0603 Seizoenen

advertisement
INHOUD
CONSUMENTENNIEUWTJES
REDACTIONEEL
Consument wil zuivere bio
2
MOESTUIN
De moestuin in de zomer
3
Consumentennieuwtjes
Ecogarantie op was- en reinigingsmiddelen
Vis bij beetjes
Bio op vakantie in Europa
32
35
36
40
VOEDING
UIT DE PRAKTIJK
Hoera, mijn onkruid doet het goed
Effectieve micro-organismen
Velt-afdelingen op beurzen
11
13
16
Zomerkoken
Barbecue
Duurzaam met smaak
42
44
47
EN VERDER
UITGELEZEN
puur.
Bio op je bord. Gezond aan tafel
18
18
Leve(n)de tuin
Waarheen
Zoekertjes
Koopjes bij Velt
19
29
30
49
SIERTUIN EN LANDSCHAP
Tijdelijk eindeloos genieten
Faam en schaam in openbaar groen
20
28
MIDDENIN
Activiteitenkalender: kijk naar wat er leeft.
Seizoenen juni 2006/ 1
CONSUMENT WIL ZUIVERE BIO
In enkele landen van Europa, waaronder Frankrijk, is er nogal wat heibel rond een
aantal voorstellen van de Europese commissie voor de herziening van de wetgeving
over biologische landbouw. Sommige commentaren stelden dat biologische producten in de toekomst wel eens scheikundige pesticiden en ggo’s zouden kunnen
bevatten en dat het voortaan verboden zou zijn om aan te geven dat een bepaalde
landbouwmethode striktere normen hanteert dan de Europese reglementering.
Een en ander is evenwel wat uit zijn context gerukt. Zowel Bioforum als Velt volgen
de ontwikkelingen op de voet en geven advies aan de bevoegde instanties. Concreet
gaat het over vijf vragen en onze antwoorden:
• een mogelijke gelijkschakeling van het percentage toevallige ‘besmetting’ met
ggo-ingrediënten in bioproducten aan deze in gangbare producten (0,9%) is niet te
accepteren. Dit is een kwestie van sluitende afspraken op Europees niveau en het is
duidelijk dat de aansprakelijkheid bij de ggo-sector moet liggen.
• een aparte aanduiding van een bio-ingrediënt in een verwerkt product, zoals bionootjes in een Marsreep, is voor Velt onaanvaardbaar. Zoals nu is de 95%-bio-regel
voor de ingrediënten in een verwerkt product voor de consument perfect en correct.
Niet aan tornen dus, tenzij misschien voor cateringbedrijven die veel moeite hebben
om alle ingrediënten van bijvoorbeeld bedrijfsmaaltijden voldoende in bio te vinden;
zij zouden moeten kunnen stellen dat bijvoorbeeld de aardappelen biologisch zijn.
• termen als bio en eco moeten niet alleen op de producten, maar ook in reclame,
bedrijfsnamen en merknamen, garant staan voor ‘gecontroleerde biologische productie’. Dat moet ook Europees zo geregeld zijn.
• het verplichte gebruik van het Europese biologo vinden we te weinig duidelijk voor
de consument omdat het logo teveel lijkt op andere Europese labels zoals deze voor
streekeigen producten of voor erkende herkomstbenamingen. Zolang er geen beter
Europees biologo is, houden we vast aan het Biogarantie®logo.
• geïmporteerde biologische producten moeten blijvend voldoen aan gelijkwaardige
normen als deze in Europa. Dan pas is eerlijke handel mogelijk.
Conclusie, volgens de woorden van profvoetballer Bob Peeters in de promotiecampagne van de Bioweek: “Bio moet straf spul blijven!”
Luk Naets
2/ Seizoenen juni 2006
DE MOESTUIN IN DE ZOMER
LIEVEN DAVID
Eindelijk zomer. Veel zaaiwerk is er niet
meer in de tuin. Het is nu vooral de
periode van oogsten en genieten.
PLUKTUIN
• Zaaien
De hele zomer zaai ik regelmatig bladgroenten op een manier die ik zelf op
punt heb gesteld. Zo hoef ik de hele
zomer niet voor te kweken en te planten. Vaak is dat een heel gedoe bij droog
weer.
Hoe ga ik te werk? Ik meng een afgestreken soeplepel zaadmix van diverse
rassen (of soorten) met een halve emmer
gezeefde compost en een handvol basaltmeel. Basaltmeel helpt het vocht vasthouden en krikt de pH wat op. Van het
bed waar ik ga zaaien schep ik het bovenste – en dus minst verteerde – laagje
mulch in een emmer. Daarna strooi ik
het zaad-compostmengsel breedwerpig
uit. Ik druk het zaaisel met de hark aan
en mulch meteen weer heel licht met
de mulch die ik eerder weghaalde. Bij
voorkeur zaai ik als het weerbericht wat
regen belooft. Anders kom ik een paar
dagen met de gieter langs. De zaadjes
kiemen vlot en de zaailingen vinden in
de compost meteen wat verse voeding.
Uitdunnen hoeft bijna niet: de meeste
plantjes staan op een respectabele
afstand van elkaar. Weken- tot maandenlang kan ik gewoon van de grootste
planten oogsten.
Wat zaai ik volgens deze methode?
• Bed 5 krijgt per 1 juli een mengsel van slarassen – vooral bataviatypes
– over zich heen. Op bedjes 11 en 17
zaai ik tijdens de eerste helft van juli een
mengsel van diverse brede tot gekrulde
andijvierassen tussen de rijpende knoflook. Zodra die geoogst is, mogen sla en
andijvie zijn plaats innemen.
• Eind juli zaai ik tussen de broccoli diverse mengsels: in bed 2 is dat een mix
OPENDEUR IN DE LUSTHOF
De Lusthof staat nu vol zomers lekkers. Iedereen is
welkom om de tuin te bezoeken en te proeven van
al het lekkers op 23 juli. Voor meer info kijk je op
www.freewebs.com/lusthof of bij de Activiteitenkalender
(in het midden van Seizoenen) bij Hageland (VlaamsBrabant), p. VI.
Seizoenen juni 2006/ 3
JAPANSE KLIS
Ik teel niet die wilde vorm waarvan de wortel vooral medicinale eigenschappen én een opdringerige smaak heeft, maar
een Japanse kweekvorm Takinogawa Long. Deze ontwikkelt
een dikkere wortel die ook milder smaakt. Hoewel dit ras
volgens literatuur tot 80 cm lang en een arm dik kan worden, blijft het formaat bij mij beperkt tot dat van een flinke
schorseneer. Er zijn overigens wel meer gelijkenissen tussen
schorseneer en kliswortel: de donkerbruine schil, het witte
vruchtvlees en het hoge gehalte aan inuline.
De grote hartvormige bladeren zijn donkergroen, aan de onderzijde grijswit en fluwelig behaard. Een decoratieve plant
dus, die verder geen omkijken vraagt: de bladeren onderdrukken kiemende onkruiden in de buurt en van ziektes of plagen
heeft deze sterke groente geen last. Van oktober tot april is
kliswortel oogstbaar. In onze keuken stoof ik hem even in
olijfolie of is het een extra ingrediënt in pompoensoep.
van peterselierassen, in bed 8 komt
kervel en in bed 14 een mengsel van
Chinese kool, paksoi, mizuna en nog
enkele mosterdrassen. Wanneer de laatste broccoliplant verdwenen is, staan alle
koolbedjes al weer vol lekker groen.
• Veldsla bestaat in veel rassen en is met
geen enkele andere groente verwant: een
ideale nateelt dus. In de loop van augustus strooi ik regelmatig een emmermengseltje op alle vrijgekomen plekjes.
Wat zaai ik nog gewoon?
In de tweede week van juli stop ik voor
de laatste keer wat zaden van staakprinsessenbonen in de grond – dit keer
aan acht bonenstaken. Eind juli zaai ik
het laatste rijtje van struikboon Paloma.
Zo blijven we tot diep in het najaar verzekerd van verse sperzieboontjes.
4/ Seizoenen juni 2006
Op de plaats waar de erwten stonden,
komt nu Japanse klis. De grond maak
ik plaatselijk diep los met de woelriek en
dan zaai ik om de 30 cm en 1 cm diep
een drietal zaadjes. Na opkomst laat ik
telkens de sterkste zaailing staan.
• Wieden
In de pluktuin thuis beperkt het wieden
zich tot maximaal een half uur per week.
Bij voorkeur als het droog is: dan kan
het onkruid gewoon blijven liggen en
deel uitmaken van de mulchlaag. Die
vul ik wekelijks lichtjes aan, met grasmaaisel dat ik van een buur krijg.
Eigenlijk kan ik mijn wiedronde nauwelijks werken noemen. Soms zit of sta ik
die weelde aan groenten te observeren of
snoep ik van de bessen. Of ik ontdek tijdens het wieden interessante zaailingen
en beestjes om te determineren.
KNOFLOOK OOGSTEN EN BEWAREN
Op bedjes 5, 11 en 17 staan vanaf half
juli de verschillende rassen knoflook af
te rijpen. Zodra de helft van het loof
gelig wordt, trek ik de hele plant uit. In
het tuinhuis laat ik de geoogste knoflookplanten op een schap gespreid nadrogen.
Dit jaar weeg en bekijk ik al die bollen
eens extra. In totaal doen er namelijk
twintig rassen mee aan een vergelijkende
rassenproef. Hun namen zijn vaak wonderlijk: Spaanse Reus, Vallalado, Muziek,
Fokhagyma, Incelium Red… Ook de
smaak wil ik wel eens vergelijken, maar
daar verwacht ik niet zoveel verschillen.
Voor de niet-bloeiende rassen van het
type Sativum wacht ik een dikke week,
tot het loof helemaal geel is, maar nog
niet helemaal verdord. Dan vlecht ik
mooie knoflookstrengen, zoals je die op
de markt in Frankrijk koopt.
De meeste rassen in mijn tuin behoren tot het type Ophioscorodon, in het
Engels toepasselijk hardneck genoemd.
Deze knoflook staat dichter bij de wilde
knoflook. De plantjes produceren een
bloemstengel met daar bovenop tientallen broedbolletjes. Dit type bewaart
vaak minder goed dan Sativum, maar
de tenen zijn veel makkelijker te pellen.
Van deze hardnecks laat ik bladeren en
stengels volledig verdorren. Daarna knip
ik het loof af tot op 5 cm van de bol. Ik
bewaar de bollen in kistjes gespreid.
Het afgesneden loof belandt in een gierton, waar het tot een smerig stinkend
afweermiddel tegen woelmuizen gist.
aan de pergola: Lagenaria Siceraria
‘Cucuzzi’. Dit Italiaanse kalebasras
laat zich net zoals de fleskalebas – en
alle anders gevormde soortgenoten –
kweken. Op 20 april zaai ik ze warm,
eind mei worden ze buiten uitgeplant.
Ik voorzie elke plant regelmatig van
vocht en voedsel, door een scheut
verdunde smeerwortelgier aan de voet
te gieten. Het liefst zouden mijn vier
kalebasplanten natuurlijk in de serre
staan, maar hun weelderig gewas zou
alle andere teelten in de verdrukking
brengen.
In onze goed beschutte tuin lukt de teelt
ook, bij voorkeur aan de pergola. Het
duurt wel een paar maanden voor de
ranken de hele pergola veroveren. Bezoekers laat ik altijd even wrijven en ruiken
aan het blad van die Lagenaria’s: naar
verbrand katoen ruiken – of stinken – ze!
De witte kalebasbloemen openen zich
’s avonds voor de nachtvlinders en na de
bestuiving verschijnen de langgerekte
lichtgroene vruchtjes. Voor de keuken
Lagenaria
Siceraria
“Cucuzzi”. Deze
kalebas kan je
niet bewaren
maar is heerlijk
als hij vers
geplukt is.
CULINAIRE KALEBAS
Wanneer rond half augustus de dagen
merkbaar korter worden, hangen ze
Seizoenen juni 2006/ 5
mogen ze niet volledig uitgroeien: bij
een lengte van maximaal 40 cm snij ik ze
af. Een handige truc – ook bij courgettes
– is deze: zolang ik met mijn duimnagel
makkelijk door het vel van deze kalebas
kan duwen, is hij op zijn lekkerst. En
lekker zijn die Cucuzzi’s: gestoofd in
olijfolie, met enkele tenen look, of in een
gemixte soep. De smaak is aspergeachtig
vind ik; “maar wel véél lekkerder”, zegt
onze jongste dochter. Vanaf nu, tot de
vorst er een eind aan maakt, blijven onze
kalebasplanten massaal vrucht dragen.
Inmaken of invriezen dan maar? Nee,
want dan verdwijnt het fijne aroma.
Het is dus een kwestie van de dag zelf te
plukken en de overvloed uit te delen.
Dochterlief en ik zijn het er al jaren over
eens dat Cucuzzi de heerlijkste kalebasvariëteit is: sommige andere rassen smaken ronduit bitter, die zijn uitsluitend
voor de decoratie geschikt. Overigens
probeer ik elk jaar zo één Cucuzzivrucht
te laten afrijpen en nadrogen. Een zware
OP VAKANTIE
We vertrekken elke zomer met een gerust hart voor acht
tot tien dagen naar het zuiden. Tussen onze bagage smokkel ik enkele kilo’s tomaten en komkommers, met name
van die kleinvruchtige, stevige rassen. Die zijn beter bestand tegen transport en bewaring dan vleestomaten of
lange komkommers.
De huisoppassers hebben maar weinig werk: poes en kippen verzorgen, een paar terraspotten water geven... En ze
mogen naar hartelust oogsten uit de pluktuin. De serre
is ook in vakantiestemming, want onderhoudsvrij. Het
buizennetwerk is zo ingesteld dat eventuele regen uitsluitend loopt naar het linkerdeel van de serre waar komkommer en paprika staan. De dag na onze terugkeer ga ik één
uur wieden in de pluktuin en dan nog één uur tomaten
verzorgen. Klaar!
6/ Seizoenen juni 2006
knots van vele kilo’s en 120 cm lang doet
er in onze kelder minstens een half jaar
over om in te drogen tot een okerkleurig
lichtgewicht met rammelende pitten
binnenin.
HET VOORRAADVELD
Veel zaai ik niet meer op het voorraadveld. Alleen een rijtje winterrammenas:
een mengsel van Ronde Zwarte, Lange
Zwarte, Shogoin Giant – die wordt makkelijk een paar kilo zwaar – plus nog
enkele andere. Ik zaai ze half juli veilig
onder het gaas van het wortelbed.
• Wieden
Wieden is ‘s zomers nauwelijks een karwei in een permacultuurtuin. Het veld
in Tielt heeft een flinke hooilaag, maar
hier en daar komt er toch een eenjarig
onkruidje piepen. Een handvol hooi
erop gooien is onkruid bestrijden én de
grond verrijken tegelijk. Als er toch een
dappere distel of ridderzuring door de
mulchlaag komt, trek ik die makkelijk
uit de mulle grond. Een invasie van
brandnetel aan de rand van het perceel
beantwoord ik met de zeis. Het netelmaaisel gooi ik het giervat in of strooi ik
rond de wassende koolplantjes.
In het wortelbed wied ik van eind
juni tot eind juli één keer per week.
Eerst schuif ik die oude varkensroosters tussen de rijen twee keer heen en
weer. Onkruiden die door de roosters
heen kwamen piepen, geven na deze
ruwe behandeling meteen de geest.
Echt wieden doe ik bij elk wekelijks
bezoek nog wel in de rijen, maar daar
kruipt steeds minder tijd in. Na enkele
wiedbeurten, zo rond begin augustus,
domineert het wortelloof het hele bed
en neem ik de roosters weg.
Vanaf half juli zijn er elke week enkele
daikons oogstklaar, en vanaf half augustus oogsten we de eerste wortels van het
ras Nantes.
