femke gedestein teja van hoften

advertisement
1
femke gerestein
TO BE BODY
teja van hoften
2
rug 3 · 2011 · grafiet op papier · 150 x 250 cm
3
rug 1 2 3 · 2011 · grafiet op papier · 150 x 250 cm
4
4 x zonder titel · 2013 · grafiet op papier · 222 x 150 cm · 209 x 150 cm · 266 x 150 cm · 286 x 150 cm
5
6
femke gerestein
www.femkegerestein.nl
In mijn vorige atelier had ik een stuk muur gereserveerd voor
aantekeningen. Ik had de muur opgedeeld in twee delen:
aantekeningen over lichaam en aantekeningen over huid.
Lichaam is vorm, huid is oppervlak. In de tekening van mijn
rug die in de tentoonstelling is opgenomen, is het lichaam een
losstaande vorm in het kader van het papier. Het getekende
lichaam is opgerold en afgewend van de toeschouwer. Als
je de tekening nadert, krijg je niet de huid van de rug te zien
maar een getekende ruis waar het lichaam achter ligt. Je komt
niet dichterbij.
In de tentoonstelling toon ik ook twee tekeningen op kalkpapier
van mijn huid. Huid is het oppervlak van het lichaam. Huid
is een membraan. Huid beschermt. Met huid raak je aan en
wordt je aangeraakt. Huid is een landschap van lijnen. Huid
is identiteit. Bij een van de twee tekeningen ligt er een blauwe
plek onder de huid, getekend op een tweede vel kalkpapier dat
achter de huidtekening ligt. Letterlijk verder onder mijn huid
kom ik niet in mijn werk.
Net als voor teja is ook voor mij het medium waarin ik werk
belangrijk. Wanneer ik een tekst schrijf over mijn werk
beschrijf ik het liefst mijn werkproces. De keuzes die ik daarin
maak zeggen veel over de inhoud van mijn werk. Tekenen
is registreren. Tekenen is kijken, aanraken, voelen, volgen.
Tekenen is voor mij onderzoeken hoe ik het kijken van de
toeschouwer kan beïnvloeden. Tekenen is concentratie waarin
de tekening alles is wat er is. Tekenen is ook vooral de controle
durven te verliezen. Dat is wat ik het lastigste vind en waar het
voor mij echt interessant wordt. Teja benoemt in haar tekst
de traagheid van het medium dat ze gebruikt en het gestaag
groeiende, de tijd die eroverheen gaat. Ook mijn manier van
tekenen kost tijd. Laag over laag over laag bouw ik een tekening
op. Alle lagen blijven zichtbaar in de tekening.
zonder titel (detail) · 2013 · grafiet op papier · 286 x 150 cm
Mijn tekeningen komen erg dichtbij. Daarmee bedoel ik hier
niet letterlijk dichtbij tot op de huid maar dichtbij mijzelf. Ik ben
niet mijn lichaam. Waarom teken ik dan mijn lichaam? Omdat
dat is wat je ziet. Dat is wat je kunt aanraken, kunt voelen. Een
lichaam is tastbaar net als een tekening. Ik onderzoek mijn
lichaam door het van veraf te bekijken, door het vervolgens tot
zeer dichtbij te benaderen en door deze beweging te herhalen.
In mijn tekeningen probeer ik het onderwerp binnen te komen,
tot in de details van de tekening. Deze beweging heen en weer
en zelfs door het oppervlak is een belangrijk thema in mijn
werk. Van veraf naar dichtbij, van buiten naar binnen, van
hoofd naar lichaam, van ik naar jij en vice versa. Ik vertrek
vanuit een concreet en herkenbaar beeld, het lichaam. Vanuit
daar teken ik verder, de diepte in waarin ruimte is voor eigen
invulling van de ander, de toeschouwer. Daar waar de tekening
niet meer van mij is maar van degene die ernaar kijkt, dat is
wat ik zoek. Waar houd ik op en waar begint de ander?
In mijn meest recente tekeningen in de tentoonstelling is het
perspectief veranderd ten opzichte van de rug. Voordat ik het
teken, fotografeer ik mijn lichaam. De foto’s voor de rug maakte
ik met mijn camera op een statief dat los in de ruimte stond.
Ik ging er zelf ver vandaan liggen. Voor mijn meest recente
werk bij CBK Zeeland hield ik de camera vast en fotografeerde
ik mijn lichaam zoals ik het zelf zie als ik naar beneden kijk.
Wanneer een ander naar de tekening kijkt, kijkt hij als het ware
door mijn ogen. Hij is geen buitenstaander meer, maar vormt
het hoofd van mijn lichaam waarvan hij in deze tekeningen de
huid te zien krijgt.
Het is belangrijk dat ik alleen ben in de ruimte waarin ik de
foto’s neem. De omgeving uit de foto verdwijnt in de tekening.
