bijhouden met Excel). Redenaties over vakinhoudelijke kennis, ICT en didactiek Er wordt geredeneerd over: o Vakinhoud in samenhang met ICT. Redenaties over ICT en leerlingen De manier waarop ICT kan inspelen op individuele behoeften van leerlingen (bv. op eigen tempo leren, gedifferentieerde instructie). Redenaties over ICT en het leerproces De manier waarop ICT het doel van de les/opdracht/handeling ondersteunt. Redenaties over ICT en het curriculum Flexibilisering van het curriculum (bv. ICT maakt tijd- en plaatsonafhankelijk leren mogelijk) Redenaties over ICT en de instructie Gebruik van ICT bij instructietechnieken en representaties voor leren en lesgeven over een bepaald onderwerp. Redenaties over de rol die ICT speelt bij de interactie in de leeromgeving Interactie tussen leerlingen onderling wordt bemiddeld door ICT (bv. Facebook). Redenaties over kosten en baten bij het ICT-gebruik Afwegingen van kosten en baten waarbij ICT een positieve rol speelt Kosten en baten m.b.t. het welzijn van leerlingen (we hoeven niet met boeken te slepen). Redenaties over ICT bij leerlingenvoortgang Gebruik van ICT om de voortgang/resultaten van leerlingen te bewaken (voortgang bij te houden of het geleerde formatief te evalueren). Interview docent (+/- 10 minuten) (Advies: spraakopname zodat je wellicht beter antwoord kan geven op de items van “de kijk van de docent”, zie bijlage 3.) Tip: Bedenk van te voren welke vragen je wilt stellen om een motivatie of onderbouwing te verkrijgen voor de antwoorden op “de kijk van de docent”. Hieronder staan al 6 vragen geformuleerd maar wellicht dat je zelf nog goede vragen ter aanvulling kan aanbieden. Let op: Na het interview vul je zelf Bijlage 3 “de kijk van de docent” in. Vragen: 1) Doel van het ICT-gebruik. Wat is het doel van het ICT-gebruik? (Welk effect probeert u te bereiken met de betreffende ICT-toepassing?). Deze les gaat over het installeren van Windows 2012 Server het is volgens mij onmogelijk omdat zonder voorbeeld te laten zien hoe dit werkt. 2) Meerwaarde. Waarom denkt u dat deze ICT-toepassing bijdraagt aan het aantrekkelijker/efficiënter en/of effectiever maken van uw onderwijs? Leerlingen worden geconfronteerd met wat, hoe en waarom ze bepaalde handelingen moeten verrichten. Ook kan ik mooi inspelen op zaken die ik zie/waarneem waar ik denk dat ze in de toekomst mee te maken gaan krijgen. 3) Waarom hebt u ervoor gekozen om deze les/opdracht/handeling te laten zien? Ik kan er niet omheen het is een onderdeel van het KD. Ze moeten dit kunnen ik zou niet een andere manier weten hoe ik ze dit zou kunnen laten zien. Live en realtime. Alle onderwerpen die in het bedrijfsleven naar voren komen kunnen hier ook naar voren komen. 4) Waarom hebt u juist deze didactiek, deze ICT-toepassing en deze vak inhoud samengenomen? Ik zou de stof bijna niet op een andere manier kunnen aanbieden. 5) Wat zou anders zijn in uw les als u geen gebruik had gemaakt van ICT? (bv. verloop van de les, groepering, materialen, etc.) Dan is de les niet mogelijk, de stof die je dan zou moeten behandelen die is dan zo droog en veel dat er voor geen persoon een doorkomen aan is. Het opzetten van een Windows 2012 Server is een hands on job die niet buiten ICT kan. Zeker niet in het onderwijs. 6) Op welke manier gaat u na of u met deze les uw (ICT)doelen heeft bereikt? De dames en heren krijgen een opdracht wat ze moeten realiseren voor het einde van de periode. Tijdens mijn lessen controleer ik in hoever ze al een bepaald onderdeel al af is en geef duidelijk aan waar ze ongeveer moeten zijn. Waar het lastiger wordt is als je te maken krijgt met instellingen. Op dat punt gaan we het ook over stuk communicatie hebben. Hoe laat ik een ICT man de taal van de werkvloer spreken en hoe snapt hij de taal die tegen hem gebruikt wordt. Het doorvragen en het niet meteen met een oplossing komen is voor deze leerlingen een lastige maar wel een hele interessante. Bedankt voor het interview! Observatie instrument (Tip: deze observatie dient bij 4 verschillende lessen uitgevoerd te worden. Kopieer deze lijst vier keer voordat je gaat starten met de observatie.) Tracht onderstaande vragen te beantwoorden tijdens de lesobservatie. Veel succes! Vragen: 1. Welke vakinhoud wordt behandeld? (zelf invullen) Installatie Windows Sever 2012. 2. Geef een korte samenvatting/weergave van het verloop van de les. Na de standaard start met de opening en presentie. Wordt iedereen direct aan de slag gezet om het installatie programma te gaan draaien. Daarna volgt een uitleg waar mee allemaal rekening gehouden dient te worden bij zo’n installatie. Waar de uitdagingen liggen en hoe deze weg te nemen. Na de installatie en uitleg wordt er begonnen met de instellingen. Jos loopt rond en beantwoord hier en daar een vraag over hoe iets opgelost kan worden. Aan het eind van de les heeft iedereen een draaiende Windows Server zonder instellingen. Er wordt gekeken naar wat en hoe de instellingen de volgende keer gedaan worden. 