De pompoenplanten hebben het inmiddels uitstekend naar hun zin in
en op mijn zonnig vruchtbaar stukje
Tielt. Overal waar een hokkaido- of
butternutplant met een stengelknoop
de verterende mulchlaag raakt, verschijnen hongerige adventiefwortels.
Die maken dan meteen gretig gebruik
van al dat voedsel. Zo ranken mijn
honderd pompoenplanten meters ver,
tot ze het hun toegemeten deel van het
veld ruimschoots bedekken. Een dapper
onkruidje dat nog door die bladermassa
heen kan komen!
• Oogsten
Op het veld rijpen de zaai- en plantuien
af omstreeks eind juli. De geoogste uien
leg ik in bakken die ik thuis tussen de tomatenplanten in de serre plaats. Na twee
weken is het loof voldoende ingedroogd
om strengen te kunnen vlechten. Ik
vlecht voor de stevigheid altijd een jute
touw tussen de uien door. Als zo’n uienrist lang en vooral zwaar genoeg is, maak
ik bovenaan een ophanglus in het touw.
De risten hang ik op in het tuinhuis aan
enkele stevige spijkers: droog, overzichtelijk en plaatsbesparend.
Vanaf de langste dag tot aan het eind
van de zomervakantie rooi ik regelmatig aardappelen: Berber bijt de spits af,
en dan volgen Cherie, Catriona… tot
uiteindelijk Corne De Gatte en Peruvian
Purple de rij sluiten. Van die tien rassen
– elk vertegenwoordigd door gemiddeld
tien planten – zijn er natuurlijk meer
Turkish sweet delight (boven) en Yatsufutsa (onder) zijn
slechts twee peperrassen die ik tot sambal verwerk. Vorig jaar
maakte ik ook pure smabal van Grandpa’s Home Pepper. Op
die potjes stond de waarschuwing “heel heet”.
Seizoenen juni 2006/ 7
gevoelige en meer resistente. Door de ruime plaats
die ze krijgen en door de even ruime vruchtwisseling slaat de aardappelziekte zelden toe en dan nog
beperkt. Het is altijd een feest om week na week
die diversiteit aan knollen uit de zwarte grond te
halen.
VRUCHTBARE TSJERNOZEM
Come F1 (1) en Dingdong F1
(2) zijn hybriden van eigen maak.
Ik bestuif gewoon een bloemetje
van lekker en productief ras A met
stuifmeel van een ander prima ras B.
Melothria Scabra (1) is een
schattig klein augurkje dat ook in
tomatenplanten klautert.
Aunt Ruby’s German Green (2):
zoet, aromatisch, sappig en toch
helemaal groen bij rijpheid.
San Marzano Gigante (4) levert
emmers vol langwerpige romatomaten
die ik massaal inmaak.
1
8/ Seizoenen juni 2006
Ik moet tijdens het aardappelen rooien telkens met
een glimlach terugdenken aan onze aardrijkskundeleraar (bijgenaamd Boeddha), die hoog opliep
met de Russische tsjernozem. Als eeuwenlang steppegras ter plaatse vergaat, ontstaat een soms metersdikke laag vruchtbare zwarte grond. Een feest
voor de boer, want bemesten hoeft hij zijn leven
lang niet te doen. Mijn tsjernozem in Tielt is nog
maar tien centimeter dik: gewoon door tien jaar regelmatig te mulchen met gras uit een nabijgelegen
natuurreservaat. Deze vruchtbare – want bedekte
– bodem weerstaat ook prima droogteperiodes en
wolkbreuken. Een schril contrast met de klassiek
bewerkte velden in het hellende Hageland: de zon
verschroeit ze, een onweersbui erodeert ze tot diepe
geulen. Als boerenzoon gruw ik van die aanblik.
2
DIVERSITEIT IN TOMATEN
In de serre staan 60 tomatenrassen. Elk
ras wordt door één plant vertegenwoordigd en heeft zijn eigen manier van
produceren, ziektegevoeligheid, smaak,
verwerkingsmogelijkheden… Ik noteer
de nodige gegevens, ze bepalen mijn rassenkeuze voor volgende zomer.
Sommige tomatenplanten vallen in
de loop van de zomer helemaal door
de mand wegens niet lekker, veel te
gevoelig voor ziektes of niet productief genoeg. De ergste gevallen ruk ik
gewoon uit de grond: zo krijgen de
buurplanten meteen wat meer plaats.
Wijkers en blijvers, noem ik dat.
Eén dag per week werk ik twee keer
een half uur in de tomatenplantage.
’s Morgens pluk ik de onderste bladeren
en verwijder ik de ongewenste dieven.
Vroeger plukte ik enkel de verdorde
tomatenbladeren, maar dit voorjaar
vertelde Paul Renders (ex-beroepsteler)
me dat een tomatenplant aan 15 tot 17
bladeren genoeg heeft om goed vrucht
te zetten. Hoe meer blad je plukt, hoe
beter de luchtcirculatie en hoe minder
3
ziektes en plagen, beweert hij. Ik tel deze
zomer dus tomatenbladeren…
Overigens is de ochtend het beste
moment om blad te plukken: de
planten zitten vol sap en door die
turgor – zo heet dat sap – breken de
bladeren beter af. Ook kan het gewas
nog goed opdrogen na deze ingreep.
Opbinden is dan weer een half uur
werk ’s avonds. De wat slappere tomatenplanten hebben al de hele dag water
verdampt en laten zich nu makkelijker
om het touw draaien.
• Oogsten op het gevoel
De tomatenjungle hangt de hele zomer
vol eetbare diversiteit. Iedere dag is het
hier tomatenproeverij en het mooie is
dat er voor elk wat wils is. Zelf heb ik
mijn eigen favorieten, maar ook vrouw
en dochters weten welke rassen ze het
lekkerst vinden. Enkele weken lang
piekt de productie ver boven wat wij
kunnen verwerken, maar familie en
vrienden zijn al jaren geabonneerd op
onze overschotten.
Zelf tomaten telen heeft het voordeel
dat ik ze zo rijp kan plukken als ik
4
Seizoenen juni 2006/ 9
wil. Niet op kleur, maar op smaak
plukken is de kunst. Het verschil tussen een rode, maar onrijpe tomaat en
een volrijpe, even rode tomaat zit binnenin: daar zet een rijpingsenzym het
zetmeel om tot enkelvoudige suikers
en dat proef je. Vooral vleestomaten
worden door dit rijpingsproces een tikkeltje malser. Wijlen mijn tomatenmaat
Louis kon ondanks zijn gedeeltelijke
kleurenblindheid feilloos voelen wanneer zijn dikke tomaten rijp waren. Bij
de meeste kleinere rassen speelt nog
een ander rijpingsfenomeen mee: hun
vruchten laten het steeltje vlot los als ik
ze met zachte hand probeer te plukken.
Ook romatomaten pluk ik op dit gevoel:
enkel de rijpste vruchten mogen naar de
keuken.
IN DE KEUKEN
De overdaad aan knoflook en vooral
basilicum verwerk ik deels tot pesto.
Bokaaltjes van dit pittige spul gaan de
diepvriezer in en zullen ons tot de volgende oogst culinair verwennen.
Pikante pepers verwerk ik voorzichtig tot
Sambal Maison. Pepertjes opensnijden is
Basilicum wordt
verwerkt tot
pesto. Een recept
hiervoor vind je
op p. 42.
10/ Seizoenen juni 2006
vragen om gloeiende vingers, pijnlijke
ogen, of erger. Dus gaan de hele vruchtjes, samen met zeezout en appelazijn,
in de mixer. Ook hiervan vul ik enkele
potjes af die ik gewoon in de kelder bewaar. Deze hete smaakmaker gebruiken
we het hele jaar door: sambal is immers
veel makkelijker te doseren dan een heel
of een half pepertje.
Elk jaar maak ik ook een flinke voorraad tomatensaus. Ik kook enkele kilo’s
roma’s, mix ze fijn en een giet de hete
brij in bokalen. Schroefdeksel erop, omdraaien en klaar. Deze gepasteuriseerde
passata zal later als prima basis voor
tomatensoep of -saus dienen.
Omstreeks de langste dag staan de
kruiden in tuin en natuur op hun best,
barstend van de zonne-energie. Het
aanbod is nu ook overweldigend groot:
sint-janskruid, akkerhoningklaver, balsemwormkruid, driekleurig viooltje,
duizendblad, kattenkruid, paardenbloem, varkensgras, zwarte bessenblad…
zijn maar enkele van mijn favorieten. Uit
al die kruidige overdaad oogsten vind ik
een heerlijk en eenvoudig werkje: zowel
in de pluktuin als in de ruige weide in
Tielt pluk ik een paar manden vol, alle
kruiden door elkaar.
Op een verduisterde luchtige plek in
ons tuinhuis laat ik de kruiden een week
lang drogen tussen twee doeken. De
eerste twee dagen graai ik een paar keer
door de drogende planten zodat er wat
extra lucht tussen komt en schimmels
geen kans maken. Na een week haal
ik de gedroogde oogst binnen. Ik knip
de kruidenmix fijn, stop ze in bokalen
en onze gemengde familiethee is klaar.
Lekker, gezond voor lijf en geest, en nog
gratis ook.
UIT DE PRAKTIJK
HOERA, MIJN ONKRUID DOET HET GOED
Jaren geleden, op een hete zomerdag,
onkruid wiedend in een stukje tuin
met arme bodem, een zwaar filosofisch
moment. Ik stel me de vraag hoeveel
tijd de mensheid al gestoken heeft in het
bestrijden van ongewenste kruidgroei.
Waarom groeien onkruiden altijd het
best?
Deze dag krijg ik de grootste Aha-Erlebnis van mijn leven. Het is het begin van
observatie en lessen leren van onkruid.
Onkruid blijkt de oplossing voor heel
wat van mijn tuinproblemen, het wordt
zelfs een fijne samenwerking.
Dat was in de laten jaren ‘70, toen
biologisch landbeheer een vies woord
was en iedereen meeging in high techlandbouw. Landbouw betekende een
oorlogsvoering met Onkruid en Vieze
Beestjes, de Vijand.
Onkruiden zijn planten. Ze produceren
een massa vezels. Hun vezels helpen de
bodem. Ik trek onkruid uit en leg het ter
plekke neer, naast en op elkaar, als een
matje dat de bodem beschermt tegen
felle zonneschijn en harde regeninslag:
een mulchlaag. ‘Propere’ grond is niet
noodzakelijk gezonde grond. Het onkruid heeft een rol. Beetje bij beetje
begon het me te dagen dat hoe meer
onkruid ik heb, hoe meer ik aan de
mulchlaag kan werken en hoe beter het
is voor de bodem.
De eerste onkruiden zijn kolonisators,
zij bereiden de weg voor voor andere
die later komen en houden de bodem
samen. Ik verwijder ze niet meer, maar
probeer ze te bevorderen. Dit geeft lekker veel materiaal voor de mulchlaag.
Deze houdt goed water vast en er ontwikkelt zich een gevarieerde en levendige bodemactiviteit.
Zo wordt de ideale situatie voor andere kruidgroei gevormd. Grassen laten
groeien en in zaad laten komen, betekent
niet dat ze de moestuin overnemen. Ze
worden gebruikt om de mulchlaag aan
te vullen. Hergroei van de uitgetrokken
planten vermijd je simpelweg door de
grond van de wortels te schudden en de
wortels in de vlakke zon te leggen. Ze
drogen uit en de plant zal niet opnieuw
wortelen. De bodem verrijkt en er komt
heel wat klein leven in, dat onder meer
de zaden opeet vóór het tot kieming kan
komen.
Ook bloeiende graslandplanten banen
hun weg: de paardenbloem met zijn
brede bladeren en diepe penwortel. Een
Seizoenen juni 2006/ 11
echte mijnwerker die voedingstoffen
naar boven haalt. Nu de toplaag vezelrijk
is en alle voedingstoffen voldoende vasthoudt, is het zinvol om een mijnwerker
zijn gang te laten gaan.
Door de
onkruiden in je
tuin te gebruiken
als mulch, verrijk
je de grond en
krijg je mooie en
gezonde planten.
Ik verwelkom elke nieuwe plant in de
tuin. De mulchlaag maakt het makkelijker om onkruid uit te trekken, de
bodem is nu zacht. De planten worden
groter en produceren meer vezel en dus
ook meer mulch. Ik geniet van deze
nieuwe vorm van ‘vicieuze cirkel’. Mijn
onkruid wordt mooier en rijker. En ook
de bodem wordt rijker.
Er is een soort van verzadigingsmechanisme aan het werk. De verschillende onkruiden geven generositeit
terug aan de bodem. Ze maken zichzelf
overbodig en ruimen plaats voor andere
onkruiden en hun bijhorende dierenleven. Dat is het omgekeerde proces van
een overbegraasde wei die zich vult met
distels en de boodschap geeft: ‘blijf van
me af ’.
Ik strijd niet meer tegen onkruid. Ik
houd ervan. Het zijn planten die een rol
hebben als producenten van vezels voor
de bodem. Ze zijn vrijwilligers, met de
pit en het enthousiasme ervan. Ze zijn
de eerste levensvormen in een leeg landschap, ze starten het bodemherstel. Ze
zijn zo hard van plan om de bodem te
herstellen dat ze altijd terugkomen, al
haal je ze keer op keer weg. Dat enthousiasme kan je beter gebruiken dan bestrijden. Ze kennen hun rol en niemand
zal hen tegenhouden.
Meewerken met onkruid is een ervaring
die me veel voldoening schenkt. De
bodem is nu vezelrijk, houdt water vast
en heeft alles in huis voor een goede groei
van graan, groenten en fruit, inclusief
een druk en divers bodemleven.
Opnieuw en opnieuw merk ik dat de
natuur snel reageert om me te helpen bij
wat ik deed om de natuur te helpen.
Marcel Werps
Een Vlaming in Australië
12/ Seizoenen juni 2006
EFFECTIEVE MICRO-ORGANISMEN:
NUTTIG VOOR DE ECOLOGISCHE TUINIER?
MARC GEENS
Een gezond bodemleven met veel bacteriën, schimmels en andere kleine en
grote organismen zoals regenwormen,
wordt steeds gezien als gunstig voor het
bekomen van een optimaal resultaat in
de nutstuin.
Binnen Velt zijn er tuiniers van alle slag,
waarbij de ene zich volledig oriënteert op
permacultuur of strikt bio-dynamische
principes en anderen eerder opteren voor
methodes uit de integrale teelt maar met
biologisch aanvaardbare hulpmiddelen.
Toch kunnen we stellen dat velen naar
eigen inzicht en vermogen een methode
ergens tussen deze brede waaier hebben
eigen gemaakt, waarbij het Handboek
ecologisch tuinieren van Velt vaak als ‘referentie’ wordt gehanteerd.
Het gebruik van producten kan deze
resultaten soms nog verbeteren, maar
vaak nemen de problemen toe met de
toename aan opbrengst. In het verleden
werden al veel biologische hulpmiddelen
aangeprezen en getest, waarvan de ene al
gunstiger effecten heeft dan de andere.
De laatste tijd springen de publicaties
over Effectieve Micro-organismen (EM)
met een hoog hoera-gehalte er vaak
bovenuit.
WAT EN WIE?
De EM-technologie werd ontwikkeld
door professor Teruo Higa uit Japan. Hij
zocht een oplossing die de productie van
dichtslempende rijstveldgronden kon
verbeteren. Hierbij stootte hij op een
kunstmatig mengsel van bijna 100 verschillende micro-organismen dat deze
job kon klaren.
Deze mengcultuur van gunstige microorganismen bleek veel beter te werken
dan de individuele soorten in pure vorm.