De lichamen krijgen hun omgeving weer terug wanneer ze in
een ruimte worden getoond. Dan zijn ze daar aanwezig, net als
de lichamen van de mensen die ernaar kijken. Om deze fysieke
aanwezigheid verder te onderzoeken heb ik mijn tekeningen
van de muur gehaald en los in de ruimte gehangen of op de
grond gelegd. Ook heb ik mijn tekeningen laten bewegen door
de wind en met behulp van animatietechnieken en projecties.
In Stichting IK heb ik samengewerkt met een componist die
soundscapes maakte bij mijn bewegende tekening (I wonder
if I’ve been changed in the night?, 2013). Geluid trok de
tekening van de muur af en maakte de toeschouwer nog meer
onderdeel van het werk. Een soundscape heeft bovendien een
tijdsduur met een begin en een eind. In mijn meest recente
werk beperk ik mij weer tot papier en grafiet. Beweging, tijd,
ruimte en gelaagdheid zitten in de tekeningen zelf. Het grafiet
moet het doen.
8
teja van hoften
www.tejavanhoften.nl
In tegenstelling tot het onvoorwaardelijk vertrouwen in de
medische wetenschap en het hedendaags heilig geloof in de
maakbaarheid van alles inclusief het eigen lichaam, ervaar ik
mijn lichaam meer in termen van zijn in plaats van hebben.
Dat overgeleverd zijn is zeker verontrustend en frustrerend
bij de ongemakken van ziekte en slijtage/ ouderdom. Maar
die overgave kan ook rust en ontspanning geven. Wanneer ik
samenval met wat ik aan het doen ben, zijn dat de gelukkigste
momenten in mijn leven. Vaak zijn deze heel fysiek zoals
schaatsen, wandelen, vrijen en dansen, maar ook opgaan
in mijn werk. Lichaam zijn. Dan krijg ik zin in zijn en dat is
voor mij nauw verbonden met en misschien nog wel veel
belangrijker dan de zin van zijn. Aanwezig in het hier en nu.
Het is niet zo, dat het denken dan totaal is uitgeschakeld, maar
het is een ander soort denken dan het normale analyserende
en kritische denken dat meteen een afstand schept. Het
is meer een sluimerend soort denken dat heel intuïtief en
associatief het moment volgt. Zo ontstaan ook mijn beelden. Of
het nu de bessensap op de yoghurt is of het schiften van twee
verfsoorten, telkens herken ik in structuren en processen van
de natuur het lichaam en daarmee mezelf. Zo maak ik bijna
dagelijks foto’s in mijn directe omgeving die verwijzen naar die
onbewuste lichaamsprocessen. Een gelaagdheid gebaseerd
op verwantschap. Dit me verbonden weten met een groter
geheel, maakt mijn eindigheid aanvaardbaar. Want juist in zijn
bewustzijn en het denken en willen, is de mens het meest
kwetsbaar. Wij kunnen ons lichaam niet herschikken zoals
een platvis die een kleine evolutie doormaakt tijdens zijn leven
om zijn lichaam uit praktische overwegingen aan te passen.
Evenmin kunnen wij een armpje laten aangroeien als we er
een verloren hebben zoals een zeester wel kan. Daarvoor is de
mens te complex. Maar dit deel uitmaken van, die eenheid te
ervaren en ook zelf een stukje natuur te zijn, schenkt me troost
en schoonheid.
Mijn werk is de registratie van mijn bestaan en dat zie ik ook bij
Femke. Letterlijk zelfs hoe zij haar eigen lichaam tekent vanuit
het perspectief van haar eigen ogen.
De grens verkennen: waar houd ik op en begint de wereld? In
hoeverre bepaalt de wereld mij? In hoeverre ben ik de wereld?
Dit heb ik vooral onderzocht in de eerste drie delen van
de encyclopedie van mijn lichaam, een serie boeken waarvan
dit jaar het zevende deel inzicht is verschenen.
Daarnaast is bij ons beiden ook de traagheid heel belangrijk,
het gestaag groeiende. Ik heb die tijd nodig om tot een soort
aandacht en intensiteit te komen en overal op in te kunnen
gaan, me te mogen/kunnen verliezen in details. Daarom houd
ik heel erg van bepaalde ambachtelijke technieken, die om
uitstel vragen zoals keramiek, grafiek, brons en recentelijk ook
textiel. Ik start altijd heel dicht bij mezelf, het eigen lichaam,
mijn eigen leven en verken de wereld vanuit kleine kringetjes
om me heen. Het worden vaak series. Pas na het helemaal
veroverd te hebben, stort ik me op een nieuw aspect, materiaal
of techniek. Zodra ik aan een werk begin, heb ik iets om
naar toe te leven. In die zin is mijn werk noodzaak en zelfs
therapeutisch te noemen.
Maar niet te vergeten is er ook het genieten. Erotiek en
aaibaarheid zijn voor mij ook heel belangrijk. En verbazing
en verwondering verzamelen in mijn hoofd.
