‘Yo, ouders, denk eens na!’ Journaliste Myrthe Hilkens over de ‘pornoficatie’ en de seksuele mores van de jeugd Porno is overal en heeft een slechte invloed, schrijft Myrthe Hilkens in een recent boek. Door critici wordt ze weggezet als moraalridder. „Meisjes noemen zichzelf sletje, pussy juice of horny bitch. Wat bezielt hen?” Door Bernard Hulsman Halverwege het gesprek met journaliste Myrthe Hilkens in een stil café in de Amsterdamse Pijp wordt het een bezoekster te veel. „Ik probeer niet te luisteren, maar ik hoor toch alles”, zegt ze. „O, sorry”, antwoordt Myrthe Hilkens. „Ja, waar hebben we het over, hè, zo op de vroege morgen?” „Niet erg, hoor”, zegt de bezoekster vriendelijk. „Maar ik ga even verderop zitten. Ik moet nog ontbijten.” Myrthe Hilkens (29) heeft onlangs McSex. De pornoficatie van onze samenleving gepubliceerd. Haar boekdebuut laat aan de hand van gesprekken met vooral jongeren, nationale en internationale onderzoeken, boeken, krantenartikelen en persoonlijke ervaringen zien hoe zeer de Nederlandse samenleving is ‘gepornoficeerd’. Seks, en dan vooral die tussen dekhengsten en eeuwig willige vrouwen, is alomtegenwoordig: in videoclips, in reclame, op billboards, op feesten in clubs en, in overvloed, op internet. De pornoficatie heeft, vooral bij een deel van de jongeren, geleid tot verwrongen opvattingen over seks en soms treurige seksuele verhoudingen, zo betoogt Hilkens. Hilkens’ anti-pornificatie-activisme begon in maart 2006 met een opinie-artikel in NRC Handelsblad waarin zij onder meer pleitte voor het na middernacht vertonen van met seks overladen videoclips en reclame. Later was zij een van de schrijvers van het manifest ‘Sex moet weer haute couture worden’ en richtte ze, samen met onder anderen documentairemaakster Sunny Bergman, Beperkt Houdbaar op, een actiegroep tegen de uitwassen van de schoonheidsindustrie en cosmetische plastische chirurgie. Hoe is een hiphopfan als jij een strijdster tegen de pornoficatie geworden? „Het begon met een moment dat ik mezelf verloochende. Ik begon mijn journalistieke carrière als recensente. Toen ik eens een bespreking van een cd van Snoop Dogg moest schrijven, dacht ik: hoe haal je het in je botte kop om in ‘Can You Control Yo Hoe’ te beweren dat als je hoer niet luistert – want zo noemen veel rappers vrouwen – je haar moet slaan. Maar dat schreef ik niet op. Ik schreef over de mooie funkinvloeden en goede samples. In hiphopkringen was het niet de coolest thing to do om een punt te maken van dat hoeren- en pooiersgedoe. „Later interviewde ik soulzangeres Jaguar Wright. Ze hield het relaas dat ik eigenlijk had willen houden en zei dat ze genoeg had van het beeld van de onderdanige vrouw in de hiphop. Dit konden de tweedegolf-feministen toch niet voor ogen hebben gehad toen ze de barricaden opklommen, zei ze. Ik vond het dapper dat ze dat durfde te zeggen – ze werkt veel samen met beroemde rappers. „Weer later werkte ik voor NPS Lijn 5, een radioprogramma over de belevingswereld van en voor Randstadjongeren. Bij een item over profielsites waarmee jongeren zich aan de wereld presenteren, viel me op dat meisjes zichzelf op de populaire site partypeeps 2000 sletje, pussy juice en horny bitch noemden. Wat bezielt hen om zichzelf zo te noemen?” In ‘McSex’ betoog je dat de seksuele revolutie van de jaren zestig en zeventig is ontaard. Het bracht niet de verwachte bevrijding. Hoe is dat gekomen? „De revolutie is onvoltooid, zou ik liever zeggen, de ware seksuele vrijheid is nog geen feit. Op een aantal essentiële punten heeft de seksuele revolutie natuurlijk wel voor een bevrijding gezorgd. Ik ben blij dat vrouwen in Nederland niet meer de hel hoeven doormaken van mijn grootmoeder toen ze begin jaren zestig koos voor abortus. En ik ben ook heel blij met anticonceptiemiddelen en de verworven arbeidsrechten van vrouwen. Maar tegelijkertijd stel ik vast dat het verstikkende keurslijf van God, kerk en de daarbij horende wetten is vervangen door een nieuw keurslijf dat is gecreëerd door de commercie. „De werelden van de seks- en de schoonheidsindustrie zijn met elkaar verweven. Ze vertellen ons wat we moeten gebruiken om mooier te zijn en moeten aanschaffen om een leuk