Hij noemde deze groep van gunstige organismen Effective microorganisms en zo
werd EM geboren. In EM bevinden zich
verschillende bacteriën, hoofdzakelijk
stammen van lactobacillus, fotosynthetiserende bacteriën, schimmels en actinomyceten. Het bestaat uit lokaal (lees:
Japan) geïsoleerde micro-organismen.
Sindsdien werden er meerdere mengsels
aangemaakt die ook werden ingezet in
de veeteelt en waterzuivering. Volgens
Higa is EM heel vaak geëvalueerd en
wordt het heel veel gebruikt. Niet enkel
de productie van het geteelde gewas zou
omhoog gaan, ook de houdbaarheid en
de kwaliteit van de geoogste producten
zou toenemen.
GEEN WETENSCHAPPELIJKE BASIS
Er bestaat maar weinig wetenschappelijk onderzoek over
EM. De meeste artikels over EM zijn niet wetenschappelijk. De Universiteit van Wageningen deed enkele jaren
geleden al onderzoek op de effecten van EM op grasland.
Onlangs werd ook een onderzoek afgerond over de effecten van EM op drijfmest. Telkens werd vastgesteld dat er
geen verschil is. Veel geld voor twijfelachtige resultaten.
Seizoenen juni 2006/ 13
OOK ÖKO-TEST SCEPTISCH
Zowat iedereen zal de wenkbrauwen fronsen als hij of zij
wordt geconfronteerd met wondermiddelen die zorgen
voor een rijke oogst, die zowel het drinkwater, als de
kookplaat en het tapijt reinigen, die daarnaast ook nog
kunnen worden ingezet voor de bereiding van zuurkool
of het rijzen van deeg en als klap op de vuurpijl mogelijk nuttig zijn in de strijd tegen kanker. Als we de verkoopspraatjes of de getuigenissen van gebruikers mogen
geloven, doen EM dat allemaal.
Jammer genoeg ontbreken de wetenschappelijke bewijzen, stelt Öko-Test (ÖT). Bij het Instituut voor Wijn- en
Tuinbouw van Beieren heeft men de nodige proeven
gedaan: bij de teelt van tomaten hingen aan 10% van
de planten merkelijk grotere vruchten. Het jaar nadien
was er op hetzelfde perceel evenwel geen verschil tussen
spruiten die met EM waren behandeld en deze die enkel
verdunde melasse hadden gekregen. Bij de kweek van
komkommers in een plastic tunnel konden EM evenmin
een verschil maken. De onderzoekers van het Instituut
besluiten dan ook dat er geen gegarandeerd voordeel is
bij een toepassing van EM. Franz-Peter Mau, de zaakvoerder van de Duitse EM-vereniging, bekritiseert deze
wetenschappelijke benadering omdat ze geen rekening
houdt met de natuur als geheel en met het ‘onmeetbare
fijnstoffelijke’.
Dit ruikt niet alleen naar religiositeit, in Thailand bijvoorbeeld wordt EM zowaar als een godsdienst verspreid
via de Kyusei Nature Farming. En, geloof doet wonderen.
Bij de 20.000 boeren die EM gebruiken, zijn er naar
verluidt positieve effecten. Of die meeropbrengst ook in
verhouding staat tot een kost van zo’n € 25 per hectare
– bij een levensstandaard die 1/20 bedraagt van die in
Japan – is niet duidelijk. De Boeddhistische boeren daarentegen moeten van EM niets weten: onnatuurlijk en
industrieel geproduceerd spul.
Luk Naets
Bronnen: Öko-Test, Horizon Solutions
14/ Seizoenen juni 2006
Om de gewassen die geteeld worden volgens de EM-methode te ondersteunen,
zijn er speciale preparaten en recepten
(mengsels van verschillende EM-preparaten) beschikbaar om ziekten en plagen
te bestrijden. Ook vereist EM een ruime
toediening van organisch materiaal dat
moet dienen als ‘koolstof ’bron omdat
de micro-organismen teren op de koolstof en het organisch materiaal om weelderig te groeien in harmonie en synergie
met de andere micro-organismen.
Tot zover het overzicht… Wat is hier nu
van aan?
GEEN VERSCHIL
Een tijd geleden gebruikte ik mengsels
van effectieve microorganismen voor
de zuivering van afvalwater. Jammer
genoeg leverde dat geen duidelijk effect
op. Daarom sta ik eerder sceptisch en
zeker ‘kritisch’ tegenover deze producten
en wel om volgende redenen:
• De werking berust op een versnelde
omzetting van het aanwezige organische
materiaal in de bodem. Dit maakt dat
men na verloop van tijd de hoeveelheid
toegevoegd organisch materiaal sterk zal
moeten verhogen, wil men niet dat de
beschikbare ruwe fractie van het humuscomplex wordt omgezet en verdwijnt.
• Er is onduidelijkheid over de gebruikte
micro-organismen. Gaat het hier om
lokaal aanwezige organismen of om Japanse organismen?
• Gebruikers van EM worden afhankelijk voor de teelt van een externe
leverancier, zeker wie ook een optimale
bescherming van de planten nastreeft.
• De effectiviteit van de micro-organismen overleeft blijkbaar de winter niet,
zodat bij het nieuwe groeiseizoen er opnieuw EM moeten worden toegevoegd.
Dit in tegenstelling tot het natuurlijke
lokale bodemleven dat zich na de winter
vlot herstelt.
CONCLUSIE
Mijn voorlopige conclusie is dat EM
mogelijk kunnen worden beschouwd als
startcultuur op gronden die uit reguliere
intensieve teelt komen, gronden die na
een sanering of gronden die na lange tijd
onder een bouwterrein te hebben gelegen, een boost aan micro-organismen
nodig hebben, tegelijk met een overdadige toegift van compost. Het ‘mogelijk’
kan enkel nadat er duidelijkheid is over
de herkomst van deze organismen. Deze
informatie wordt voorlopig niet vrijgegeven, dus volgens het voorzorgsprincipe is het dan ook niet gewenst.
Voor continu gebruik wordt men afhankelijk van de leverancier. Dat is niet
wenselijk. Om dezelfde reden geeft Velt
de voorkeur geeft aan landrassen boven
hybride rassen voor de nuts- en siertuin.
Ook moet je grotere hoeveelheden compost of andere bronnen van organisch
materiaal toedienen om dit systeem
op lange termijn in stand te houden.
De duurzame bodembalans wordt dus
opgesoupeerd ten gunste van productiewinst op korte termijn. Dat geeft de
leverancier ook duidelijk aan. Studies
daarover zijn vandaag nergens te vinden.
Omdat het product een snellere stofwisseling in de bodem realiseert, komen
er meer mineralen vrij. Dat maakt dat
de plant extra beschikbare stoffen kan
opnemen via de wortels in vergelijking
met de klassieke compostgestuurde teelt.
Maar het sneller vrijkomen van mineralen in een regenrijk land, betekent ook
het verlies van een belangrijk deel van
deze mineralen naar de diepere bodem
en het grondwater. Koppel hieraan dat
een hogere stofwisseling ook een verhoogde CO2-productie betekent.
Bovendien zal een verhoogde stofwisseling in de bodem zorgen voor een
hoger gehalte aan beschikbare stikstof.
Hoge hoeveelheden beschikbare stikstof
maken planten dan weer vatbaarder
voor bijvoorbeeld schimmels en bladluizen. Hiervoor heeft de leverancier een
oplossing, maar dit kost weer extra en…
verhoogt de afhankelijkheid.
Vanuit duurzaamheidsprincipe krijg je
een hoop tegenargumenten tegen het
toepassen van EM in de ecologische
nutstuin. Mijn voorlopige conclusie is
dan ook duidelijk: ‘leve de vertrouwde
waarden uit het Handboek Ecologisch
tuinieren.
Mochten er argumenten opduiken om
deze visie te herzien, zal ik dat graag
doen, als deze op voldoende onderbouwde en langetermijnresultaten zijn
gebaseerd.
Het is verre van
bewezen dat het
gebruik van EM
in de moestuin
voor grotere
opbrengsten zorgt.
Seizoenen juni 2006/ 15
VELT-AFDELINGEN OP BEURZEN
Elk jaar engageren verschillende afdelingen
zich om Velt bekend te maken bij het bredere publiek op gemeentelijke beurzen of
festiviteiten zoals de Dag van de Aarde...
Zo stond Velt IJzervallei-Diksmuide op
de Vrijetijdsmarkt van Diksmuide in
september 2005, een organisatie van de
stad. Op deze markt konden de verschillende verenigingen in Diksmuide zichzelf voorstellen aan het publiek. Voor
deze Velt-afdeling was het in ieder geval
een succes, omdat ze een aantal nieuwe
leden hebben geworven. En de bezoekers hebben Velt leren kennen!
Op 23 mei stond Veltafdeling Middenkempen met een uitgebreide Velt-stand
en biobabbelaar op het Ecofestival in
Kamp C te Westerlo. Het was een geanimeerde dag met biomarkt, beurs van
duurzame materialen en optredens. De
nieuwe formule Biobabbel op de markt
met hapjes en quizformulieren werd
uitgetest. En niet zonder resultaat: veel
interesse voor de Velt-stand, nieuwe leden en veel verkochte boeken.
16/ Seizoenen juni 2006
Naar aanleiding van ‘België danst’ zakte
ons vorstenpaar in de zomer van 2005
af naar Ieper. Na afloop bezochten de
koning en de koningin de kraampjes
op de Grote Markt. Daar verkochten
verschillende verenigingen uit de Westhoek producten ten voordele van hun
werking of gaven ze demonstraties. Ook
Velt Westland had er een stand.
Op de foto zie je koningin Paola samen
met gouverneur Breyne halt houden bij
de stand. De koningin kreeg er uit de
handen van Ganna en Emma Saelens
een potje eigenbereide aardbeiensiroop.
PRIJZEN VOOR VELTAFDELING
DURME-ZUIDLEDE
In het park van Beervelde kreeg Veltafdeling Durme-Zuidlede een stukje terrein in concessie van de graaf. Het gaat
om een kruidentuin en een mooie, oude
serre in de oude ommuurde moestuin
van het kasteel. In ruil voor het beheer
van dit hoekje, mocht Velt tijdens de
tuindagen van Beervelde in mei een
Velt-stand openhouden.
De weken voor de tuindagen werd er
heel wat werk verzet. De verwaarloosde
kruidentuin werd opnieuw in ere hersteld. Er werden nieuwe kruiden aangeplant en de moestuin werd aangelegd.
En het was ineens prijs! Letterlijk! De afdeling won twee prijzen omdat de kruidentuin en de moestuin er zo mooi bij
lagen. Ze kregen hiervoor Groot Brons
van de damesjury en de speciale onderscheiding van de botanische jury voor de
aansluiting bij het thema natuurrijkheid
en de ecologische herwaardering van
een vervallen tuin. Ook de interactieve
siertuinenstand van Frans De Smedt zal
hiertoe ertoe hebben bijgedragen.
Proficiat! Hartelijk dank aan alle vrijwilligers die meehielpen.
16-18 JUNI VELT OP
ZOMERHAPPENING IN MEISE
Velt Groot-Asse, Neer-Brabant en Zennevallei pakken het samen groot aan. Zij vertegenwoordigen Velt op de Zomerhappening
van 16 tot 18 juni in Meise. Elke afdeling
staat er één dag. Op deze beurs richten ze
zich op het thema siertuin en doen dit met
de nieuwe stand van de provincie VlaamsBrabant. Daarnaast presenteren ze de Veltboeken en hun eigen afdelingsactiviteiten.
Seizoenen juni 2006/ 17
UITGELEZEN
PUUR.
(nieuw) magazine met smaak,
een product van de Biotheek
Eindelijk, dertien jaar na Smaakmakend in Nederland en 25
jaar na het onnavolgbare Schrot
& Korn in Duitsland (met een
huidige oplage van ruim een half
miljoen stuks!), heeft Vlaanderen
nu ook haar eigen natuurvoedingsmagazine dat resoluut kiest
voor vers en smaakvol biologisch.
Een ware verademing is dit consumentenblad: zonder voedingssupplementen, slankheidscrèmes
of stoelgangbevorderende complexen van lijnzaad en probiotische acidophilussen. BioGezond,
eat your shorts! Door het gebruik
van gerecycleerd papier zijn de
foto’s iets minder scherp dan
op glanspapier, maar het geheel
straalt rust en degelijkheid uit.
De coverfoto daarentegen is aan
de drukke kant.
Het eerste nummer verscheen
in mei. De inhoud leest vlot en
bestaat uit korte, aantrekkelijke
weetjes en berichten, een portret van de bioboer die een seizoensgroente kweekt (asperges),
eenvoudige en smakelijk ogende
recepten van diezelfde asperges
18/ Seizoenen juni 2006
en aardbeien, de kalender van
de Bioweek, méér recepten van
meesterkok Patrick Caignau
en zijn studenten uit het boek
Natuurlijk! Bio!, het profiel van
het biologisch melkveebedrijf De
Zwaluw en de voorstelling van
een aantal nieuwe biologische
producten in de natuurvoedingswinkel.
De keuze voor een verspreiding
via de natuurvoedingswinkels is
een goede zaak omdat daar de
consument komt die oog heeft
voor diepe smaken, maar die ook
nog veel geïnteresseerde vragen
heeft. Die zal met plezier puur.
helemaal uitlezen én nadien
cadeau doen aan de buurvrouw
met haar twee peuters.
puur. verschijnt tweemaandelijks
en is gratis te verkrijgen via jouw
natuurvoedingswinkel.
BIO OP JE BORD
GEZOND AAN TAFEL
De nieuwe informatieve brochure van de Biotheek bevat
���������������
����������������
vooral veel algemene voedingsleer over belangrijke zaken zoals
vitamines, vetten en additieven.
En het is niet omdat een product
biologisch is dat er geen natuurlijke gifstoffen kunnen inzitten.
Denk maar aan solanine in
(groene) aardappelen, nitraat in
bladgroenten uit de serre of fasine in rauwe peulvruchten. En
de goede algemene regels van de
voedselhygiëne gelden ook voor
bioproducten.
De voordelen van bio worden
aangehaald in een apart hoofdstuk: beter voor het milieu, zo
goed als geen residuen van pesticiden of antibiotica, het afwijzen
van ggo’s, beperkt aantal toegelaten natuurlijke additieven, minder geraffineerde suiker, meer
goede vetten en in de meeste
gevallen een betere smaak.
Bio op je bord. Gezond aan
tafel is gratis te verkrijgen via
de Biotheek: 078 151 152
of
[email protected].
Bezoek ook eens de website:
www.biotheek.be.
�����������������
������������������������
���������������
LEVE(N)DE TUIN
������������������������������������������������
�����
������
�������
De provincie Oost-Vlaanderen heeft de
campagne Leve(n)de tuin gelanceerd. Een
campagne die gemeentebesturen wil aanmoedigen hun inwoners ecologisch te laten
tuinieren.
Velt ontwikkelde het campagnemateriaal:
• Een brochure: gratis te bestellen via
www.levedetuin.be.
• Postkaartjes. Je kan ze gratis versturen als
e-cards via www.velt.be.
• Posters: zie www.velt.be.
• Een voordracht die door Velt-lesgevers in
20 Oost-Vlaamse gemeenten zal gegeven
worden
Afdelingen kunnen hun gemeentebestuur
aansporen om samen activiteiten op te zetten rond de campagne Leve(n)de tuin. Ze
kunnen gebruik maken van het campagnemateriaal en via Tandem kunnen ze een
financiële tegemoetkoming krijgen.
Elke gemeente kreeg een draaiboek boordevol ideeën: opentuinendag, plantenbeurs,
toontuin in de gemeente, tentoonstelling,
fiets- en wandelroutes langs ecologische
tuinen, plantacties streekeigen plantgoed/
biobloembollen, aanleg schooltuinen,
infoavonden, wedstrijden, workshops,
tuinkabouterfeest…
Voor meer info: [email protected]
Seizoenen juni 2006/ 19
TIJDELIJK EINDELOOS GENIETEN!
