Oudegracht 205 - Persepolis - Stichting Kelderkaart Utrecht

advertisement
Persepolis
Jeugd en jazz
Onder aan de werf, op Oudegracht 205 waar vandaag de
dag het Griekse restaurant ‘Rhodos’ te vinden is, was van
1959 tot 1967 jazzclub ‘Persepolis’ gevestigd. Opgericht
door 17-jarige scholier Guus Von Biela en zijn vriend Karel
Nooyen groeide de club, mede door de verrichtingen van
artiestenmanager Jaap van de Klomp, uit tot Utrechts
bekendste jazzkelder in de jaren zestig.
Jazz in de schuur en cultuur
‘Ik zat bij een rock ’n roll club in de werfkelder bij de
Smeebrug, maar raakte de rock ‘n roll beu. Jazzplaatjes
wilden ze er niet draaien, dus toen begon ik mijn eigen
club.’ vertelt Von Biela. In 1957 werd de Modern Jazzclub
Persepolis in de schuur van de vader van Van Nooyen
opgericht, aan Grasstraat 2.1 De club dankte haar naam
aan een kwajongens daad. Jongens van de club hadden
het naambordje ‘Persepolis’ van een studentenfeest
gestolen en boven de deur van de schuur gehangen.
afbeelding 1. Groene stip: Oudegracht
205 a/d Werf waar 'Persepolis' was
gevestigd (bron: Lukas de Jong
Architectuur)
Het publiek van Persepolis bestond voornamelijk uit schoolgaande jongeren die zich voor
moderne jazz interesseerden en alles wat daar mee gepaard ging, zoals literaire werken van
Simon Vinkeoog, Remco Campert en Harry Mulisch. Ze kochten grammofoonplaten bij
muziekwinkel ‘Staffhorst’, waar een lid van Persepolis werkte die de bezoekende jongeren
kennis liet maken met de club. Het publiek ging gekleed als hun Amerikaanse helden uit films
of de muziekindustrie: ‘In Amerikaanse films zag je acteurs, die hadden zo’n overhemd aan
met in de puntjes van de
boorden knoopjes. Dat
was nieuw. Die buttondown-shirts.
(…)
Nederlandse muzikanten
hadden dat verdorie ook!
Dus op een gegeven
moment, dan wilde je
ook zoiets’.2
afbeelding 2. Kaart van Oudegracht 205, Modern Jazzclub Persepolis
1
2
Interview Guus von Biela, 13 januari 2016.
Interview Jaap van de Klomp, 10 december 2015.
Jazz in de kelders
Moderne jazz werd eind jaren vijftig als
verderfelijk muziek beschouwd in de
publieke opinie. Het afkeuren van dit
soort muziek door volwassenen was de
aanleiding voor het ontstaan van
jazzkelders. Moderne jazz was namelijk
niet op de reguliere radiozenders te
horen en grammofoonplaten konden
voor sommigen een dure investering
zijn. Daarbij waren jongeren thuis niet
altijd vrij om de muziek van hun smaak
te draaien. Dit gold ook voor de
zeventienjarige Gert Hogenkamp, die in
1955 de Utrechtse Jazz Club oprichtte.
Thuis mocht hij geen jazzmuziek draaien. Naast deze jazzclub werd later in 1958 de Utrechtse
Jazz Liga in de Interval-kelder, onder Oudegracht 301, onder toezicht van de Kargadoor,
opgericht en in 1959 maakte ook Persepolis haar weg naar de kelders met de renovatie van
Oudegracht 205.3
afbeelding 3. Jazz in de werfkelder Persepolis. De muren beplakt
met eierdozen (bron: privécollectie J. van de Klomp)
Controle
Met gemeentegeld werd de kale kelder onder Oudegracht 205 betegeld. Ter verbetering van
de akoestiek werden de gewelven bedekt met eierendozen en ter decoratie werden er
kaarsjes op de tafels geplaatst. De gemeente verdiende deze investering in Persepolis
uiteindelijk terug door de 60 procent vermakelijkheidsbelasting die werd geheven op de
inkomsten van de club. De politie zag er iedere avond op toe dat er wel aan alle bezoekers
een kaartje werd verkocht.