seksleven te hebben. Dit kun je bestempelen als gewauwel: tenslotte is er niemand die je vertelt dat dit allemaal moet. Maar dat is naïef. Bedrijven laten bijvoorbeeld uitgebreid onderzoek doen naar de effecten van erotische beeldelementen in reclame. Er wordt met zoveel kennis van zaken met manipulatie gewerkt dat je onmogelijk kunt denken dat we vrije, autonome wezens zijn die niet onder invloed staan van de media.” De meest gehoorde kritiek op je strijd tegen de pornoficatie is dat nooit wetenschappelijk is bewezen dat het kijken naar videoclips en porno leidt tot imitatie. „Ja, en daardoor zit ik een beetje in een Catch 22-situatie. Ik besef dat ik met wetenschappelijke bewijzen sterker zou staan. Maar onderzoeken over seks en porno onder jongeren stuiten op ethische grenzen. Commissies die onderzoeksvoorstellen beoordelen vinden dat je jongeren niet mag blootstellen aan porno. Dat is frustrerend, want in praktijk zien jongeren die allang. Overigens weten we wel iets. Onderzoeken die wel zijn gedaan wijzen in de richting dat het kijken naar porno en videoclips invloed heeft op opvattingen over seksuele verhoudingen.” „Voor mij is wetenschap overigens ook niet heilig. Als de journalistiek altijd zou wachten tot de wetenschap iets zeker wist, zouden de kranten erg dun worden. Vooral bij sociale wetenschap is het ook de vraag of je ooit sluitend bewijs krijgt. Wetenschap is ook niet statisch: wat nu geldt, klopt volgend jaar niet meer. Ik heb als journalist mijn eigen verantwoordelijkheid. Als je met politiemensen, onderzoekers, psychologen en jeugdwerkers praat, zeggen ze allemaal: er is iets veranderd in de jeugdcultuur. Maar dat is meer intuïtieve dan wetenschappelijke kennis.” Wat bij de gesprekken met de meisjes in ‘McSex’ opviel is dat ze op seksueel gebied dingen doen die ze eigenlijk niet willen. Waarom zijn ook keurige Gooise meisjes zo onderdanig? (Lachend): „Dat is nu een van de dingen waar meer onderzoek naar gedaan zou moeten worden. Ik denk dat er veel waarheid schuilt in de stelling: if you can’t beat them, join them. Ik heb sterk het vermoeden dat de meisjes die zich op feesten op hun billen laten slaan, uit zijn op bewondering. De beeldcultuur heeft hun geleerd dat je dan met de sterren mag rondhangen en je de nieuwste tasjes van Louis Vuitton krijgt. Het pijnlijke is dat de bewondering uiteindelijk uitblijft. De maatschappij is nog altijd zo conservatief dat, vooral onder jongeren, promiscue seks jongens een stoer imago geeft, maar bij meisjes zorgt voor het etiket ‘slet’. Het zou vooruitgang zijn als promiscue meisjes voortaan ook op bewondering kunnen rekenen. Alleen blijf ik dan ook argwanend: willen al die tienermeisjes zich eigenlijk wel op hun billen laten kletsen?” Een andere kritiek is dat je een schrikbeeld oproept. Het valt allemaal wel mee met de seksualisering, zegt bijvoorbeeld tweedegolf-feministe Hedy d’Ancona. „Veel van de kritiek van feministen komt voort uit de vrees dat ik de verworven vrijheden van de tweedegolf-feministes aan de wilgen wil hangen. Maar daar gaat het mij helemaal niet om. Ik wil alleen de vraag stellen: is de man-vrouw-verhouding nu echt wel ontdaan van patriarchale elementen? „De kritiek is ook het gevolg van een gebrek aan kennis. Veel oude feministen weten niet wat er op internet te zien is. Na een artikel over seksualisering in Opzij gingen lezeressen zelf eens kijken op internet. Ze hebben de ene geschokte brief na de andere geschreven. Zelf ben ik geschokt door het onderzoek Sex is een game, onder 12.000 jongeren. Daaruit blijkt dat 80 procent van de jongeren geen afspraken met hun ouders hebben over internetgebruik. Yo, ouders, denk even na! Daarom zegt een van de meisjes in mijn boek: ‘Ik denk dat wij dit beter gaan doen met onze kinderen. Want wij weten wat er op internet speelt.’” Je bent een fatsoensrakker, zeggen vooral mannelijke critici. Tast jouw strijd tegen pornificatie hun seksuele vrijheid aan? „Met mijn boek wil ik duidelijk maken dat ik aan niemands vrijheden wil komen. Maar we moeten het wel hebben over de grenzen van de vrijheid: hoever willen wij in onze overgeliberaliseerde wereld gaan in het verdedigen van de vrijheid om je suf te