Een eigen huis met tuin: de droom van
elke Vlaming die geboren wordt met een
baksteen in de maag. Maar sommigen
hebben toch meer zigeunerbloed in de
aderen en veranderen liever op gezette
tijden van woonst. Anderen hebben
niet de middelen om een eigen huis te
verwerven of besteden liever dat geld aan
iets anders en huren, eventueel tot ze een
eigen huis kopen.
Is het per definitie lang wachten op een
mooie ecologische tuin? Bestaat er zoiets
als een ecologische, verhuisbare tuin?
TIJDELIJK?
Tijdelijk is uiteraard een relatief begrip.
Als je een huis huurt, is de kortste
termijn dat je erin woont meestal drie
jaar, omdat de meeste huurcontracten
als dusdanig zijn opgesteld (3-6-9-jaar
huurcontracten).
WAT MAG IK DOEN?
Wat je mag en moet doen in de tuin bij
een huurwoning staat soms in het huurcontract. Vind je hiervan niets terug en
is er geen plaatsbeschrijving, kan je ervan uitgaan dat je de vrije hand hebt (zie
ook kader p. 22).
Je moet je uiteraard wel houden aan
20/ Seizoenen juni 2006
de wettelijke bouwvoorschriften en het
veldwetboek, net zoals iedereen. Je moet
bijvoorbeeld weten dat een hoogstamboom op minstens 2 m van de perceelsgrens moet staan en dat er beperkingen
zijn voor tuinbergingen. Meer informatie hierover kan je krijgen op de dienst
ruimtelijke ordening van je gemeente.
WAT KAN IK DOEN?
Als het gaat om een huurwoning, ben
je misschien niet geneigd om veel geld
aan je tuin uit te geven. Maar een kleine
financiële inspanning zal meestal wel
nodig zijn en je kan er toch jarenlang
van genieten. Te zuinig zijn, alleen maar
omdat het toch niet ‘voor altijd’ is, is
spijtig. Bij een aangename leefomgeving
hoort zeker en vast ook de tuin. Je verft
of behangt toch ook je muren binnen?
• Je hebt geluk!
Hoe de tuin eruit ziet bij het betrekken
van de woning speelt uiteraard een rol.
Als het een goed ‘gestoffeerde’ oudere
tuin is, volstaat vaak een ecologischer
beheer. Anders beheren betekent meer
beleven!
Niemand kan je verplichten om bestrijdingsmiddelen te gebruiken, ook niet
in een huurtuin. En om de bodem te
verbeteren laat je onder struiken (en
bomen) de bladeren liggen. Zo heb je
alvast het plezier van vogels die je tuin
bezoeken op zoek naar voedsel in houtgewassen en strooisellaag.
Je kan ook – als de ruimte het toelaat
– een deel van het gazon omvormen naar
bloemenweide. Als je die zone vol plant
met graslandplanten zodat het meer op
een border lijkt dan op een grasland ben
je de klagers over onkruid en hooikoorts
een stapje voor. Je hebt dan bloemen
met een beetje gras ertussen in plaats van
grassen met bloemen erbij. En bloemen
betekenen bijen, hommels en vlinders!
Het beheer bestaat uit maaien op de
gezette tijdstippen. (Zie ook Seizoenen
nr. 4/2005)
• de minder bedeelden
Als de tuin enkel bestaat uit een gazonnetje met daaromheen muurtjes in betonplaten of baksteen, een draadafsluiting,
houten panelen of een levende haag
vertrek je van een quasi blanco blad.
Anderen houden er misschien toch wel
rekening mee dat ze een aantal lievelingsplanten in de toekomst mee willen
verhuizen. Zo moet je op je nieuwe stek
niet opnieuw van nul starten. Denk
eraan dat er op de nieuwe woonplek
misschien een heel andere bodemsoort
is waar ze niet zullen gedijen. Grote(re)
houtgewassen uit een tuin halen laat bovendien gapende wonden na. Alles laten
staan en rustig verder laten groeien is
daarom de meest ecologische oplossing.
Als je vermoedt of vreest dat de tuin
zoals jij hem hebt ingericht, tot verdwijnen gedoemd is, is een goed contact met
de nieuwe huurders niet onbelangrijk.
Je kan ook een klein ‘dagboek’ achterlaten met een plannetje en wat foto’s
van de tuin met daarbij alle mooie en
leuke momenten die je er hebt beleefd.
JOEPIE, IK MAG MIJN ZIN DOEN!
Als je in je huurtuin mag doen wat je wil
van de huiseigenaar, kan je de tuin volledig inrichten alsof het je eigendom zou
zijn, met misschien als enige beperking
het budget. Je gaat hoogstwaarschijnlijk
geen natuurstenen terras aanleggen bij
het huis van iemand anders.
Afhankelijk van je karakter ga je de tuin
inrichten alsof het voor altijd is en kies
je voor duurzame oplossingen: gelaagdheid met bomen en/of struiken, een
onderbegroeiing en randbeplantingen,
een haag die rustig honderd(en) jaren
oud kan worden…
Met enkele
waterplanten en
vaste planten heb
je al snel resultaat.
Foto Evelyne Fiers.
Seizoenen juni 2006/ 21
Zelfs een klein
hoekje kan je
(tijdelijk) gezellig
inrichten. De
stammen zijn van
kleine bolboompjes.
Geen ‘echte’ bomen
dus maar in
sommige situaties
vrijwel onmisbaar.
Onderaan
lentekleur met
Japanse azalea’s
en een lage
bruidsbloem
(Deutzia gracilis).
Later bloeien grote
bossen hemelsleutel
(Sedum spectabile)
Net genoeg voor
voldoende privacy.
HUREN EN TUINEN: ALGEMEEN
EEN GEVAL APART
Er bestaat zoiets als contractvrijheid.
De huiseigenaar kan naar eigen goeddunken een contract opmaken. Maar
de ondertekening van een contract heeft
te maken met de wil van beide partijen.
Als huurder aanvaard of onderteken je
al dan niet.
Voorschriften in het contract betreffende de tuin zijn meestal bepalingen
rond het onderhoud en wie hiervoor
instaat. Het snoeien van hagen bijvoorbeeld is voor de huurder. Het vellen van
een grote boom is voor rekening van de
huiseigenaar.
Meestal mag de huurder tijdens de huurperiode doen wat hij wil, maar moet hij
de tuin ‘goed’ achterlaten. Dit betekent
dat er geen zwerfvuil mag achterblijven
en dat de tuin ‘netjes’ moet zijn bij je
vertrek. Wat ‘goed’ verder nog betekent
is sterk afhankelijk van de huiseigenaar
en het contract.
Soms wordt er een plaatsbeschrijving
opgemaakt maar zeker niet altijd. Aan
die plaatsbeschrijving kunnen bepaalde
verplichtingen worden gekoppeld.
Huurdersbond: 03 272 27 42.
Het huurcontract bij het verhuur van
sociale woningen is een ander paar mouwen. Daar worden meestal wel richtlijnen gegeven voor het onderhoud van
de tuin. De Vlaamse maatschappij voor
Huisvesting heeft typeovereenkomsten,
maar iedere maatschappij heeft een Reglement van Inwendige Orde.
Wat de tuin betreft luiden de meest
voorkomende bepalingen als volgt:
• De aard en de samenstelling van de
tuin moet behouden blijven. Je mag
geen wijzigingen aanbrengen die de aard
en het karakter van de tuin veranderen.
• Als huurder moet je de tuin onderhouden
als een goede huisvader. Je moet de tuin
vrijhouden van onkruid en wildgroei(?).
Het gras moet (kort?) gemaaid worden en
de beplanting mag niet te hoog zijn.
• De beplanting in de tuin mag de buren
niet hinderen. Hoge bomen kunnen de
luchtcirculatie rond schouwen belemmeren(!). Dit betekent dat bomen bij
een woning met een gelijkvloers, een
verdieping en een zolder niet veel hoger
mogen zijn dan maximum 6 m (nvdr.).
• Voor de perceelsgrenzen staat niets vast
behalve dat de achterste perceelsgrenzen
die (vaak) grenzen aan een publiek voetweggetje ‘groen’ moeten blijven (zijn).
• Vijvers zijn uit den boze.
• Elke wijziging moet worden aangevraagd.
Genoteerd bij een bepaalde maatschappij de uitspraak dat de bebouwing
dichter wordt met als gevolg kleinere
kavels en kleinere/geen tuinen. Maar
er zou meer en meer aandacht zijn voor
publieke groene ruimten.
www.vhm.be
22/ Seizoenen juni 2006
Misschien wordt er dan wel twee maal
nagedacht vooraleer er tabula rasa wordt
over gegaan.
Tweejarigen
zoals stokrozen
(Althaea rosea)
hebben de prettige
eigenschap om
snel resultaat te
geven. Bovendien
kan je er
overvloedig zaad
van oogsten en
het meenemen
naar je volgende
woonplek. Zo heb
je een stukje van
toen in de nieuwe
tuin.
JOEPIE, JE MAG JE ZIN DOEN
MAAR…
…soms moet je de tuin in de toestand
achterlaten zoals je hem aantrof als je
het huurcontact ondertekende (plaatsbeschrijving zie p. 22).
Verhindert dit je om iets te doen? Helemaal niet. Je weet dat de planten die je
gaat zetten niet mogen blijven staan. Je
kan – naast aandacht voor de bodem en
de ruimte die je hebt – de soortenkeuze
daarop afstemmen. Je voorziet dat je de
planten bij voorkeur zal verhuizen naar
je nieuwe woonst of – als ze daar niet
zullen gedijen – wegschenken.
Snelle groeiers geven snel resultaat (privacy!). Bij je vertrek zal je van je hart
een steen moet maken en ze weghalen
omdat ze zich toch niet makkelijk meer
laten verplanten (zie tabel p. 8 Groeisnelheid in Seizoenen 1/2006).
Doorlevende planten kan je makkelijk
uitgraven. Ze hebben het voordeel dat je
er – op de nieuwe woonplek – al vanaf
het eerste jaar resultaat mee boekt omdat
het hier niet meer gaat om jonge containerplantjes maar oudere, ontwikkelde
exemplaren.
VERPLANTEN? EEN AANRADER?
Hou er rekening mee dat vanaf een bepaalde leeftijd bomen en houtgewassen
niet graag meer worden verplant.
Bovendien hebben verplante oude(re)
houtgewassen na de verhuizing een
groeistilstand. Daardoor verlies je een
aantal jaren in groei en is het verschil in
resultaat met nieuwe planten niet meer
zo groot. Vaak is het daarom beter om
scheuten van struiken of al dan niet
spontane zaailingen van bomen mee te
nemen. Die slaan meestal sneller aan.
Veel is ook afhankelijk van de soort. Pioniersoorten zoals vlieren, brem en vlinderstruiken groeien snel maar worden
niet graag verplant. Soms lukt het wel
maar met een jonge zaailing speel je zekerder. Traaggroeiende struiken kunnen
als ze nog jong zijn, wel verplant worden
(zie tabel p. 8 Seizoenen 1/2006 en lijst
p. 26-27 in dit artikel).
Het wortelgestel van de plant speelt
hierbij ook een belangrijke rol. Dat mag
je zo weinig mogelijk beschadigen. Planten met een diepgaande (pen)wortel verplanten is daarom niet aangewezen.
Verplanten doe je in het plantseizoen –
dat is tussen einde oktober en half-april
– vooral dan voor de houtgewassen.
Hopelijk valt ook in die periode de
verhuizing. Indien niet, kan je in het
(ver)plantseizoen dat aan de verhuizing
voorafgaat de gewenste planten in grote
potten planten.
Zo heb je ze maar op te pakken op het
Seizoenen juni 2006/ 23
moment dat je de tuin voorgoed achterlaat.
Bollen en knollen rooien is meestal
geen probleem. Je kan ze bijna altijd
opgraven, als bol of nog met het loof er
aan. Rooi ze niet op het moment dat ze
bloeien.
SPIJTIG, MAAR…
De huisbaas heeft zijn veto gesteld: aan
de tuin mag niets veranderen. Geen
nood. Er blijven nog een aantal ingrepen over waarmee je de tuin wat meer
kan aankleden.
In het gazon kan je vroegbloeiende bolgewassen planten. Waarom vroegbloeiende? Omdat daarvan het loof tijdig
vergeeld is alvorens het maaiseizoen
start. Vanaf half april heb je dan weer
een kort gazon (zie reeks Bolgewassen in
Seizoenen 2003). Ook makkelijk als de
ruimte beperkt is en als je kinderen hebt
KLIMPLANTEN
Geschikt om tegen een perceelsgrens of afscheiding te plaatsen.
Hoogte maximaal tussen 2 en 4 m.
Alpenbosrank
Geurende bosrank
Grootbloemige alpenbosrank
Heggenrank
Italiaanse bosrank
Kardinaalsmuts
Kolomiktakiwi
Winterjasmijn
Clematis alpina
Clematis flammula
Clematis macropetala
Bryonia dioca
Clematis viticella
Euonymus fortunei var.radicans
Actenidia kolomikta
Jasminum nudiflorum
KLIMROZEN
• Herbloeiend
Rosa Moonlight
Rosa Guirlande d’Amour
Rosa Bantry Bay
Rosa Leverkusen
Rosa Colonial White
• Niet herbloeiend
Rosa Constance Spray
Rosa Evangeline
Rosa Goldfinch
Tausendschön
Clematis alpina is een ‘braaf ’ klimmertje. Het wordt maximaal 3 m hoog en zal dus
nooit noch omheining noch naburige beplanting overwoekeren. Schattige blauwe
bloempjes (bestaat ook in roze en wit), mooie zaadpluizen nadien.
24/ Seizoenen juni 2006
die ruimte vragen.
Staan er (te) weinig houtgewassen in de
tuin? Waarom zou je je die niet aanschaffen en in grote potten zetten: struiken,
zelfs bomen maar ook klimplanten?
Voor een natuurlijk resultaat graaf je
de potten in. Maar vergeet niet water
te geven bij te droog weer. Of ze nu
op de grond staan of ingegraven zijn,
dat maakt wat water geven betreft geen
verschil.
Je kan klimplanten zetten tegen de
eventuele kale draad of houten afsluiting
voor meer privacy en meer variatie. Kies
voor soorten die niet te groot worden
(zie lijst, p. 26-27). Als ze vervlochten
zijn met de draad of vastgehecht aan de
houten of betonnen afsluiting, moet je
ze bij de verhuizing insnoeien.
Ook eenjarige klimplanten kunnen
kleur en variatie brengen en dat in één
seizoen (zie Pionierplanten, Seizoenen
6/2005).
Op het terras kan je kleur brengen met
vaste planten in potten of een grote bak
met keukenkruiden.
Op die manier kan je de tuin makkelijk
verhuizen en laat je hem quasi intact
achter. Een saaie verharding kan je eventueel opfleuren of gezelliger maken met
losse houten vlonders.
GOEDE MAATJES MET DE BUREN
Dat is altijd een aanrader! Maar bij een
huurwoning zijn er geen twee, maar
minstens drie partijen betrokken: de
verhuurder, de buren en jezelf. Vermijd
daarom aanplantingen waarvan je bij
voorbaat weet dat je er moeilijkheden
kan door krijgen.
Staan op de ‘zwarte’ lijst: berken, (te)
grote bomen, struiken en bomen met
uitlopers. Als deze laatste naast de per-
IN POTTEN
Planten in potten, vaak een oplossing als je tijdelijk ergens woont. Maar welke potten of recipiënten kies je?
Naast formaat en uitzicht zijn ook het gewicht en het
watervasthoudend vermogen van belang.
