Bijlage vergelijking VGN

advertisement
Bijlage
Opmerkingen VGN bij
modelovereenkomst, januari 2017
reactie KetenregiePGB,
februari 2017
De Modelovereenkomst richt zich eigenlijk
alleen op de relatie tussen SVB en
budgethouder. Veel zaken die relevant zijn in
de relatie tussen PGB-houder en zorgaanbieder
passen daar niet direct in, hetgeen betekent
dat deze in een bijlage of een separate
overeenkomst moeten worden opgenomen.
Alle zaken die niet in de verplichte SVBmodelovereenkomst genoemd worden, kunnen
bij punt 10 in de Modelovereenkomst
opgenomen worden (vrij tekstveld), hiervoor is
geen separate overeenkomst nodig.
Aanvullingen die niet passen in het tekstvak
onder punt 10 kunnen worden opgenomen in
de bijlage.
De SVB zal op verzoek van de instelling
eenmalig een word-versie beschikbaar stellen
ten behoeve van implementatie hiervan in het
eigen systeem. Het is niet de bedoeling dat de
instelling het word-format aanlevert bij de
SVB. De SVB toetst vervolgens of
implementatie in het eigen systeem van de
instelling leidt tot hetzelfde formulier als het
standaardformulier, alvorens deze in gebruik
mag worden genomen. De Word-versie is op
dit moment nog niet beschikbaar. Er wordt
hard gewerkt om deze zo snel mogelijk ter
beschikking te kunnen stellen.
De SVB zal de procedure over de aanvraag van
de Word-versie via de SVB-website voor
Zorginstellingen bekendmaken.
Algemeen over de software: aanbieders
moeten de modelovereenkomsten één voor
één invullen. Dat is voor instellingen die een
paar honderd PGB-houders hebben eindeloos
veel werk. Qua software bestaan er
eenvoudiger mogelijkheden waarbij het
overeenkomstformulier als het ware door de
software van instelling gehaald wordt en de
SVB de uitkomst kan uitlezen. Dat bespaart
veel werk en laten we daarom de modellen pas
invoeren als dit geregeld is. Tot dan houden
instellingen hun eigen formulieren.
Over de vergoedingen (punt 7 in het model):
het model beperkt zich tot factureren per uur
(desgewenst rekent de SVB andere eenheden
om in uren). Maar zorg in dagdelen of etmalen
wordt niet altijd geleverd in hele uren.
Daardoor gaan voor budgethouders uren
verloren. In ieder geval kunnen veel
budgethouders dat niet correct invullen. In
dagdelen declareren én in dagdelen betalen
door de SVB in plaats van steeds omrekenen in
uren zou al veel oplossen.
De ‘werkzaamheden’ bij punt 5 in de
Modelovereenkomst moeten wel ingevuld
worden. De bredere ‘zorgbeschrijving’ moet
apart aangeleverd worden bij het zorgkantoor
(is nu ook al zo). In de toekomst zal mogelijk
het zorgkantoor dit punt rechtstreeks afvinken.
In de versie van januari is een extra toelichting
opgenomen over factureren in andere
eenheden. Men heeft bij punt 7 in de
Modelovereenkomst de mogelijkheid aan te
geven per welke tijdseenheid men factureert.
Het model vraagt het tarief per uur in te
vullen, maar er kan ook in delen van een uur
of een veelvoud aan uren worden
gedeclareerd. Als de eenheid afwijkt van de
rekenregels van de SVB moet dat expliciet zijn
opgenomen in de zorgovereenkomst en terug
te voeren zijn naar uren. De rekeneenheid
‘uren’ blijft van kracht, omdat de verstrekkers
een maximum uurtarief als subsidievoorwaarde
hanteren.
Het staat zorginstellingen vrij in de
zorgovereenkomst te verwijzen naar een
bijgevoegde tarievenlijst, waarbij tevens de
andere eenheden kunnen worden vermeld.
1
Punt 9 in het model: er geldt een opzegtermijn
van een maand. Maar een aanbieder wordt
door de PGB-houder of de verstrekker niet
geïnformeerd als de verstrekker het budget
beëindigt. Een informatieplicht voor de PGBhouder ontbreekt in het model. Dat gebrek
komt geregeld voor en pas na maanden (als de
betaling niet meer binnenkomt) merkt de
aanbieder dat er geen budget meer is. De zorg
is dan echter al verleend. Wie betaalt?