kunnen rukken? Als iemand vindt dat het uitzenden van seksclips en reclames na twaalven vrijheidsberoving is, sta ik met mijn mond vol tanden. En ja, ik vind dat een aantal pornogenres feller bestreden zou moeten worden. Die zijn mensonterend. Punt uit. „Sommige critici denken dat ik voor een sekspolitie ben en delen me in bij het christelijke kamp van Balkenende met zijn normen-en-waarden. Maar dat komt doordat de liberalen zich distantiëren van het onderwerp. D66-leider Pechtold maakt zich ervan af met de dooddoener dat op oude Griekse vazen ook al sekstaferelen stonden. En Mark Rutte roept in de Tweede Kamer tijdens een debat over de Emancipatienota van minister Plasterk: ‘Dit kabinet staat naast ons bed.’ Ik heb er de Emancipatienota op nagelezen. Daar gaat het over de financiering van onderzoek naar seksualisering en laagdrempelige hulpverlening op seksueel gebied voor ouders en kinderen. Hoe naast je bed is dat? Daarom ben ik blij dat ook PvdA’ers als het Kamerlid Jeroen Dijsselbloem en Plasterk het onderwerp wel serieus nemen.” Vooral op internet zijn de reacties op je artikelen en tv-optredens fel en schril. Je bent bedreigd en krijgt de verschrikkelijkste verwensingen naar je hoofd. Heb je spijt van je activisme? „Nee, het is part of the game. De schrille toon komt ook door internet. Dat brengt reacties voort die vroeger geen podium hadden. Veel reacties zijn ook koren op onze molen en juist reden om door te gaan. Veel kritiek is heel masculien, bijna uit vrouwenhaat geboren. In het debat over seksualisering en de schoonheidsindustrie word je als vrouw afgerekend op punten die bij mannen geen rol zouden spelen. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat je te mooi bent om er weet van te hebben hoe het is om lelijk te zijn en plastische chirurgie te willen. Stinkfeministes, okselhaardragende lelijkerds – zulke kwalificaties bevestigen me in mijn overtuiging dat er nog wel een slagje gemaakt moet worden in de emancipatie van vrouwen.” Wat moet er gebeuren om minder verwrongen seksuele verhoudingen te krijgen? „Sinds mijn pleidooi om seksvideoclips na twaalven uit te zenden, ben ik gaan nadenken hoe je er iets aan kunt doen zonder repressie te preken. Ik denk dat wij, de consumenten, uiteindelijk moeten nagaan wat en waarom we consumeren en wat we daarmee in stand houden. Vrouwen die veel glossy’s lezen, zo blijkt uit onderzoek van Liesbeth Woertman, zijn aanzienlijk minder tevreden over zichzelf dan vrouwen die dat niet doen. Leg jezelf niet op de pijnbank. „Ik wil ook niet dat we helemaal geen porno kijken, maar wel bewuster. Zelfs in porno kun je bewuste keuzes maken. Er zijn ook producenten die echt hun best doen om op een integere manier, met liefde en respect, pornofilms te maken. Het hoeft niet allemaal ruw en hard te zijn, met ‘hoeren’ en ‘sletjes’ – daar kunnen we zelf ook in kiezen. Het gaat om bewustwording. Van het feit bijvoorbeeld dat er in de seks- en porno-industrie volgens de Verenigde Naties 4 miljoen seksslaven zijn. Denk daar eens aan, als je naar porno kijkt. „Jongeren hebben recht op een seksuele ontwikkeling die los staat van volwassen invloeden. Wat volwassenen wel of niet bekijken en uitspoken in bed, moeten ze zelf weten. Maar ik betreur het dat kinderen al weten wat rimmen (anaal likken, red.) is voordat ze zelf tongzoenen. Hierbij is een rol weggelegd voor het onderwijs. Laten we in het onderwijs een tegenhanger creëren voor de pornificatie. Daar zijn we nu veel te bang voor. Onder veel docenten bestaat de angst dat ze een oud, vies mannetje worden genoemd als ze het over seks hebben. En minister Plasterk zei onlangs in een interview in Opzij dat je kinderen op school verre moet houden van gepraat over anale en orale seks. Dat moet ook niet. Maar je kunt met schoolkinderen wel heel leuke gesprekken hebben over verliefdheid en zoenen, gevoelens, seks en vlinders in je buik. Doe dat vooral, want buiten school worden ze blootgesteld aan een beeldenbombardement dat ze leert dat die twee niets met elkaar te maken hebben.” 22 november 2008, NRC Handelsblad De volledige versie van dit artikel is te vinden op: http://www.nrc.nl/achtergrond/article2069909.ece/Yo,_ouders,_denk_eens_na!