Handig en goedkoop zijn de gewone plastic metselkuipen, verkrijgbaar bij bouwhandelaars en doe-het-zelfzaken. Het zijn ruime recipiënten die waterdicht zijn. Goed
als blubberton of miniwatertje. Als je bij dit laatste ervoor
zorgt dat er voor de vorst wat holle stengels uit het water
steken, zal de kuip ook niet barsten. Wil je in zo’n metselkuip planten zetten, moet je er onderaan gaatjes in maken
of wat sneden onderaan in de zijwand.
Goed om weten is dat er nu ook materialen zijn die wat
uitzicht betreft niet moeten onderdoen voor de vertrouwde terracotta maar die veel lichter zijn, vorstbestendig en
ook vrij ademen. Fibreclay is er zo een van. Fibreclay is
de algemene naam voor alle producten waarbij klei en
cellulosevezels zoals hennep, vlas- en papiervezels worden
gemengd. Bij het productieproces bedraagt het energieverbruik slechts 10% van ieder ander terracotta of plasticproductieproces.
ceelsgrens staan en de moestuin van de
buren hieraan paalt, is dat alles behalve
leuk.
Als je samen met de buur, op de scheiding een haag plant, kunnen daar – als je
buur verhuist – discussies over ontstaan
met de volgende buur met als mogelijk
gevolg: rooien.
Verzeker jezelf ervan dat je over hetzelfde praat: wat voor jou een kleine boom
is, is voor anderen een reus, een struik
noemen anderen een boom en een heg
is geen haag…
Seizoenen juni 2006/ 25
PLANTENLIJSTEN
Kijk altijd eerst wat voor bodem er in je tuin is vooraleer een keuze te maken en let
ook op de oriëntatie.
HEESTERS
Traaggroeiende, laagblijvende heesters (maximaal 2 m). Doen het ook goed in potten.
Bergthee*
Gaultheria shallon
Chinese beshulst*
Ilex crenatasoorten
Escallonia*
Escallonia cv’s
Ganzerik
Potentilla fruticosa cv’s
Hortensia
Hydrangea macrophylla
Pieris*
Pieris japonica-soorten
Schijnhazelaar
Corylopsis pauciflora
Sering
Syringa microphylla’Superba’
Sneeuwbal
Viburnum juddi
Viburnum davidii*
Skimmia*
Skimmia japonica
Zuurbes*
Berberis buxifolia ‘Nana’
Berberis verruculosa
* groenblijvend
KLEINE(RE) BOMEN (maximaal 8 m)
Amerikaans krentenboompje
Bolesdoorn
Erwtenstruik
Gewone sering
Gouden regen
Japanse esdoorn
Judasboom
Meidoorn
* zeer giftig!
GROTE STRUIKEN I.P.V. BOMEN
• Snelgroeiend
Amerikaans krentenboompje*
Bloemkornoelje
Kweepeer*
Vlinderstruik
26/ Seizoenen juni 2006
Amelanchier lamarckii
Acer platanoïdes ‘Globosum’
Caragana arborescens
Syringa vulgaris
Laburnum anagyroides*
Acer japonicum
Acer palmatum
Cercis siliquastrum
Crataegus x laevigata
Crataegus x prunifolia
Crataegus x lavaleei ‘Carrierei’
Amelanchier lamarckii
Cornus florida
Cydonia oblonga
Buddleia davidii
• Trager groeiend
Gele kornoelje*
Hazelaar
Kornoelje
Kornoelje
Mispel*
Sneeuwklokjesboom
Toverhazelaar
Cornus mas
Corylus avellana
Cornus contraversa
Cornus alternifolia
Mespilus germanica
Halesia carolina
Hamamelis mollis
* worden ook als boompje op stam aangeboden
SNELGROEIENDE STRUIKEN
Bittere wilg
Diervilla
Gelderse roos
Gewone liguster
Gewone vlier
Rode Kornoelje
Sneeuwbes
Spierstruiken
Veelbloemige struikroos
Vlinderstruik
Welriekende sierbes
Witte kornoelje
Zwarte bes
Salix purpurea
Salix purpurea ‘Nana’
Diervilla x splendens
Viburnum opulus
Ligustrum vulgare
Sambucus nigra
Cornus sanguinea
Symphoricarpus x chenaultii
Spiraea x arguta
Spiraea nipponica
Spiraea thunbergii
Spiraea x vanhouttei
Rosa multiflora
Buddleia davidii
Ribes odoratum
Cornus alba
Ribes nigrum
Dode materialen kan je altijd meenemen.
Een waterbekken zorgt voor dorstige vogels
en draagt bij aan de sfeer van je tuin. De
bloemblaadjes van de sneeuwbalstruik
zijn erin neergedwarreld…
Foto’s Geertje Coremans.
Seizoenen juni 2006/ 27
FAAM EN SCHAAM IN OPENBAAR GROEN
Met deze nieuwe rubriek willen
we leuke of droevige openbaar
groenverhalen brengen. Heb jij in
de buurt fantastische voorbeelden
of vreselijke miskleunen? Stuur ons
je verhaal met foto op. Misschien
kan het anderen inspireren of juist
behoeden voor erger.
HARMONISCH PARK- EN
GROENBEHEER IN HOVE
Lang voor het woord Harmonisch Park- en Groenbeheer
werd gelanceerd past de groendienst in Hove (Antwerpen)
deze principes al toe.
In deze gemeente gaan landschapsarchitectuur op niveau en
28/ Seizoenen juni 2006
respect voor natuurlijke processen al jaren hand in hand, zowel
in straten, lanen en pleinen als
rond de dorpskerk en in het Gemeentelijk Park.
Op het einde van de 18e eeuw
werd dit (privé)park ontworpen
in Engelse landschapsstijl. Halverwege de 20e eeuw werd het
een gemeentelijk park. De stijl
en de aangeplante exoten werden
zoveel mogelijk behouden (rode
meidoorn, rhododendroncultivars…).
Met kennis van zaken toont de
gemeente op die manier aan de
gebruiker van het park dat een
beheer zonder bestrijdingsmiddelen best haalbaar is. De diver-
siteit aan planten- en diersoorten
neemt toe en zorgt voor een afwisselend beeld en kleurenpalet
doorheen de seizoenen.
Een voorbeeld van groenbeheer
voor de toekomst!
Spontane processen worden
door een deskundig beheer
in beperkte mate begeleid.
Fluitenkruid weeft zich doorheen
de kruidlaag. In het grasland
werden vroegbloeiende narcissen
geplant. Door een gedifferentieerd
maaibeheer krijgt het loof de
kans om te vergelen waardoor
bloei voor het volgend jaar wordt
verzekerd.
DE VROENTE
CURSUS BIOBOER
• Natuurbeleving met je kleinkinderen, 27 juni, 13u30-16u30
Enthousiaste oma’s en opa’s maken kennis met een waaier aan
mogelijkheden om de natuur
op een interactieve manier te
beleven met hun kleinkinderen.
Gratis! Inschrijven vóór 23 juni.
Op 25 september start Landwijzer
voor de achtste keer de tweejarige Opleiding biologische en biodynamische-landbouw. Ze werd
grondig vernieuwd en ook toegankelijker gemaakt voor deelnemers die naast de opleiding deeltijds werken. Meer info en data
van de info-avonden op: 03 281
56 00 of [email protected],
www.landwijzer.be.
• Vakantieatelier: zand, 5 juli,
10-16u
Voor kinderen van 6 tot en met
12 jaar. De kinderen ontdekken
de natuur van de Kalmthoutse
Heide op een speelse manier en
doen leuke activiteiten in verband met zand.
Prijs: € 5 (broodmaaltijd en
drankje inbegrepen).
Inschrijven vóór 30 juni.
WAARHEEN
DE DROOMTUIN
In de Droomtuin wordt van 1
tot 5 augustus gezocht naar het
spanningsveld tussen natuur en
cultuur. Deze workshop richt
zich tot iedereen die boeiend
wil leren vertellen, voor wie gedichten wil schrijven of al heeft
geschreven, wie creatief wil musiceren, componeren en instrumenten maken en wie groene
vingers heeft. Het resultaat is te
zien op zaterdag 5 augustus tijdens een optreden voor publiek.
Inschrijving: Bewust Wandelen, Kris Tolomei tel. 00
31 (0) 570 51 70 46 of De
Kunstvogel tel. 09 259 29 36.
www.bewustwandelen.nl, of
www.dekunstvogel.be.
NEC De Vroente, Putsesteenweg 129, 2920 Kalmthout
www.devroente.be
[email protected] 03
620 18 30.
ze workshops minimoestuin in
potten, een siertuinenfietstocht,
een Biobabbel en een infostand
ecologische siertuin en moestuin. Reden genoeg om eens
een bezoek te brengen aan de
Opendeurdag in de BourgoyenOssemeersen. Andere activiteiten: wandelingen, info over
over duurzaam (ver)bouwen,
een speurspel, animatie en
werfbezoeken aan het nieuwe
natuur- en milieucentrum ‘De
Bourgoyen’, een passiefhuis in
aanbouw.
Zondag 18 juni, Natuurreservaat
Bourgoyen-Ossemeersen (ingang
Driepikkelstraat), 13-18 uur, infostands, workshops, werfbezoeken.
Info: 09 210 10 10.
VLEERMUIZEN-INFOAVONDEN FORT OELEGEM
LEEFWEEK IN GENT
Velt-Gent neemt deel aan de
Leefweek, georganiseerd door
Stad Gent!
Op zondag 18 juni organiseren
Geïnteresseerd in vleermuizen?
Natuur 2000 organiseert op zaterdag 19 augustus (vanaf 21 u)
en op zaterdag 16 september (20
u) vleermuisavonden. Met diareeks over het nachtelijke leven
van de vleermuis, rondleiding
doorheen de fortgebouwen en
een demonstratie met een vleermuizendetector.
Start aan de fortingang, in de
Goorstraat te Oelegem. Laarzen
Seizoenen juni 2006/ 29
of waterdichte schoenen, een zaklamp en een warme trui zijn zeker
wenselijk. Volwassenen: €3, kinderen jonger dan 12 jaar € 2,50.
Jongeren tussen 14 en 25 jaar
zijn welkom op een werkkamp
van 7-11 augustus voor onderhoudswerken in het Fort van
Oelegem. Buiten de werkmomenten kan er op en rond het
fortdomein aan natuurstudie
worden gedaan. Deelname in de
onkosten: € 60.
Info? Natuur 2000, Bervoetstraat 33, 2000 Antwerpen, tel.
03 231 26 04, fax 03 233 64 99,
www.natuur2000.be.
MASKERS
Voor de achtste keer organiseert
Carpe Diem een vakantiekamp
voor jongeren van 6 tot 16 jaar.
Dit jaar is het thema: “maskers”.
De jongeren leren om wat er
vanbinnen leeft ook te tonen.
Voor de twee jongste groepen
speelt vooral het ervaren een rol.
Bij de twee oudste groepen gaan
we via gesprekken en het aanpassen van de activieiten veel dieper
in op dit thema.
Logement is in tentjes op een
kampeerweide met gebouw in
Dürler, van 12 tot 19 juli. Voor
de kinderen van 6 tot 8 jaar is
een verkorte versie mogelijk.
Tijdens het kamp wordt biologische, vegetarische voeding
geserveerd.
Meer info bij: Carpe Diem,
Nadia Andries, Mastenhof 7,
30/ Seizoenen juni 2006
ZOEKERTJES
2560 Kessel, 03-488 12 06 of
[email protected],
www.kinderkampcarpediem.be.
PORTES OUVERTES 2006
Tot eind november organiseert
Nature et Progrès opendeurdagen
in tuinen, huizen, biobedrijven
en -boerderijen. Je kan de agenda
downloaden op www.natpro.be
of aanvragen door 3 postzegels
van € 0,52 op te sturen naar
Nature&Progrès, 520 rue de
Dave, B-5100 Jambes.
• Te koop: tweedehands luiers
van Kiddy Bips: 17 small luiers,
11 large, 5 ademende nylonbroekjes small, 3 large, en 5 large
nylonbroekjes voor ‘s nachts + 1
luierzak. € 25. 054 24 02 18,
Herzele.
• Gezocht:
handgrasmachine
(niet motorisch). [email protected], tussen
Leuven en Aarschot.
• Te koop:
- zuivere bijenhoning uit eigen
bijenstand in potten van 500 g;
- kweeperen vanaf eind augustus.
René Van Haute, 0494 77 39 90,
Zwijndrecht (bij Antwerpen).
• Te koop: waterzuivering met
omgekeerde osmose. Prijs otk.
Jan Vanbaelenberghe, Zuidbosstraat 8, 8610 Handzame-Kortemark, 051 70 20 68,
[email protected].
• Te verkrijgen: 100 lege wijnflessen. 0475 90 57 62.
• Gratis af te halen:
- 60 inmaakbokalen
- 7 eenruiters 1,2 x 0,8 m
- 21 jaargangen van Meidoorn
(1974-1994)
- 30 jaargangen van Seizoenen
(1976-2005)
089 71 55 80, Rekem.
• Te koop:
- Saanengeit: 2 gehoornde,
handtamme geitjes, geb. 03/
2005, biologische opfok, ontwormd en hoefjes bijgeknipt,
prima melkgeit.
- Houtlandschaap: 6 ooilammetjes met stamboekpapieren, ook
jonge en volwassen rammen,
verschillende bloedlijnen.
Koen Pille, Diksmuide, koen_
[email protected] of 0484 76
40 49.
• Te koop: stamboeklammeren van de Ardense Voskop, een
zeldzaam Belgisch schapenras.
Voskoppen lammeren zonder
tussenkomst van een veearts!
[email protected]
of 014 50 26 92.
• Te koop: 2 Soay-ooitjes, geboren op 30 maart 2006, € 50 per
ooi. Johan Duyck, 051 68 63 65
(na 18 u).
• Te koop: houtlandrammetjes geboren in 2006 en 2005.
Houtlanders zijn vroegrijp i.v.m.
dekken van ooien, ze kunnen
deze herfst al zorgen voor hun
nageslacht. Ze hebben weinig
verzorging nodig en hebben
ziektebestendige hoeven. Biologische bijvoeding. Katelijn Vanhoutte 055 49 54 46 of
katelijnvanhoutte@oorspronkeli
jkelevenskunst.be.
• Te koop: Gotland-lammeren,
onmiddellijk beschikbaar. Robuust en vriendelijk met grijszwarte krulletjes, € 75/stuk.
012 74 11 84 of
[email protected].
• Over te nemen: gekende rendabele natuurvoedingswinkel,
Oost-Vlaanderen, zonder concurrentie, lage huur, met ruime
woonst met tuin, parkeermogelijkheid. 0479 26 07 32.
• Te koop:
- jonge ezelin, Gustavine, geb
01/12/05, donker en ruig behaard, braaf, kleinere type. - Ardense voskoplammeren.
E.Cordon 0485 32 21 02,
[email protected].
• Gezocht: grote bouwgrond in
Vlaams-Brabant of de zuidelijke
helft van Antwerpen waar we een
kleine ecologische wijk kunnen
opstarten van minimum 3 huizen. Het is de bedoeling om niet
meer afhankelijk te zijn van de
olie-industrie en toch goedkoop
en duurzaam te bouwen. We
zijn op zoek naar een geschikte
bouwgrond en een medefinancierder (tijdens de opstartfase).
Wie interesse heeft, kan ons contacteren op [email protected]
of 03 293 00 78.
Binnenkort meer info op :
www.ecohousing.be.
• Te koop: Ronquières kalkoenkuikens. 051 51 19 82.
• Te koop:
- 3 New Hampshire hanen
- 1 Izegemse koekoekhaan. 1 jaar
oud. 050 39 17 48.
• Te koop: Jerseykoe. Jonge vaars
+ stier. 0472 61 02 46.