3. Is het een samengestelde of een enkelvoudige (geïsoleerde) ICT-toepassing? samengesteld (meer dan 1 ICT-toepassing) enkelvoudig (1 ICT-toepassing) (Voorbeeld: Als een docent een Powerpoint-presentatie geeft dan is de ICT toepassing van een laptop/PC + beamer + powerpoint samen 1 toepassing). Als de docenten daarnaast verwijst naar een opdracht op de elo is dit toepassing 2: ELO + laptop/PC) ICT-toepassing 1 = Windows Server 2012/lap top/beamer) ICT-toepassing 2 = Server ICT-toepassing 3 = ICT-toepassing 4 = Let op: vul dit onderdeel voor elke ICT-toepassing apart in en meerdere antwoorden mogelijk! 4. Wordt de ICT toepassing 1 ingezet om: De didactiek (wijze van lesgeven) te versterken. Wordt de ICT toepassing 2 ingezet om: Zowel de inhoud als de didactiek te versterken. 5. Welke ICT-middelen worden gebruikt ten behoeve van de les/onderwijssetting? (NB: Hier kunnen meerdere items tegelijk worden ingevuld. Bij deze vraag is het onderscheid tussen hardware, software en de gebruiker (docent en/of leerling) van belang, zie hieronder. Je kan dus meerdere malen scoren per item: als de hardware en/of software wordt gebruikt en voor de docent en/of de leerling.) Voorbeeld Als een docent een Powerpoint-presentatie gebruikt met behulp van een beamer en een PC dan scoor je: PC/Laptop docent leerling Beamer docent leerling Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint) docent leerling Hardware Wie gebruikt de hardware? PC/Laptop docent leerling Mobiele telefoon docent leerling Digibord docent leerling Ipad/tablet docent leerling Foto/video camera docent leerling Specifieke meetapparatuur (bv. coach) docent leerling Beamer docent leerling Vitual Server(andere zelf graag invullen) docent leerling Software Wie gebruikt de software? Presentatiesoftware (bv.. PowerPoint) docent leerling Communicatiesoftware (bv. e-mail, Skype, chat) docent leerling Sociale media (bv. Facebook, Twitter, blogs) docent leerling Internet (als informatiebron) docent leerling Verwerkingssoftware (bv. Word, Excel, Access,etc.) docent leerling Serious games docent leerling Simulatiesoftware (bv. een digitale klok op het digibord) docent leerling Cognitieve ondersteuning software (bv. voor mindmaps) docent leerling Evaluatiesoftware (bv. (adaptief) toetsen) docent leerling Tutor- of oefen -software (bv. rekenen, taal, etc.) docent leerling Foto-, video-, multimedia- bewerkingssoftware docent leerling Web tools (bv. webdesign) docent leerling Elektronische leeromgeving (bv. Blackboard) docent leerling Monitor of planning software docent leerling Inscannen van codes (QR-codes) docent leerling Authorware (is een omgeving waarin zelf een instructie gemaakt kan worden, bv. Educreations) docent leerling Windows Server 2012(andere, zelf graag invullen) docent leerling 6. Onderwijseigenschappen Let op: deze vraag is tweeledig! Kruis aan welke kenmerken je observeert in de les en als ICT een rol hierin speelt, kruis dan het ‘Ja vakje’ aan (speelt ICT geen rol dan hoef je daar niets in te vullen). Voorbeeld De leerlingen zijn zelfstandig aan het werk met het rekenprogramma op hun laptop. Dan scoor je: Individueel en/of zelfstandig ja Onderwijseigenschappen (Welke kenmerken zie je tijdens de les)? Speelt ICT hierbij een rol? Sociale klasorganisatie De leerlingen zijn individueel en/of zelfstandig aan het werk Ja De docent verzorgt een klassikale instructie Ja De leerlingen werken in tweetallen en/of kleine groepjes (samenwerkend leren) Ja Docent rol De docent stimuleert leerlingen, geeft advies en suggesties, stelt vragen Ja De docent draagt kennis over (dikwijls algemeen van aard) Ja De docent geeft instructie gericht op het ondersteunen en aanleren van specifieke kennis en vaardigheden Ja De docent controleert, registreert en beoordeelt de voortgang van de leerling Ja De leerling heeft de rol van: Onderzoeker (leerlingen doen zelf onderzoek, zoeken naar informatie, voeren experimenten uit) Ja Beoordelaar (leerlingen beoordelen zichzelf of elkaar) Ja Uitvoerder (leerlingen voeren de opdracht uit) Ja Toehoorder (leerlingen luisteren naar de instructie) Ja Creator/constructeur (leerlingen produceren zelf, zijn creatief) Ja Sturing onderwijsactiviteit of lesaanbod Leeractiviteiten wordt bepaald door de leerling Ja Snelheid wordt bepaald door leerling Ja Leeractiviteiten worden bepaald door docent (of didactisch medium) Ja Snelheid wordt bepaald door docent (of didactisch medium) Ja Evaluatie en Feedback Formatieve evaluatie (gericht op bijsturing) Ja Summatieve evaluatie (beoordeling ter afsluiting) Ja Directe feedback (goed/fout reactie) Ja Informatieve feedback (goed/fout reactie met toelichting) Ja 7. Zijn er problemen die een barrière opleveren bij de inzet van ICT in de les? (B.v. doordat er onvoldoende ICT-middelen aanwezig zijn.) Ja Nee Indien ja, welke? Barrière/ beperkingen met betrekking tot… Middelen/bronnen en materialen Problemen gerelateerd aan ondersteuning van de ICT activiteit door bijvoorbeeld docenten, ouders, directie, ICT-coördinator Technische problemen Organisatorische problemen (e.g. tijdsgebrek) Overig, te weten:………(graag invullen) Einde observatie