Aanbieders nemen daarom momenteel
geregeld eigen voorwaarden op die dergelijke
problemen kunnen pareren. Deze mogelijkheid
ontbreekt momenteel. In de FAQ (27) staat
overigens dat een andere termijn opgenomen
kan worden. Twee maanden is voor sommige
zorgproducten nodig. De FAQ is op dit punt
niet duidelijk.
Over tariefsverhogingen (punt 9 in het model):
er staat dat de maximale tariefsverhoging die
de zorginstelling kan doorberekenen, gelijk is
aan de indexering van het budget van dat jaar.
Dat is vreemd, want de indexering bij een
gemeente kan anders zijn dan de tarieven die
een instelling zelf hanteert. Het lijkt alsof de
instelling haar eigen tarieven niet mag stellen,
omdat de gemeente niet of anders indexeert.
Er wordt hierdoor volgens ons ten onrechte
ingegrepen in de keuzevrijheid die de
budgethouder in het sociaal domein heeft. Mits
binnen het vastgestelde budget, kan de
cliënt/PGB-houder bijvoorbeeld ervoor kiezen
om bij zijn aanbieder in zorg te willen blijven
(vanwege goede resultaten). In dat geval kan
hij met zijn aanbieder minder uren willen
afspreken tegen een hoger tarief. In de FAQ
staat dat onderdeel 9 geen SVB-voorwaarden
zijn. Maar deze bepaling staat wel in het model
en de concept-ministeriële regeling over
gebruik van het model geeft hiervoor geen
titel. Wij vragen ons af wat de juridische titel is
voor bovengenoemde bepaling over maximale
tariefsverhoging. Dit is van belang omdat de
zorgovereenkomst voorgaat (punt 9) op
aanvullende afspraken die niet in strijd mogen
zijn met de wet- en regelgeving (punt 10).
Eigen voorwaarden t.a.v. opzegtermijnen
kunnen in punt 10 (vrije tekstveld) opgenomen
worden. Nadere duiding over de
informatieplicht van de budgethouder kan als
wens op de backlog met ketenwensen
opgenomen worden voor een volgende release
van de modelovereenkomst, maar dit gaat niet
lukken voor 1 april 2017.
In de tekst wordt alleen over indexering
gesproken. Dit zegt dus niks over het al dan
niet door mogen doorvoeren van overige
tariefswijzigingen. Om misverstanden te
voorkomen is in de versie van de
zorgovereenkomst die eind februari
beschikbaar komt, hier een aanvullende tekst
ter verduidelijking over opgenomen. Uit deze
aanvullende tekst blijkt dat tariefsverhogingen
–in overleg met de budgethouder- mogelijk
zijn. Het tarief kan namelijk gewoon aangepast
worden met een wijzigingsformulier.
Als er een tarief wordt afgesproken dat hoger
is dan het maximum uurtarief, moet de
budgethouder vóór de betaling zelf eerst
bijstorten.
2
Verder over punt 10: in de versie van januari
2017 staat de volgende passage opgenomen:
Let op: Als de hier vastgelegde aanvullende
afspraken strijdig zijn met de kernbepalingen
van de zorgovereenkomst, dan gaan de
kernbepalingen onder 1 t/m 9 voor. Deze
passage stond (nog) niet in de versie van
november. Op deze passage bestaat ernstige
en principiële kritiek. In de AMvB die de
verplichtstelling mogelijk maakt worden
aanzienlijk minder bepalingen genoemd dan in
het model. Wat hier in feite gebeurt, is dat het
Ketenbureau/SVB de extra bepalingen in het
model gelijkschakelt aan de (veel geringere)
bepalingen in de AMvB. De formulering kan o.i.
niet verder reiken dan: wat u aan extra of
eigen bepalingen afspreekt met een
zorgaanbieder, mag niet in strijd zijn met de
AMvB.
Dit brengt ons op een algemener punt: de
rechtszekerheid. Het mag niet zo zijn dat je
moet zoeken naar de laatste versie van de
modelovereenkomst: is er misschien ook iets
veranderd? Standaardisering is: zo doen we
het en slechts in onderlinge afspraak
veranderen we (maximaal) eens per jaar op
een voor ieder zo werkbaar mogelijke datum.
Een gedegen onderhoudsprocedure uit oogpunt
van rechtszekerheid vinden wij aangewezen.
Tenslotte zien we graag aan de
modelovereenkomst toegevoegd de
mogelijkheid tot machtiging aan de
zorginstelling voor financiële informatieuitwisseling met de SVB; dit is voor veel
zorginstellingen het grootste knelpunt dat ze
nu ervaren met de SVB, omdat instellingen er
niet achter kunnen komen waarom de SVB in
bepaalde gevallen niet betaalt, waarbij de
cliënt of budgethouder vaak niet in staat is
deze informatie te achterhalen.