• Te koop: heel wat Helleborus
orientalis (roze) (tussen € 1 en
€ 5). Sint-Andries. 050 319132,
[email protected].
• Ruil: buitenverblijf: wie heeft
er ergens een buitenverblijf en wil
met het onze af en toe eens ruilen. Vierves-sur-viroin (Couvin);
één van de mooiste dorpjes van
Wallonië (www.pbvw.be) Prachtige wandelingen in een unieke
fauna en flora, aanrader voor
bloemen- en vogelliefhebbers.
03 440 89 72, 0479 70 62 14,
[email protected].
• Te koop: vakantiewoning in
Lamswaarde
(Zeeuws-Vlaanderen). Met grote living en 2
slaapkamers. In schuurtje: keuken en badkamer. Dubbel glas,
verwarming op aardgas, ook
voor permanente bewoning vergund. Met grote biomoestuin en
boomgaard op 500m2. € 70.000,
03 230 79 03.
Seizoenen juni 2006/ 31
CONSUMENTENNIEUWTJES
ZONNEBLOEMOLIE IN DE KEUKEN
Op de Duitse markt is één op drie van de verkochte
tafeloliën afkomstig van zonnebloempitten. Het
gros van die olie is een geraffineerd, smakeloos
product dat nog geen euro per liter kost en meestal
in grote plastic flessen wordt verkocht. Wie de olie
wil proeven, koopt het best een biologische vierge
of koud geperste versie. Zonnebloemolie gebruik je
voor koude bereidingen of hoogstens voor even kort
opwarmen. Voor het bakken of braden gebruik je
het best olijf- of koolzaadolie. Dat is trouwens ook
nodig voor een evenwichtige vetzuursamenstelling
die met zonnebloemolie alleen niet wordt gehaald.
Van de 20 door Öko-Test (ÖT) onderzochte oliën,
waren er twee ondermaats: de Reddy-olie van Vandemoortele en de Bellasan van Aldi.
INSECTEN, HOE HOU JE ZE BUITEN?
• Motten: geef er een lap op
Neen, niet letterlijk nemen die titel. Bij motten
geldt als belangrijkste regel: schrik ze af zodat ze
32/ Seizoenen juni 2006
zich niet in je wollen truien of sokken gaan nestelen. En als je ze uiteindelijk toch moet vangen,
gebruik je een lijmval met feromonen als lokstof
– houd intussen de ramen dicht. De voornaamste
afwerende stoffen zijn cederhout (blokjes om in
de kast te leggen), zakjes met lavendelbloemen,
patchoeliblaadjes, neemolie of een mengeling van
diverse etherische oliën. Middeltjes om motten te
doden bevatten allemaal werkzame stoffen zoals
synthetische pyrethroïden die ook mensen duchtig
op de zenuwen kunnen werken en dus af te raden
zijn. Hoe dan ook is het aangeraden je kleerkasten
en laden twee keer per jaar grondig te luchten en te
reinigen.
• Vliegen houden niet van blauw
De beste manier om vliegen buiten te houden zijn
nog steeds de mechanische barrières: horren en
vliegenmeppers! Blauw vinden ze niet aantrekkelijk. Ze herkennen daarin niets eetbaars. Vandaar
de blauwe ramen en deuren in Griekenland.
Wat je zeker moet vermijden als je de vliegen op
een afstand wil houden zijn: kippenmest, rottend
vlees, gist en brood gedrenkt in bier of azijn.
• Nog een zomerplaag: luizen
Ze komen meestal voor bij (school)kinderen en bij
de ene al gemakkelijker dan bij de andere. De klassieke manier van behandelen zonder gebruik van
scheikundige producten, is een combinatie van
regelmatig wassen – onder meer met azijnwater
om de neten (luizeneieren) te doden – en het zorgvuldig uitkammen met de fijne luizenkam.
Wie daar de tijd en/of het geduld niet voor heeft,
dient noodgedwongen beroep te doen op straffere middelen en de neveneffecten erbij te nemen.
Want ook de werking van de preventieve, afschrikkende producten die op de markt zijn zoals neemboomextract, kokos-, lavendel- of Ylang-Ylangolie,
is verre van bewezen.
NATUURLIJKE HAARKLEUREN
Vroegere tests hebben al voldoende bewezen dat
synthetische haarkleurmiddelen zo goed als allemaal kankerverwekkende of irriterende stoffen
bevatten. Mensen die het niet zo erg vinden dat
de kleurkeuze wat beperkter is en dat de gekozen
kleur niet zolang behouden blijft, kiezen dan ook
liever voor natuurlijke kleurstoffen zoals henna,
walnoot, rode biet, koffie of kurkuma. Een vergelijkende test van ÖT bevestigt dat dit een goede
keuze is, althans voor de henna in poedervorm,
en voor merken als Logona en Sante die in natuur-
voedingswinkels worden verkocht. Vielen door
de mand: de Henna Plus Long Lasting, de Henné
Color van Sipa en de reformmerken Börlind en
Schoenenberger omwille van de aanwezigheid van
aromatische aminen, PEG-emulgatoren en/of
organische halogeenverbindingen.
NANOTECH PRODUCT TERUGGEROEPEN
In Duitsland werd eind maart een badkamerreiniger
met de naam Magic Nano van de markt gehaald
nadat op één week tijd 77 gebruikers ernstige
ademhalingsproblemen hadden gekregen. Zes
mensen zijn zelfs gehospitaliseerd omwille van
water in de longen. Gelukkig namen de symptomen
bij de meeste zieken na achttien uur af.
Intussen is nog niet duidelijk of er wel degelijk
nanomateriaal gebruikt is, of dat het product een
dergelijke naam heeft gekregen omdat het er zo
hightech uitziet. Nanotechnologie-onderzoekers
zijn in elk geval bezorgd over een mogelijke
smet op het imago van nanotechnologie, omdat
consumenten verwachten dat deze revolutionaire
techniek is ontwikkeld om mensen te genezen, niet
om ze ziek te maken.
BIOLOGISCHE MELK, DRIE MAAL
• De huidige overproductie van biologische melk
in Denemarken zal voor een groot deel worden
weggewerkt via een groot contract met de Duitse
discounter Lidl voor de afname van volle melk en
boter.
• In Amerika is de Organic Consumers Association
(OCA) een grote campagne begonnen om
het ministerie van Landbouw te dwingen de
reglementering voor biologische productie aan
te scherpen. Momenteel kopen de twee grootste
leveranciers van biologische melk de melk aan bij
melkveebedrijven waar de koeien amper buiten
mogen grazen. De OCA vindt het onaanvaardbaar
dat 65% van de biologische melk op die manier
Seizoenen juni 2006/ 33
wordt geproduceerd.
• Net nu is ook Danone heel erg geïnteresseerd in
Amerikaanse zuivel, meer bepaald in biologische
yoghurts die worden vervaardigd door een
Amerikaanse dochteronderneming, Stonyfield
Farm. Hopelijk staat daar een bord langs de weg:
“opgelet voor overstekende kudden”.
ZONDER BATTERIJEN
REGENWATER CADEAU!
Niets is zo leuk als spelen met water op een zonnige zomerdag. Regenwater kan je opslaan in een
grote regenton. Behalve voor waterspelletjes kan je
het natuurlijk ook gebruiken om je bloembakken
te begieten. Of je kan het regenwater ook afleiden
naar een vijvertje of moeraszone in de tuin.
Er bestaat een heel handige klep die je op je regenpijp kan monteren. Je zet die klep open als je water
wil aftakken voor je regenton of je vijvertje. Is je
ton vol of de grond verzadigd, sluit je de klep en
wordt het regenwater naar het riool geleid.
Vraag aan je lokale sanitairhandelaar of hij je aan
zo’n regenpijpklep kan helpen. Weet je niet waar
je terecht kan, neem dan contact op met de firma
Nicoll, zij zullen je het adres doorgeven van een
verdeelpunt bij jou in de buurt (04 248 89 40).
Ga je deze zomer kamperen en zoek je nog een
ecologische manier om ’s avonds je tent te verlichten? Dan is de No Battery Flash Light misschien een
goede oplossing. Met deze zaklamp heb je geen
batterijen meer nodig. Een half minuutje aan de
hendel draaien is goed voor 20 minuten licht. Als
je tevreden bent met een zwak lichtje, zelfs bijna
een uur! Bovendien kan je hiermee ook de meeste
types van gsm’s opladen.
Ideaal dus voor mensen die voor langere tijd de natuur intrekken maar niet zonder licht of telefonisch
contact willen zitten.
Prijs: € 15,95.
Meer info en verdelers in België en Nederland:
www.rubytec.nl.
Evelyne Fiers, Luk Naets
& Heleen Smeyers
Bronnen: Öko-Test, Washington Post, Ekoland,
OCA, Biotheek Netknipsels
Met de regenklep heb je de keuze: vang je regenwater
op in de regenton of de vijver of laat je het in het
riool lopen.
34/ Seizoenen juni 2006
ECOGARANTIE OOK OP WAS- EN REINIGINGSMIDDELEN
Producenten van milieuvriendelijke
wasmiddelen kunnen zich sinds vorig
jaar laten certificeren volgens het Ecogarantielastenboek. Het Duitse Sonett,
een ecologische pionier die al 35 jaar
bestaat, mag als eerste op haar zonnige verpakkingen het Ecogarantielabel
aanbrengen. Een mooie troef voor
natuurvoedingswinkeliers om Sonett
aan te prijzen bij de klanten, maar lukt
het ook?
Robert Hendriks, de Nederlandse invoerder van het Sonett-gamma: “Het
loopt zeker nog geen storm, maar dat
heeft ook te maken met het feit dat de
nieuwe verpakkingen nog niet overal
aanwezig zijn.”
- En met een lastenboek dat wel héél
technisch is.
Robert Hendriks: “De huidige wasmiddelentechnologie is zo doorgedreven dat
zelfs een ecologisch alternatief heel wat
aspecten vertoont die moeten worden
beschreven en waarover men nog flink
kan discussiëren. Het Ecogarantielastenboek is ook een eerste aanzet die nog vrij
breed is en die bijvoorbeeld een beperkt
aantal petrochemische ingrediënten
toelaat onder de vorm van halffabrikaat
voor verdere verwerking, tot er in de
toekomst voldoende betere alternatieven
beschikbaar zijn.”
- Maar die je daarom niet moèt gebruiken, zoals Sonett zelfs geen (natuurlijke)
enzymen inzet.
Robert Hendriks: “Een ecologisch wasmiddel mag volgens ons nog veel strikter
zijn. We laten het Sonett-gamma in
Duitsland trouwens testen door het onafhankelijk instituut PreCert, volgens de
strenge normen die wij onze producten
opleggen. Zo vinden wij het belangrijk
om zeep te kunnen maken op basis van
biologische oliën en om zoveel mogelijk
biologische etherische oliën te gebruiken
als natuurlijke geurtjes. Maar Ecogarantie blijft een heel belangrijk en vooral
duidelijk label waar meerdere producenten aan zouden kunnen voldoen.”
- Toch gek dat ecologische wasmiddelen
zo traag doorbreken ondanks het feit
dat ze, per wasbeurt gerekend, niet echt
duurder zijn dan het gemiddeld klassiek
product?
Robert Hendriks: “ Tja, daar dienen dus
die enorme reclamecampagnes van Henkel, Procter&Gamble of Unilever voor:
om ons zo te brainwashen dat we niet
meer kunnen overschakelen. Zo gewoon
zijn we geworden aan de synthetische
geurtjes, de verblindende witmakers en
de agressieve vlekkenvreters.”
Luk Naets
ECOGARANTIE, DE HOOFDLIJNEN
• geen petrochemische ingrediënten
met uitzondering van een beperkte
lijst van bepaalde halffabrikaten;
• geen genetisch gewijzigde organismen, ook niet bij de aanmaak van
enzymen;
• een positieve lijst van toegelaten
fysische en chemische productieprocessen;
• een minimale, recycleerbare of herbruikbare
verpakking;
• strikte milieucriteria door minimale dosering van
actieve bestanddelen met een lage toxiciteit en een
optimale afbreekbaarheid, te bewijzen aan de hand van
gestandaardiseerde tests;
• huidvriendelijk;
• volledige etikettering;
• onafhankelijke controle en certificering.
Seizoenen juni 2006/ 35
VIS BIJ BEETJES: VISWEETJES
Slecht nieuws over vis en de visindustrie.
Het lijkt maar niet te stoppen. Hier
verzamelen we nog enkele weetjes. Het
goede nieuwes voor de consument is dat
je zelf ook iets kan doen. Je kan ervoor
kiezen om alleen goede vis te eten. Dat is
vis die zonder veel schade aan de natuur
wordt gevangen of gekweekt.
� In Engeland heeft Greenpeace een campagne gelanceerd om bedreigde vissoorten uit de rekken van de supermarkten
te krijgen. Een eerste onderzoek heeft
aan het licht gebracht dat in de verschillende supermarktketens vier tot dertien
bedreigde vissoorten worden aangeboden. De actie kende een eerste succes:
de ASDA-keten heeft beloofd haar
aankooppolitiek bij te sturen en onmiddellijk vier (van de dertien) soorten te
schrappen.
�
In de VS hebben wetenschappers
stalen van ingevroren gekookte garnalen
onderzocht, afkomstig uit vier verschillende landen. Doel van het onderzoek
was de mogelijke aanwezigheid van
bacteriën te ontdekken die resistent zijn
geworden voor antibiotica die tijdens de
kweek worden gebruikt. Dit bleek het
geval bij zo’n 42% van de 1500 gevonden bacteriële kolonies, waaronder de
voor de mens potentieel gevaarlijke E
coli, Enterococcus, Salmonella, Shigella
flexneri, Staphylococcus en Vibrio. Aangezien de gebruiksaanwijzing enkel
voorschrijft de garnalen eenvoudigweg
te ontdooien voor gebruik, wordt de
verbruiker direct blootgesteld aan de
resistente bacteriën.
36/ Seizoenen juni 2006
�
Op de UNESCO-conferentie over
Oceanen, Kusten en Eilanden met deelnemers van 78 landen in januari dit jaar is
duidelijk geworden dat 75% van de visbestanden wereldwijd bedreigd zijn door
overbevissing en illegale visserij. Omdat
vooral ontwikkelingslanden niet in staat
zijn zelf een duurzame aanpak op te zetten, is een geïntegreerde tactiek nodig en
moet het visserijprobleem hoog op de
internationale agenda blijven staan.
�
De Europese commissie heeft in
maart dit jaar een aantal krijtlijnen uitgezet om tot een economisch rendabelere visvangst te komen. Op korte termijn
betekent dit onder meer dat oude motoren moeten worden vervangen door
minder krachtige en energie-efficiëntere
modellen. Op langere termijn zullen
quota worden aangescherpt en piraterij
worden beperkt.
� In april jl. heeft Greenpeace nog getracht de druk op de Europese commissie op te voeren door vier piratenschepen
in de Duitse haven van Rostock te blokkeren. De schepen worden door de eigenaars regelmatig met een andere naam
bedacht en ingeschreven in wisselende
welbekende zeevaartlanden als Georgië
of andere Oost-Europese landen. Zij vissen vooral de (nog) rijke wateren voor de
kust van West-Afrika leeg.
�
In de Stille Oceaan worden nu
nog elk jaar 4,4 miljoen dieren zoals
haaien, albatrossen en zeeschildpadden
gevangen of gedood als ‘ongewilde bijvangst’ van het vissen met lange lijnen
op onder meer tonijn. Toch besliste de
Wereldbank in de herfst dat deze vorm
van visserij best nog een investering van
enkele miljoenen dollars waard is en dat
een milieu-effect-rapport niet nodig is.
�
Voor de kweek van tonijn in de
Middellandse Zee worden massaal
kleine visjes uit de Baltische zee of van
de Westkust van Afrika aangevoerd.