‘De kaarsvlammetjes gingen
uit door een gebrek aan
zuurstof en van het plafond
regende het condens op de
bezoekers’
-
Jaap van de Klomp
(bron: J. van Sambeek, Jazz terug in
Persepolis’, De Nieuwe Utrechter (versie 15
februari 2012), http://dnu.nu/artikel/5951jazz-terug-persepolis.html (20 januari 2016)
3
De club kon overigens alleen bezocht worden door
leden of introduceés. ‘Dat was dan ook een
consequentie van dat jeugdwerk gedoe. (…) Dat was
dan ja, 1.50 of 2.50 gulden per kaartje. Een héle
zware aanslag op ieders portemonnee. Dat moest
dan ook iedere keer getoond worden.’4
De controle van de gemeente beperkte zich niet tot
de voordeur: ‘Vervolgens kwamen de ambtenaren
van Bijzondere Wetten, in regenjas en gleufhoed.
Die kwamen dan in die kelder kijken of er geen
B. Zwanink, ‘Parijse sferen in Utrechtse kelder. Persepolis 1957-1967: deel 1’, Jazzbulletin 68 (2008), 15-16,
20.
4
Interview Jaap van de Klomp, 10 december 2015.
alcoholische dranken waren, want dat was verboden.’5 Dergelijke controle was echter
overbodig bij Persepolis. Terwijl in de Utrechtse Jazz Club werd gerookt, gedronken en drugs
werd gebruikt (voornamelijk marihuana) waren de meeste leden van Persepolis
geheelonthouders.6
Populair
Ondanks de restricties was Persepolis een populaire plek
voor jazz-liefhebbende jongeren. De kelder wist zich
zelfstandig draaiende te houden en telde officieel
ongeveer 700 leden. Dit succes was grotendeels te
danken aan Jaap van de
Klomp. Hij haalde grote
Amerikaanse
jazznamen
naar
de
Utrechtse
ondergrondse
jongerenwereld die veel
populariteit genoten onder
de
jazz-liefhebbende
jongeren. De rol van Von
Biela was overigens niet
afbeelding 4.
minder belangrijk: ‘Het was
Ledenboekje van de
Modern Jazzclub
ook dankzij zijn zakelijk
Persepolis (bron:
instinct dat die club zo lang
privécollectie J. van
de Klomp)
heeft bestaan.’7
Von Biela verzweeg echter
lange tijd dat hij de jazzkelder runde, huiverig voor de mening van zijn
ouders. Jazzkelders waren namelijk in een kwaad daglicht gesteld; er deden verhalen de
ronde dat er seks- en drugsfeesten plaatsvonden. Maar Persepolis wist van dit imago af te
komen door een kwalitatief goed muziekprogramma neer te zetten, de wethouder Culturele
Zaken de heer van der Vlist uit te nodigen
de werfkelder te openen en positief in de
media te verschijnen. Toen Von Biela’s
ouders van de kelder kwamen te weten,
waren ze blij dat hun zoon sociaal werk
verrichtte.8
‘Beat’-down
afbeelding 5. Winkelmeisjes van Staffhorst. 1960 (foto: R.
van den Berg)
5
Ibidem.
Ibidem.
7
Ibidem.
8
Interview Guus von Biela, 13 januari 2016.
6
In 1967 werd de club opgeheven: ‘Het
hield op gewoon. Kijk, toen kwamen de
Beatles
ineens
tevoorschijn.
(…)
Tegelijkertijd was die jazz ontspoort in free jazz en avant-garde. Wat in het begin nog wel
leuk leek, maar later echt alleen voor hardcore liefhebbers was. Toen er dus een bijzonder
aanstekelijk alternatief was gekomen was daar niet tegenop te concurreren.’9
afbeelding 6. Persepolis financieel houdt het hoofd moeilijk boven
water door vermakelijkheidsbelasting en afspeelrechten (bron:
Utrechts Nieuwsblad, 12 oktober 1966)
9
Interview Jaap van de Klomp, 2015.
Download