De SVB hanteert de algemene geldende
bepalingen. Er moet nog gekeken worden naar
een juiste formulering, wat zal worden
meegenomen in de volgende verbeterslag van
het model.
De VGN heeft de volgende twee alternatieven
aangedragen:
1. Delete de gewraakte passage. Er gaat
volgens ons niks mis wanneer dit niet
wordt opgenomen.
2. Eventuele alternatieve formulering:
Het staat de budgethouder en de
zorgverlener vrij om in de
zorgovereenkomst afspraken te maken
zoals zij dat willen, maar deze
afspraken mogen niet strijdig zijn met
de wettelijke subsidievoorwaarden.
De Ketenpartijen zijn het hier niet op korte
termijn eens over geworden. Het zal daarom
worden meegenomen in de volgende versie.
VGN blijft hierbij betrokken.
De laatste versie van het model staat altijd
online. Dit is straks ook de enige plek waar
modelovereenkomsten te vinden zijn. Er komt
geen fysieke voorraad, waarmee we willen
voorkomen dat een budgethouder/
zorginstelling een oud model gebruikt. De SVB
zal altijd bekendmaken op de website wanneer
een nieuwe versie is verschenen. We zijn het
met de VGN eens dat versiewijzigingen niet te
vaak moeten voorkomen. Het zal altijd zo zijn
dat er overgangstijden worden gehonoreerd.
Er is een gedegen onderhoudsprocedure
ontwikkeld. Uitgangspunt voor wijzigingen in
het jaar na de verplichtstelling: 2 keer per jaar
en daarna jaarlijks. De SVB streeft er naar de
huidige zorgaanbieders te informeren bij een
nieuwe release.
Dit zal niet gehonoreerd worden: verstrekkers
(gemeenten en zorgkantoren) geven aan dat
bij een PGB de budgethouder het
aanspreekpunt is en niet de zorgverlener. De
contractsvrijheid wordt ingeperkt door
bepalingen die niet door de SVB zijn bepaald,
maar die voor het overgrote deel voortvloeien
uit wet- en regelgeving. Er is wel afgesproken
dat zorginstellingen voor algemene vragen
terecht kunnen bij de SVB en dat de vragen of
een declaratie of zorgovereenkomst al is
ontvangen door de SVB wel beantwoord
mogen worden.
3
Opmerkingen VGN bij het
wijzigingsformulier,
januari 2017
Softwarematig, waarbij we gemakshalve
verwijzen naar ons commentaar in punt 1 bij
de modelovereenkomst. In essentie gaat het
om hetzelfde principe.
Bij elke tariefswijziging moet deze wijziging
worden doorgegeven, ook bij de ‘gewone
jaarlijkse’ indexering. Er verandert verder niks.
De budgethouder moet dit dus doorgeven en
de ervaring leert dat dat niet gebeurt.
Aanbieders pleiten daarom al veel langer voor
de mogelijkheid om als aanbieder dit
rechtstreeks met de SVB af te handelen. We
begrijpen de principiële kritiek (dit druist in
tegen het principe van PGB), maar de praktijk
blijkt keer op keer weerbarstiger. Alternatieven
zijn:
1. De SVB accepteert gewoon de indexverhoging;
2. De SVB controleert de doorgevoerde index
steekproefsgewijs;
3. De SVB neemt zelf de indexverhoging
automatisch over.
reactie KetenregiePGB,
februari 2017
De SVB zal op verzoek van de instelling
eenmalig een word-versie beschikbaar stellen
ten behoeve van implementatie hiervan in het
eigen systeem. Het is niet de bedoeling dat de
instelling het word-format aanlevert bij de
SVB. De SVB toetst vervolgens of
implementatie in het eigen systeem van de
instelling leidt tot hetzelfde formulier als het
standaardformulier, alvorens deze in gebruik
mag worden genomen. De Word-versie is op
dit moment nog niet beschikbaar. Er wordt
hard gewerkt om deze zo snel mogelijk ter
beschikking te kunnen stellen.
De SVB zal de procedure over de aanvraag van
de Word-versie via de SVB-website voor
Zorginstellingen bekendmaken.
Dit zal niet gehonoreerd worden: verstrekkers
(gemeenten en zorgkantoren) geven aan dat
bij een PGB de budgethouder het
aanspreekpunt is en niet de zorgverlener. De
contractsvrijheid wordt ingeperkt door
bepalingen die niet door de SVB zijn bepaald,
maar die voor het overgrote deel voortvloeien
uit wet- en regelgeving.
4
Download