Het WWF klaagt deze praktijken aan
omdat zo vreemde ziekten kunnen
worden overgebracht die het zeeleven in
de Middellandse Zee wel eens helemaal
zouden gaan bedreigen. De jaarlijkse
aanvoer van liefst 225.000 ton vismeel
kan men niet afdoen als kattenpis, vindt
het WWF.
�
Ook BirdLife International trekt
aan de alarmbel. In heel wat visvijvers
worden uitwerpselen van kippen en
andere vogels gebruikt als voer voor
de viskweek. Puur theoretisch is het
mogelijk dat het vogelgriepvirus zo via
gekweekte vissen tot bij de consument
kan worden verspreid. Een beetje naar
analogie met het risico voor de ziekte
van Creuzfeldt-Jakob bij mensen die
vlees eten van runderen die slachtafval
in hun voer kregen.
� De Britse marinebioloog Nicholas
Polunin is een nieuwe stem die pleit
voor het afbakenen van zeereservaten zo
groot als bijvoorbeeld Wales waar vissen
als kabeljauw enkele tientallen jaren met
rust worden gelaten in de goede hoop
dat het visbestand zich zo gaat herstellen. De reservaten moeten volgens
Polunin het dringendst in de Noordzee
worden voorzien.
�
De juiste vis én de precieze herkomst te weten komen, blijft een hacheSeizoenen juni 2006/ 37
lijke onderneming en niet alleen in een
restaurant. Test-Aankoop publiceerde in
maart een onderzoek naar de etikettering van visproducten: liefst 90% van de
stalen was onvoldoende geëtiketteerd en
bevatte geen aanduiding van herkomst
en/of productiewijze.
GOED NIEUWS
� In Vlaanderen heeft de coöperatieve
Veeakker een aanbod aan vissoorten in
haar pakket opgenomen volgens de
betere quoteringen van de Nederlandse
Goede visgids (zie p. 39). Bestellingen
worden ongeveer twee keer per maand
geleverd onder meer via de Bioshopwinkels. Prijslijst en bestelformulier zijn
aan te vragen: 016 63 99 90.
� Typisch Hollands, zou men kunnen
zeggen: de harder (ook wel witte zalm
genoemd) uit de Waddenzee is vooral
populair in… Franse toprestaurants! Los
van deze amusante vaststelling is er ook
duurzaam goed nieuws: de harder wordt
nu gevangen volgens strikte richtlijnen
van de Waddenvereniging bij Terschelling en onder het keurmerk Waddengoud
op de markt gebracht onde rmeer via
natuurvoedingswinkels. In de toekomst
mogen we nog Waddengoud verwachten onder de vorm van milieuvriendelijk
gevangen kokkels, mosselen, zeebaars en
garnalen.
�
Gratis visboek! Op www.forum
forthefuture.org.uk kan je het boek
Fishing for Good van Jonathon Porritt (in
het Engels) gratis downloaden. Vooral
interessant als je meer wil weten over
het MSC-label en het engagement van
Unilever.
38/ Seizoenen juni 2006
�
In de Quick-fastfoodrestaurants
in Vlaanderen kiezen achttien klanten
op de honderd voor een visburger. Dat
is beduidend hoger dan de 2 tot 3% in
andere landen. Voldoende reden voor
Quick om te kiezen voor vis met het
MSC-label. Daarvoor is de traditionele kabeljauw vervangen door NieuwZeelandse hoki.
VISWEETJES - VIRTUEEL
Volgende websites zijn mooi, informatief en/of overweldigend, en ze bevatten
heel wat extra weetjes voor de visfanaten
onder onze lezers:
• www.blueoceaninstitute.org met
zeevoedingsgids;
• www.fao.org over àlle voedsel in de
wereld, en dus ook over vis;
• www.fishbase.org ongelooflijke database van zo’n 28500 soorten vis, met
keuze uit een dozijn talen, waaronder
het Chinees en… het Nederlands;
• www.mbayaq.org website van het
Monterey Bay Aquarium.
Luk Naets
Bronnen: Vilt-nieuwsbrief, Test-Aankoop,
Food Magazine, E-zine Milieu, Milieudefensie, Green Futures, De Morgen,
ASECO bericht, Sea Turtle Restoration
Project, Greenpeace nieuwsbrief
Foto: uit Fishing for good, Unilever.
GOEDE VIS
Voor wie besloten heeft voortaan minder vis te zullen eten en deze vooral zorgvuldig te kiezen, is er in
het Nederlands taalgebied de uitstekende Viswijzer
van Stichting Noordzee. Hier worden de vissen in
drie categorieën ingedeeld:
• Prima vis: niet overbevist, zorgvuldig gekweekt
en weinig schade aan de natuur.
• Twijfelachtig: problemen met kweek of visserij.
• Liever niet: kies voor een alternatief.
Deze handige koopgids (zie ook hieronder) vind je
op www.goedevis.nl. Hij steekt ook als een soort
bladwijzer in het boek De goede visgids. Vis eten met
een goed geweten (ISBN 90.6097.650.9).
Seizoenen juni 2006/ 39
�����������������������
BIO OP VAKANTIE IN EUROPA!
JA, MAAR WAAR?
Ook op vakantie
eet je graag bio.
Foto
Heleen Smeyers
Waar vind ik een biowinkel in de buurt
van mijn camping in de Ardèche? Zit er
een biomarkt verborgen in de valleien
van de Sierra Nevada? Zijn er veel
biowijnboeren in Toscane? Dat zijn zo
enkele van de vragen die we in de aanloop
van de grote vakantie bij Velt te horen
krijgen.
Aan de hand van de wereldwijde
adressengids van Ifoam (Internationale
federatie voor de biologische landbouw)
vinden we meestal snel een of andere
website waar de bioverkooppunten
netjes staan geklasseerd. Voor jouw (en
voor ons) gemak zetten we een aantal
populaire vakantielanden op een rijtje.
Als voorbereiding voor de vakantie surf
je het best even naar het opgegeven
webadres van het land of de regio. Wie
thuis geen internetverbinding heeft, kan
daarvoor ook terecht in de plaatselijke
bibliotheek.
• België (Vlaanderen):
www.biodichtbijhuis.be.
• België (Wallonië):
ga naar www.bioforum.be en klik de
(wat saaiere) Franse versie aan.
• Denemarken:
op www.okologi.dk kan je bij een kaartje de Deense versie van biodichtbijhuis
aanklikken: ‘okologisk stalddorssalg’.
Wij kennen geen Deens, maar we doen
een gokje met deze vrije vertaling: ecologische staldeurverkoop.
• Duitsland:
Twee websites, zowel www.n-bnn.de
als www.demeter.de, bieden heel wat
adressen, de eerste vooral van winkels,
de tweede van boeren, bakkers, imkers
en slagers.
• Finland:
zeer mooie website www.luomu-liitto.fi,
maar volledig in het… Fins. Als je ‘karjatori’ aanklikt, krijg je tekst onder een
hoofding met een foto van een kalf en
van een varken, maar niets dat op een
adres lijkt. Geen thuisverkopende veeboeren? Op www.organic-finland.com
lezen we dat bio in Finland een marktaandeel heeft van 1,5% en dat de meeste
bioproducten via de grootwarenhuizen
worden verkocht. We zijn dan maar
gestopt met zoeken.
• Frankrijk:
via www.biocoop.fr vind je massa’s verkooppunten over heel het land. Voor de
40/ Seizoenen juni 2006
boeren met thuisverkoop of op de markt loop je
het best een lokaal toeristisch bureau binnen. Daar
kan je meestal een regionale brochure krijgen met
de boeren – bio en niet-bio – die direct aan de
consument verkopen, soms zelfs folders met enkel
bioboeren.
• Groot-Brittannië:
mooi verzorgde en boeiende website van de Soil
Association (www.soilassociation.org) en een
aparte site met adressen van verkooppunten
www.whyorganic.org. Bezoekers moeten zich
(gratis) registreren.
• Ierland:
op www.irishorganic.ie krijg je de indruk dat de
Ierse bioboeren hun totale oogst zo snel mogelijk
willen exporteren (om nadien naar de pub te trekken). Amper info over directe verkoop of adressen
van winkels, wel een leuk lijstje met biologische
pensions.
• Italië:
heel veel te vinden via www.aiab.it. Kennis van
enkele woorden Italiaans is aangewezen zoals mercatini (marktjes), aziende vendita diretta (boeren
met thuisverkoop) en biofattorie didattiche (bioboerderijen die door schoolkinderen bezocht kunnen worden).
• Luxemburg:
alleen al voor het grappige Luxemburgs taaltje is
een bezoek aan www.demeter.lu een aanrader,
maar zoveel biodynamische boeren zijn er nu ook
weer niet in Lëtzebuerg. Meer adressen zijn te vinden op www.biog.lu en de website van een biologische supermarktketen: www.naturata.lu.
• Nederland:
klik op www.biologica.nl het vakje met ‘EKOgids’ aan.
www.oikos.no, maar niets concreets op gevonden.
Maar ineens doorreizen naar de Finse varkens?
• Oostenrijk:
klik op www.demeter.at gewoon Produkte
aan, en vervolgens de provincie, zoals bij onze
biodichtbijhuis.be. Poepsimpel.
• Portugal:
mooie website (www.agrobio.pt) met voor de hand
liggende ‘guia para consumidores’ die je vervolgens
naar de ‘pontos de venda’ brengt, om daar dan vast
te lopen… Die zuiderlingen, typisch!
• Spanje:
op www.vidasana.org vind je moeiteloos de lijst
met biologische restaurants en een lijst met consumentencoöperatieven, maar winkels? Nope! Siesta
zeker? Typisch Spaans!
• Zweden:
mooie websites van www.ekolantbruk.se (van de
bioboeren) en www.krav.se (biolabel en controle),
met zelfs de mogelijkheid om voor de Engelse of de
Spaanse versie te kiezen, maar als je iets wil zoeken,
kom je opnieuw in een Zweeds kluwen terecht.
Reis dus maar verder naar Finland…
• Zwitserland:
supereenvoudig via www.demeter.ch en dan verder
via ‘Verkaufsstellen’ en ‘Konsumenten’. Zwitserse
precisie waar de Skandinaven nog een puntje kunnen aan zuigen …
Ziezo. We wensen jullie in elk geval een prettige
vakantie. Laat vooral niet na ons te informeren
over mogelijke andere nuttige bioreistips zodat wij
volgend jaar nog meer info kunnen geven.
Goede reis en behouden thuiskomst!
Luk Naets
• Noorwegen:
twee veelbelovende websites, www.debio.no en
Seizoenen juni 2006/ 41
ZOMERKOKEN
SLAATJE MET
KRIELAARDAPPELTJES EN
BOONTJES
Dit is een eenvoudig gerechtje van bijna
uitsluitend ingrediënten die je in de tuin
kan vinden. Het smaakt – als je het rustig de tijd geeft – enorm naar zomer in
Italië dankzij de rozemarijn. Ik vind dit
ook een prima gerecht omdat het ingrediënten gebruikt die anders toch voor de
veldmuizen zijn.
Voor 4 personen:
1/2 kg aardappeltjes, de kleinste, die niet
de moeite zijn om te schillen - 1/2 kg
versgeplukte boontjes - 3 gemiddelde uien
- 2 pijpuitjes - 1 teentje look - 1 takje
rozemarijn - 1 klein bosje bieslook - olijfolie, peper en zout
Was de boontjes en ontdoe ze van het
steeltje. Leg ze in licht gezouten, kokend
water gedurende 3’. Zo zijn ze straks na
het stoven nog al dente. Schrik ze onmiddellijk in koud water, dan blijven ze
mooi groen en worden ze niet plat.
Was de aardappeltjes grondig in ruim
water en kook ze in licht gezouten water.
Let op, jonge kleine aardappeltjes zijn
zeer snel gaar. Controleer ze regelmatig.
Giet het water af en hou ze warm.
Snipper de ui en snij de pijpui in fijne
42/ Seizoenen juni 2006
schijfjes. Fruit de ui in warme olijfolie
en voeg van bij het begin de rozemarijn
toe. Harde kruiden hebben even de tijd
nodig om hun smaak aan een gerecht
te geven. Laat 15’ op een zacht vuurtje fruiten. Voeg daarna de look en de
pijpui toe. Laat nog even stoven. Voeg
de krielaardappeltjes en de boontjes toe.
Zorg ervoor dat ze kunnen opwarmen
en let erop dat de smaken kunnen vermengen maar dat het geheel niet te fel
begint te bakken want dan krijg je een
soort slappe prut.
Voeg tenslotte gesnipperde bieslook toe
en kruid met peper en zout naar wens.
PESTO VAN RUCOLA
Als ik een recept voor pesto boven halen,
dan valt bij een verbazingwekkend aantal mensen de mond open. “Pesto? Zelf
maken?” Alles wordt ergens wel door
iemand zelf gemaakt, denk ik dan. Al
is het misschien in fabrieken in uiterst
grote hoeveelheden met geavanceerde
machines. Maar alles wordt ergens gemaakt …
Pesto dus, die oeroude Italiaanse oliesaus voor op de pasta of bruscetta. De
basis is olijfolie, oude kaas, geroosterde
pijnboompitten en basilicum. Die laatste vervang ik hier door rucola.
Je kan ook andere wijzigingen aanbren-
gen natuurlijk. De pijnboompitten vervangen door cashewnoten bijvoorbeeld.
Of een andere kaas gebruiken.
Voor 4 personen:
50 g oude italiaanse kaas (parmezaan,
grana padano, pecorino…) - 50 g pijnboompitten - een dik handvol jonge rucolablaadjes (oude blaadjes geven draden in
de pesto) - extra vierge olijfolie - peper en
zout naar smaak
Verwarm een pan en rooster de pijnboompitten tot ze een goudbruin zijn.
Zorg ervoor dat ze niet aanbranden
want dan zijn ze om weg te gooien. Laat
de pijnboompitten achteraf afkoelen,
anders smelt straks de kaas en heb je
een klomp waarmee niets meer aan te
vangen is.
Rasp de kaas – een stukje van een blok
die er al een tijdje ligt is prima. Was de
rucola grondig en knijp deze goed uit.
Doe de kaas en de noten in een keukenrobot en mix flink tot je een korrelige
massa hebt. Voeg de rucola er aan toe.
Je zal merken dat alles nu een pak vlotter ronddraait. Mix tot een dikke pap en
voeg de olie toe tot je een dikke vloeibare
saus hebt. Werk af met zout en peper van
de molen.
WORTELTJES MET HONING EN
VENKELZAAD
Wortelen zijn – met een goede planning
en bewaartechnieken zoals inkuilen –
ongeveer het hele jaar uit je eigen tuin te
eten. Venkelzaad is er enkel in de zomer
en herfst maar je kan het perfect drogen
en bewaren zodat je dit gerecht eigenlijk
het hele jaar lang kan klaarmaken.
Rucola, lekker
in pesto als
vervanger van
basilicum.
Voor 4 personen:
800 g wortelen - een ui of wat pijpui echte boter - venkelzaad - peper en zout
Snij de ui fijn en stoof deze op een
laag vuurtje in wat boter gaar. Schil
of schraap de wortelen en snij ze naar
believen in blokjes, frietjes, balkjes, driehoekjes… Voeg ze toe aan de ui en stoof
ze gaar, ook op een zacht vuurtje. Voeg
op het einde wat venkelzaad en peper en
zout toe.
Eventueel kan je nog wat honing toevoegen of, als je het wenst, wat suiker zodat
de worteltjes een beetje glaceren maar
hierdoor ben je wel een groot deel van de
eigenlijke smaak van de worteltjes kwijt.