10
Want hoe hulpeloos hangend aan letterlijk één draadje het
aan de tentoonstellingstitel gelijknamige werk lichaam zijn
er ook uitziet, tegelijkertijd geven de krachtige kleuren en de
gezwollen aderen de coconvormen een enorme potentie. Zo
maken ook de kleuren de zenuwdraden (dendrieten) van het
werk zenuwcellen deze tot energieke verbindingslijnen tussen
hersenen en spieren, tussen denken en doen, tussen mezelf
en de wereld om me heen. Ook het bronzen bloedvat en de
twee kliertjes van het beeld bloed, zweet en tranen zijn in
tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden absoluut niet zielig,
maar stevige stappers. En mijn meest recente porseleine werk
lijkt van de wand af te spatten, uit pure levenslust.
anastomose I · 2008 · hout, gehaakt katoen · 32 x 170 x 65 cm
11
12
zenuwcellen · 2013 · wol · 120 x 200 x 20 cm
13
bloed, zweet en tranen · 2003 · brons · 95 x 250 x 150 cm
14
lichaam zijn · 2011 · 10-delig breiwerk · hoogte 250 cm
15
Ben je je lichaam, of huis je in je lichaam? Hoe verbonden ben
je met je sterfelijke omhulsel? Over het menselijk lichaam gaat
de duotentoonstelling To Be Body, waarmee CBK Zeeland het
nieuwe culturele seizoen opent. Deze monumentale expositie
toont werk van twee Zeeuwse kunstenaars die elk op meer
dan levensgroot formaat werken, Teja van Hoften en Femke
Gerestein, met het lichaam als vertrekpunt.
Maar al delen ze een thema, hun werkwijzes verschillen. De
metersgrote tekeningen van Femke Gerestein beginnen met
fotografie. Voorheen gebruikte ze een model, tegenwoordig is
het vooral haar eigen lichaam dat ze op allerlei fotografische
manieren vastlegt om deze in grafiet te gaan vertalen. De
huid valt samen met de textuur van het papier, waardoor de
lijfelijkheid van de tekening die van het lichaam wordt. Door
die tactiliteit nodigen haar tekeningen uit om dichtbij te kijken,
waar de fijne potloodstrepen een eigen dimensie van ruis
en abstractie vormen. Van een afstand worden ze juist weer
figuratief en herkenbaar, een lichaam, een mens.
Teja van Hoften is al langer actief als kunstenaar en ook zij
begon met de blik op het lichaam. Inmiddels is ze daarbij
ingezoomd tot een microscopisch niveau, naar de huid en
daarachter, weefsels verbeeldend in allerlei technieken. Van
wol maakt ze zenuwcellen die zich vertakken over de muur
waar ze deze aan hangt. In brons maakt ze aderen die op de
grond staand doen denken aan de opvatting van de mens als
omgekeerde plant. Meer dan manshoog zijn haar gebreide
cocons, geaderd en levend, zwart en rood, als niets anders
herkenbaar dan vitaliteit, het hart van de natuur.
Maar net als bij de vorige duotentoonstelling, Fragile Movements,
waarin CBK Zeeland Annemarie van Sprang en Lysandre Begijn
aan elkaar voorstelde, kenden ook Gerestein en Van Hoften
elkaar niet. CBK Zeeland bracht hen samen, twee kunstenaars
van verschillende generaties maar met een gedeelde interesse
waarin ze elkaar kunnen versterken. Gerestein en Van Hoften
hebben eenzelfde behoefte om diep door te dringen in het
lichaam, tot in de haarvaten, om daarmee tot abstracte
resultaten te komen. Gerestein doet dit met een onderzoekende
blik van buitenaf, Van Hoften bekijkt het lichaam van binnenuit,
door vanuit de details te komen tot een kern van leven.
Daarin ontmoeten ze elkaar in deze tentoonstelling. Daarmee
gaat To Be Body over kwetsbaarheid, tastzin, lijfelijkheid, en
fundamenteler nog over bestaan en over mens-zijn.
Dat maakt deze expositie een beeldende ontmoeting waarbij
het bovendien interessant is hoe hun beider monumentale
aanpak, kunst met veel presence, zich verhoudt tot de
tentoonstellingsarchitectuur van CBK Zeeland. Hun krachtige
visuele aanpak zorgt dat deze tentoonstelling op nog een niveau
over menselijkheid gaat: de mens in de ruimte, ik versus de
ander. Dat is niet alleen essentieel voor de kunst. Het is de basis
van alle menselijk contact.
Thom Schaar coördinator beeldende kunst
Kathrin Ginsberg directeur
cbk zeeland balans 17 · 4331 bl middelburg · telefoon 0118 – 611 443 · www.cbkzeeland.nl
voorzijde femke gerestein · blauwe plek · 2011/2012 · 59 x 42 cm · kleurpotlood op twee
lagen kalkpapier achterzijde teja van hoften · aders · 2004 · 47 x 35 x 15 cm · keramiek
tekst femke gerestein · teja van hoften fotografie femke gerestein · teja van hoften
mechteld jansen vormgeving martijn de wilde
Download