Heb je hele jonge worteltjes? Kook ze
even met schil gedurende enkele minuten. Haal ze uit het water en haal
de schil eraf door de wortel met de ene
hand bovenaan vast te houden en met
de andere hand met alle vingers lichtjes
knijpend van boven naar onder langs de
wortel te ritsen.
Seizoenen juni 2006/ 43
MANNEN, HAAL JE (VELT-) SCHORT BOVEN.
WE GAAN BARBECUEN!
Barbecuen is populair bij ons en overal
ter wereld worden vlees, vis en groenten
op houtskool geroosterd. Ook wij kunnen
een barbecue waarderen, maar dan liefst
met minder vlees en meer groenten.
Barbecuen, grillen of roosteren is het
bereiden van voedsel boven een directe hittebron. Voor de barbecue wordt
voornamelijk gloeiende houtskool
gebruikt. Door de hoge temperatuur
schroeien (vrucht-)vlees en vis dicht. Als
dat op de juiste manier gebeurt, verliest
het voedsel binnenin weinig vocht en
voedingsstoffen. Aan de buitenkant
krijg je een knapperige, krokante korst
door de plotse hoge temperatuur van
om en bij de 200°C. Geroosterde
groenten en vlees hebben een typische
rokerige smaak en geur. Gegrild voedsel
dien je meteen op te eten, anders gaat de
kwaliteit achteruit.
CARNIVOREN OP DE GRILL
Of barbecuen enkel voor de carnivoren
onder ons is? Een barbecue zonder frisse
sla en gegrilde groenten en sausjes kan
je bezwaarlijk een barbecue noemen.
Andersom, barbecuen zonder vlees,
blijft barbecuen en is een trend die
steeds meer aanhang krijgt. Dat stelden
onderzoekers aan de universiteit van
Freiburg (D) vast in een sociologisch
grillonderzoek.
MARINADES
Marinades geven een extra toets aan
het te roosteren eten. Ga uit van droog
44/ Seizoenen juni 2006
voedsel en maak een marinade uit olie
– om de smaakstoffen beter op te lossen
en om te voorkomen dat het voedsel aan
het rooster kleeft. Voeg aan de marinade
een zuur toe, bijvoorbeeld citroensap,
als je het voedsel malser en zachter wil
maken.
VLEES EN GROENTEN: BIOLOGISCH
Wil je een stukje vlees dat niet behandeld is met nitriet, dan kies je het best
voor biologisch vlees. Zo vermijd je dat
er kankerverwekkende nitrosamines
worden gevormd.
Biologische groenten zijn geteeld zonder
het gebruik van kunstmeststof. Daardoor bevatten ze minder nitraat. Nitraat
is op zich niet gevaarlijk, maar wordt het
wel als het wordt omgezet in nitriet.
GOEDE VIS
Vis kan natuurlijk ook op de barbecue.
Je kiest bij voorkeur voor niet-bedreigde
vissoorten. Een overzicht hiervan vind je
op p. 39.
SLOWFOOD IN EEN ECOLOGISCH
KADER
Fastfood wordt vaak gegrild. Denk maar
aan worst, hamburgers en kebabs. Barbecuen werkt anders: de ervaring van
het buiten koken, van de voorbereidingen die je treft om tot een geslaagd
barbecuefeest te komen, is voor de barbecuefreak simpel genieten. Het verorberen van de maaltijd in een ecologische
omgeving maakt het genot compleet.
Het doet je de tijd nemen om rond te
kijken in je ecologische siertuin en om
van de groenten die je net oogstte een
feestmaaltijd te maken.
LEKKER INGEPAKT
Het gebruik van aluminiumfolie bij een
barbecue lijkt voor sommigen onvermijdelijk. Denk maar aan aardappeltjes in
aluminiumfolie of papillotten van vis.
Toch kan het ook anders. Je kan metalen, herbruikbare schalen – al dan niet
met gaatjes – gebruiken. Jaarlijks worden
er nieuwe accessoires aangeboden. Er
bestaan bijvoorbeeld barbecuewoks om
je groenten op houtskool te roerbakken.
En voor wie toch niet zonder kan: er bestaat nu ook gerecycleerd aluminiumfolie van If you care (www.ifyoucare.com).
HERBIVOREN GESPIETST
Nagenoeg alle groenten kunnen op de
barbecue. Groenten met een zachte
structuur en een hoog vochtgehalte zoals
tomaten, uien en aubergines gaan goed
op de rooster. Je maakt de groenten
schoon. Grotere groenten leg je geolied
op de rooster of je snijdt ze in gelijke
stukken, rijgt ze aan een spies of bakt
ze in een metalen schaal. Groenten met
een harde structuur (rode biet, maïskolf,
asperges…) gaan ook. Je moet ze eerst
blancheren.
Hieronder vind je enkele suggesties. Gebruik seizoensgroenten voor je barbecue.
Je kan het best experimenteren met de
groenten die je nu vers uit de tuin haalten of voor een goede prijs kan kopen.
ENKELE SUGGESTIES
• AARDAPPEL
1e manier: gewassen, ongeschilde aardappelen prik je een aantal keer in met
een vork. Verpak ze met wat boter in
aluminiumfolie.
2e manier: de vooraf gekookte aardappelen worden overlangs doorgesneden.
Met snijvlak naar beneden even op de
rooster tot het goudkleurig is.
• AUBERGINE
Snij de aubergine overlangs doormidden, snij het snijvlak in en bestrijk het
met olie en kruiden (met komijn bijvoorbeeld). Leg de aubergines met het
snijvlak naar boven 10 tot 15 minuten
op de grill leggen (bruin korstje). Keer
alles om en laat nu het snijvlak goudgeel
laten worden. Je hebt nu zacht vruchtvlees dat je met knoflook en andere
kruiden kan mixen tot een smakelijke
groentepaté. Je kan de aubergine ook
uitlepelen.
Seizoenen juni 2006/ 45
UITKIJKEN VOOR ZWARTGEBLAKERD VOEDSEL
Als je voedsel boven houtskool roostert, kunnen kankerverwekkende stoffen ontstaan. Aminozuren breken
af en er worden polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) gevormd. Dat gebeurt als je voedsel laat
aanbranden en bij bakken op een temperatuur boven de
200°C. Aangebrande stukken voedsel verwijder je. Maar
vermijden is natuurlijk nog beter. Hou rekening met het
volgende:
• Afdruipend vet geeft aanleiding tot de vorming van
PAK’s. Door opstijgende rook komen ze terecht op het
voedsel.
• Vermijd contact van het voedsel met de vlammen en
hou de rooster op ruime afstand (minimum 10 cm) van
de warmtebron. Hoe groter/dikker de stukken, hoe groter de afstand.
• De staafjes van het rooster mogen niet te ver uit elkaar
staan (1,5-2 cm) zodat het voedsel er niet kan doorhangen.
• Vooral vette vlees- en vissoorten zijn gevoelig voor
PAK’s. Neem vetarm voedsel en smeer in met een weinig
olie. Gebruik geen gerookt vlees.
• Eet geen verbrand voedsel en prik tijdens het roosteren
niet in de stukken.
• Zorg dat de grill de gewenste temperatuur heeft als je
met het bakken begint. Je ziet het aan de houtskool: die
is dan bedekt met een laagje witte as.
• Gebruik alleen houtskool dat geschikt is voor
barbecuen; kijk dat na op de verpakking.
• Gebruik enkel krant, aanmaakblokjes, of -pasta om het
vuur aan te maken.
• Gebruik metalen spiesen. Ze geleiden de warmte goed
naar binnen en zorgen voor snel en gelijkmatig garen.
Zin om aan de slag te gaan? In
Heerlijk Vegetarisch barbecuen
van Mary Gwynn (Deltas) vind
je nog meer tips en meer dan 70
heerlijke recepten.
46/ Seizoenen juni 2006
• TOMATEN
Er zijn veel variaties mogelijk: kerstomaatjes op een spies, pruimtomaatjes
in aluminiumfolie met wat kruiden...
Tomaten kunnen ook naakt op de rooster. Van zodra de schil loskomt, moet de
tomaat eraf, ontvellen en genieten van
een heerlijke groentegerechtje.
• PAPRIKA
Paprika kan je op dezelfde manier als
tomaat roosteren. Na het ontvellen kan
je de paprika verwerken in een slaatje of
zo eten.
• UIEN EN PREI
Prei kan je zo op de rooster leggen na het
blancheren. Uien kan je in een schaal op
een matig vuur gaar roosteren.
• FRUIT
Nu je het vuur toch hebt aangewakkerd,
kan je het evengoed gebruiken voor een
fruitdessert. Een banaan kan er zo op
tot de schil zwart ziet. De inhoud kan
je eten met wat geklopte room of wat
ijs. Ook geroosterde vijgen en perziken
zijn heel lekker in combinatie met een
schepje ijs.
• GRANEN
Van graanproducten maak je eerst een
deeg. Het deeg vorm je in gelijke delen
zoals bijvoorbeeld schijfjes polenta of
griesmeel. Die vet je licht in en vervolgens gril je ze. Je kan het deeg mengen
met olijven en gedroogde tomaat en
provençaalse kruiden voor een pittige
hap. Het kan ook sneller als je doorgesneden pittabroodjes of sneetjes brood
laat roosteren.
DUURZAAM MET SMAAK
Elke stellen we op onze website een
seizoensgroente centraal. In maart was
dat pastinaak en in april stonden rooden witloof in de kijker. Telkens is er ook
een receptenwedstrijd waarbij amateurkoks ons hun favoriete recepten met die
groente bezorgen.
PASTINAAK
Liefst 22 koks dienden hun pastinaak
recept in voor de maand maart: een zeer
verscheiden menu met pastinaak in veel
combinaties.
Het oordeel van de jury weerspiegelt
perfect de soms verrassende mogelijkheden die pastinaak biedt, maar één
recept sprong er bij elk van de juryleden
uit als lekker, origineel, ecologisch: de
pittige pastinaakmaaltijdsoep van Jo Van
Ostaeyen.
PITTIGE PASTINAAK(MAALTIJD)SOEP
1 ui - 1 eetl. olijfolie - 3 eetl. bieslook 450 g pastinaak - 1 blik kokosmelk
(+/- 350 ml) - 1 l groentebouillon100 g dunne (rijst)pasta - 1 venkel - 1 prei
- 1 k.l. kurkuma - 1 k.l. kerriepoeder 1 rood pepertje (zeer fijn gesnipperd) 250 g tofu in blokjes gesneden en
besprenkeld met sojasaus (tamari of shoyu)
Fruit de fijngesnipperde ui in de olie.
Voeg de geschilde en in dobbelstenen gesneden pastinaak en fijngesneden venkel
toe. Voeg de bouillon toe en laat 10’ koken met deksel. Voeg de kokosmelk en
de kruiden toe. Voeg de pasta toe en de
fijngesneden prei en laat nog 5’ sudderen. Voeg de blokjes tofu toe en laat nog
enkele minuten doorkoken. Bestrooi
elke portie met een weinig bieslook.
Dien op met bruine crackers.
WITLOOF - ROODLOF
Misschien was iedereen al wat uitgekeken op witloof en het roodlof nog niet
voldoende gekend of te weinig beschikbaar. Feit is dat er slechts zes uitzendingen tijdig zijn ingediend. Gelukkig zijn
alle recepten lekker creatief.
Deze keer hebben we een winnares uit
Nederland: Lisette Bossert uit Den
Bosch met haar:
WILOOFTAART MET BLAUWE KAAS
EN ABRIKOZEN
voor het deeg: 250 g bloem - 1 k.l. zout - 7
g gedroogde gist - 2 eetl. olijfolie - 150 ml
lauw water - 6 blaadjes salie (fijngesneden)
- 15 zwarte olijven in dunne plakjes
voor de vulling: 2 eetl. olijfolie
- 7 gedroogde abrikozen in dunne
reepjes - 500 g witloof - 150 g
(Brabantse) blauwschimmelkaas (in
blokjes) - 1 dl room - 3 eieren - versgemalen
peper en zout
voor de salade: raapstelen - hazelnoten
olijfolie - appelazijn - appeldiksap - peper
en zout
Doe bloem, zout en gist in een kom en
meng. Maak een kuiltje in het midden.
Giet olie en water in het kuiltje en meng
geleidelijk met de bloem. Het deeg moet
buigzaam en glad zijn. Kneed het deeg
zo’n 10’ tot het glad en elastisch is. Voeg
zo nodig bloem of water toe.
Doe het deeg in een schone kom, dek
Seizoenen juni 2006/ 47
STUUR ONS JE RECEPT EN WIN!
Voor de receptenwedstrijd kijken we uit naar recepten
met asperges (juni), aardappelen (juli) en tomaten
(augustus).
Elke maand verloten we een publicatie van Velt naar
keuze tussen àlle inzendingen. Maandelijks publiceren
we de drie beste recepten op de website. De allerbeste per
maand komt in aanmerking voor één van de drie prijzen:
van een lekker etentje uit voor twee tot een biologisch
feestpakket om een feestje te bouwen met je vrienden.
Meer info vind je op onze website:
www.velt.be/duurzaammetsmaak
of stuur je recept naar Receptenwedstrijd, Velt,
Uitbreidingsstraat 392 C, 2600 Berchem.
af en laat ongeveer 1 uur rijzen. Maak
intussen de vulling.
Snijd het witloof in de lengte doormidden, verwijder de harde kern en snijd de
bladeren in de lengte in repen van zo’n
2 cm breed. Verhit de olijfolie in een
ruime pan met dikke bodem en bak de
stukjes abrikoos hierin. Voeg het witloof
toe en bak deze zachtjes mee met de
abrikozen. Het witloof mag iets slinken
maar moet nog wel een wat knapperige
beet hebben. Haal de pan van het vuur.
Klop de eieren los met de room en roer
dit door het witloof. Voeg de blauwe
kaas toe. Breng het mengsel op smaak
met peper en zout.
Verwarm de oven voor op 200°.
Als het deeg verdubbeld is, kneed je er
de lucht uit. Voeg salie en olijven toe.
Vet een lage taartvorm van 23 cm doorsnede in met olijfolie. Rol het deeg uit
tot een ronde lap die enkele cm groter
is dan de taartvorm. Bekleed de vorm
met het deeg en laat de extra cm over de
vorm hangen. Giet het witloofmengsel
op het deeg en vouw het overhangende
deeg losjes over de vulling heen.
Bak de taart gedurende 25’.
Serveer de taart met een salade van
raapstelen met een dressing gezoet met
appeldiksap en gegarneerd met hazelnoten.
WINNEN EEN BOEK
Onder de inzenders van maart trok stagiaire Liesbet Van Dycke volgende winnaar van een Velt-publicatie naar keuze:
Koen Heughebaert uit Houthulst. !
De uitgelote winnaar van een Velt-publicatie voor april is Jos Moeskops uit
Berchem.
Proficiat!
48/ Seizoenen juni 2006
NAAR VELT OP Z’N LOOPJES…
VOOR DE ZOMERKOOPJES!
• Het kinder kijk- en kookboek
Eerlijk is Heerlijk, ons gewaardeerde
voedingsboek op kindermaat.
€ 9,80, inclusief verzending.
• Kleurrijke en stevige verzameldozen voor een hele jaargang
van Seizoenen. Ook geschikt als
boterhammendoos voor Velters die
zich graag outen.
Thuis bezorgd voor slechts € 4,95.
• Stevige BioH! T-shirts in volgende
maten: S,M en XL. 100% biokatoen.
€ 9,75/stuk (inclusief verzending)
HOE BESTELLEN?
Maak het bedrag van je aanko(o)p(en) over op rekeningnummer 001-0990550-62 van Velt in 2600 Berchem en
vermeld er duidelijk bij: T-shirt + maat, Eerlijk=heerlijk
of verzameldoos. Ongeveer een week later ontvang je het
gevraagde met de post.
Seizoenen juni 2006/ 49
Download